schilderkunst

Het Nederland van 1960 door de ogen van illustrator Anatoli Kokorin

Kokorin Holland Harderwijk Rusland Sovjetunie schilder illustratir

Hoe vaak was schilder en illustrator Anatoli Kokorin in Nederland? Ik vermoed maar één keer, in 1960. Het leverde een prachtig boekje op: В Голландии. Путевой альбом (In Holland. Reisalbum), 72 pagina’’s, uitgegeven in Moskou in 1967.

Kokorin (1908-1987) was naar Sovjet-begrippen een uitzonderlijk bereisd iemand. Als kind verbleef hij in de vroege jaren twintig geruime tijd in Engeland en Duitsland, waar zijn stiefvader – een belangrijke spoorwegingenieur – voor zijn werk naartoe was gestuurd. Hij maakte er kennis met veel Westerse kunst. Zijn opleiding tot kunstenaar volgde hij in Perm, waarna hij aan de slag ging als illustrator.

 

Zijn eerste reisdagboeken maakte hij tijdens de Tweede Oorlog, toen hij als vormgever van frontkrantjes meetrok met het Rode Leger. In 1953 verliet hij het leger en de jaren die volgden brachten hem naast Nederland onder meer in Italië, India, Tsjechoslowakije, Engeland, Frankrijk, Finland, Duitsland en Engeland. En overal tekende, tekende en tekende hij. In de jaren zeventig wierp hij zich op het werk van Hans Christian Andersen. Hij illustreerde bijna al diens sprookjes en dat leverde hem in Rusland zijn grootste bekendheid op.

Los van het boekje In Holland heb ik weinig kunnen vinden over Kokorins verblijf in Nederland. Schilder Viktor Tsigal schreef in een in memoriam dat hij in 1960 samen met Kokorin in Holland was. Tsigal legde zijn reisgenoot vast:

Anatoli kokorin in Amsterdam

Anatoli kokorin in Amsterdam

Was dat Kokorins enige reis naar Nederland? Het jaar van publicatie van zijn boekje (1967) laat ruimte voor meer bezoeken en in een artikel over een tentoonstelling staat bij één tekening, van vissers in Harderwijk, het jaartal 1961. Maar was dat het jaar van een volgende reis of het jaar waarin hij de tekening (af)maakte? Uit de pagina’s die ik van het boekje heb gezien, blijkt nergens dat hij meerdere keren in ons land is geweest.

Amstel Bier reclame paard en wagen Rusland Kokorin

Tsigal schrijft over Kokorins illustraties van sprookjes dat die bestemd zijn voor kinderen én volwassenen. Datzelfde kan je zeggen van Kokorins Hollandse tekeningen. Hij moet hier hebben rondgekeken met een intelligente, innemende blik van verwondering. Dat de begeleidende teksten in Kokorins handschrift zijn, geeft het boekje extra charme.

Die teksten zelf hebben niet zo veel om het lijf. Koeien, molens, klompen, vissers, fietsers, ze komen allemaal voorbij, beschreven in het idioom van een vriendelijke toerist. Alleen de woorden die hij aan Utrecht wijdt, vallen uit de toon. Kokorin vindt de stad “nogal somber”. Over Amsterdam schrijft hij iets opmerkelijks. Op de plek waar een verkeersslachtoffer is gevallen, wordt een Nederlandse vlag neergezet die daar 24 uur blijft staan. Was dat zo? Ik lees het voor het eerst.

Hieronder een selectie uit Kokorins Nederlandse reisverslag. Over zijn andere reisverslagen leest u spoedig in deel 2.

Hier het vervolg.

Het Sint-Petersburg van Vladimir Sjinkarjov: de desolaatheid van een noordelijke vesting

Ik ontdekte Vladimir Sjinkarjov dankzij FC Zenit. Ik was op zoek naar een afbeelding van ons mooie stadion, toen ik op onderstaand schilderij stuitte. En ik begreep al vrij snel dat ik Sjinkarjov weleens wat eerder had mogen ontdekken. 

Sjinkarjov (1954) was een van de voormannen van de Mitki, een groep kunstenaars uit Sint-Petersburg die vooral in de jaren tachtig naam maakten met een mengeling van non-conformistische schilderkunst en literatuur en een enigszins hippie-achtige levensstijl.

Mitki-tentoonstelling in een coupé van de Transiberië Express. Tweede van rechts: Sjinkarjov (1988)

Mitki-tentoonstelling in een coupé van de Transiberië Express. Tweede van rechts: Sjinkarjov (1988)

 Er hangt nog steeds een zweem van non-corfmisme rond Sjinkarjov, al heeft hij allang de stap gezet naar de wereld van de ‘geaccepteerde’ kunst. Zijn werk wordt getoond in vooraanstaande musea. Hij antwoordt licht geamuseerd op vragen over zijn Mitki-verleden, maar neemt er – wat sympathiek overkomt – geen afstand van.

 De meeste aandacht krijgen Sjinkarjovs sombere stadsgezichten, met Sint-Petersburg als belangrijkste decor. Hij noemt de schilderijen neparádnye Peterburgskie peizázji (Russisch is makkelijker dan u denkt). In een verder niet al te boeiend interview geeft hij aarzelend toe dat daar dan misschien toch nog wel enig protest tegen de gevestigde orde in kan worden gezien, tegen de moderne tijd met z’n glamour en reclame. “De stad is bedachtzaam, een beetje bedroefd. Een noordelijke vesting, niet gebouwd voor helder, tropisch weer.”

Binnenkort hoop ik zijn werk in het echt te aanschouwen, en ook het decor: Sint-Petersburg in januari, met donkere dagen waarop het licht verslavende gevoel van desolaatheid je op elke straathoek kan overvallen.       

Sport in de Sovjet-kunst. Deel 2 – De schaatsmeisjes van Michail Rojter

A. Samochvalov - Meisje in voetbalshirt

Het Russisch Museum in Sint-Petersburg heeft een virtuele tentoonstelling ingericht over een onderwerp dat mij na aan het hart ligt: sport in de Sovjetunie. (Dat zeg ik niet helemaal correct, het thema is sport, maar verreweg de meeste kunstwerken stammen uit de Sovjetunie. Eerder toonde ik een selectie uit de schilderijen, nu zijn grafiek en toegepaste kunst aan de beurt.

De afbeeldingen in de galerij hieronder zijn vrij klein, voor grotere versies gaat u naar de tentoonstelling zelf, waar de illustraties aanklikbaar zijn. Bij enkele afbeeldingen in mijn galerij staat achter het jaartal tussen haakjes nog een cijfer. Dat verwijst naar een korte toevoeging onder aan dit stukje.

De meeste werken zijn van Michail Rojter, samen met Samochvalov mijn favoriet.

 

 

1. De geschilderde versie van Samochvalovs Meisje in voetbalshirt is veel bekender. Ik schreef er eerder een stukje over.

2. Meer over het sportwerk van Tsjajkov schreef ik hier.

3. Dejneka maakte de schets voor het plafond van metrostation Majakovskaja in Moskou. Het uiteindelijke resultaat ziet er zo uit:

 

4. De tribune is van het Kirov stadion in Leningrad. Jermolajev maakte een prachtige serie over het stadion, waar ik een stukje over schreef. (Dat staat op mijn oude weblog en komt binnenkort beschikbaar.)

5 - 6. Exemplaren van deze twee werken zijn in Moskou te koop bij de Gamborg Gallery, dat nog een flink aantal andere werken van Michail Rojter heeft. En zelf heb ik ook twee Rojters, waarvan eentje met schaatsmeisjes: 

Hier deel 1.

Sport in de Sovjet-kunst. Deel 1 – Teresjkova, Karpol en de lange dames van Oeralotskja. En de NOS.

Het Russisch Museum in Sint-Petersburg kwam begin dit jaar met een mooi initiatief, waar ik pas deze week lucht van kreeg: een virtuele tentoonstelling van schilderijen, grafiek, beeldhouwwerk, monumentale kunst, karikaturen en toegepaste kunst, met als thema: sport. Het leeuwendeel van de werken (verzameld uit zestig musea) stamt uit de Sovjettijd.

“Opgedragen aan alle sporters die de eer van ons land op het wereldtoneel verdedigen”, zo staat bovenaan de bewuste site. In totaal worden 950 werken getoond. Ik heb er een kleine selectie uit gemaakt, in drie delen: schilderijen, grafiek en toegepaste kunst. (De grafiek en toegepaste kunst komen binnenkort aan bod.)    

Ik schreef eerder een serie van vier stukjes naar aanleiding van het boek Sport in the USSR. Physical Culture – Visual Culture, van Mike O’Mahony (zie hier.) Daarin komt de link tussen politieke ontwikkelingen en de Sovjet-kunst uitgebreid aan bod – ik ga dat hier niet allemaal herhalen. Ook bekende werken die ik daar al liet zien (van o.a. Aleksandr Samochvalov) blijven hier buiten beeld.

Twee van mijn favorieten:       

A. Mazoetov – De meeuw  (1964). Afgebeeld is Valentina Teresjkova, de eerste kosmonaute ter wereld. Het schilderij werd gemaakt kort na haar eerste ruimtevlucht, op het schilderij droomt Valentina nog van die vlucht, kijkend naar – mag ik aannemen – een meeuw.

N. Kostina – De ploeg Oeralotsjka (1981-1985). Een schilderij met voor mij een persoonlijk tintje. Als sportredacteur van NOS-Teletekst tikte ik de naam van deze ploeg meerdere keren in – de dames van Oeralotsjka timmerden ook internationaal aan de weg. Collega’s bij de NOS die de klemtoon op de derde lettergreep legden, wees ik steeds vriendelijk terecht. Overigens is er op dit schilderij wel sprake van flinke geschiedvervalsing. In de coach herkennen wij natuurlijk onmiddellijk een nog jonge Nikolaj Karpol. Hij staat hier afgebeeld als een vriendelijke, vaderlijke, bedachtzame, figuur ….  Nou, kijkt u even naar dit filmpje: 

 

Helaas zijn de foto's in de galerij hieronder niet lekker groot weer te geven en zijn ze ook niet aanklikbaar. De beste weergave van de schilderijen krijgt u door op de overzichtspagina van de tentoonstelling (volg het linkje in de eerste alinea boven aan dit stukje) op de kleine afbeeldingen te klikken. Bij enkele schilderijen in mijn galerij staat achter het jaartal tussen haakjes nog een cijfer. Dat verwijst naar een korte toevoeging onderaan dit stukje.

(1) – Model voor dit schilderij stond P. Ivanova, weefster en secretaris van de Komsomol van de fabriek (textielfabriek, neem ik dan maar aan) van de stad Moerom.

(2) – De volledige titel (had ik die hierboven in het schilderij gezet, dan was er weinig meer te zien geweest) luidt: Portret van L. Nikolajeva, kampioene kunstrijden van de Autonome Sovjetrepubliek Tsoevasjija.

(3) – De vogel op de trui van Svetlana Ptsjolkina is geen meeuw. Svetlana was lid van de vrijwilligers-sportclub Stormvogel.

(4) – Ontwerp voor het plafond van het Centrale Theater van het Rode leger in Moskou.

(5) – In 1942 verkleint Dejneka het doek door er rechts een figuur af te snijden. Dat fragment wordt bewaard in het Museum voor Schilderkunst in Koersk.

(6) – Afgebeeld is Vivveta Jagodina. In 1956 veroverde ze in Londen met de Sovjet-damesploeg de wereldtitel.

(7) – De Dagestaanse worstelaar Ali Alijev werd vijf keer wereldkampioen. 

Hier deel 2.

Boekenplanken, wastobbes, trots sanitair, een stevige kus en Mireille Matthieu - interieurs in de Russische schilderkunst, 1948-1988.

En daar stuitte ik weer op een van mijn favoriete Sovjet-schilderijen uit de jaren vijftig: Anatoli Nikitsj-Krilitsjevski - Studie met de medailles van M. Isakova (1951). We zien het interieur van de flat van drievoudig wereldkampioene schaatsen Marija Isakova. Over dit schilderij schreef ik al eens eerder, toen in een stukje over sport in de Sovjetkunst. (Dat stukje is nog niet opgenomen in de selectie uit mijn oude weblog, zodra dat is gebeurd, volgt hier natuurlijk een linkje.)

Dit keer kwam ik het schilderij tegen in een overzichtje van interieurs op schilderijen uit de jaren 1930-1990. Een kleine twintig daarvan staan hier op een rijtje:

 

Een paar van deze schilderen verdienen nog wat extra aandacht. 

A. Laktionov - Verhuizing naar een nieuwe woning (1952)

Dit gezin van een modelarbeidster (dat neem ik tenminste aan, gezien haar onderscheiding), betrekt een nieuwe woning – en niet zo maar eentje. Waarschijnlijk betreft dit nieuwbouw (zie het verse parket), in een tijd dat er nog niet veel huizen werden gebouwd. Dat gebeurde pas onder partijleider Nikita Chroesjtsjov. ‘Zijn’ simpele (maar zeer welkome) flatjes legden het duidelijk af tegen de veel solidere woningen van rond 1950. Over die stevigere woningen wil je nog weleens horen: “Ja, onder Stalin, toen werd er tenminste nog goed gebouwd.”

De poster die op de stoel ligt, is deze:    

                                       Eer aan ons geliefde moederland

Op de site waar ik de verzameling geschilderde interieurs vond, stond bij onderstaand werk als jaartal 1957. Dat vond ik vreemd. Die kleding, het lichamelijke (het is die avond niet bij die kus gebleven), ik schatte het tien jaar later in. Ik had het bijna goed, overal elders staat bij dit schilderij 1965.

Joe. Pimenov - Lyrische verhuizing (1965)

Er is tussen de twee schilderijen hierboven een aardige overeenkomst, die u vast was ontgaan. Beide bieden een doorkijkje naar de douche/badkamer/wc. Op het doek met de Stalinflat zien we niet meer dan het puntje van de geiser, maar toch. De boodschap is duidelijk: eindelijk eigen sanitair (indien de nieuwe bewoners uit een kommoenalka of studentenflat kwamen), of: eindelijk sanitair waar je niet voor naar buiten hoeft (indien de vorige woning in een dorp stond). In beide gevallen: vooruitgang die getoond moest worden. 

Voor de boekenliefhebbers nog even de schrijvers van de boeken op onderstaand schilderij. Op de bovenste plank Jules Verne (links) en Mark Twain, op de onderste rij Maksim Gorki. Zo te zien is van de delen 19 en 20 de gele omslag verdwenen. Stukgelezen, misschien. Dat deel 29 dwars op de rest ligt, klopt meetkundig gezien. Achter het blauwe boek rechtsonder – meet u maar na - is maar plaats voor zes delen. Op dat blauwe boek staat trouwens Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst. De Aziatisch ogende letters kan ik niet thuisbrengen. Op het grijze boek staat ook: Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst.

A. Vjatkin - Stilleven met boekenplanken (1982)

En zo zagen de dames er uit toen ik mijn eerste bezoek aan de Sovjetunie bracht. M’n kop eraf als dat niet Mireille Matthieu is, op die platenhoes helemaal rechts. Die mocht zich in die jaren in de USSR verheugen in een voor mij - ik parafraseer Hans Boland - onbegrijpelijke populariteit:   

A.Nevzgodin - Vriendinnen (1977)

Het weblog waar ik de schilderijen vandaan haalde, vindt u hier. Daar treft u nog veel meer interieurs aan.