schilderkunst

Hoe het eiland Valaam plots een dumpplaats werd voor Russische oorlogsinvaliden - 3

(Eerste publicatie: 21-10-2013)

Valaam oorlogsinvaliden

Was het tehuis op Valaam een soort gevangenis? Het werd in 1984 gesloten, de nog aanwezige bejaarden verhuisden naar het dorp Vidlitsa – het archief verhuisde mee. Een deel daarvan is hier te raadplegen. De documenten zijn lastig te ontcijferen, ik ga af op het oordeel van blogger Michail Sizov. Van een gevangenis was volgens hem geen sprake. Valaam was voor de invaliden bepaald geen kuuroord (zie over de woonomstandigheden deel 2), maar men kón van het eiland af. In de praktijk zal dat weinig zijn voorgekomen. Wie blind is en/of beide benen mist, verplaatst zich nu eenmaal niet zo makkelijk.

Ongetwijfeld zullen oorlogsinvaliden die zich ‘schuldig maakten’ aan bedelarij, zijn opgepakt en op Valaam zijn beland. Hadden zij geen familie, dan zal de weg terug naar de stad voor hen bezaaid zijn geweest met veel obstakels. Ook wordt verhaald van invaliden die hun verwanten in de toch al zware naoorlogse jaren niet tot last wilden zijn en zelf kozen voor een bestaan op het eiland. En ongetwijfeld waren er verminkten die door hun familie op het eiland aan hun lot werden overgelaten. Dat past allemaal in het beeld van het moeizame en vaak hardvochtige leven in de USSR in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. 

Ja, er werd in 1950 plots een grote groep oorlogsinvaliden naar Valaam gebracht. Maar een massale schoonmaakactie gevolgd door een deportatie van verminkte invaliden naar het eiland? Ik beschouw het als een mythe.    

Over de hier getoonde tekeningen zie deel 1. Hier deel 2.

Japanse krijgsgevangenen in de USSR - de tekeningen van Kiuchi Nobuo - deel 2.

(Eerste pubicatie: 16-7-2013)

Jelaboega Japanse krijgsgevangenen Tweede Wereldoorlog Sovjetunie

Russen die een beetje thuis zijn in de literatuur, denken bij het stadje Jelaboega aan Marina Tsvetajeva. De dichteres pleegde er in augustus 1941 zelfmoord.

Duitsers en Japanners die een beetje thuis zijn in de geschiedenis, denken bij het stadje Jelaboega, waar de Toima in de Kama stroomt, aan het kamp aldaar, waar duizenden van hun landgenoten tijdens en na de Tweede Wereldoorlog gevangen zaten.

Ik kwam Jelaboega weer eens tegen, toen ik wat meer wilde weten over het lot van de Japanse krijgsgevangenen in de USSR. Dit naar aanleiding van de tekeningen van Kiuchi Nabuo, een Japanse soldaat uit het Kwantun-leger, dat zich in augustus 1945 in Mantsjoerije overgaf aan het Rode Leger. Nabuo zat zelf niet in Jelaboega, of hooguit misschien voor korte tijd, op doortocht naar zijn eindbestemming in de Oekraïne. (Meer over hem en zijn tekeningen in deel 1.)

Kamp nummer 97 in Jelaboega herbergde tussen 1945 tot zijn sluiting in 1948 zo’n 10.000 Japanners. Op het totaal van zo’n 600.000 Japanse krijgsgevangenen is dat een bescheiden getal, maar de aantallen in de andere kampen zullen een stuk lager zijn geweest. In elk geval speelt Jelaboega een centrale rol bij het gedenken van het lot van de Japanners in de USSR. In 2000 richtte de Japanse regering in Jelaboega een monument op ter nagedachtenis aan alle Japanse krijgsgevangen die tussen 1945-1956 in de Sovjetunie overleden.

Jelaboega monument Japanners Sovjetunie Rusland gevangenen

Op het monument staat: Gedenkteken voor de Japanners, gestorven op deze grond. Met gedachten aan de vrede ter nagedachtenis aan hen, die met de hoop gevestigd op een terugkeer naar het vaderland, gestorven zijn op deze grond in de Tweede Wereldoorlog in de jaren 1945-1956, is dit gedenkteken opgericht. 30 oktober 200 van de regering van Japan.

Er zaten vooral officieren in kamp 97, misschien dat ook dat de centrale rol van Jelaboega in de herdenkingen verklaart. Een bewaker herinnert zich: “Ze waren heel slim, hoogopgeleid en intelligent. De Duitse krijgsgevangenen werden heel streng bewaakt, daar stonden wachttorens, bij de Japanners was het minder streng.”

De Japanners werden – net als de Duitsers – gebruikt als goedkope werkkrachten. Deels moesten ze het kamp draaiende houden (er werd brandhout gekapt en voedsel verbouwd), deels werkten ze buiten het kamp: in de bouw, op fabrieken en in mijnen. Contacten met de lokale bevolking zorgden voor enige verlichting (er was ruilhandel) en in de memoires van de Japanners wordt steeds met veel sympathie over de Russen en Oekraïeners gesproken.

Kiuchi Nabuo Japanners Tweede Wereldoorlog USSR kampen Goelag
Kiuchi Nabuo tekeningen Rusland Japan Goelag

Kiuchi Nobuo heeft ook zijn terugkeer naar Japan getekend. Op de site die aan zijn tekeningen is gewijd, wordt niet duidelijk wanneer dat is geweest. De terugkeer van de Japanse krijgsgevangenen spreidde zich in elk geval uit over heel wat jaren, de laatste kwamen pas in 1956 weer thuis.

Japanse krijgsgevangen Rusland Sovjetunie 1956
thuiskomst terugkeer Japanse krijgsgevangenen Rusland Kiuchi Nobuo


Hier deel 1.

(Hier schreef ik uitgebreider over Duitse krijgsgevangen.)

Japanse krijgsgevangenen in de USSR - de tekeningen van Kiuchi Nobuo. Deel 1.

(Eerste publicatie; 12-7-2013)

Japanse krijgegevangenen Kiuchi Nobuo
Kiuchi Nobuo tekeningen Tweede Wereldoorlog Japan

Op 16 augustus 1945 legt het Japanse Kwantung-leger in Mantsjoerije de wapens neer. Zo’n 600.000 Japanse soldaten raken krijgsgevangen en worden naar de Sovjetunie getransporteerd. Pas in 1956 keren de laatsten van hen weer terug naar hun vaderland.

Een van de soldaten is Kiuchi Nobuo. Terwijl de meeste Japanners in kampen in Siberië belanden, is voor Nobuo de Oekraïne het eindstation. Hij overleeft zijn gevangenschap en deed er in de vorm van tekeningen verslag van.

Zij zoon beheert een website waarop de tekeningen te zien zijn. Helaas zijn de feitelijke gegevens op de site schaars en is de kaart met de lange weg die Nobuo heeft afgelegd in het Japans. Bij een van de tekeningen staat vermeld: “Aan het eind van 1947 werden we van het kamp in Slavjansk [de stad ten noorden van Donetsk, neem ik aan - EH] overgebracht naar een kamp met Hongaren”. Concreter wordt het nergens en hoeveel jaar hij in de USSR heeft vastgezeten en waar verder precies – ik heb het niet kunnen vinden. Het maakt de tekeningen niet minder boeiend.

Japanse krijgsgevangen Tweede Wereldoorlog Sovjetunie

"Davai, davai!"(Move, move!) - 40 men were hustled into 18-ton freight car and the doors were shut tight from outside. Every other car was secured by machinegunners. 50-car train departed west.

Japanse krijgsgevangenen tekeningen Kiuchi Nobuo kampen dwangarbeid

From North Korean port of Heungnam we went to small soviet port of Posyet. After that we had some forced march along longest 20 km fields. It was pretty hard for some of us and mud was all over them.

De tekeningen schetsen een beeld dat overeenkomt met de verhalen die ik elders over de Japanse krijgsgevangenen en hun woon- en werkomstandigheden tegenkwam. Honger en andere ontberingen genoeg, maar ook contacten met de lokale bevolking (de arbeid werd vaak buiten de kampen verricht) die het verblijf in dat verre land draaglijker maakten.

Japan capitulatie tekeningen kampen tekeningen

"Here, "japanese", have a potato."
Girls are very kind in every country. They say that Ukraine has very fertile grounds that's why they plant so many potatoes.

Kiuchi Nobuo Oekraïne tekeningen Japanner

Every country has so called executives. There was an eccentric old man among german soldiers who distributed duties among Japanese soldiers.

Japanse soldaten krijgsgevangen Rusland lokale bevolking dwangarbeid

Men and women took part in rebuilding the city after the end of WWII. Valiant women were handling even the most dangerous jobs. It was hard to imagine something like this in Japan those days. Some of russian women were even attracted to japanese soldiers. Those were beautiful moments.

Op het Japanse kaartje van Kiuchi Nobuo kan ik niet zien of hij ook in Jelaboega heeft gezeten. Dat kamp wordt veel genoemd in verhalen over de Japanse gevangenen in de USSR. Er zaten ook Duitsers. Het is het kamp waar Kurt Reuber overleed, de maker van de Madonna van Stalingrad (zie mijn verhaal over hem hier.) 

En er is nog een naam die meteen bij me opkwam: Efronsinija Kersnovskaja. Zij bracht twaalf jaar door in de Goelag en legde haar ervaringen ook in tekeningen vast. Over haar schreef ik hier. Dit is een tekening van haar:

Kersnovskaja tekeningen Goelag kampen

Wordt vervolgd

Kunstgeschiedenis voor honden. Met een rondleiding in het Russisch Museum in Sint-Petersburg.

(Eerste publicatie: 7-3-2013)

Ilja Repin Kozakken brief sultan

Ogen dicht! Niet stiekem kijken!

kunstgeschiedenis honden schilderijen Russisch Museum

Op het schilderij Zaporozje-kozakken schrijven een brief aan de sultan van Ilja Repin, staat daar een hond op of niet? En zo ja, waar dan? Ik durf te wedden dat u dat niet weet, al hebt u het schilderij al ik weet niet hoe vaak gezien. Ik weet het inmiddels wel, dankzij История искусства для собак (Kunstgeschiedenis voor honden) van Aleksandr Borovski.

Daarin geven zwerfhond Ryzji en teckel Tabi een rondleiding door het Russisch Museum in Sint-Petersburg, aan de hand van – logisch – de honden die ze daar op de diverse schilderijen aantreffen. En onder die geschilderde honden dus ook die ene op het schilderij van Repin, linksonder in de hoek. Inderdaad, hierboven moeilijk te zien. Hij (zij?) ligt daar niet te slapen, nee, terwijl de kozakken zich verliezen in baldadigheid, houdt het beest de boel in de gaten. De vijand is niet ver!

Karl Brjoellov - Portret van graaf A.K. Tolstoj in zijn jeugd (1836).

Karl Brjoellov - Portret van graaf A.K. Tolstoj in zijn jeugd (1836).

Het is volgens rondleiders Ryzji en Tabi een voorbeeld van de menselijke rol die honden in de Russische schilderkunst toebedeeld kregen, te beginnen met de jachthond op Portret van graaf A.K. Tolstoj in zijn jeugd van Karl Brjoellov (1836). De jacht werd in die tijd in Rusland een populair thema, in literatuur en schilderkunst, met honden alom. Maar Brjoellov, aldus Ryzji en Tabi, was de eerste die een viervoeter afbeeldde als zelfstandig wezen. Brjoellov was geïnteresseerd in het innerlijke van de hond en vormde daarmee de grondleger van een traditie.

Ryzji (hij doolt ’s nachts vaak door het Russisch Museum en is een kenner) weet het zeker: de rol van de hond in de schilderkunst wordt door kunsthistorici miskend. Honden op schilderijen helpen de schilder om de innerlijke wereld van de mens te openbaren. Zo zitten jachthond en jonge baas op Brjoellovs schilderij op dezelfde golflengte; beiden zijn ontvankelijk voor de natuur, de hond trekt hem richting nieuwe indrukken en avonturen.

Boris Koestodijev 1922 portret van de zanger Fjodor Sjalapin

Boris Koestodijev schilderde in 1922 een portret van de zanger Fjodor Sjalapin. Het Rusland waar de zanger naar omkijkt bestaat dan al niet meer, op het schilderij lijkt het elk moment te kunnen opstijgen, samen met Sjalapin. Maar daar heb je die witte hond rechtsonder, die met vier voeten stevig op de grond staat, als tegenwicht, als hoeder van het aardse en reële – aldus Ryzji en Tabi. Hij houdt ook Sjalapin met beide benen op de grond. 

Kunstgeschiedenis voor honden levert aardige nieuwe gezichtspuntjes op, waarbij je het helemaal niet met beide rondleiders eens hoeft te zijn. Zelf ga ik bij mijn volgende bezoek aan Sint-Petersburg in elk geval naar het Russisch Museum. Ik moet die hond linksonder in de hoek van Repins Zaporozje-kozakken met eigen ogen zien. (De reproducties in het boek zijn van zeer matige kwaliteit.)

Het is overigens geen toeval dat de honden Ryzji en Tabi hun rondleiding geven in het Russisch Museum en niet in de vlakbij gelegen Hermitage. Daar zouden ze binnen de kortste keren worden verjaagd door de poezenbrigade.




(Dit filmpje komt van het weblog van Mrs. Miska, poes in Moskou.)

Petrov-Vodkin, Stilleven in de morgen 1918 hond

Leuk voor Nederland-Rusland 2013: Russische literatuur met een Nederlandse omslag – en omgekeerd. Te beginnen met Dostojevski.

(Eerste publicatie: 28-2-2013)

Stel je eens voor dat je een Russische vertaling tegenkomt van – ik noem maar een boek - Multatuli’s Max Havelaar. Het boek straalt je tegemoet met een prachtige omslag, waarop staat afgebeeld Visioen van de jonge Varfolomej van de schilder Michaïl Nesterov.

Dan sta je toch raar te kijken.

Misdaad en straf schuld en boete Dostojevski Nesterov Varfolomej

Stel dat je inderdaad zoiets vreemds tegenkomt, het zal geen uitzondering zijn. Sterker nog, het moet schering en inslag zijn, als we afgaan op de rare omslagen die blogger handehoch verzamelde van vertalingen van Dostojevski’s Misdaad en straf

Nemen we bijvoorbeeld onderstaand omslag van een Spaanse vertaling. We zien hier Misdaad en straf geïllustreerd met het aandoenlijke schilderij Vrouw met boek van Pieter Janssens Elinga. Wat wil de uitgever hier suggereren? Dat die vrouw daar Dostojevski zit te lezen en dat u dat ook maar snel moet gaan doen? Ik sluit het niet uit. Ik moet u dan wel waarschuwen, mocht u, nieuwsgierig geworden, Misdaad en straf voor het eerst ter hand nemen: schrikt u niet wanneer u plots een bijl tegenkomt in plaats van een mes. Verder verklap ik niks.

Vrouw met boek Pieter Janssens Elinga

En deze dan. Mooie schoenen. Bloedrood. Prachtig:

rans Banninq Cocq en Raskolnikov – ik geef toe: ik had het niet verzonnen.

Frans Banninq Cocq Raskolnikov Dostojevski Schuld en boete misdaad en straf

Kaïn denkt natuurlijk, net als Raskolnikov: ik moet nu heel snel wegwezen hier! 

En wat je allemaal niet met een bijl kan doen.

En nog een Rembrandt!

Franz Xavier Winterhalter - Portret van een jonge architect. Ach, waarom ook niet.

Franz Xavier Winterhalter Portret van een jonge architect Dostjevski

Misschien is dit wel een aardig idee voor het huidige Nederland-Rusland-jaar. Neem een Russisch boek en bedenk er een passend (of in het geheel niet passend) Nederlands schilderij bij als omslag. En omgekeerd natuurlijk: een Nederlands boek met een Russisch schilderij. Met Nesterov en Multatuli gaf ik al een voorzetje, de mogelijkheden zijn onbegrensd.

Meer leuke plaatjes bij Misdaad en straf vindt u hier.

De sportmeisjes van Koelikov en Samochvalov, erotiek in het Socialistisch Realisme en een slordige catalogus uit Assen - 3

(Eerste publicatie: 6-12-2012)

Deineka fiets socialistisch realisme schilderkunst Sovjetunie

Eerst maar even wat positieve woorden over de catalogus van de tentoonstelling De Sovjet Mythe. Socialistisch Realisme 1932-1960. De inleidende artikelen doen wat ze moeten doen: zonder wollige kunsthistorische bespiegelingen verschaffen ze de lezer en bezoeker een helder kader. Ook de korte stukjes bij de schilderijen geven welkome informatie, zonder zwaarwichtige interpretaties.

Kuptsov Koeptsov schilderij vliegtuig Leningrad socialistisch realisme

Toch is er aan de catalogus een boel mis. Voor de wijze waarop de Russische namen zijn weergegeven, is maar een woord mogelijk: een zootje. De transcriptie van het cyrillisch – altijd lastig, maar niet onoverkomelijk - schiet alle kanten op. Het meest genante voorbeeld: schilder Samochvalov krijgt verspreid over het boek twee verschillende voornamen: Alexander en Aleksandr. Dat de ЧУЕ en Ж verschillend worden getranscribeerd, verbaast daarna al niet meer. Misschien dat de uitgever de volgende keer een ervaren slavist kan vragen om de tekst nog eens door te nemen. Ik weet wel iemand. (Ik zeg er meteen maar bij: ik ben niet goedkoop.)

Sovjet Mythe Drents Museum catalogus socialistisch realisme

Een alerte eindredacteur had ook geen kwaad gekund. Die had, mag je hopen, de type- en taalfouten opgespoord. Er is echt een verschil tussen andere en anderen. En in de volgende  zin dient het werkwoord in het enkelvoud te staan: Kunstenaars werd een grote rol toebedeeld …

Ietwat koddig – maar taalkundig in orde – is de wijze waarop waarnemend directeur Harry Tupan van het Drents Museum zich voor alle zekerheid indekt tegen mogelijke verwijten over het onderwerp van de tentoonstelling: “Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om de toenmalige Sovjetleiders onder wier dictatuur deze kunstwerken ontstonden te eren of op een voetstuk te plaatsen; de samenstellers zijn zich terdege bewust van de verwoestingen en het leed dat in de Sovjet-Unie onder Lenin en Stalin is aangericht.” Nu ligt Assen in de buurt van Oost-Groningen, waar ooit het communisme welig tierde, maar kom op nou, het is 2012!

O ja. Wanneer een stad wordt belegerd (het gaat in dit geval uiteraard over Leningrad), dan heet dat een beleg, niet een blokkade.

De tentoonstelling De Sovjetmythe. Socialistisch Realisme 1932-1960 in het Drents Museum loopt nog tot komende (het heeft gesneeuwd vannacht) zomer. Twee eerdere stukjes over de tentoonstelling vindt u hier en hier.

De sportmeisjes van Koelikov en Samochvalov, erotiek in het Socialistisch Realisme en een slordige catalogus uit Assen - 2

(Eerste publicatie: 4-12-2012)

Koelikov Russich meisje sport schilderij
Heracles meisje schilderij shirt Samochvalov

Twee meisjes in vrijwel hetzelfde shirt, het linker in 1929 geschilderd door Ivan Koelikov, het rechter in 1932 door Aleksandr Samochvalov. Toeval? Of was zo’n shirt in die jaren in de mode? Op zoek naar een antwoord heb ik inmiddels aardig wat ‘sportmeisjes’ uit die jaren bekeken – ik kwam maar één foto tegen met een vergelijkbaar shirt, en die geeft geen uitsluitsel, want misschien zijn die banen hier wel blauw:

korte broek Russische meisjes sport schilderkunst Kulikov

Wat me bij het meisje van Koelikov (die linker met de rode hoofddoek) ook opviel, was het hoge rokje. Op dat punt verschaften de foto’s die ik bekeek wel helderheid. Ten eerste zal het geen rokje zijn geweest, maar een korte broek. Ten tweede zat die broek gewoon zo. Kijk maar:

Waarmee Koelikov  - voor zover men dat nodig acht – is vrijgepleit van allerlei bijgedachten. Hoe anders is dat bij zijn kunstbroeder Samochvalov. Volgens mij schilderde die veel van zijn werk uitsluitend met bijgedachten. Leest u hier nog even wat ik eerder al schreef over een geweerkolf, loshangende veters, een doorzichtige jurk en een opengeslagen winterjas – verspreid over meerdere van zijn schilderijen.

In het Drents Museum loopt nog tot juni komend jaar de tentoonstelling De Sovjet Mythe. Socialistisch Realisme 1932-1960. Bovenstaande meisjes in een zwartgestreept shirt treft u daar aan, en ook deze Metroarbeidster met boor van Samochvalov. Alleen die lippen al sluiten naadloos aan bij de bovengenoemde loshangende veters en die open winterjas:

socialistisch realisme Metaalarbeidster met boor Samochvalov erotiek Sovjetunie

Samochavlov was binnen het Socialistisch Realisme geen uitzondering met zijn “wereldlijke spiritualiteit van het nieuwe Sovjetlichaam”, zoals de Drentse catalogus het noemt. Die onverholen erotiek (zoals ik het noem) is opvallend, in een land waar de openbare ruimte zonder meer puriteins te noemen was. Sport en lichaamsbeweging waren kennelijk een met graagte benut excuus, maar Samochvalov betrad ook paden daarbuiten – zie zijn metroarbeidster. Arkadi Plastovs Het baden met paarden en Aleksandr Deineka’s mozaiek Een mooie morgen (niet in Assen te zien) zijn andere voorbeelden:

Plastov baden met paarden socialistisch realisme
Deineka Mooie morgen schilderij Sovjetunie

In mijn derde en laatste stukje over de tentoonstelling in Assen nog een paar opmerkingen over de catalogus.    

Het eerste stukje vindt u hier en deel drie hier.

De sportmeisjes van Koelikov en Samochvalov, erotiek in het Socialistisch Realisme en een slordige catalogus uit Assen - 1

(Eerste publicatie: 3-12-12)

Heraclesshirt Rusland schilderij Juventus Koelikov

Er is nóg een Sovjet-meisje in een Heracles-shirt! Eerder al schreef ik over het schilderij van Aleksandr Samochvalov, een van de bekendste Sovjet-werken uit de rijke collectie van het Russisch Museum in Sint-Petersburg. Hier hebt u het, het heet Meisje in voetbalshirt:

shirt Heracles Juventus Samochvalov painting schilderij Russisch Museum

Samochvalov schilderde het in 1932. Wat ik niet wist: drie jaar eerder had Ivan Koelikov al het werk afgeleverd dat boven aan dit stukje prijkt. Hij noemde het Sportmeisje (Fizkoeltoernitsa). Beide schilderijen zijn te zien in het Drents Museum in Assen op de tentoonstelling De Sovjet Mythe. Socialistisch Realisme 1932-1960, die loopt tot juni komend jaar. Op de tentoonstelling was ik nog niet, wel was ik vrijdag bij de presentatie van de catalogus bij boekhandel Pegasus in Amsterdam.

Koelikovs meisje is van de twee het meest ‘tastbaar’. Haar zal je eerder in het echt tegenkomen dan het meer gestileerde, bijna ongenaakbare Meisje in voetbalshirt van Samochvalov. Die ‘echtheid’ (paradoxaal genoeg geen vast stijlkenmerk van het toch vooral utopische Socialistisch Realisme) verwijst rechtstreeks naar Koelikovs werken van voor de Revolutie, zoals:

De Italiaansen (1906)

De Italiaansen (1906)

Portret van een boerin (rond 1910)

Portret van een boerin (rond 1910)

Koelikov – voor 1917 al een gerespecteerd schilder – hoefde geen rare bokkensprongen te maken om na de omwenteling binnen het kader van het Socialistisch Realisme te vallen. Ik zocht nog wat meer over hem op en leerde dankzij onderstaand schilderij van hem een nieuw woord: юнгштурмовка / jungsturmovka.

Koelikov socialistisch realisme schilderkunst Sovjetunie

Dit schilderij uit 1929 heet Юнгштурм / Jungsturm, genoemd naar de Jungsturmbeweging in Duitsland. Daar had je er twee van, een fascistische en een communistische. De communistische Jungsturm genoot in de USSR uiteraard de sympathie en onder jonge communisten was het een tijdje bon ton om een jungsturmovka te dragen, een imitatie van het uniform van de Duitse Jungsturm. Wat ik niet weet: heeft Koelikov hier een lid van de Duitse Jungsturm geschilderd of een Russische activiste in zo’n imitatie-uniform? Ik vermoed het eerste.

In mijn volgende stukje meer over Koelikov en Samochvalov, over de erotiek in hun werk (vooral in dat van Samochvalov), aangevuld met enig ongenoegen over de genoemde catalogus, die ontsierd wordt door nogal wat slordigheden.

Hier deel 2 en deel 3.

Bewoners Krasnojarsk strijden voor behoud Sovjet-muurschilderingen van Toivo Ryannel

(Eerste publicatie: 15-8-2011)

Begin juli slaat de krant Arbeider van Krasnojarsk alarm over vier muurschilderingen van kunstenaar Toivo Ryannel. De monumentale schilderingen van 150 vierkante meter elk, zijn in de vroege jaren zeventig aangebracht op de zijkanten van de flats 119, 121, 123 en 125 aan de hoofdstraat van de zogeheten rechteroever van Krasnojarsk. Ïn typische Sovjet-stijl bezingen ze de industriële activiteiten in de wijk.

De schilderingen zijn ernstig verwaarloosd, schrijft de krant. Er is van alles op de muren geplakt, op de zijkant van flat 119 zijn door een enorme apotheekreclame alleen nog de benen van de centrale figuur te zien. Had de krant geweten wat er kort daarna zou gebeuren, dan had ze nog veel harder aan de bel getrokken. De flats worden opgeknapt en plots blijken  de schilderingen op flat 123 en flat 125 verdwenen te zijn achter een egale laag verse verf. Na protesten zijn de verfwerkzaamheden stilgelegd, mogelijk dat de afbeeldingen op 119 en 123 nog kunnen worden gered.

Schilder (en schrijver) Ryannel werd in 1921 geboren in een Fins gezin in een dorpje bij het Ladogameer. Begin jaren dertig wordt het gezin naar Siberië verbannen. Ryannel groeit daar uit tot een gerespecteerd kunstenaar. Juist dit najaar wordt in Krasnojarsk een tentoonstelling aan hem gewijd, de 90-jarige Rjannel (tegenwoordig woonachtig in Finland) is uitgenodigd voor de opening… Het zou wel heel wrang zijn, wanneer tegen die tijd ook de twee overgebleven muurschilderingen zijn verdwenen.

De woningbeheerder die de opdracht gaf, wast zijn handen in onschuld. “De schilderingen staan niet op de lijst van beschermd erfgoed. Restaureren is zeker vier keer zo duur. De bewoners zijn akkoord gegaan met het project, niemand heeft iets gezegd over behoud van de schilderingen.”

Boze inwoners van Krasnojarsk hebben een petitie online gezet, gericht aan het regionale Ministerie van Cultuur. “De schilderingen zijn ongetwijfeld van culturele waarde voor de stad, en zeker voor de rechteroever. De aanwezigheid van zulke monumentale beeltenissen aan de hoofdstraat van dit stadsdeel, dat ontstaan is als industriewijk, is onmisbaar voor het behoud van het historisch geheugen  en de band tussen de generaties”. (U kunt de – Russischtalige - petitie hier tekenen.)

Het stadsbestuur heeft beloofd om zich ‘met spoed’ te richten tot hetzelfde ministerie met een verzoek om een oordeel over de waarde van de muurschilderingen. Daarna wordt besloten of ze behouden moeten worden.