jaren 70

Dissident Amalrik - een aardige querulant in Utrecht.

——————-

Het was een beetje afzien geweest, de maanden ervoor, maar de beloning mocht er wezen: we werden uitgenodigd bij Andrej Amalrik thuis, in Utrecht, waar we door zijn zeer charmante vrouw werden onthaald op wodka en hapjes. Van Amalrik zelf kreeg ieder van ons een heus getuigschrift. Daarin stond vermeld dat de ontvanger, “Egbert M. Hartman” in mijn geval, zich tijdens de colleges van Andrej Aleksejevitsj Amalrik uitstekend had gedragen en dat hij beschikte over min of meer voldoende kennis van het leven in de Sovjetunie. De datum: 31 mei 1977.

Amalrik, een van de bekendste dissidenten in die tijd, was het jaar daarvoor met veel fanfare aangekomen in Nederland. Na flinke buitenlandse druk had hij toestemming gekregen om de Sovjetunie te verlaten. Zijn bestemming was Utrecht, waar de universiteit hem had uitgenodigd om college te komen geven. Amalrik dankte zijn bekendheid vooral aan zijn essay Haalt de Sovjetunie 1984? Zijn actieve verzet tegen de rechteloosheid in zijn land had hem kampstraf en verbanning opgeleverd.

Amalrik in gevangenschap

Amalrik, historicus van opleiding, sprak alleen maar Russisch. Min of meer vanzelfsprekend belandde hij daardoor bij het Instituut voor Slavische taal- en letterkunde. Hij zou daar een reeks colleges gaan geven over het dagelijks leven in de Sovjetunie. Op het instituut ontdekte men al snel dat er een querulant in huis was gehaald. Compromisloos op je strepen staan is misschien een prima eigenschap bij een gevecht met de KGB, in een Nederlandse omgeving ligt dat anders. Amalrik en zijn vrouw kregen een wooneenheid voor buitenlandse medewerkers toegewezen op het studentenflatcomplex aan de Van Lieflandlaan. Arthur Langeveld, indertijd verbonden aan het (lang geleden opgeheven) instituut: “Bij die woning begon het al, die vond hij te klein, vooral de studeerkamer, want daar kon zijn bibliotheek niet in. Later bleek dat hij misschien twintig boeken had.” De woning werd tenslotte toch geaccepteerd en daar kreeg ik een klein jaar later dat getuigschrift uitgereikt.

Dat was voor het bijwonen, tot aan de laatste dag, van Amalriks colleges. Het voelde als een beloning, want het was, alles bij elkaar, een hele zit geweest. Het eerste college, in een grote zaal van het Academiegebouw, trok nog een massa belangstellenden, ook van buiten Utrecht. Menigeen verwachtte ongetwijfeld een vlammend politiek betoog, een grondige analyse van de internationale verhoudingen in het kader van de Koude Oorlog of anders spannende herinneringen uit een Russisch werkkamp, maar dat was niet het onderwerp dat met Amalrik was afgesproken. Ook had lang niet iedereen begrepen dat Russisch de voertaal zou zijn. Er moest, zo bleek, getolkt worden. Simultaan, verlangde Amalrik, want anders ging het allemaal wel erg lang duren. Langeveld, aangewezen als tolk, weigerde dat. “Simultaan tolken kon en kan ik helemaal niet.”

Echt tot leven kwam dat eerste college niet en een week later was de zaal al een stuk minder gevuld. Het aantal toehoorders werd met de week kleiner, getolkt werd er op een gegeven moment ook niet meer en uiteindelijk bleef slechts een klein clubje getrouwen over. Die kwamen niet zozeer omdat Amalriks verhalen zo boeiend waren, maar vooral omdat ze die bijna lege zaal zo pijnlijk voor hem vonden. “Ga jij straks nog naar Amalrik?”, vroegen we elkaar in het keukentje van ons kleine instituut. En dan knikten we maar van ja. En daar zaten we dan weer, terwijl we ons best deden om er iets van te begrijpen – we waren tweedejaars en ons Russisch stelde nog niks voor.   

Amalrik, aldus Langeveld, was iemand die van een kilometer afstand het conflict rook en er dan ook meteen op afging. “Amalriks roeping was niet college geven in Utrecht, maar actie voeren tegen de Sovjets.” En zo bleek de dissident op een dag, zonder dat de vakgroep van iets wist, vertrokken te zijn naar Athene om zich daar vast te ketenen aan het hek van de Sovjetambassade. Hij verzuimde zodoende zijn college, tot woede van professor Van de Baar, die op het instituut ‘Amalrik’ in zijn portefeuille had. Langeveld: “Nu was het Van de Baar die het conflict rook en er volop in ging.” Amalrik had een riant salaris (hij kreeg betaald als hoofddocent) en daar stonden verplichtingen tegenover, meende Van de Baar, die een directe beëindiging van Amalriks tijdelijke aanstelling op zijn plaats vond. Zo ver kwam het niet en de dissident maakte zijn reeks colleges af, voor uiteindelijk een man of vijf à tien.

Langeveld: “Ik mocht Amalrik eigenlijk wel, maar ik was blij dat hij bij ons weg was. Als hij niet querulant was, was hij meestal erg aardig. Later heb ik gemerkt dat dissidenten bijna zonder uitzondering moeilijke mensen waren, maar toen wist ik dat natuurlijk nog niet, en Amalrik was wel de allermoeilijkste.”

Het getuigschrift dat ik samen met de rest van het trouwe ploegje toehoorders bij Amalrik thuis aan de Van Lieflandlaan kreeg uitgereikt, was een mooi stukje huisvlijt. Ik vermoed er de hand in van echtgenote Guzel, want het bloemetje dat erop staat getekend, prijkt ook onder de opdracht in haar boek dat ik diezelfde dag van haar kreeg: “Guzel Amalrik. Ter herinnering aan de avond bij ons.” De datum heb ik er zelf bijgezet.

Andrej Amalrik kwam in 1980 in Spanje bij een auto-ongeluk om het leven. Samen met onder anderen zijn vrouw, die ongedeerd bleef, was hij op weg naar Madrid, waar een conferentie werd gehouden over de Helsinki-akkoorden. Guzel overleed in 2014 op 72-jarige leeftijd.

——————-

Aanvulling. Anne Scheepmaker deelde nog een herinnering aan Andrej Amalrik. Samen met echtgenoot (en vertaler/slavist) Nico toog zij met Amalrik naar V&D in Utrecht voor de aanschaf van een boekenkast - voor in die woning aan de Van Lieflandlaan. Amalrik liet zijn oog vallen op een mooi exemplaar, maar wat bleek: die had een levertijd van zes weken. Dat wilde er niet in bij de dissident, die ter plekke veel stampij maakte - om uiteindelijk zonder een kast de hebben gekocht het warenhuis te verlaten.

Pareltjes uit de jaren 70: James Last in de USSR (met een bijrol voor Mouth & MacNeal)

-----------------


Laat u niet afschrikken door de naam James Last – er zitten een paar pareltjes verborgen in onderstaand muzikaal verslag van zijn reis door de Sovjetunie in 1972.

Maar voor ik verderga, moet ik misschien eerst even uitleggen wie James Last was. Ik vlei mij namelijk met de gedachte dat ik dit blog niet alleen voor leeftijdgenoten schrijf, en de jongere lezers zullen geen idee hebben. James Last? Dat was een Duitse orkestleider die oneindig veel muziekstukken onderdompelde in een glad blazersarrangement en daarmee zelfs stevige rocksongs tandenloos wist te maken. Niet iedereen was daarvan gediend. Zo is er een sketch van Kees van Kooten en Wim de Bie, waarin laatstgenoemde zich ergert aan de achtergrondmuziek in het restaurant waar hij in alle rust wilde genieten van een glas melk en een vleeskroket. Wanneer de ober (Van Kooten) het vermoeden uit dat het muziek van James Last betreft, antwoordt De Bie getergd: “James Last? James Last? James Overlast zult u bedoelen!”
 

Afijn, James Last in de Sovjetunie. De eerste 25 minuten kunt u wel zo’n beetje overslaan – tenzij u graag wat oude straatbeelden van Kiev en Tbilisi ziet. Aardig is de Georgische bruiloft. Het bruidspaar krijgt van James zo maar even drie elpees cadeau! Met muziek van de maestro zelf, uiteraard (op 8.55). Vanaf 13.30 geven Last en zijn muzikanten in Kiev een paar straatconcerten. Aan de beelden is later studiomuziek toegevoegd en zo lijkt het alsof het daar ter plekke allemaal playback is. Last had wat dat betreft een bedenkelijke reputatie – maar op straat, daar in Kiev … ‘t zal toch niet?

Interessanter wordt het in Leningrad.

28.03 – James en het orkest gaan aan boord van het machtige zeilschip Sedov. De kapitein vertelt tussen neus en lippen door dat de Sedov van oorsprong een Duits schip is, gebouwd in Kiel en gedoopt als de Magdalene Vinnen. “Het voer aanvankelijk onder Duitse vlag, vanaf 1946 onder de Sovjetvlag”, zegt hij vriendelijk tegen zijn Duitse gast. Dat heb ik even opgezocht, en inderdaad: de Magdelene Vinnen belandde na de Tweede Wereldoorlog als herstelbetaling in Rusland en kreeg daar zijn huidige naam.  

Henri Cartier-Bresson - Leningrad, 1973

32.25 – En daar zijn we plots op een ander schip: de Avrora, waar James en zijn mannen getrakteerd worden op muziek van een marinierskapel. Echte blaasmuziek, ben ik geneigd te zeggen. Het is elk geval geen playback.

33.38 – Het is allemaal een opwarmertje voor wat er ’s avond gebeurt in concerthal Oktjabrski. Daar wordt het publiek platgespeeld met, jawel, How do you do van onze eigen Mouth & MacNeal.  

38.16 – Mooie festiviteiten op het Paleisplein ter ere van 1 mei of 9 mei. Die gigantische Lenin, die kende ik al van een zwart-witfoto van Henri Cartier-Bresson uit 1973. Hier zien we hem een jaar eerder, in kleur. Hij zal na de meidagen gedemonteerd zijn en bewaard in de opslag.

En dan gaan we naar Moskou, waar beelden van de metro begeleid worden door de klanken van – waarom ook niet – Kalinka, in de onmiskernbare Last-stijl (45.00). Vervolgens wordt ook concertzaal Rossija platgespeeld, waarna nog – ook weer prachtige beelden – een optreden volgt in het Leninstadion, voorafgaand aan de stadsderby Spartak – TsSKA (vanaf 51.10). Ik heb het even opgezocht; die wedstrijd eindigde in 1-0 voor Spartak. Aandoenlijk is de mededeling op het scorebord, waar de opstellingen worden getoond (52.12): цска – футболки красные (TsSKA in de rode shirts).   

Een familiesage ‘voor huisvrouwen van middelbare leeftijd’. Jelena Minkina-Tajtsjer beschrijft hoe de Kinderen van het 20ste partijcongres de hoop verloren.

Burt Glinn - Moskou, 1961

Burt Glinn - Moskou, 1961

“Dit soort familiesages zijn gericht op een strikt beperkte lezerskring: huisvrouwen van middelbare leeftijd en ouder, die in hun vrije tijd graag wat lezen in een pakkend boek, dat op dezelfde wijze emoties oproept als melodieën en geuren die je terugvoeren naar je jeugd.”

Zo oordeelt recensente Natasja Romanova over het boek Het Rehbinder effect van Jelena Minkina-Tajtsjer. Romanova brandt het boek niet af, maar  onverdeeld positief – dat moge duidelijk zijn – is ze niet. Is haar oordeel terecht?

Misschien mag ik mij daar niet over uitlaten, want volgens de strenge Natasja is het boek helemaal niet voor mij bestemd. Ja, ik ben van “middelbare leeftijd en ouder”,  maar val duidelijk buiten de categorie huisvrouw. Ik doe toch een poging.

Jelena Minkina-Tajtsjer

Jelena Minkina-Tajtsjer

Het Rehbinder effect (Эффект Ребиндера) staat niet alleen in zijn soort. Vergelijkbare literaire sages van Elena Katishonok, Dina Roebina en Marija Stepnova besprak ik eerder. Via de lotgevallen van een familie krijgen we de recente Russische en Sovjetgeschiedenis voorgeschoteld, vanaf, pak ‘m beet, de revolutie van 1917 tot het begin van deze eeuw. Dat lijkt een simpel procédé, maar Minkina-Tajtsjer maakt het de lezer niet makkelijk. Vult u zelf op een papiertje gaandeweg vooral de stamboom in, u raakt anders de draad kwijt.

Het perspectief wisselt bij Minkina-Tajstjer voortdurend. De personages nemen de verhaallijn als een estafettestokje van elkaar over in korte hoofdstukjes, die elk als titel een dichtregel van Poesjkin dragen. De getalenteerde muzikant en rokkenjager Leva, zijn echtgenote Tanja, hun jaloerse huisvriendin Olga, ze komen zo steeds in een ander daglicht te staan. Als lezer blijf je daardoor op afstand en écht met hen meeleven doe je daardoor maar zelden.

En het verhaal zelf … Het is ‘Dickens-light’, met kinderen uit een weeshuis, een Franse connectie, trieste sterfgevallen en onvermoede familiebanden die plots als puzzelstukjes in elkaar blijken te passen.      

Natasja – de strenge recensente – komt in Het Rehbinder effect te veel afgekloven beelden tegen (ze gebruikt het woord tags): Vysotski, die ene foto van de bebaarde Hemingway, het dichterstrio Jevtoesjenko-Achmadoelina-Vosnesenski, een zeldzame Achmatova-uitgave die ciculeert … Maar, voegt ze er meteen aan toe, je kan in een boek als dat van Minkina-Tajtsjer nauwelijks zonder.

Ondanks de bedenkingen van Natasja en mij – en hier komt mijn oordeel – is Het Rehbinder effect de moeite waard. In weinig andere boeken wordt de desillusie waarin de ‘Kinderen van het Twintigste Partijcongres’ gaandeweg worden ondergedompeld, zo beklemmend beschreven. Chroesjtsjov, brutale dichters, gedurfde films, de Beatles – het bleken voorboden van iets wat nooit zou komen. De weidse perspectieven vervagen, Leva, Tanja, Olga en de anderen blijven ronddraaien in hun kleine wereld van moeizame familierelaties, vriendschappen, affaires en jaloezie. Emigreren naar Israël (het joodse thema is in Het Rehbinder effect nooit ver weg) of Amerika brengt voor enkelen weliswaar in materiaal opzicht verlichting, maar ook daar blijft hun wereld klein.  

“Uit alle ramen weerklonk een modieuze melodie, iets buitenlands, vol van hoop en beloftes. Welke domme romanticus bij de tv zou toch hebben bedacht om met die achtergrondmuziek het weerbericht uit te zenden? Elke avond lieten ouders en buren alles liggen en richtten hun blik op een betoverend feest van anderen, gefascineerd staarden ze naar de plaatjes van de natuur (….), alsof het van groot belang was te weten wat voor weer het zou worden, alsof ze allemaal op het punt stonden op reis te gaan, ergens heen te vliegen of te varen onder de klanken van een prachtig Frans lied, dat ook nog eens Manchester – Liverpool heette!”

Bent u gevoelig voor dit soort nostalgie, dan kunt u Het Rehbinder effect gerust ter hand nemen. (Meer over bovenstaand lied en het Russische weerbericht schreef ik hier.)

Het literaire lef van Roman Sentsjin: schrijven over verdronken dorpen in Siberië – het onderwerp van zijn voorganger Valentin Raspoetin.

----------------------

De Jenisej

“Was Rusland alleen op deze aarde geweest, dan hadden we dit kunnen vermijden”… Het is de wrangste zin in het pakkende boek Zona zatoplenija (Зона затопления) van Roman Sentsjin. Sentsjin laat de zin uitspreken door schrijver Valentin Raspoetin, oud en der dagen zat, tijdens een bezoek aan een gedoemd Siberisch dorp. De bewoners worden min of meer weggejaagd, ze moeten wijken voor het stuwmeer van een nieuwe waterkrachtcentrale in de rivier de Jenisej.

Valentin Raspoetin baarde in 1976 opzien met zijn boek Afscheid van Matjora, over exact hetzelfde onderwerp: een Siberisch dorp dat onder water verdwijnt door de bouw van een stuwdam. In tijden van heilig geloof in de onderwerping van de natuur, was zijn stem in de Sovjetunie een opvallend en hoopgevend tegengeluid. De Siberische schrijver werd door menig intellectueel op het schild geheven als geweten der natie, als beschermer van een bedreigde dorpscultuur, als hoeder van Siberië en de Russische ziel.

Ook al zijn we inmiddels veertig jaar verder - je moet maar durven: een boek schrijven dat iedereen meteen naast dat van je illustere voorganger zal leggen. Doorstaat Sentsjin die vergelijking? Glansrijk.

Sentsjin (over eerder werk van hem schreef ik hier en hier) draagt Zona zatoplenija – hij kon moeilijk anders – op aan Valentin Raspoetin. Hij noemt zijn voorganger vervolgens pas op een van de laatste pagina’s bij naam, maar wanneer eerder in het boek een groepje schrijvers (in 2009) een van de bedreigde dorpen bezoekt, is duidelijk dat ook Raspoetin daarbij is. “Onder hen was ook die ene, die indertijd, in de periode van het ontwikkeld socialisme met zijn nationale, door het hele volk gedragen voorrangsbouwwerken, een boek schreef over het onder water zetten van zijn geboortegrond, in dezelfde streek, aan dezelfde rivier.”

Valenin Raspoetin

Valenin Raspoetin

Roman Sentsjin

Roman Sentsjin

Ik herlas Afscheid van Matjora, en eerlijk gezegd: waar ik het boek ooit gretig verslond, viel het me dit keer niet mee. Vaak nogal zwaar is Raspoetins symboliek en iets te veel neigt hij naar de verheerlijking van het boerenleven en van de eenvoudige, maar wijze dorpelingen. Al levert dat wel één van de scherpste observaties op van het boek, uit de mond van de bejaarde Darja. Die voegt een jongen enthousiasteling toe: “Je hebt het over machines. Dat machines in dienst van jullie werken. Ja, ja. Die werken allang niet meer voor jullie, jullie werken voor die machines.”  

De stijl van Sentsjin is aanzienlijk harder en directer dan die van Raspoetin. (Denk aan de film Leviathan van regisseur Zvjagintsev en u krijgt een idee.) Dat komt mede door zijn invalshoek. Schreef Raspoetin in de jaren zeventig vooral over de teloorgang van eeuwenoude Russische waarden, bij Sentsjin gaat het nog meer over de hopeloze strijd van het machteloze individu tegen onverschillige bureaucraten en politici. Zijn het bij Raspoetin vooral ouderen die het onderspit delven, bij Sentsjin worden ook dertigers en veertigers gebroken en geknakt.

En waar Raspoetin een punt zette – bij het afscheid van Matjora – gaat Sentsjin verder. Hoe vergaat het de verdreven dorpelingen in hun nieuwe, stedelijke omgeving? Hun ontheemding wordt pijnlijk duidelijk beschreven. Eén van hen, Aleksej, las Afscheid van Matjora als scholier. Het maakte weinig indruk. Hij las het boek nogmaals toen het lot van zijn eigen dorp bezegeld was. En nu trof het hem diep. Hoe was het mogelijk dat na zó’n waarschuwing de tragedie zich herhaalde, langs exact dezelfde lijnen. Hoe was het mogelijk dat de president de oude schrijver (Raspoetin) een onderscheiding overhandigt en met dezelfde hand het decreet ondertekent voor de bouw van nog een stuwdam. En Aleksej herinnert zich zijn onderwijzeres op school, die zo vaak had gezegd: “Literatuur leert ons lessen. Literatuur leert ons hoe het moet en niet moet, wat goed is en wat slecht.”

Valentin Raspoetin overleed eerder dit jaar. Of hij het boek van Sentjsin nog gelezen heeft, weet ik niet. Heeft hij dat wel, dan moet dat, op zijn levensavond, een bittere ervaring zijn geweest. Zijn literaire strijd blijkt vergeefs te zijn geweest en hij wordt weggezet als iemand die het contact met het volk heeft verloren – wat voor een Russische schrijver een hard oordeel is.

Aleksej was zelf aanwezig bij het bezoek van Raspoetin aan zijn dorp. Het was zijn laatste hoop geweest. Had Raspoetin zich solidair verklaard, zich bij de dorpelingen aangesloten en gezegd: ik blijf bij jullie en ga hier niet weg! … Misschien, misschien was die stem nog van invloed geweest. Maar de oude schrijver zei iets heel anders. Wanneer een oude bewoonster van het dorp uitroept: “Het is een bezetting! De vijand is gekomen!”, antwoordt hij: “Dat is niet het punt. Was Rusland alleen op de aarde geweest, dan hadden we dit kunnen vermijden. Maar er was zo’n wedloop gaande, wat konden we doen?” En Raspoetin stapt op de boot en vaart weg.

De onderwerping van de natuur om Rusland sterk en machtig te maken voor de wedloop met de boze buitenwereld … Raspoetin verspeelde de afgelopen jaren veel van zijn sympathie onder de liberale intelligentsia door nationalistische sympathieën. De manier waarop Sentsjin hem ten tonele voert en aan het woord laat, vormt bijna een afrekening. Aleksej hoort Raspoetin ook nog op tv praten, over “het volk”, dat zich heeft teruggetrokken en moe is. “Het volk is niet moe!", roept Aleksej naar de tv. “Het is de weg kwijt! Wat hadden we kunnen doen? Zeg het!”        

Valentin Raspoetin Matjora Russische literatuur Siberië

----------------------

Zona zatoplenija (zatoplenija = inundatie) en Afscheid van Matjora vormen samen natuurlijk een prachtig onderwerp voor een literaire studie. Hierbij nog wat thema’s die daarbij aan bod kunnen  komen – en die ik hier verder buiten beschouwing laat, want dit is een simpel weblog en dit stuk is al behoorlijk aan de lengte:

- De symboliek van de begraafplaats bij Raspoetin en Sentsjin
- De natuurbeschrijvingen bij Raspoetin en en Sentsjin
- “In Rusland is een schrijver meer dan een schrijver.”

Er is trouwens nog een boek dat zich in dit verband nadrukkelijk opdringt: Volja volnaja, van Viktor Remizov. Siberië, natuur/milieu, de machteloze dorpeling … Maar dat wordt alles bij elkaar misschien wat veel van het goede.

Tenslotte merk ik nog even op dat in Zona zatoplenija, net als in Volja volnaja én in de film Leviathan, de muziek van Michail Krug voorbijkomt. Тенденция, однако!

Aanvulling: Ik vergat in bovenstaand stukje, vreemd genoeg, te vermelden dat Sentsjins boek gebaseerd is op gebeurtenissen rond de bouw van de waterkrachtcentrale van Bogoetsjansk. En mocht u nog niet overtuigd zijn dat het boek de moeite waard is, leest u dan ook even deze Russische recensie

Poesjkin en Jack London pak je zo uit de kast: een Russische woonkamer van veertig jaar terug – nagebouwd op poppenformaat.

poppenhuis woonkamer Rusland Sovjetunie interieur

Galtsji (zo heet ze op haar blog – haar echte naam ken ik niet) maakt allerlei poppendingetjes. En ze mag trots zijn op haar werk. Want zegt u eens eerlijk: wanneer u alleen de foto hier links had gezien, van zo’n simpele radiator met dito vernsterbank en vensterbankvulling, had u dan gezegd; da’s niet echt, da’s namaak? Kijk ook even naar dat parket, dat wigpatroontje …

“Ik heb een langdurig, maar ongelooflijk interessant project afgerond’, schrijft Galtsji. “Een miniatuurwoonkamer van een bejaarde vrouw uit de jaren zeventig of tachtig in de USSR.”  Ze deed de klus in opdracht (van wie schrijft ze er niet bij) en alle voorwerpen – sorry: voorwerpjes – maakte ze op verzoek van de opdrachtgever. Sommige onderdeeltjes van het interieur ogen daardoor misschien wat archaïsch. Wie had in de jaren tachtig nog zo’n model tv in huis? Met het plaatje op de tv heeft Galtsji een foutje gemaakt. “Dat moet zwart-wit zijn, maar dat is simpel te herstellen”, schrijft ze.

De schaal is 1:12. Het enige onderdeel dat niet door haar is gemaakt, is de naaimachine. “Die is gekocht, dat is fabriekswerk.” Zeer overtuigend vind ik de boekenplank met glazen deurtjes. We zien er staan: Jesenin, Jack London en Poesjkin – boeken die inderdaad tot de standaardinrichting van Russen met enige opleiding behoorden. De deurtjes kunnen open en je kan de boeken eruit pakken en openslaan. De doos met de eveneens zeer overtuigende kerstversiering (zie de serie foto's hieronder) mis ik op het overzichtsplaatje. Misschien zit die keurig weggeborgen in een van de laden of kastjes. 

Jesenin Poesjkin London boekenkast Rusland Sovjetunie interieur

 

Hier nog wat meer afbeeldingen:


En hier zien we – voor een ander project – een radio in de maak, met het origineel erbij.

Russische radio Sovjet-radio miniatuur
radio Sovjetunie poppenkamer

De achtergronden van Galtsji ken ik niet. in elk geval lijken haar miniaturen mij meer dan een hobby. En voor nuttig handwerken zal ze vroeger op school goede cijfers hebben gehaald. Hier nog een keuken. De Kerstman op de ijskast is niet dezelfde als in de doos boven in het fotoserietje. Graag zou ik die ijskast even opendoen, ik vermoed dat 'ie helemaal vol zit.  Nog wat meer voorbeelden van Galtsji's werkjes vindt u hier.

Russische keuken Sovjetkeuken

De Olympische Spelen van 1980: een spiegel van Sotsji? Hoe het grootste sportevenement ter wereld de stad Moskou onherstelbare schade toebracht.

1_выползов_.jpg

De Olympische Winterspelen in Sotsji zijn een paar dagen bezig, de controverse over de keuze van juist dit vakantieoord aan de Zwarte Zee als locatie is naar de achtergrond verdwenen, maar komt na afloop ongetwijfeld weer opduiken. Hoeveel schade ondervindt de regio van het festijn? Blijft de lokale bevolking achter met een kater? Of blijken de investeringen uiteindelijk een zegen?

34 jaar geleden vormde Moskou het decor voor de Zomerspelen. Wat is daar de conclusie? Veel van de faciliteiten die toen werden gebouwd, zijn nog steeds in gebruik. Daar staat tegenover dat de stad onherstelbare en deels zinloze schade is toegebracht. De site Progulki po Moskve (Wandelingen door Moskou) zette de winst en het verlies naast elkaar.

map_1.jpg

Verreweg de grootste schade werd veroorzaakt door de bouw van het Olympisch sportcomplex (спортивный комплекс Олимпийский). Complete straten, deels met houten huizen, werden met de grond gelijkgemaakt. Links een plattegrond uit 1952 (de houten huizen zijn oranje). De twee lichte, ronde gebouwen vormen het sportcomplex. Een voorbeeld van een verdwenen straat is de Vypolzov Pereoelok, te zien op de foto boven aan dit stukje. Hieronder dezelfde locatie met rechts het sportcomplex:

1_1.jpg

En de Oellitsa Sjtsjepkina (voorheen de 3-aja Mesjtsjanskaja), voor en na:

6_щепкина2.jpg
6_1.jpg

De Seredinski Pereoelok. Het is een klein wonder dat die kerk het sloopgeweld heeft overleefd. De lege ruimtes die door de sloop van huizen ontstonden, werden lang niet alle opgevuld. Links tussen de bomen door is het stadion te zien:

9_серединка.jpg
9_1.jpg

In de zomer van 1978 was ik een paar dagen in Moskou. Zouden die houten gebouwen er toen nog hebben gestaan? Of waren ze al afgebroken voor de Spelen van 1980? Ik kan me ze niet herinneren, maar dat zegt niet zo veel. Hieronder, rechts op de foto, een houten huis aan de Trojtskaja Oelitsa dat bewaard is gebleven:

16_троицкие3.jpg
16_1.jpg

Het is goed mogelijk dat bovenstaande straten er ook zonder de Spelen van 1980 een keertje aan hadden moeten geloven. Stadsvernieuwing kan zinnig zijn, blijven hangen in nostalgie is ook niet goed. Dat men subtieler te werk had kunnen gaan, lijdt echter geen twijfel. Dat geldt al helemaal wanneer het gaat over de vele houten huizen en datsja's die in het park Sokolniki en het dorp Kolomonskoje met de grond gelijk werden gemaakt. Er kwam niks voor in de plaats, nog steeds zijn daar lege plekken. De enige reden voor de sloop: zulke ouderwetse huizen zouden een slechte indruk maken op de Westerse bezoekers, die tijdens de Spelen in groten getale naar Moskou zouden komen.  Je moet maar niet te lang denken aan wat daar allemaal ooit heeft gestaan. 

Sokolniki voor een na de Olympische Spelen van 1980

Sokolniki voor een na de Olympische Spelen van 1980

Afgebroken en voorgoed verdwenen (Sokolniki):

27_тимир.jpg
31_сок_5.jpg

De site Progoelki po Moskve laat in een apart artikel ook de positieve kanten zien van de Spelen van 1980. Er werden tal van nieuwe sportcomplexen neergezet, die nog steeds in gebruik zijn, maar waarvan ik me afvraag hoe groot de historische waarde daarvan ooit zal worden. Ook vliegveld Sjeremetjevo-2 en hotel Kosmos worden als pluspunten genoemd. Nu heb ik door de jaren heen zo'n enorme aversie tegen juist die twee plekken ontwikkeld, dat ik die eerlijkheidshalve maar beter buiten de vergelijking kan houden. Maar ook zonder Sjeremetjevo-2 en Kosmos lijkt het me dat de Spelen van 1980 een excuus zijn geweest voor een stap naar de moderne tijd, die uiteindelijk te groot is gebleken.