nederland/rusland

De dood van een Parmezaan – loflied op de dappere kazen (en Hollandse bloemen) die aan de Russische grens hun dood tegemoet gaan.

vernietiging voedsel Russische grens sancties

Daar nadert een eenheid dappere kazen de Russische grens … Kijk uit, de ovens branden! De schimmelkaas gaat voorop, om de speurhonden te misleiden. Maar het gevecht is onvermijdelijk. En wat is dat daar, rechts? Daar staat een eenheid Nederlandse bloemen klaar voor de strijd

Их на свадьбе в Бурятии ждали,
Только этих цветов не дождётся никто,
Всех в жестоком бою порубали.

Er werd op hen gewacht op een bruiloft in Boerjatië,
Maar men wachtte op die bloemen tevergeefs,
Zij alle werden in een zwaar gevecht stukgehakt.

De oude Parmezaan met zijn vriendin (Mozarella) weet te ontkomen, maar hij wordt gepakt. Als laatste wens vraagt hij om weggegeven te worden aan de zwervers van het Moskouse Kazanski station, maar daar wil de voedelinspecteur niks van weten. Parmezaan moet de oven in.     

Andrej Orlov

Andrej Orlov

Leuker wordt het vandaag niet - dankzij dichter Andrej Orlov. Hij schreef een bewerking van het lied Там вдали за рекой/Tam vdali za rekoi (Uit de film Hoe het staal gehard werd) en maakt de recente voedselvernietiging aan de Russische grens op superieure wijze belachelijk. Tegen humor is geen wapen opgewassen.   

Hieronder wordt de nieuwe versie gezongen door de Georgische operazanger Zaza Zaalisjvili. De tekst is ingekort, de Nederlandse bloemen en de Maasdammer (“die kreeg er nog wat gaten bij”) zijn – figuurlijk – gesneuveld. Onder de gezongen versie staat de niet-ingekorte tekst. Het originele lied uit de film vindt u onderaan. 

Смерть пармезана

Там вдали за рекой жарко печи горят,
Пограничникам грозным не спится,
Но не зная о том, пармезанский отряд
Продвигался к российской границе.

Шли лосось и сыры, был не слышен их шаг,
Шли не в ногу, без шуток и песен,
Чтоб не выследил враг, применяя собак,
Впереди шла рокфорная плесень.

Они шли, заграничные сняв ярлыки,
Документы подделав, как надо,
Вдруг вдали у реки замелькали штыки,
Это — Сельхознадзора засада.

Дети Альп, Пиреней, Барселон и Лозанн
Строй нарушили пеший и конный,
Но бесстрашный седой пожилой пармезан
Первым встал в боевую колонну.

Оглядевши свою камамберную рать,
Улыбнулся светло и лучисто
И воскликнул: «Не страшно в бою помирать
Итальянскому контрабандисту!»

И в жестокий последний решительный бой
Понеслась санкционная тонна,
Иберийский хамон вдруг воспрял головой,
Хоть и нет головы у хамона.

А враги уже близко, в полшаге от нас,
Вот уже на потеху ютьюба
Слева врезались в палки копчёных колбас
Пограничников острые зубы.

Справа к бою готов полк голландских цветов,
Их на свадьбе в Бурятии ждали,
Только этих цветов не дождётся никто,
Всех в жестоком бою порубали.

В маасдамах наделали новеньких дыр,
Хоть и так они были дырявы,
- Умираю за мир! — прокричал один сыр
В животе пожиральцев халявы.

- Не дождётся продуктов российский народ,
Уничтожить их всех без разбора! -
Возвестил фуагрою измазанный рот
Представителя Сельхознадзора.

Но нахмурил вдруг брови чиновник-пузан,
Доложил ему кто-то несмело:
От расправы ушёл пожилой пармезан
И радистка его, Моцарелла.

Самый зоркий боец на берёзу залез,
Оглядел всё биноклем по кругу,
Чтоб найти пармезана, срубили весь лес.
В общем, взяли — его и подругу.

Пытку тёркой, ножами, без слов перенёс
(от природы сыры — молчаливы),
Лишь в конце на последний ответил вопрос,
Улыбнувшись без страха брезгливо:

- Что спросили? Как я бы хотел умереть?
Не от рук тех, кто мозгом контужен.
Я хочу, чтоб могла бы меня натереть
Старушонка на нищенский ужин!

Передам, что хамон передать вам просил,
Чтобы вы там, в Кремле рассказали:
Он мечтал, чтоб его волонтёр подносил
Всем бомжам на Казанском вокзале!

Возмутился чиновник: — «Ты что! Боже мой!
Мы своих не меняем позиций!»
Он отрезал от сыра кусочек домой
И отдал его в руки убийцам.

- Жаль, что вашим от вас уже некуда бечь… -
Так сказал пармезан перед смертью,
И с улыбкой шагнул в разожжённую печь,
Не просивши пощады, поверьте.

Мы от голода, стужи, тюрьмы и сумы
По традиции не зарекались,
А вдали за рекой поднимались дымы,
На границе продукты сжигались…

Там, вдали за рекой,
Засверкали огни,
В небе ясном заря догорала.
Сотня юных бойцов
Из буденновских войск
На разведку в поля поскакала.

Они ехали долго
В ночной тишине
По широкой украинской степи.
Вдруг вдали у реки
Засверкали штыки:
Это белогвардейские цепи.

И без страха отряд
Поскакал на врага,
Завязалась кровавая битва.
И боец молодой
Вдруг поник головой –
Комсомольское сердце пробито.

Он упал возле ног
Вороного коня
И закрыл свои карие очи.
– Ты, конек вороной,
Передай, дорогой,
Что я честно погиб за рабочих…

Там, вдали за рекой,
Уж погасли огни,
В небе ясном заря разгоралась.
Сотня юных бойцов
В стан буденновских войск
Из разведки назад возвращалась.

Het Nederland van 1960 door de ogen van illustrator Anatoli Kokorin

Kokorin Holland Harderwijk Rusland Sovjetunie schilder illustratir

Hoe vaak was schilder en illustrator Anatoli Kokorin in Nederland? Ik vermoed maar één keer, in 1960. Het leverde een prachtig boekje op: В Голландии. Путевой альбом (In Holland. Reisalbum), 72 pagina’’s, uitgegeven in Moskou in 1967.

Kokorin (1908-1987) was naar Sovjet-begrippen een uitzonderlijk bereisd iemand. Als kind verbleef hij in de vroege jaren twintig geruime tijd in Engeland en Duitsland, waar zijn stiefvader – een belangrijke spoorwegingenieur – voor zijn werk naartoe was gestuurd. Hij maakte er kennis met veel Westerse kunst. Zijn opleiding tot kunstenaar volgde hij in Perm, waarna hij aan de slag ging als illustrator.

 

Zijn eerste reisdagboeken maakte hij tijdens de Tweede Oorlog, toen hij als vormgever van frontkrantjes meetrok met het Rode Leger. In 1953 verliet hij het leger en de jaren die volgden brachten hem naast Nederland onder meer in Italië, India, Tsjechoslowakije, Engeland, Frankrijk, Finland, Duitsland en Engeland. En overal tekende, tekende en tekende hij. In de jaren zeventig wierp hij zich op het werk van Hans Christian Andersen. Hij illustreerde bijna al diens sprookjes en dat leverde hem in Rusland zijn grootste bekendheid op.

Los van het boekje In Holland heb ik weinig kunnen vinden over Kokorins verblijf in Nederland. Schilder Viktor Tsigal schreef in een in memoriam dat hij in 1960 samen met Kokorin in Holland was. Tsigal legde zijn reisgenoot vast:

Anatoli kokorin in Amsterdam

Anatoli kokorin in Amsterdam

Was dat Kokorins enige reis naar Nederland? Het jaar van publicatie van zijn boekje (1967) laat ruimte voor meer bezoeken en in een artikel over een tentoonstelling staat bij één tekening, van vissers in Harderwijk, het jaartal 1961. Maar was dat het jaar van een volgende reis of het jaar waarin hij de tekening (af)maakte? Uit de pagina’s die ik van het boekje heb gezien, blijkt nergens dat hij meerdere keren in ons land is geweest.

Amstel Bier reclame paard en wagen Rusland Kokorin

Tsigal schrijft over Kokorins illustraties van sprookjes dat die bestemd zijn voor kinderen én volwassenen. Datzelfde kan je zeggen van Kokorins Hollandse tekeningen. Hij moet hier hebben rondgekeken met een intelligente, innemende blik van verwondering. Dat de begeleidende teksten in Kokorins handschrift zijn, geeft het boekje extra charme.

Die teksten zelf hebben niet zo veel om het lijf. Koeien, molens, klompen, vissers, fietsers, ze komen allemaal voorbij, beschreven in het idioom van een vriendelijke toerist. Alleen de woorden die hij aan Utrecht wijdt, vallen uit de toon. Kokorin vindt de stad “nogal somber”. Over Amsterdam schrijft hij iets opmerkelijks. Op de plek waar een verkeersslachtoffer is gevallen, wordt een Nederlandse vlag neergezet die daar 24 uur blijft staan. Was dat zo? Ik lees het voor het eerst.

Hieronder een selectie uit Kokorins Nederlandse reisverslag. Over zijn andere reisverslagen leest u spoedig in deel 2.

Hier het vervolg.

Nederland in het werk van Okoedzjava. "Tot aan Texel is het niet ver."

Ik meende het werk van Boelat Okoedzjava redelijk te kennen, en was dan ook behoorlijk verrast toen ik een gedicht van zijn hand over Nederland tegenkwam: Berega Gollandii (Kusten van Holland). Het was mij onbekend. Ik informeerde eens in mijn omgeving, bij vrienden die aanzienlijk beter thuis zijn in de Russische poëzie dan ik, en ook zij hadden er nooit van gehoord.

Okoedzjava’s gedicht is een vertaling uit het Georgisch. Het origineel is van de dichteres Makvala Mrevlishvili (1909-1968), die in Georgië vooral geliefd is om haar kindergedichten. (Ik heb het, zoals gewoonlijk, vertaald zonder enige poëtische aspiraties of pretenties.)

Берега Голландии

Из Маквалы Мревлишвили
Грузины, читайте стихи по-грузински,
соленую влагу вдыхайте легко...
Здесь берег в тумане виднеется низкий.
До острова Тексель -- недалеко.

И как бы туманы его ни скрывали,
он старой бедой шевелится во мне.
О, как наши юноши здесь тосковали
по родине, по тишине, по весне!

А сколько пришлось им томиться и мучаться
и всматриваться в рассветный дым...
Я в горсть соберу свое слабое мужество --
спасения позднего выпрошу им.

...А волны бегут торопливо и весело,
и море из синего дыма встает,
и к острову Тексель, к острову Тексель все тянется скорбное сердце мое.

Kusten van Holland

Georgiërs, lees gedichten in het Georgisch.
Adem de zilte vochtigheid lichtjes in …
Hier tekent zich een lage kust af in de mist.
Tot aan het eiland Texel is het niet ver.

En hoe de nevelen het ook verborgen hielden,
Als een oud onheil beweegt het in mij.
O, hoe verlangden onze jongens hier
naar hun moederland, de stilte, de lente!

Hoeveel kwellingen en pijn moesten zij niet verdragen
En hoe vaak tuurden zij niet naar de rook van de dageraad …
Ik verzamel een handjevol zwakke moed –
ik probeer voor hen een late verlossing gedaan te krijgen.

… De golven rennen haastig en vrolijk,
En de zee rijst op uit de blauwe rook,
En naar het eiland Texel, naar het eiland Texel
Reikt steeds mijn diep droevig hart.

 

Het gedicht is niet te begrijpen zonder enige kennis van de gebeurtenissen op Texel in april-mei 1945. Georgische soldaten in dienst van de Wehrmacht kwamen in opstand tegen hun Duitse bazen. De opstand, die zo’n duizend slachtoffers eiste, mislukte. De status van de Georgische opstandelingen is niet eenduidig. Waren het dappere verzetsstrijders? Of waren het collaborateurs die op het allerlaatste moment nog hun hachje probeerden te redden? In Georgië overheerst de eerste opvatting en het gedicht van Mrevlishvili sluit daarbij aan.

De vertaling van Okoedzjava is uit 1982. Van wanneer is het origineel? Dat heb ik niet kunnen achterhalen, maar vermoedelijk uit 1958, of kort daarna. Mrevlishvili schreef een gedicht (ook vertaald door Okoedzjava) over de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, waar ze – te oordelen naar dat gedicht – zelf heeft rondgelopen. Ze zal lid zijn geweest van een officiële Sovjetdelegatie. Is die daarna doorgereisd naar Nederland?

Makvala Mrevlishvili

Makvala Mrevlishvili

In de memoires van Mrevlishvili, zo heb ik me laten vertellen, is over een reis naar België of Nederland niets te vinden. Op Texel zelf zal ze niet geweest zijn, dan had ze een ander gedicht geschreven. Heeft ze in het noorden van Noord-Holland aan de kust gestaan? Dat zal in elk geval niet in Den Helder zijn geweest. Vanwege de marinehaven daar was die regio voor een Sovjet-delegatie niet toegankelijk. (Delegaties die in later jaren naar de Georgische begraafplaats op Texel gingen, reisden niet via Den Helder.) Heeft ze alleen in gedachten aan de ‘kusten van Holland’ gestaan? Dat zou dan dat meervoud (kusten) kunnen verklaren: of je in zo’n klein landje nou in Zandvoort aan de kust staat of in ’s Gravezande – Texel is nooit echt ver weg. 

Rest nog de eerste regel: Georgiërs, lees gedichten in het Georgisch. Wat daar de achterliggende betekenis van is, weet ik niet. 

Igor/Kostik (natuurliefhebber) mengt zich in de Zwarte Pietendiscussie

Kostik Stoepin is een man met een fenomenaal gebit en radicale oplossingen voor allerlei problemen.

Kostik leerde ik vandaag kennen via het onvolprezen Dumpert.nl. Daar voorzag men zijn hartekreten op de achterbank van een auto van verrassende ondertitels. Kostik, aldus die titels, heeft een oplossing voor ons Zwarte Pietenprobleem: niks geen Stroopwafelpiet, een Wodkapiet! En verder, aldus Kostik, moeten we in Nederland vooral ophouden met zeiken.

Het originele filmpje, zonder ondertiteling, was snel gevonden. Dat Kostik (door Dumpert.nl omgedoopt in Igor) zich helemaal niet uitlaat over Zwarte Piet, kwam niet als een verrassing. Zijn werkelijke boodschap - zie mijn vertaling hieronder - was evenwel nog verrassend genoeg.

 

Hier de ‘echte’ vertaling, waaruit blijkt dat Kostik een groot natuurliefhebber is, al komt niet alles er in die natuur bij hem even goed vanaf:

Deze keer wil ik uw aandacht vestigen op het feit dat in Polesië  gaandeweg alles wordt omgehakt. Niet door zo maar lui, door allerlei klootzakken. Door mieren, kevers ..
- Roken! Je zit niet in een restaurant!
Ik weet dat ik niet in een restaurant zit. Maar godver, kevers en mieren hakken heel Polesië om! En vanaf dit moment schaf ik alle ..
- Roken!
Godver! Ik schaf alle insecten af!

Het filmpje van Dumpert.nl met de Zwarte Pietenondertitels krijg ik hier niet geplaatst, u vindt het hier. En dit zijn de aldaar toegevoegde ondertitels, waarvoor – ik ondertitel zelf af en toe ook – mijn complimenten.   

Ik hoorde van de Zwarte Pietendiscussie in Nederland. Luister. Luister.
Ik heb de oplossing gevonden. Stroopwafelpiet, waar slaat dat op?
Zijn jullie helemaal gek geworden? Dus stel ik voor Wodkapiet.
- Wodkapiet, waar slaat dat nou op!
Wat weet jij er nou van, droeftoetoer.
Op wodka ga je harder dan op strooopwafels, dus stop met praten.
Hierbij wil ik me aanmelden als de nieuwe wodkapiet
- Tuurlijk!
Stop met dat gezeik over Zwarte Piet!

Bezoek uit Siberië: zes gefilmde portretjes van Nederland

Wie geen woord Russisch spreekt, kan dit stukje misschien beter overslaan. Al zijn er volop leuke beelden te zien … uit Nederland.

Een cameraploeg uit Siberië bracht het afgelopen najaar een bezoek aan Nederland. Het resultaat zijn zes aardige, uiterst welwillende portretjes van vooral Amsterdam. Veel nieuws heb ik niet gezien (wel een mooi detail: de dubbele deuren van de telefooncel in het museum Het Schip in Amsterdam), maar het is aardig om de te zien welke dingen Russische bezoekers opvallen.

En wie Russische gasten verwacht, kan hun de filmpjes toesturen, als opwarmertjes.

Deel 1 is wel érg braaf, met veel polders, klompen en molens. In deel 2 hoorde ik iets grappig in de uitspraak van Jevgeni Ivanov, de maker van de serie. Hij legt in ‘grachtengordel’ de klemtoon op de laatste lettergreep. En omdat in het Russisch een onbeklemtoonde O wordt uitgesproken als een A, zegt Jevgeni: grachtengardél.

Deel 3 en deel 4 gaan onder meer over architect Han van Loghem. Die bouwde in de jaren twintig arbeidershuisjes in Kemerovo, de stad waar de cameraploeg vandaan komt. Deel 5 gaat over de NDSM-werf, deel 6 over de culturele onderdelen van het Nederland-Ruslandjaar. En ook hier: geen onvertogen woord. 

DEEL 1:

DEEL 2:

DEEL 3:

DEEL 4:

DEEL 5:

DEEL 6:

Hoe KRO’s Hans van Willigenburg Lev Stepanov uit Leningrad hielp bij het opsporen van zijn Nederlandse vrienden.

06.jpg

Op een vroege morgen in september 1989 zat ik in de radiostudio van de KRO aan de Emmastraat in Hilversum tegenover Hans van Willigenburg. Hij presenteerde Adres onbekend, zeg maar: de radiovariant van Spoorloos. Namens Lev en Nelli Stepanov uit Leningrad, was ik op zoek naar … ja, naar wie eigenlijk?

Ik werkte in die tijd al bij de NOS en daar was een Russische brief bezorgd. Wist ik daar misschien raad mee? De brief bevatte het aandoenlijke verhaal van Lev Stepanov, die in 1957 tijdens het legendarische Zesde Internationale Jeugdfestival in Moskou samen met zijn zus Nelli een Nederlands stel had leren kennen. Hij zou zo graag nog eens van ze willen horen en of de Nederlandse TV daarbij misschien kon helpen. 

Ik had de brief van Lev meegenomen naar de radiostudio en las er een stukje uit voor: “Ik weet niet waarom, maar toen we in de Tretjakovgalerij waren, vielen ons twee buitenlanders op, een jongeman en een vrouw. Ze kwamen, zo bleek later, uit Nederland. Hoe weet ik niet meer, maar we raakten aan de praat en brachten de hele dag met ons vieren door. We bezichtigden Moskou vanuit het raam van een taxi, we stopten vaak om foto’s te maken, ’s avonds aten we in restaurant Praag en daarna gingen we naar het Kremlin, waar we feestelijk vuurwerk aanschouwden en dansten. Die dag is ons ons hele leven bijgebleven. Een jaar later kregen we een uitnodiging voor de bruiloft van Armin Fokkema en Sjarla Lagedjoeka … “

05.jpg

Lev schreef dat hij beide namen uit zijn herinnering reproduceerde en ik vermoedde dat we op zoek moesten naar Herman Fokkema en Charla/Sjarla Lagendijk … Hans van Willigenburg deed een oproep aan de luisteraars: kent u Herman Fokkema of Charla Lagendijk die in 1957 in Moskou waren op het Jeugdfestival, belt u dan alstublieft! En er werd gebeld, al heel snel. Een mevrouw vertelde dat ze een Armien Fokkema kende die ooit had gewoond aan de Charloisse Lagedijk in Rotterdam …

De broer van Armien belde ook nog en binnen tien minuten had Hans van Willigenburg Armien Fokkema aan de lijn, aan de andere kant van de wereld. En hij vroeg:

- Wilt u even zeggen wie u bent?

- Ik ben Armien Visser. En wij wonen nu in Malang, in Indonesië.

- Wij hebben het sterke vermoeden dat u de Armiene Fokkinga bent die ..

- Fokkema.

- Fokkema, ja, die in 1957 op een internationaal jeugdfestival in Rusland was.

- Ja, dat klopt.

Armien vertelde dat ze in 1959 inderdaad nog een uitnodiging naar Lev en Nelli had gestuurd voor de bruiloft met haar toenmalige reisgenoot (vandaar haar ‘nieuwe’ achternaam Visser). Maar, zoals Lev ook schreef in zijn brief, een reis naar het Westen was in die tijd volledig uitgesloten.

Ik schreef Lev en Nelli dat hun Nederlandse vrienden waren gevonden. Een paar maanden later bracht ik ze een cassette met de uitzending. De zomer daarop vond de hereniging plaats met hun Nederlandse vrienden op het stationnetje van Bilthoven.

Ik moest aan het verhaal van Lev en Nelli denken toen ik weer eens op de foto’s stuitte die de Zwitser Leonard Giannada op het Moskouse festival maakte. Bij een complete Russische generatie staan die twee weken in juli/augusuts 1957, de eerste keer dat de poorten in het IJzeren Gordijn voor even waren opengezet, in het geheugen gegrift. (De jonge clown op een van de foto's is Oleg Popov.)