Sint-Petersburg in het jaar 2017 - deel 2

------------


Ik liep richting de Nevski Prospekt, op weg naar huis, toen ik bij het oversteken van het St. Isaakplein even moest inhouden; rechts kwam een pelotonnetje soldaten aanzetten. Ik dacht: laat ik daar eens achteraan lopen. En zo belandde ik op het Paleisplein, waar ik met mijn neus in de generale repetitie viel voor de militaire parade van 9 mei, de Dag van de Overwinning. 

Langs de Mojka en Millionnaja stond van alles aan militair spul opgesteld. Soldaten waren de boel aan het poetsen, de banden aan verven (voor een mooie zwarte glans) en vier man met een vlaggetje aan hun geweer oefenden de paradepas. Ondanks de stuurse blikken op een paar foto’s hier, was de sfeer zeer ontspannen. Je kon overal dichtbij komen en fotograferen was geen enkel probleem. Pas toen de boel echt in beweging kwam, moest je netjes op de stoep blijven. En toen ging het ook echt los, met brullende tanks en vliegtuigen die overkwamen. Een paar dagen later hoefde ik niet meer naar de echte parade - ik had alles al gezien. (De foto's zijn aanklikbaar.)

Zij deden niet mee aan de parade, maar hielden de toeschouwers op de stoep.

Zij marcheerden niet mee, maar stonden net als ik op de stoep voor de Hermitage.

--------------

De militairen hadden geluk met het weer. Dit is om de hoek, de Nevski Prospekt, een paar dagen eerder.

In deel drie meer over de viering van 9 mei, en ook een paar foto's uit Archangelsk. Hier deel 1 en deel 3.

Sint-Petersburg in het jaar 2017 - deel 1

----------------

Eind april - begin mei verbleef ik ruim twee weken in Sint-Petersburg (en ook even in Archangelsk). Dit is de eerste van drie foto-impressies van de stad, waar ik sinds mijn eerste bezoek - heel lang geleden - mijn hart aan heb verpand.  
 

Ze poseerde voor een vriendin, niet voor mij.

Tussen de pilaren van de Beurs. (Ze was decent gekleed.)

Aan de overkant van de Beurs, aan het water van de Neva. 

------

Folderuitdelers in beren-, bijen- of zebrapak - je struikelt erover. Wat dit voor pak was, weet ik niet. Deze ging er om de paar minuten even bij zitten. 

De Manege, waar een tentoonstelling gaande was van Vasili Nesterenko.

---------

-----

Op het Paleisplein. De tekst op het doek luidt: Van harte met de Dag van de Overwinning!

Veel stratenvegers en schoonmakers komen uit de voormalige Aziatische Sovjet-republieken.

-----

Ik was niet bij de parade zelf op 9 mei, de Dag van de Overwinning, wel bij de generale repetitie. Je kon er tussen de militaire spullen door lopen en daar maakte menigeen gebruik van. Veel meer foto's van die repetitie in de volgende aflevering.

Hier deel 2 en deel 3.

Hoe ik in Sint-Petersburg stuitte op een stukje (dramatische) Ajax-geschiedenis, maar daar pas thuis achterkwam - 2

---------------------

Dukla Praag-Ajax, met links (moet ik dat erbij zetten?) Johan Cruijff)


De twee dames van het antiquariaatje wisten het zeker: dat voetballertje komt uit de Sovjetunie. De vondst van het glazen mannetje in een rood-geel voetbalshirt was een blijde bijvangst bij een rondleiding door de prachtige Kunstacademie van Sint-Petersburg (zie deel 1). Rechts van de ingang bevindt zich daar een klein winkeltje met oude boeken, vooral – uiteraard – kunstboeken. Nu verkopen veel Russische antiquariaten ook poppetjes en beestjes (bijna altijd van porselein), maar een voetballertje in een Kunstacademie, dat verwacht je niet.

Doorgaans zie ik op ongeveer een kilometer afstand of iets van Sovjet-makelij is. Nu stond ik met mijn neus boven op dit voetballertje en helemaal niets wees in de richting van de USSR – behalve, hooguit, de locatie: we bevonden ons tenslotte in de voormalige USSR. Dat shirt ook, wie speelde er nou in geel-rood? De enige ploeg die ik zo gauw kon bedenken was Arsenal Toela.

Thuis in Nederland ging ik op onderzoek uit en ontdekte binnen een paar minuten dat de verkoopsters van het antiquariaat misschien best verstand hadden van kunst, maar niet van voetbal. Dukla Praag, dames!

Nou had ik dat eerlijk gezegd ook zelf wel mogen weten, al geldt voor mij dan weer als excuus dat mijn eerste en enige – en overigens zeer onaangename – ontmoeting met deze club zich had afgespeeld in zwart-wit. Dat was in maart 1967. Ajax had in de tweede ronde van de Europa Cup Liverpool van de mat geveegd, waarna in de kwartfinales het aanzienlijk minder hoog aangeslagen Dukla Praag wachtte. Dat kon geen probleem zijn – maar dat werd het dus wel. Ik ga daar op deze plek verder niet al te diep op in (alleen nog met een filmpje onderaan), dit is een blog over Rusland en niet over traumatische jeugdervaringen voor een tv in een huiskamer in Vlaardingen.

Er stonden wat vervaagde, slecht leesbare lettertjes op het rode shirtje, die ik eerst aanzag voor reclame. Dekla? Dupla? Iets Belgisch misschien? Een oud shirtje van KV Mechelen? Ik wilde al googelen op ‘Dekla rood geel voetbalshirt’, maar toen viel het kwartje. Tuurlijk, die prachtige shirtjes! Daar had ik onlangs nog foto’s van gezien. Foto’s die mijn herinneringen in zwart-wit opeens hadden voorzien van een kleurtje. (Dat het shirtje op de foto’s meer naar paars neigt dan naar het rood van mijn poppetje, nou ja.)

Tonny Pronk


Vrijwel zeker is het poppetje afkomstig uit Železný Brod, een belangrijk glascentrum in Tsjechië. Ontwerper en maker Jaroslav Brychta speelde daar in de vorige eeuw een grote rol. Of mijn voetballertje een ontwerp van hem is, weet ik niet. De voetballertjes van onderstaande compositie, getiteld Tsjechoslowakije – Zweden, zijn dat in elk geval wel. Ze ogen verfijnder dan mijn ene exemplaartje. Ze ademen de sfeer van de jaren vijftig, misschien zestig. Wat de aanleiding is geweest om juist een wedstrijd tussen Tsjechoslowakije en Zweden uit te beelden, weet ik ook al niet. In die jaren (en ook in de jaren twintig en dertig) speelden beide landen uitsluitend vriendschappelijke duels tegen elkaar, zeker geen finale op een groot toernooi of zoiets.  


Brychta overleed in 1971, relatief kort dus na die wedstrijd van Dukla Praag tegen Ajax. Ik durf op grond daarvan geen datering (‘niet na 1971’) aan van dat voetballertje hier in mijn kast. Maar stel dat Brychta het wel heeft gemaakt, dan heeft hij zich vast laten inspireren door die overwinning op Ajax! Die mij dan uiteindelijk niet alleen een voetbaltrauma, maar ook, heel wat jaren later, een mooi glazen beeldje heeft opgeleverd.

---------------------

Voor de voetballiefhebbers hier nog mooie filmbeelden (beter van kwaliteit dan onze tv-opnames van toen) van de wedstrijd Dukla Praag – Ajax. De Amsterdamse supporters worden na afloop even mooi te kijk gezet. Ook kreeg ik nu eindelijk te zien – veel beter dan indertijd thuis op de tv – hoe vlak voor tijd dat eigen doelpunt van Frits Soetekouw erin vloog. En die speler met het brilletje op de foto boven, trapt de bal dan nog even heel gemeen een keertje extra het doel in.

 

En dat allemaal dankzij een bezoek aan de bibliotheek van de Kunstacademie aan de Neva in Sint-Petersburg.  

Hier deel 1

Hoe ik in Sint-Petersburg stuitte op een stukje (dramatische) Ajax-geschiedenis, maar daar pas thuis achterkwam - 1

-------------------

De bibliotheek van de Kunstacademie

We hadden een bezoek gebracht aan de mozaïek-werkplaats van de Kunstacademie in Sint-Petersburg (zie mijn eerdere stukje) en nu was de bibliotheek aan de beurt. Ik had graag nog een uurtje langer in die werkplaats willen rondsnuffelen, met z’n rommelige hoekjes, laatjes en vitrines, tussen de medewerkers die met hun hamertjes prachtige tikgeluidjes produceerden. Wat was op deze plek veel moois gemaakt! Alleen al die decoraties voor de Moskouse metro! Ik dacht: als je hier met een bezem één veeg onder een kast doet, haal je zo een paar steentjes tevoorschijn die ooit nog door de grote Vladimir Frolov zijn bewerkt, die toen van zijn werktafel zijn gerold en verder vergeten.    


Maar we moesten door, naar de bibliotheek van de Kunstacademie, buitenom, via de hoofdingang aan de Neva. Ik was hier al eens eerder binnengelopen (ik stond ooit op het dak) – wat een leuk gebouw! Smalle, hoge gangen, deuren van lesruimtes met spannende opschriften (“Monumentale Schilderkunst”), onverwachte doorgangen, een gietijzeren trap en een compleet kerkje. En, bij de ingang, een winkeltje met oude boeken. “Egbert, een voetballertje!”, riep een van mijn medecursisten, die op de hoogte was van mijn liefde voor Sovjetvoetballertjes. Veel Russische antiquariaten hebben naast boeken ook een paar planken met porseleinen allerlei, en zo ook hier. Achter glas stond inderdaad een voetballertje. Maar zo eentje had ik nog nooit gezien. Hij was van glas – mijn voorkeur gaat uit naar porselein - en had weinig Sovjets. Maar het was wel een voetballertje. “Komt ie uit de Sovjetunie?” vroeg ik aan de twee verkoopsters, op zoek naar een extra rechtvaardiging voor de aankoop waartoe ik allang had besloten. “Jazeker”, zeiden ze, “maar meer weten we er niet van.” “Als ik terugkom van onze rondleiding, neem ik ‘m mee”, antwoordde ik.

We gingen naar de bibliotheek. Daarvoor moesten we eerst langs de mevrouw van de garderobe. Die was meteen erg uit haar humeur, daar in haar bijna lege domein, want ze vond dat ze weleens ingelicht had mogen worden over de komst van een groep van tien man. Daarna gingen we dus die mooie gangen door, met de trap naar boven, om in de prachtige bibliotheek te belanden – een klein cultuurtempeltje, met statige tafels, folianten achter glas en ontelbaar veel kaartenbakjes die nooit vervangen mogen worden. Er werd ons van alles verteld over de geschiedenis van de bibliotheek, maar daar bleef weinig van hangen bij mij, want ik keek vooral naar dat meubilair.


En opeens was ik erg boos op mezelf. Dom, dom dom! Had daar nou een foto van gemaakt! Van die piratenvlag in de mozaïek-werkplaats! Die hing daar als een soort gordijn om een kantoortje af te scheiden. En nu, in de bibliotheek, herinnerde ik me plots een nieuwsberichtje ergens in de jaren negentig, op de lokale radio, dat “vandalen” op het dak van de Kunstacademie een piratenvlag hadden gehesen. Ik had kort daarvoor op dat dak gestaan, maar met die vlag had ik, eerlijk waar, niets te maken. De medewerkers van de mozaïek-werkplaats misschien wel! Ik kon het ze niet meer vragen, want ik stond nu in de bibliotheek naar die kaartenbakken te kijken.

Toen was de rondleiding voorbij, konden we zonder verdere incidenten onze jassen ophalen en ging ik bij het winkeltje met oude boeken en porselein (en glas) mijn voetballertje halen. Dit is ‘m.


Ik kreeg ‘m heel naar Nederland (geen geringe prestatie) en daar kon ik op onderzoek uit. Wat was dit nou voor beeldje? Wat ik ontdekte, voerde me terug naar 1967, naar een uitwedstrijd van het in opkomst zijnde Ajax. Er was iets groots in de maak met dat elftal, dat voelde je, maar toen, die middag in een Oost-Europees land, ging het op dramatische wijze nog even heel erg mis. 

Hier deel 2

De tweede testwedstrijd in het nieuwe stadion van FC Zenit: een nederlaag met prachtige muziek

----------------


Het hoogtepunt van onze wedstrijd tegen Terek Grozny, in ons gloednieuwe stadion, zat meteen aan het begin. De laatste keer dat ik een thuiswedstrijd van FC Zenit bezocht, was - ik schrijf het met enige schaamte - een hele tijd geleden, en toen werd het Russische volkslied nog gespeeld. Dat gebeurde nu niet, maar opeens klonk er wel een ander lied. 9 mei is aanstaande, de dag waarop in Rusland het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt gevierd. En daarom klonk tijdens de eerste minuten van de wedstrijd vanaf de tribunes de mars Dag van de Overwinning, een van mijn favoriete stukjes Sovjet-muziek:  


Alle kaartjes voor de wedstrijd tegen Terek waren verkocht, had ik ’s ochtends gelezen op de site van FC Zenit. Stadion Sint-Petersburg telt ruim 68.000 plaatsen, maar omdat er nog van alles wordt getest en uitgeprobeerd, mochten er maar 35.000 toeschouwers in. Bij de eerste ‘testwedstrijd’, twee weken geleden tegen FC Oeral (2-0), waren dat er 20.000 geweest. Maar klopte dat wel, van al die verkochte kaartjes? Ik was behoorlijk vroeg, maar de ruimte voor het stadion oogde ongewoon leeg en bij de kassa’s stond een bescheiden rij; er waren duidelijk nog kaartjes te koop.

Ook binnen, met de wedstrijd op het punt van beginnen, vertoonden de opengestelde tribunes veel lege plekken. Het zal gewenning zijn geweest, mensen die hun weg nog moesten vinden, of de controles bij de ingang, want na een kwartiertje zat het alsnog vol. De laatkomers hadden wel mooi die mars gemist! Aardig detail daarbij nog: iedereen van de harde kern achter het doel droeg tijdens die mooie uitvoering een keurig, blauw jack. Pas nadat ze uitgezongen waren, kwamen de sjaaltjes en vlaggen tevoorschijn.

Maar goed, we speelden vandaag tegen Terek Grozny. Er moest gewonnen worden om nog een heel, heel klein beetje zicht te houden op de landstitel. Buiten, op de lange Vriendschap der Stedenlaan richting het nieuwe stadion, leek niemand daar echt mee bezig. Nee, het was dat stadion, dáár ging het om vandaag. Eindelijk, eindelijk was het dan klaar. Werden er ooit bij de bouw van een voetbaltempel zo veel obstakels overwonnen? Moest de begroting ooit zo vaak worden bijgesteld en de oplevering van zo’n bouwwerk zo vaak uitgesteld?  

Stadion Sint-Petersburg (zo heet het voorlopig, mogelijk wordt het uiteindelijk vernoemd naar FC Zenit of Gazprom) groeide de afgelopen jaren uit tot één van de symbolen van Russische corruptie. Nog onlangs stuurde politieke activist Aleksej Navalny een venijnig filmpje de wereld in, waarin hij het bouwwerk - niet ten onrechte - omschreef als een bodemloze bron van corruptie. En dan te bedenken - zo voegde hij eraan toe - dat het dak lekt en de constructie om het veld het stadion uit te rollen niet functioneert: 


Of het dak lekte, kon ik niet controleren, want het stond wagenwijd open. Maar dat van die grasmat is onzin. De uitrolconstructie is niet defect, nee, op de plek buiten waar de grasmat naartoe gerold moet worden, wordt een perscentrum gebouwd voor het toernooi om de Confederations Cup van komende zomer. Dat twee verdiepingen tellende perscentrum blijft daar staan voor het WK van 2018, dan wordt het afgebroken en daarna pas kan het gras het stadion worden uitgerold. Dat is geen overbodige luxe, want het veld zag er nu bar slecht uit. De grasmeesters van FC Zenit hebben een prima reputatie, maar het zal nog een hele klus worden om de boel voor aanvang van de Confederations Cup op orde te krijgen. Rusland opent het toernooi op 17 juni met een wedstrijd in Stadion Sint-Petersburg tegen Nieuw-Zeeland. 


Nog een waarschuwing voor wie het stadion gaat bezoeken: met een rugzak kom je niet naar binnen. Ik werd tegengehouden door een vriendelijke mevrouw bij de ingang. Ze verwees me naar twee keten, driehonderd meter terug, waar je te grote tassen in bewaring kon geven. De ene keet was voor Zenit-supporters, de andere voor die van de tegenstander. Ik koos voor de tweede, want die was het dichtstbij en ik vermoedde dat de rij daar na afloop een stuk korter zou zijn. Ik mocht er mijn rugzak achterlaten. Terug bij de ingang zei ik tegen de mevrouw dat ik bij de keet voor de tegenstanders was geweest en dat ik nu dus officieel supporter was van Terek Grozny was. “Aai, aai, aai!”, zei ze geschrokken, en ze liet me vriendelijk door.     

--------------

We verloren met 1-0, wat ongetwijfeld tot vreugde leidde in Moskou. Want daarmee was dat Spartak daar kampioen. 

Vladimir Frolov, maker van de mooiste metro-mozaïeken, krijgt zijn welverdiende eerbetoon

------------

1.jpeg


Goed nieuws: het eerbetoon aan Vladimir Frolov is klaar. Het is een plaquette uitgevoerd in (uiteraard) mozaïek en zal geplaatst worden in het Moskouse metrostation Novokoeznetskaja. 

Frolov, die woonde en werkte in Leningrad, was de schepper van de indrukwekkende reeks mozaïeken die metrostation Novokoeznetskaja sieren. Het was zijn laatste opdracht. Hij overleed in 1942 tijdens het beleg van Leningrad, nadat zijn laatste werk voor het station naar Moskou was vervoerd. Frolov is ook de maker van de monumentale mozaïeken in de Kerk van de Verlosser op het Bloed in Sint-Petersburg. De rode vaandels op de muren in het mausoleum op het Moskouse Rode Plein zijn eveneens van zijn hand. 

Afgelopen week kon ik, dankzij het onvolprezen Nederlands Instituut in Sint-Petersburg, een kijkje nemen in het atelier in de Kunstacademie, waar Frolov werkte en de laatste jaren van zijn leven ook woonde. Hij werd in 1929 uit zijn huis gezet, waar hij ook een eigen werkplaats had gehad. Mozaïek was vooral een religieuze kunstvorm en opdrachten kreeg hij niet meer - op de bijdrage aan het mausoleum na. Pas dankzij de aanleg van de Moskouse metro kon hij weer volop aan de slag. 

In 2010 werd besloten om Frolov te eren met een plaquette. (Ik schreef er hier over.) Nu ik zeven jaar later, samen met collega-vertalers (allen deelnemers aan een nascholingscursus op het Nederlands Instituut), plots zo maar in het atelier stond waar Frolov zijn metro-mozaïeken had gemaakt, moest ik natuurlijk wel informeren hoe het stond met dat eerbetoon. “Dat is klaar”, luidde het laconieke antwoord van Pavel Stepanov, de hoofd-medewerker die ons een korte rondleiding gaf. Hij liep naar achteren en kwam met deze foto hier links voor de dag.

De tekst luidt: Op dit station zijn mozaïeken aangebracht die gemaakt zijn in het belegerde Leningrad in het Mozaïek-atelier van de Nationale Russische Kunstacademie onder leiding van professor Vladimir Aleksandrovitsj Frolov.

Of de foto op ware grootte is, durf ik niet te zeggen - dat ben ik vergeten te vragen. In een filmpje uit 2010 (te zien in mijn eerdere stukje), kondigt artistiek leider Aleksandr Bystrov nog met enige bravoure aan dat het eerbetoon een portret zou gaan worden van wel twee bij drie meter. Die ambitieuze doelstelling lijkt me in elk geval niet gehaald. 
 

Leuk was nog dat we Aleksandr Bystrov aan het werk konden zien. Hij en zijn collega’s zijn druk in de weer met mozaïeken voor een nieuw metrostation in Sint-Petersburg. Dat gaat Prospekt Slavy (Heldenlaan) heten. Aleksandr was gaarne bereid tot een praatje, waarbij meteen bleek dat hij zijn bravoure nog niet had verloren. “Onze helden!”, zei hij, wijzend op een enorm doek met Afgantsy, Sovjetsoldaten die vochten in Afghanistan. “Amerikanen hebben geen helden. Die zijn alleen helden als je ze betaalt.” Ik gaf hem meteen gelijk, en liep nog even naar Pavel Stepanov. Wist hij ook wanneer de plaquette voor Frolov in Moskou geplaatst zou worden? Nee, dat was nog niet bekend. 

Er zal ongetwijfeld over bericht worden, en dat doe ik dan op mijn beurt uiteraard ook hier op dit weblog.

De Dag van de Overwinning, 9 mei, in twee foto's.

----------------

Het kan je moeilijk ontgaan, wanneer je begin mei rondloopt in Sint-Petersburg: de Dag van de Overwinning komt eraan, 9 mei, wanneer in Rusland het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt gevierd. Straten zijn versierd, militairen oefenen op het Paleisplein voor de parade, winkels verkopen feestattributen, waarvan het St.Jorislintje het populairst is. Het grootste (oranje-zwarte) lintje dat ik zag, staat op een enorm transparant aan de gevel van het gebouw van het Gardekorps op het Paleisplein. 

Stel nu: u bent fotoredacteur van een Nederlandse (of in elk geval: niet-Russische) krant of nieuwssite en u zoekt een foto bij een artikel over de viering van de Russische Dag van de Overwinning. U krijgt twee foto’s voorgelegd, beide van dat transparant op het Paleisplein, die hierboven en die hieronder. Welke zou u kiezen? 

Hoewel de leuze op het transparant (“Van harte met de Dag van de Overwinning!”) er niet helemaal op staat, durf ik er toch wat onder te verwedden dat de gemiddelde redacteur van een Nederlandse fotoredactie zonder veel aarzeling zou kiezen voor de bovenste foto. Een betere compositie, niet zo rommelig als de onderste. De vier personen staan als een bijna elegante golf verspreid over het beeld. Die onderste, ja, dat jochie staat daar wel aardig, met z’n fietsje, maar verder is het nogal een zootje. En de fotoredacteur denkt vermoedelijk ook (zonder zich daarvan bewust te zijn): mooi, op de bovenste foto, die sombere uitdrukking op het gezicht van de dame in de bruine jas, die terugkomt in de houding van de andere drie personen. Komt helemaal overeen, denkt diezelfde redacteur onbewust, bij het beeld van Rusland dat in Nederland overheerst: somber, niet vrolijk.  

En hup, daar gaat de bovenste foto, de krant in, het scherm op.

Ik zou kiezen voor de onderste foto. Vrolijk, zonder dubbele bodem, en, dankzij dat jochie, met een dubbel uitroepteken.


Het duurt nog een paar dagen, maar alvast: van harte!!