siberië

Het literaire lef van Roman Sentsjin: schrijven over verdronken dorpen in Siberië – het onderwerp van zijn voorganger Valentin Raspoetin.

----------------------

De Jenisej

“Was Rusland alleen op deze aarde geweest, dan hadden we dit kunnen vermijden”… Het is de wrangste zin in het pakkende boek Zona zatoplenija (Зона затопления) van Roman Sentsjin. Sentsjin laat de zin uitspreken door schrijver Valentin Raspoetin, oud en der dagen zat, tijdens een bezoek aan een gedoemd Siberisch dorp. De bewoners worden min of meer weggejaagd, ze moeten wijken voor het stuwmeer van een nieuwe waterkrachtcentrale in de rivier de Jenisej.

Valentin Raspoetin baarde in 1976 opzien met zijn boek Afscheid van Matjora, over exact hetzelfde onderwerp: een Siberisch dorp dat onder water verdwijnt door de bouw van een stuwdam. In tijden van heilig geloof in de onderwerping van de natuur, was zijn stem in de Sovjetunie een opvallend en hoopgevend tegengeluid. De Siberische schrijver werd door menig intellectueel op het schild geheven als geweten der natie, als beschermer van een bedreigde dorpscultuur, als hoeder van Siberië en de Russische ziel.

Ook al zijn we inmiddels veertig jaar verder - je moet maar durven: een boek schrijven dat iedereen meteen naast dat van je illustere voorganger zal leggen. Doorstaat Sentsjin die vergelijking? Glansrijk.

Sentsjin (over eerder werk van hem schreef ik hier en hier) draagt Zona zatoplenija – hij kon moeilijk anders – op aan Valentin Raspoetin. Hij noemt zijn voorganger vervolgens pas op een van de laatste pagina’s bij naam, maar wanneer eerder in het boek een groepje schrijvers (in 2009) een van de bedreigde dorpen bezoekt, is duidelijk dat ook Raspoetin daarbij is. “Onder hen was ook die ene, die indertijd, in de periode van het ontwikkeld socialisme met zijn nationale, door het hele volk gedragen voorrangsbouwwerken, een boek schreef over het onder water zetten van zijn geboortegrond, in dezelfde streek, aan dezelfde rivier.”

Valenin Raspoetin

Valenin Raspoetin

Roman Sentsjin

Roman Sentsjin

Ik herlas Afscheid van Matjora, en eerlijk gezegd: waar ik het boek ooit gretig verslond, viel het me dit keer niet mee. Vaak nogal zwaar is Raspoetins symboliek en iets te veel neigt hij naar de verheerlijking van het boerenleven en van de eenvoudige, maar wijze dorpelingen. Al levert dat wel één van de scherpste observaties op van het boek, uit de mond van de bejaarde Darja. Die voegt een jongen enthousiasteling toe: “Je hebt het over machines. Dat machines in dienst van jullie werken. Ja, ja. Die werken allang niet meer voor jullie, jullie werken voor die machines.”  

De stijl van Sentsjin is aanzienlijk harder en directer dan die van Raspoetin. (Denk aan de film Leviathan van regisseur Zvjagintsev en u krijgt een idee.) Dat komt mede door zijn invalshoek. Schreef Raspoetin in de jaren zeventig vooral over de teloorgang van eeuwenoude Russische waarden, bij Sentsjin gaat het nog meer over de hopeloze strijd van het machteloze individu tegen onverschillige bureaucraten en politici. Zijn het bij Raspoetin vooral ouderen die het onderspit delven, bij Sentsjin worden ook dertigers en veertigers gebroken en geknakt.

En waar Raspoetin een punt zette – bij het afscheid van Matjora – gaat Sentsjin verder. Hoe vergaat het de verdreven dorpelingen in hun nieuwe, stedelijke omgeving? Hun ontheemding wordt pijnlijk duidelijk beschreven. Eén van hen, Aleksej, las Afscheid van Matjora als scholier. Het maakte weinig indruk. Hij las het boek nogmaals toen het lot van zijn eigen dorp bezegeld was. En nu trof het hem diep. Hoe was het mogelijk dat na zó’n waarschuwing de tragedie zich herhaalde, langs exact dezelfde lijnen. Hoe was het mogelijk dat de president de oude schrijver (Raspoetin) een onderscheiding overhandigt en met dezelfde hand het decreet ondertekent voor de bouw van nog een stuwdam. En Aleksej herinnert zich zijn onderwijzeres op school, die zo vaak had gezegd: “Literatuur leert ons lessen. Literatuur leert ons hoe het moet en niet moet, wat goed is en wat slecht.”

Valentin Raspoetin overleed eerder dit jaar. Of hij het boek van Sentjsin nog gelezen heeft, weet ik niet. Heeft hij dat wel, dan moet dat, op zijn levensavond, een bittere ervaring zijn geweest. Zijn literaire strijd blijkt vergeefs te zijn geweest en hij wordt weggezet als iemand die het contact met het volk heeft verloren – wat voor een Russische schrijver een hard oordeel is.

Aleksej was zelf aanwezig bij het bezoek van Raspoetin aan zijn dorp. Het was zijn laatste hoop geweest. Had Raspoetin zich solidair verklaard, zich bij de dorpelingen aangesloten en gezegd: ik blijf bij jullie en ga hier niet weg! … Misschien, misschien was die stem nog van invloed geweest. Maar de oude schrijver zei iets heel anders. Wanneer een oude bewoonster van het dorp uitroept: “Het is een bezetting! De vijand is gekomen!”, antwoordt hij: “Dat is niet het punt. Was Rusland alleen op de aarde geweest, dan hadden we dit kunnen vermijden. Maar er was zo’n wedloop gaande, wat konden we doen?” En Raspoetin stapt op de boot en vaart weg.

De onderwerping van de natuur om Rusland sterk en machtig te maken voor de wedloop met de boze buitenwereld … Raspoetin verspeelde de afgelopen jaren veel van zijn sympathie onder de liberale intelligentsia door nationalistische sympathieën. De manier waarop Sentsjin hem ten tonele voert en aan het woord laat, vormt bijna een afrekening. Aleksej hoort Raspoetin ook nog op tv praten, over “het volk”, dat zich heeft teruggetrokken en moe is. “Het volk is niet moe!", roept Aleksej naar de tv. “Het is de weg kwijt! Wat hadden we kunnen doen? Zeg het!”        

Valentin Raspoetin Matjora Russische literatuur Siberië

----------------------

Zona zatoplenija (zatoplenija = inundatie) en Afscheid van Matjora vormen samen natuurlijk een prachtig onderwerp voor een literaire studie. Hierbij nog wat thema’s die daarbij aan bod kunnen  komen – en die ik hier verder buiten beschouwing laat, want dit is een simpel weblog en dit stuk is al behoorlijk aan de lengte:

- De symboliek van de begraafplaats bij Raspoetin en Sentsjin
- De natuurbeschrijvingen bij Raspoetin en en Sentsjin
- “In Rusland is een schrijver meer dan een schrijver.”

Er is trouwens nog een boek dat zich in dit verband nadrukkelijk opdringt: Volja volnaja, van Viktor Remizov. Siberië, natuur/milieu, de machteloze dorpeling … Maar dat wordt alles bij elkaar misschien wat veel van het goede.

Tenslotte merk ik nog even op dat in Zona zatoplenija, net als in Volja volnaja én in de film Leviathan, de muziek van Michail Krug voorbijkomt. Тенденция, однако!

Aanvulling: Ik vergat in bovenstaand stukje, vreemd genoeg, te vermelden dat Sentsjins boek gebaseerd is op gebeurtenissen rond de bouw van de waterkrachtcentrale van Bogoetsjansk. En mocht u nog niet overtuigd zijn dat het boek de moeite waard is, leest u dan ook even deze Russische recensie

Met ‘Volja volnaja’ schreef Viktor Remizov de literaire tegenhanger van de film Leviathan

Wie de film Leviathan de moeite waard vond en het Russisch machtig is, mag Volja volnaja van Viktor Remizov niet ongelezen laten. De overeenkomsten tussen film en boek zijn groot, zo groot dat je af en toe denkt: wie heeft hier bij wie leentjebuur gespeeld? Maar die gedachte kan meteen terzijde worden geschoven. Film en boek weerspiegelen simpelweg dezelfde realiteit: een genadeloze, gecorrumpeerde macht die geen tegenstribbelende individuen duldt. Je hoeft als Rusissche schrijver of filmer geen leentjebuur bij elkaar te spelen om met een dergelijk panorama voor de dag te komen. Het materiaal ligt rondom voor het oprapen.

Net als de film Leviathan speelt ook het boek Volja volnaja zich af ver, ver weg van Moskou, in een dorp en de tajga in het Verre Oosten. En ook hier worden de ‘verticale tentakels’ van de machthebbers in het centrum gevoeld.

Viktor Remizov tajga corruptie politie Russische Rusland Siberië literatuur

In het dorpje Rybatsji tiert de schaduweconomie welig. Illegale handel in kaviaar en pelzen levert de lokale vissers en jagers een behoorlijk inkomen op, twintig procent van de opbrengst gaat naar de politie – iedereen tevreden. Totdat een overijverige, op promotie beluste agent (met de zeer onaangenaam klinkende achternaam Gnidjoek) het evenwicht verstoort.

Een bijna-botsing met dorpsbewoner Stepan Kobjak, die een lading kaviaar vervoert, loopt uit de hand. Gnidjoek staat op zijn strepen, er vallen schoten en Kobjak vlucht de tajga in. De chef van Gnidjoek, die weet hoe in het dorp de hazen lopen, probeert de zaak te sussen. Hij heeft trouwplannen en overweegt om met zijn vergaarde kapitaaltje naar het zuiden te verhuizen. Gnidjoek ziet opeens een prachtkans om zijn lankmoedige chef pootje te lichten. Hij meldt de  ‘misstanden’ bij de regionale autoriteiten, daar komen lijntjes uit Moskou samen (vis- en jachtlicenties zijn goud waard, de corruptie is net zo verticaal georganiseerd als de macht) en uit de hoofdstad komt een eenheid speciale troepen om Kobjak op te sporen en de ‘orde’ te herstellen.

Remizov schrijft iets te veel in sjablonen. Alle karakters die je in een dergelijk verhaal mag verwachten, komen keurig langs: de eerlijke jager, de filosoof, de Tsjetsjenië-veteraan, de rijke stedeling met heimwee naar de natuur, de agent met een knagend geweten … En steeds weer: drank, drank, ontzettend veel drank, net als in Leviathan. Eveneens in overvloed aanwezig – ook weer net als in de film: de ongenaakbare natuur. Remizov toont zich in de beschrijving daarvan geen Toergenjev, maar maakt toch invoelbaar dat een dergelijke robuuste omgeving een bepaald soort mens voortbrengt, behept met een scherpe hang naar vrijheid. (De titel, Volja volnaja – ik waag mij niet aan een vertaling - verwijst naar die vrijheidsdrang).

Viktor Remizov

Viktor Remizov

Wanneer er een lijstje komt van literatuur die je moet lezen om de Russische jaren tien voor je te zien, dan zal Volja Volnaja daarop niet ontbreken. Remizov kwam er in elk geval al mee op de korte lijst van de literaire prijs Bolsjaja kniga. Dat zal niet alleen vanwege de literaire kwaliteiten zijn, maar juist ook vanwege het tijdsbeeld dat het boek schetst. In de Russische media worden daar geen schijnwerpers op gericht. Volja volnaja is een voorbeeld van literatuur – een oude Russische traditie – die deze maatschappelijke rol op zich neemt.

Hier een Russische recensie. Hier deel 1 uit de tijdschriftvariant. En nog een klein detail uit het boek: op de radio komt op een gegeven moment een lied voorbij, het is – jawel - hetzelfde lied dat in Leviathan uit de autoradio klinkt: Vladimirski Tsentral van Michail Krug. Daar schreef ik hier over.)    

Norilsk in foto's van Jelena Tsjernysjova - hoe de mens zich aanpast aan extreme omstandigheden

Norilsk werd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gebouwd door gevangenen. De gemiddelde temperatuur is er -10 graden, in de winter kan het 55 graden vriezen.

De stad ligt op de grootste voorraad nikkel, koper en palladium ter wereld. Op de lijst van meest vervuilde steden staat Norilsk op de zevende plaats. Er wonen 170.000 mensen, het is de noordelijkste stad in de wereld met meer dan 100.000 inwoners. 

 

De foto’s van Jelena Tsjernysjova laten zien hoe de mens zich aanpast aan extreme omstandigheden: 

 

Tsjernysova (Moskou, 1981) woont in Frankrijk. De foto’s in Norilsk maakte ze tussen februari 2012 en februari 2013. In 2014 won ze er de derde prijs mee van de World Press Photo Awards in de categorie Dagelijks leven. Ze noemde haar serie Days of Night / Nights of Day.  Meer foto’s uit deze serie, met ook wat uitgebreidere onderschriften, vindt u hier. Tsjernysjova’s website vindt u hier

Jelena Tsjernysjova

Jelena Tsjernysjova

Rusland is gevaarlijk afhankelijk van olie en gas. Een vergelijkbare afhankelijkheid van bont leidde in het verleden tot rampspoed en chaos.

Nooit geweten: net als bij de oliewinning van nu werd bij de bonthandel van vroeger in Rusland gerekend in vaten. Ik las het in het boek Внутренняя колонизация (Interne Kolonisatie) van Alexander Etkind. Hij wijdt een hoofdstuk (‘Vaten met bont’) aan de opvallende, bijna beklemmende parallellen tussen bont en olie en gas. Onderstaand stuk is volledig gebaseerd op dit hoofdstuk. *) 

De Russische staat is wat inkomsten betreft grotendeels afhankelijk van de gas- en oliewinning. Het land kende eerder een vergelijkbare, gevaarlijke afhankelijkheid: ooit kon het staatsbudget niet zonder bonthandel. De overeenkomsten tussen beide tijdperken (de rekeneenheid vaten is er slechts één van) zijn hoogst opmerkelijk, en – als de geschiedenis een voorspellende waarde heeft – voor het Rusland van nu nogal verontrustend. De ineenstorting van de bonthandel luidde in het oude Moskovië tot rampspoed en chaos. 

De zucht naar bont (aanvankelijk eekhoornbont, later sabel-, marter- en beverbont) vormde in de 16de en 17de eeuw de stuwende kracht achter de verovering van Siberië. Het bont werd aanvankelijk nog in het gebied tussen Novgorod en de Oeral gewonnen en door Hanze-kooplieden via waterwegen naar het Westen vervoerd. Het Siberische bont werd later over land naar Moskou vervoerd en vandaar, ook over land, via Warschau en Leipzig verder naar Europa.

Sbor_Yasaka.jpg

Doordat de staat de essentiële inkomsten uit de bonthandel moest veiligstellen, ontstond er een kastenstelsel: een kleine elite die de kostbare grondstof liet winnen, beschermde en verhandelde, en daaronder de rest van de bevolking wier bestaan afhankelijk was van de verdeling van de handelswinst. De overheid was volledig afhankelijk van de bovenste kaste, sterker nog: die eerste kaste wás de overheid. Het menselijk kapitaal was redundant, het was niet bepalend voor de rijkdom van de staat. Wie geen schakel was in de bonthandel, kon er evengoed niet zijn.

3b021bc435b67d272b172fa0f7e4385f.jpg

Inkomsten uit de bonthandel vormden in de 16de eeuw het leeuwendeel van het staatsbudget. In de tweede helft van die eeuw bracht een dramatische daling van de bont-inkomsten de staat aan het wankelen. Door overbejaging daalde de aanvoer, in Europa nam de vraag af doordat wol inmiddels een prima alternatief vormde. Er loopt een rechte lijn van deze dalende inkomsten naar de chaos van de Tijd der Troebelen (1604-1613), die uitmondde in de keuze voor een nieuwe dynastie.    

De staat verlegde zijn aandacht naar zuidelijker streken, rijk aan graan. Ze behield wel de controle over Siberië, al was daar geen economische reden meer voor. In de 19de eeuw deed het uitgestrekte gebied nog wel dienst als locatie voor strafkolonies.    

In de 20ste eeuw krijgt Siberië weer een hoofdrol, die opvallend veel lijkt op die uit de tijd van de bonthandel. Nu zijn het olie en gas die de staat de middelen van bestaan verschaffen. En net als de handelsposten in de tijd van het bont schuiven de boortorens in de Sovjetunie steeds verder op naar het oosten, op zoek naar nieuwe bronnen. En de afnemers bevinden zich opnieuw in Europa …

Aan het begin van de 21ste eeuw vormt de afhankelijkheid van een enkel soort grondstof (olie, gas) voor Rusland opnieuw een vloek. Overige sectoren van de economie blijven onderontwikkeld. En opnieuw houdt de overheid zich vooral bezig met het veiligstellen van de grondstof en de doorvoer ervan naar Europa. Het veiligheidsapparaat valt samen met de overheid die de grondstof wint. Die kleine kaste leeft anders dan de rest van de bevolking, die in feite overbodig is.

Een overheid die afhankelijk is van olie-inkomsten, vreest vooral de uitputting van de bronnen. De grootste bedreiging is echter een daling van de vraag door de opkomst van nieuwe technieken. Met olie is dat nog niet gebeurd, maar enkele eeuwen geleden heeft dat proces zich met een andere kostbare grondstof, de vaten met bont, al eens voorgedaan, met chaos en nieuwe machthebbers als uitkomst.

Alexander Etkind

Alexander Etkind

*) Внутренняя колонизация van Alexander Etkind (Александр Эткинд) verscheen in 2013. Het is een vertaling van: Internal colonization: Russia’s  Imperial Experience uit 2011. Een Engelse recensie vindt u hier. Het hoofdstuk waarop bovenstaand stuk is gebaseerd, is hier in het Engels beschikbaar.