Doe mee aan de Komsomol-kwis: hield Julio Iglesias zich bezig met geweld en erotiek? Of was hij gewoon een neofascist die de buitenlandse politiek van de USSR verdraaide?

U moet even doorbijten, want we gaan het hebben over Julio Iglesias en de Village People. In de vorm van een kwis.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw stonden de discotheken in de USSR onder controle van de jongerenbeweging Komsomol. Die hield in de gaten wat daar zoal voor plaatjes werden gedraaid. De lokale afdelingen van de Komsomol voeren daarbij niet op eigen kompas, nee, die kregen richtlijnen van boven. De toestroom van Westerse muziek was in die tijd al zó omvangrijk, dat was niet bij te houden voor een brave Komsomol-functionaris in, pak ‘m beet, Voronezj, Tomsk of Krivoi Rog.

Hoe die richtlijnen werkten – of juist niet werkten – wordt duidelijk uit een brief die op 10 januari 1985 werd verstuurd aan de Komsomol-afdelingen van de Sovjet-republiek Oekraïne. Daarin werd het repertoire van diverse Westerse acts voorzien van een handzaam label: fascisme, erotiek, anti-Sovjetpropaganda, geweld, vandalisme, racisme, enzovoort.  

Kreeg je door de Komsomol zo’n label opgeplakt, dan kon je het als Westerse band in de discotheken van de Oekraïne verder wel vergeten.

Waarmee we zijn aanbeland bij Julio Iglesijas en de Village People. Ook zij werden voorzien van zo’n dodelijk label. Aan u de vraag: welk label kregen zij opgeplakt?  

Julio Iglesias.: A – neofascisme / B – racisme / C - homoseksualiteit / D – verdraaiing van de buitenlandse politiek van de USSR.

Village People: A – geweld / B – verheerlijking van een sterke persoonlijkheid / C – vandalisme / D – homoseksualiteit.

Voor mijn jonge lezers hier een filmpje van Julio en de Village People, daaronder staan de antwoorden.

 

Volgens de Komsomol stond Iglesias voor neofascisme en de Village People voor geweld. Beide vragen had u fout. Iglesias en fascisme? Heeft hij zich misschien ooit lovend  uitgelaten over Franco? En de Village People … Het is bijna aandoenlijk, hoe de Komsomol hier de plank missloeg. De homofactor totaal gemist! Het label homoseksualiteit werd door de alerte jeugdbeweging toegekend aan – ik verzin het niet – Canned Heat.

 

Hier het lijstje met acts en labels:

Ik pik er nog een paar uit: KISS – neofascisme, geweld, punk; Donna Summer: erotiek (helemaal goed); Nazareth – geweld, religieuze mystiek, sadisme; Talking Heads – mythe over militaire Sovjet-dreiging; Tina Turner – seks (ook helemaal goed).

Als dit lijstje één ding duidelijk maakt, dan is het dat de Komsomol de strijd om de jeugd allang had verloren. En die jeugd had trouwens steeds minder buitenlandse voorbeelden nodig. Er stonden helden op als Viktor Tsoj.

De wrange ironie wil dat Tsoj (in 1990 verongelukt) nu weer onder vuur ligt. Een Doemalid (zijn naam ben ik even kwijt) kwam vorige week met de mededeling dat bovenstaand nummer, dat oproept tot veranderingen, geschreven werd door de CIA. Back to the USSR. 

Norilsk in foto's van Jelena Tsjernysjova - hoe de mens zich aanpast aan extreme omstandigheden

Norilsk werd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gebouwd door gevangenen. De gemiddelde temperatuur is er -10 graden, in de winter kan het 55 graden vriezen.

De stad ligt op de grootste voorraad nikkel, koper en palladium ter wereld. Op de lijst van meest vervuilde steden staat Norilsk op de zevende plaats. Er wonen 170.000 mensen, het is de noordelijkste stad in de wereld met meer dan 100.000 inwoners. 

 

De foto’s van Jelena Tsjernysjova laten zien hoe de mens zich aanpast aan extreme omstandigheden: 

 

Tsjernysova (Moskou, 1981) woont in Frankrijk. De foto’s in Norilsk maakte ze tussen februari 2012 en februari 2013. In 2014 won ze er de derde prijs mee van de World Press Photo Awards in de categorie Dagelijks leven. Ze noemde haar serie Days of Night / Nights of Day.  Meer foto’s uit deze serie, met ook wat uitgebreidere onderschriften, vindt u hier. Tsjernysjova’s website vindt u hier

Jelena Tsjernysjova

Jelena Tsjernysjova

БУДЬ ГОТОВЪ! en БУДЬ ГОТОВ! Oefen je Russisch met het lied van de padvinders en pioniers.

Vorige week schreef ik een stukje over de grootste Russische begraafplaats in Amerika, niet ver van Manhattan. Tussen de fascinerende foto’s van (vooral) emigrantengraven, was er eentje die me nogal verbaasde:

Hier liggen Tamara Ilinskaja en haar (neem ik aan) echtgenoot Andrej Ilinski. Beiden waren, getuige het opschrift op het graf, actief in de Russisch-Amerikaanse padvindersbeweging. In één oogopslag is duidelijk dat die beweging haar wortels heeft in het Tsaristisch Rusland: ‘Gotov’ (het tweede woord onder de middelste afbeelding) staat geschreven volgens de regels van voor 1917, met een ‘hard teken’ aan het eind: ГОТОВЪ. ( Sinds de schrijfhervormingen onder de Bolsjewieken schrijf je dat woord met vijf letters, zonder dat hard teken.)

Za Rossijoe bud’ gotov, staat er. ‘Sta klaar voor Rusland’. Dat vond ik vreemd. Bud’ gotov was het devies van de Sovjet-pioniertjes, de opvolgers van de padvinders (of de scouts of de verkenners, zo u wilt) in de USSR. De oude padvindersbeweging van voor 1917 werd verboden en nogal wat leiders verdwenen in de kampen. Als je dan die oude beweging buiten Rusland opnieuw opricht, dan kies je toch niet dat devies van de pioniertjes, Bud gotov, al schrijf je het dan op de oude manier?

Dat raadsel was snel opgelost. De Sovjet-pioniertjes hebben het devies van de oude padvindersbeweging gejat, en niet andersom. Kijk (en luister) maar naar het Russische padvinderslied van voor 1917, onderaan dit stukje. De eerste twee woorden daarvan zijn Bud' gotov / Sta klaar. Het moet voor de originele padvinders van voor 1917 bitter zijn geweest om te zien hoe hun prachtige devies door die verdomde communisten werd overgenomen.

De officiële, lange versie van het devies luidde: Vsegda bud' gotov! (Sta altijd klaar!). De twee kortere varianten luidden Vsegda gotov! (zoals hierboven) en Bud' gotov!  

Maar wie het laatst lacht …. De pioniertjes bestaan niet meer, de Russische padvinders (scouts/verkenners) nog wel! In de jaren negentig brachten de Russische padvinders in het buitenland een bezoek aan Rusland. Daar hielpen ze bij de heroprichting van de beweging, die tot op heden bestaat.   

Hier het lied van de Russische padvinders van voor 1917, met de tekst - in moderne spelling - op het scherm. De vertaling staat hieronder. (De muziek houdt kort voor het einde op.)

 

Muziek V. Popov,  tekst N. Adoejeva (1915)

Sta klaar, verkenner, voor de eerlijke zaak / Een moeilijke weg ligt voor je,
Werp een dappere blik op het onbekende / Flink van lichaam, brein en geest
Sta klaar, sta klaar, / Sta klaar, sta klaar

Sta klaar, verkenner, / Sta klaar
De wereld kent veel verdriet en ellende / De tijd om aan te pakken is gekomen
Vergeet niet je heilige bestemming / Sta op de bres voor het ware en het goede

Schande, wie met weinig betrokkenheid / Onverschillig het gekreun hoort van een broeder.
Vrees geen arbeid  en gevaar / Geloof vast dat je sterk staat met God
Help de zieke en de ongelukkige / Snel af op de roep van een stervende
Voor al het grote en prachtige / Sta klaar, verkenner, sta klaar.

En dan hier het pionierslied. Met een enigszins wrang detail: de componist  bracht jaren door in de Goelag, terwijl overal in het land zijn prachtige melodie ten gehore werd gebracht – want zo ging dat in die jaren. Wat de vertaling betreft: over de titel en de eerste regel heb ik mijn twijfels, ik word graag verbeterd door de oud-pioniertjes onder mijn lezers. (Het tweede couplet - twee regels - ontbreekt in onderstaande tekst en vertaling.) 

 

Взвейтесь кострами / Музыка: С. Дёшкин Слова: А. Жаров (1922)

Взвейтесь кострами, синие ночи! / Мы, пионеры, дети рабочих.

Припев (после каждого куплета):
Близится время 
эра Светлых годов,
Клич пионера -
"Всегда будь готов!"

Радостным шагом, с песней весёлой  / Мы выступаем за комсомолом.
Грянем мы дружно песнь удалую / За пионеров семью мировую
Мы поднимаем алое знамя / Дети рабочих, смело за нами!

Laat de kampvuren oplaaien. Muziek S. Djosjkin, tekst A. Zjarov (1922)

 Laat de kampvuren oplaaien, donkere nachten!  / Wij, pioniers, kinderen van de arbeiders
Het tijdperk nadert / Van de lichtende jaren,
De leuze van de pionier – ‘Sta altijd klaar!’

Met een blijde tred, een vrolijk lied / Treden wij aan achter de Komsomol.
Wij laten saamhorig een monter lied klinken / Voor de internationale pioniersfamilie
Wij hijsen het rode vaandel / Kinderen van arbeiders, volg ons dapper!

Een padvinder/verkenner/scout van voor 1917 - zie het hard teken bij het devies rechtsonder

Een padvinder/verkenner/scout van voor 1917 - zie het hard teken bij het devies rechtsonder

Een dronken Rus en Laurel & Hardy

 

Nee, erg edelmoedig is het niet, je vrolijk maken om iemand die starnakel bezopen is. Maar dit hier is wel heel erg komisch, en het loopt goed af. Hoe een dronkaard wordt gered door een heel nuchtere knul:

Niveau Laurel & Hardy, waarmee ik ben opgegroeid, dankzij mijn opa. Die vertoonde hun films op verjaardagen voor mijn broers en mij en onze vriendjes. En we zagen ze natuurlijk ook in de Cineac, in Rotterdam, naast de Bijenkorf. Laurel & Hardy, de Dikke en de Dunne, helden van mijn jeugd, aan wie ik moest denken door die dronkaard en die knul ergens in Rusland. Dank jullie wel!

Generaal Vlasov en de jongste dochter van Tolstoj vinden elkaar op het grootste Russische kerkhof van Amerika

Monument ter nagedachtenis aan generaal Andrej Vlasov en het Russisch Bevrijdingsleger

Monument ter nagedachtenis aan generaal Andrej Vlasov en het Russisch Bevrijdingsleger

Generaal Andrej Vlasov (1900-1946) is in Rusland niet erg populair. Hij werd in de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangen genomen door de Duitsers, waarna hij zich aan het hoofd stelde van het Russisch Bevrijdingsleger (ROA) dat – onder controle van de Duitsers – tegen het Sovjet-leger vocht. Hij eindigde in 1946 in Moskou aan de galg. Vlasov staat in Rusland voor alles wat vies en voos is – een soort Anton van der Waals in het tienvoudige.

In het Amerikaanse Nanuet, op 40 minuten rijden van Manhattan, staat een monument ter nagedachtenis aan de generaal en zijn bevrijdingsleger. Het staat er sinds de jaren zestig, op het kerkhof bij het Novo-Divejevo vrouwenklooster. Dat klooster werd in oktober 1949 gesticht, de eerste graven op het kerkhof dateren uit de vroege jaren vijftig. In totaal liggen er zo’n zevenduizend mensen, voor het merendeel Russen die na de Revolutie van 1917 op drift raakten, en, vervuld van dromen over een Rusland zonder de communisten, aanspoelden in Amerika. Voor velen van hen was generaal Vlasov een vrijheidsstrijder.

Overigens valt het klooster niet onder de Moskouse kerk, anders zou die Russische vlag daar niet boven dat monument wapperen. Of beter gezegd: dan zou dat hele monument daar niet staan.

Opmerkelijke graven zijn onder meer nog dat van Aleksandra Lvovna Tolstaja (de jongste dochter van Lev Tolstoj) en van Pjotr Petrovitsj Wrangel, zoon van de Witte generaal Pjotr Nikolajevitsj Wrangel.

 

Op de site waar ik de begraafplaats aantrof, staat bij onderstaande foto een alinea waar je stil van wordt.

“Mstislav Lvovitsj Golitsyn – vorst, deelnemer aan de Witte beweging in Zuid-Rusland, jesaoel [ritmeester] van de divisie Persoonlijke Escorte van Zijne Keizerlijke Hoogheid (дивизиона Собственного Его Императорского Величества Конвоя). Deelnemer aan de Eerste Wereldoorlog. Na de Oktober-omwenteling van 1917 bij de Witte troepen in Zuid-Rusland. Geëvacueerd uit de Krim met het Russisch leger. Deelnemer aan gevechtshandelingen op het grondgebied van Joegoslavië tegen de pro-Sovjetpartizanen van I.B. Tito (1941-1945) en tegen Sovjet-troepen (1944). Oberleutnant in de Wehrmacht (september 1944, naar Russische rangen hernoemd tot jesaoel) [с переименованием по русской службе в есаулы]. Op 26 februari 1945 gewond geraakt in een gevecht bij het dorp Boedzjanovtsy [Joegoslavië]. Na mei 1945 in Oostenrijk, vanwaar hij verhuist naar de VS. Was betrokken bij organisaties van kozakken en Russische militairen, voorzitter van de New Yorkse afdeling van de Unie van Leden van het Russisch Korps.” (Het middelste symbooltje op het graf staat voor het Russisch Korps (in het Duits: Russisches Schutzkorps Serbien, gevormd uit Russische emigranten.)

Georgi Anatolevitsj Zigern-Korn. Schilder en grafficus. Ook hij vocht (onder generaal Helmuth von Pannwitz) tegen Tito. Hij werd in 1945 door de Engelsen uitgeleverd aan de Sovjets, waarna hij voor tien jaar in de Goelag verdween. Hij maakte daarover een serie tekeningen (vooralsnog niet te vinden op internet) en schreef memoires: “Verhalen over het lichtend verleden”. 

En vervolgens stuitte ik op een graf met een voor mij verrassend opschrift, waarover in mijn volgende stukje meer.

(Meer gegevens over het klooster – in het Engels - vindt u hier. De schrijver van het blog waar ik het kerkhof aantrof, organiseert allerlei excursies in en rond New York. Hem vindt u hier.)

Wordt vervolgd.

Een anti-Russisch gedicht van een jonge Oekraïense, in Litouwen op muziek gezet. Hoe het vergif van Poetin zijn werk doet.

De Oekraïense Anastasija Dmitroek schreef een gedicht met een onaangename boodschap voor de Russen. Het gedicht werd opgepikt in Litouwen en daar op muziek gezet. Het zou een massaal gezongen strijdlied kunnen worden, in Oekraïne, Litouwen en andere buurlanden van Rusland.

Je mag hopen van niet.

De reacties in de Russische sociale media heb ik nog nauwelijks bekeken, die laten zich voor het grootste deel wel raden. Het is een lied waar je geen vrienden mee maakt. En wat het vooral is: een voorbeeld van de uitwerking van het gif dat door Poetin en zijn trawanten met zo veel venijn wordt verspreid.

Dan kan je wachten op zulke antwoorden. “Jullie zijn ontzettend groot, wij zijn groots”… “… vergeefs verbergen de ratten zich en bidden ze/ Ze zullen zich wassen in hun eigen bloed.”

Om eng van te worden.

 

NOOIT ZULLEN WIJ BROEDERS ZIJN.

(Tekst: Anastasija Dmitroek / Muziek: Virgis Pupšys / Gezongen door: Virgis Pupšys,Jaronimas Milius,Kęstutis Nevulis,Gintautas Litinskas

Никогда мы не будем братьями
ни по родине, ни по матери.
Духа нет у вас быть свободными –
нам не стать с вами даже сводными.

Nooit zullen we broeders zijn
Ons moederland, onze moeders zijn verschillend
Jullie hebben de geest niet om vrij te zijn
Zelfs halfbroeders worden wij niet

Вы себя окрестили «старшими» -
нам бы младшими, да не вашими.
Вас так много, а, жаль, безликие.
Вы огромные, мы – великие.

Jullie hebben jezelf tot “oudste” benoemd
Wij willen best “de jongste” zijn, maar niet van jullie
Jullie zijn met zo velen, een massa, een grijze helaas
Jullie zijn ontzettend groot, wij zijn groots

А вы жмете… вы всё маетесь,
своей завистью вы подавитесь.
Воля - слово вам незнакомое,
вы все с детства в цепи закованы.

Jullie zit anderen op de nek, … vinden maar geen rust
Jullie stikken in je eigen afgunst
Vrije wil – die woorden zijn jullie onbekend
Sinds jullie als kind in de ketens werden geslagen

У вас дома «молчанье – золото»,
а у нас жгут коктейли Молотова,
да, у нас в сердце кровь горячая,
что ж вы нам за «родня» незрячая?

Zwijgen is goud, bij jullie thuis
Bij ons ontsteken we de Molotov-cocktails
Ja, het bloed in ons hart is vurig
Wat zijn jullie voor familie, als jullie niks willen zien

А у нас всех глаза бесстрашные,
без оружия мы опасные.
Повзрослели и стали смелыми
все у снайперов под прицелами.

Maar bij  ons allen staan de ogen onverschrokken
Zonder wapen zijn wij gevaarlijk
Wij zijn volwassen geworden en dapper
Sluipschutters hebben ons allen in het vizier

Нас каты на колени ставили –
мы восстали и всё исправили.
И зря прячутся крысы, молятся –
они кровью своей умоются.

De beulen dwongen ons op de knieën
We zijn opgestaan en hebben alles rechtgezet
En vergeefs verbergen de ratten zich en bidden ze –
Ze zullen zich wassen in hun eigen bloed

Вам шлют новые указания –
а у нас тут огни восстания.
У вас Царь, у нас - Демократия.
Никогда мы не будем братьями.

Jullie krijgt nieuwe instructies toegestuurd -
Maar bij ons branden de vuren van de opstand
Jullie hebben een Tsaar, wij een Democratie
Nooit zullen wij broeders zijn

Anastasija Dmitroek is te volgen op Facebook.

Boekenplanken, wastobbes, trots sanitair, een stevige kus en Mireille Matthieu - interieurs in de Russische schilderkunst, 1948-1988.

En daar stuitte ik weer op een van mijn favoriete Sovjet-schilderijen uit de jaren vijftig: Anatoli Nikitsj-Krilitsjevski - Studie met de medailles van M. Isakova (1951). We zien het interieur van de flat van drievoudig wereldkampioene schaatsen Marija Isakova. Over dit schilderij schreef ik al eens eerder, toen in een stukje over sport in de Sovjetkunst. (Dat stukje is nog niet opgenomen in de selectie uit mijn oude weblog, zodra dat is gebeurd, volgt hier natuurlijk een linkje.)

Dit keer kwam ik het schilderij tegen in een overzichtje van interieurs op schilderijen uit de jaren 1930-1990. Een kleine twintig daarvan staan hier op een rijtje:

 

Een paar van deze schilderen verdienen nog wat extra aandacht. 

A. Laktionov - Verhuizing naar een nieuwe woning (1952)

Dit gezin van een modelarbeidster (dat neem ik tenminste aan, gezien haar onderscheiding), betrekt een nieuwe woning – en niet zo maar eentje. Waarschijnlijk betreft dit nieuwbouw (zie het verse parket), in een tijd dat er nog niet veel huizen werden gebouwd. Dat gebeurde pas onder partijleider Nikita Chroesjtsjov. ‘Zijn’ simpele (maar zeer welkome) flatjes legden het duidelijk af tegen de veel solidere woningen van rond 1950. Over die stevigere woningen wil je nog weleens horen: “Ja, onder Stalin, toen werd er tenminste nog goed gebouwd.”

De poster die op de stoel ligt, is deze:    

                                       Eer aan ons geliefde moederland

Op de site waar ik de verzameling geschilderde interieurs vond, stond bij onderstaand werk als jaartal 1957. Dat vond ik vreemd. Die kleding, het lichamelijke (het is die avond niet bij die kus gebleven), ik schatte het tien jaar later in. Ik had het bijna goed, overal elders staat bij dit schilderij 1965.

Joe. Pimenov - Lyrische verhuizing (1965)

Er is tussen de twee schilderijen hierboven een aardige overeenkomst, die u vast was ontgaan. Beide bieden een doorkijkje naar de douche/badkamer/wc. Op het doek met de Stalinflat zien we niet meer dan het puntje van de geiser, maar toch. De boodschap is duidelijk: eindelijk eigen sanitair (indien de nieuwe bewoners uit een kommoenalka of studentenflat kwamen), of: eindelijk sanitair waar je niet voor naar buiten hoeft (indien de vorige woning in een dorp stond). In beide gevallen: vooruitgang die getoond moest worden. 

Voor de boekenliefhebbers nog even de schrijvers van de boeken op onderstaand schilderij. Op de bovenste plank Jules Verne (links) en Mark Twain, op de onderste rij Maksim Gorki. Zo te zien is van de delen 19 en 20 de gele omslag verdwenen. Stukgelezen, misschien. Dat deel 29 dwars op de rest ligt, klopt meetkundig gezien. Achter het blauwe boek rechtsonder – meet u maar na - is maar plaats voor zes delen. Op dat blauwe boek staat trouwens Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst. De Aziatisch ogende letters kan ik niet thuisbrengen. Op het grijze boek staat ook: Tentoonstelling van moderne Sovjet-schilderkunst.

A. Vjatkin - Stilleven met boekenplanken (1982)

En zo zagen de dames er uit toen ik mijn eerste bezoek aan de Sovjetunie bracht. M’n kop eraf als dat niet Mireille Matthieu is, op die platenhoes helemaal rechts. Die mocht zich in die jaren in de USSR verheugen in een voor mij - ik parafraseer Hans Boland - onbegrijpelijke populariteit:   

A.Nevzgodin - Vriendinnen (1977)

Het weblog waar ik de schilderijen vandaan haalde, vindt u hier. Daar treft u nog veel meer interieurs aan.