sovjetunie

Oekraïense muren zijn rijk aan Sovjetmozaïeken, maar hoelang nog? "Laten we geen barbaren zijn."

-----------------------

Jevgeni Nikiforov heeft er inmiddels zo’n duizend verzameld – in de vorm van foto’s, wel te verstaan: Sovjetmozaïeken op muren van gebouwen in Oekraïne. Het is een ernstig bedreigde kunstvorm en de vraag is hoeveel van die mozaïeken er binnenkort nog over zijn.

Nikiforov, fotograaf van beroep, kreeg eind 2013 het verzoek of hij voor een hoofdstuk in het (Russischtalige) boek Oekraïense kunst uit de jaren zestig foto’s wilde maken van mozaïeken in Kiev. Nadat die opdracht was voltooid, werkte hij verder aan een eigen archief, dat inmiddels mozaïeken bevat uit zo’n 25 Oekraïense steden. De vrucht van zijn verzamelwoede wordt het boek Gedecommuniseerd: Oekraïnse Sovjet-mozaïeken, dat deze zomer moet verschijnen.

School 54, Marioepol

Instituut voor Nucleair Onderzoek, Kiev

Metrostation Patas Ukraina, Kiev 

Metrostation Patas Ukraina, Kiev 

Kreementsjoek

Bankgebouw, Krementsjoek

Bankgebouw, Krementsjoek

Instituut voor Kankeronderzoek, Kiev

Instituur voor Lagetememperaturenonderzoek, Kiev

De taferelen op de muren variëren van scholiertjes tot kosmonauten en van balletdansers tot kerngeleerden, maar hebben steeds één ding gemeen: ze bezingen de bijna onverbiddelijke opgewektheid waarmee de Oekraïense Sovjetburger opmarcheerde richting lichtende toekomst. Daarmee is meteen ook de kwetsbaarheid van de mozaïeken duidelijk: die toekomst bleek niet te bestaan en Oekraïne is op zoek naar een nieuw perspectief en een eigen identiteit – een proces dat door het gewapend conflict met Rusland (voorheen de voornaamste pilaar van het vijftien republieken tellende Sovjetbouwwerk) een zware extra lading heeft gekregen. Conservering van de mozaïeken behoort niet tot de prioriteiten.

Al helemaal niet sinds in april 2015 een wet werd aangenomen die het gebruik van communistische en nazi-symbolen verbiedt. Weliswaar laat die wet kunstwerken van voor 2015 ongemoeid (zie artikel 4.3.4), maar de meeste mozaïeken zijn nooit als kunstwerk geregistreerd. Nikiforov heeft dan ook haast met zijn inventarisatie. “Laat ons geen barbaren zijn en de geschiedenis ontkennen”, zo pleit hij voor het behoud van de vele kleurrijke taferelen op de Oekraïense muren.

Bovenstaande afbeeldingen komen uit een Engelstalig artikel over Nikiforov. Op zijn website zijn meer afbeeldingen te zien. Hij heeft ook een eigen Facebookpagina en een aparte pagina op Facebook die geheel gewijd is aan het te verschijnen boek. Onderstaande foto's komen van de twee FB-pagina's.  

-----------------


Nikiforov (Vasylkiv, 1986) studeerde aan de Geographic Photography College in Tel Aviv. Hij werkte als mode- en reportagefotograaf en legt zich sinds 2013 toe op documentaire projecten. Meer over hem leest u hier

Mij is niet duidelijk of zijn Decommunised: Ukrainian Soviet Mosaics in het Russisch of Oekraïens verschijnt. Hoe dan ook - ik heb het boek nog niet gezien, maar het lijkt mee geen boude uitspraak - verdient het een Westerse vertaling.





(Overigens zijn er nog veel meer fraaie mozaïeken te vinden op de site Soviet Mosaics in Ukraine. Het lijkt erop dat die site al geruime tijd niet is bijgewerkt. Of er een link is met Nikiforov en diens project, weet ik niet.) 

Tekens van leven op berkenbast. Niet uit de Middeleeuwen – uit de Goelag.

berkenbast kaartjes Goelag Sovjetunie

Het is zomer en dan duiken ze weer op: berichtjes over nieuwe vondsten van briefjes, ingekerfd op stukjes berkenbast, opgegraven in vooral Novgorod. De briefjes stammen uit de Middeleeuwen en zijn een goudmijn voor historici en taalkundigen. Ik groef ooit mee, in de zomer, en was erbij toen er weer zo’n breekbaar rolletje berkenbast met een tekstje uit de vochtige grond werd gehaald.

Een opgegraven briefje in Novgorod

Een opgegraven briefje in Novgorod

Ik moest natuurlijk onmiddellijk denken aan die Middeleeuwse briefjes, toen ik de afbeelding boven aan dit stukje tegenkwam. Het is de voorkant van een klein album voor gedichtjes, vervaardigd van berkenbast, niet in de Middeleeuwen, maar in de vroege jaren vijftig van de vorige eeuw. Het is gemaakt door Ona Bereznaité, toen ze in ballingschap zat in Inta in Zuid-West Siberië. Het wordt bewaard in het Museum van verzet en verbanning in Palanga in Litouwen.

Het album bevat maar één gedichtje, gedateerd 2 juli 1953. Dat doet vermoeden dat Ona daarna niet lang meer in Inta heeft gezeten. Het is in het Oekraïens en opgedragen aan Анна/Anna, de Oekraïense variant van Ona, neem ik aan. Anna/Ona krijgt de raad om zich niet over te geven aan droeve gedachten, die kosten alleen maar energie. Denk aan bloemen, dan valt geluk je ten deel, en heb geduld.

berkenbast Ona Bereznajte gedichtje Goelag berkenbast

Ona – ik weet verder niks over haar - was handig en creatief. Er zijn meer werkjes van haar bewaard gebleven: een gehaakt servetje, een napje voor zakdoekjes en een etuitje voor een kam. Op dat etuitje (zie de laatste foto van de korte reeks hieronder) is vermoedelijk een kleine kaart van Litouwen afgebeeld met de rivier de Neman.

Het zou me niet verbazen als Ona een klein centje bijverdiende met haar creaties. Of ze dienden als ruilmiddel. Dat was een reddingsboei voor creatieve gevangenen en bannelingen. (Eerder schreef ik al over zo iemand: tante Tonja uit Odessa.)

Het Virtuele Museum van de Goelag, waar ik Ona’s werkje aantrof, bevat nog meer boodschappen op berkenbast. Hieronder een ansichtkaart van Nikolaj Glazov, een arts die gevangenzat in een kamp in Komi. Op de achterkant schrijft hij aan zijn dochter: “Ritoesenka, wees lief en gehoorzaam je goede mama. Papa-Kolja. 3/V/37.” De tekening is gemaakt door een medegevangene met de initialen E. E. (zie in de rechterbovenhoek), die in 1937 of 1938 is geëxecuteerd.

ansichtkaart Goelag berkenbast eend

 

Een bloknootje dat toebehoorde aan politieke gevangene Roedolf Aller, met notities (in het Russisch en vermoedelijk Ests) van 23-1-1944 tot en met 30.1.1945:

politieke gevangene bloknoot berkenbast Goelag Estland Siberië

Papier was uiteraard schaars in de kampen. Pen of inkt was er wel, wat voor een duidelijk onderscheid zorgt met de berkenbastjes uit de Middeleeuwen, daar werden de boodschappen ingekerfd. Hieronder een kaartje van 18 mei 1943 van politieke gevangene Antanas Banjoelis uit een kamp in de provincie Krasnojarsk. Zo’n kaart werd niet het kamp uitgesmokkeld, die werd ‘officieel’ verstuurd, met een postzegel- of stempel en een stempel van de militaire censuur. Door die censuur – dat lijkt me om gek van te worden – zijn een paar regels zwartgemaakt. Antanas vraagt zijn familie om voedselpakketjes.

stempel censuur Goelag kampen Siberië
kaartje censuur Goelag berkenbast kampen Siberië

En tenslotte nog kaartje, ook uit Kranojarsk, van 6 december 1944, vermoedelijk verstuurd door Norbert Klaus uit Estland. Hij wijst de geadresseerden op instructies van de NKVD voor het versturen van pakketjes. Ook deze kaart heeft een stempel van de censuur. Op de postzegel is een piloot te zien.   

postzegel berkenbast Goelag Sovjetunie

Poesjkin en Jack London pak je zo uit de kast: een Russische woonkamer van veertig jaar terug – nagebouwd op poppenformaat.

poppenhuis woonkamer Rusland Sovjetunie interieur

Galtsji (zo heet ze op haar blog – haar echte naam ken ik niet) maakt allerlei poppendingetjes. En ze mag trots zijn op haar werk. Want zegt u eens eerlijk: wanneer u alleen de foto hier links had gezien, van zo’n simpele radiator met dito vernsterbank en vensterbankvulling, had u dan gezegd; da’s niet echt, da’s namaak? Kijk ook even naar dat parket, dat wigpatroontje …

“Ik heb een langdurig, maar ongelooflijk interessant project afgerond’, schrijft Galtsji. “Een miniatuurwoonkamer van een bejaarde vrouw uit de jaren zeventig of tachtig in de USSR.”  Ze deed de klus in opdracht (van wie schrijft ze er niet bij) en alle voorwerpen – sorry: voorwerpjes – maakte ze op verzoek van de opdrachtgever. Sommige onderdeeltjes van het interieur ogen daardoor misschien wat archaïsch. Wie had in de jaren tachtig nog zo’n model tv in huis? Met het plaatje op de tv heeft Galtsji een foutje gemaakt. “Dat moet zwart-wit zijn, maar dat is simpel te herstellen”, schrijft ze.

De schaal is 1:12. Het enige onderdeel dat niet door haar is gemaakt, is de naaimachine. “Die is gekocht, dat is fabriekswerk.” Zeer overtuigend vind ik de boekenplank met glazen deurtjes. We zien er staan: Jesenin, Jack London en Poesjkin – boeken die inderdaad tot de standaardinrichting van Russen met enige opleiding behoorden. De deurtjes kunnen open en je kan de boeken eruit pakken en openslaan. De doos met de eveneens zeer overtuigende kerstversiering (zie de serie foto's hieronder) mis ik op het overzichtsplaatje. Misschien zit die keurig weggeborgen in een van de laden of kastjes. 

Jesenin Poesjkin London boekenkast Rusland Sovjetunie interieur

 

Hier nog wat meer afbeeldingen:


En hier zien we – voor een ander project – een radio in de maak, met het origineel erbij.

Russische radio Sovjet-radio miniatuur
radio Sovjetunie poppenkamer

De achtergronden van Galtsji ken ik niet. in elk geval lijken haar miniaturen mij meer dan een hobby. En voor nuttig handwerken zal ze vroeger op school goede cijfers hebben gehaald. Hier nog een keuken. De Kerstman op de ijskast is niet dezelfde als in de doos boven in het fotoserietje. Graag zou ik die ijskast even opendoen, ik vermoed dat 'ie helemaal vol zit.  Nog wat meer voorbeelden van Galtsji's werkjes vindt u hier.

Russische keuken Sovjetkeuken

Baptisten in de USSR en de arbeiders van de kogellagerfabriek

Baptisten bij het gebouw van de Opperste Sovjet in Moskou, 16 of 17 mei 1966

Baptisten bij het gebouw van de Opperste Sovjet in Moskou, 16 of 17 mei 1966

Ik ben er maar één foto van tegengekomen, maar die is opmerkelijk genoeg: enkele honderden mensen, sommigen geknield, bij het gebouw van het Centraal Comité van de Communistische Partij in Moskou. Hij is genomen op 16 of 17 mei 1966. Het zijn baptisten die om een onderhoud vragen met partijleider Leonid Brezjnev.

De actie van de gelovigen was een uitvloeisel van het offensief tegen de kerken onder Brezjnevs voorganger Nikita Chroesjtsjov. Diens naam staat tegenwoordig vooral voor destalinisatie en dooi, maar tegenover de kerken was zijn houding keihard. Onder hem werden duizenden kerken en kloosters gesloten, werden missiewerk en diensten in de buitenlucht verboden en werd religieus onderwijs aan banden gelegd. De Russische baptisten behoorden tot de voornaamste slachtoffers.

Uit een protestverklaring van de Initatiefgroep gericht aan de Landelijke Baptistenraad (1961)

Uit een protestverklaring van de Initatiefgroep gericht aan de Landelijke Baptistenraad (1961)

In 1959 boog de Landelijke Baptistenraad voor het Kremlin. Lokale gemeenschappen kregen het advies om zich zo veel mogelijk aan de nieuwe regels te houden en bijvoorbeeld geen kinderen meer toe te laten tot kerkdiensten. Dat was zeer tegen de zin van een grote groep rechtlijnigen, die zich de facto afscheidden van de overkoepelende raad. Zij vormden de Initiatiefgroep die (tevergeefs) een congres bijeen trachtte te roepen, waar de handelwijze van de inschikkelijken veroordeeld zou worden.

In 1963 trok de Landelijke Baptistenraad zijn advies uit 1959 in, maar de verdeeldheid bleef. De Initiatiefgroep vormde een eigen Raad van Baptistenkerken, het schisma ging dwars door lokale geloofsgemeenschappen heen. Het waren de volgelingen van de nieuwe raad die aan het religieuze front in de USSR de hardste klappen kregen.

Het waren ook schismatici uit alle windstreken van de Sovjetunie die zich op 16 mei 1966 verzamelden bij het gebouw van de Opperste Sovjet. Zij wilden zich bij Brezjnev beklagen over recent ingevoerde strengere wetgeving met zwaardere straffen, die vermoedelijk specifiek gericht was tegen de ‘harde kern’ der baptisten. Geen andere kerkelijke gemeenschap werd ook in de jaren 1965-66 in de Sovjet-pers zo hard aangepakt als juist de afgescheiden baptisten. Dat hun lot langzamerhand ook in het Westen aandacht kreeg, zal daarbij een rol hebben gespeeld.   

Brezjnev kregen de gelovigen niet te spreken. Die was, zo kregen ze te horen, net vertrokken naar Vladivostok om aan de stad de Leninorde uit te reiken. In een verslag van de gebeurtenisen op 16 en 17 mei wordt gemeld dat de baptisten op straat te woord werden gestaan door KGB-voorzitter Semitsjastny. Er mocht een delegatie naar binnen voor een onderhoud met politburolid Pelsje, maar de baptisten zeiden te zullen wachten op kameraad Brezjnev, waarop de KGB-voorzitter antwoordde: “Ik hoef maar één kogellagerfabriek te bellen en de arbeiders slaan jullie tot moes.”   

Of dat citaat klopt, weet ik niet, ik heb er maar één bron voor. In elk geval waren arbeiders helemaal niet nodig, er waren ruim voldoende KGB-agenten voorradig om de baptisten op de tweede dag van hun protest – met harde hand - af te voeren. De straffen die volgden varieerden van boetes en enkele dagen arrest tot drie jaar kamp voor de organisatoren.

Hoeveel baptisten telde de Sovjetunie rond 1960? De cijfers lopen ver uiteen, van zo’n half miljoen tot drie miljoen. Het laatste cijfer komt van de kerkleiders en omvat vermoedelijk ook baptisten die niet officieel als zodanig geregistreerd stonden. En hoeveel leden telde de ‘fanatieke’ groep die zich afscheidde? Tienduizenden, volgens de leiders van de groep zelf. De Landelijke Baptistenraad (de rekkelijken) hield het voor 1964 op ruim 8.900. De baptisten worden in het huidige Rusland niet vervolgd, maar het schisma bestaat nog steeds.

Amerikaanse klokkenluiders, niet die uit dit stukje

Amerikaanse klokkenluiders, niet die uit dit stukje

baptisten Rusland Sovjetunie Amerikaanse klokkenluiders Leningrad

In 1986 was ik als reisleider met een groep Amerikaanse klokkenluiders in Leningrad. De  groep had een religieuze achtergrond, maar of het baptisten waren weet ik niet meer. Via onze lokale stadgids kon een optreden worden geregeld in de baptistenkerk in de wijk Ozerki. De Amerikanen, piekfijn gekleed en met witte handschoenen aan, kwamen klokken luidend door het gangpad naar voren. Het klonk prachtig, het was ontroerend. Een paar jaar eerder was zoiets nog onmogelijk geweest. Ik zat op het balkon en hoorde na elk nummer oude vrouwen met hoofddoekjes zachtjes mompelen: spasibo, spasibo, dank u, dank u.   

Ozerki Leningrad Sint-Petersburg baptisten kerk Amerikanen

Dansen in Sotsji op de klanken van Kola Beldy. Of: het raadsel van de Sovjet-film Stad en lied, met Khil, Frejndlich en Baryshnikov.

Baryshnikov Sotsji filmmuziek Sovjetunie Khanina Ranina

Met enige regelmaat komt het clipje voorbij, op Facebook en – vooral – het Russische internet. Aziatische klanken, niet-Aziatische dansers en danseressen, zeer zonnig gekleed, met een bijrol voor een rijtje Lada’s. Raadselachtig en hypnotiserend:

Sovjet-Lada’s, een Sovjet-achtige badplaats … Maar stamt dit licht psychedelische filmpje, riekend naar geestverruimende middelen uit de jaren zestig, wel echt uit de Sovjetunie? Ja en nee. De muziek (uit 1969) is een Sovjet-product, de beelden (uit 1968) zijn dat ook, maar beide zijn pas vele jaren later, toen de USSR al tot een bijna grijs verleden behoorde, samengevoegd. De dans van de zonnige dames en heren is daarbij iets vertraagd om in het ritme te blijven van de Aziatische klanken.      

Kola Beldy

Kola Beldy

Het liedje is van Kola Beldy, een zanger behorend tot de Nanai (een klein volk uit het Verre Oosten van Rusland), die in de Sovjetunie een nationale bekendheid werd. Het heet Chanina Ranina en gaat over iemand die een visje vangt voor zijn zus. Kola – ik leid dat af uit de filmpjes die ik van hem zag – moet een zeer aimabel iemand zijn geweest, maar mijn aandacht ging toch vooral uit naar die filmbeelden.

Die komen uit Stad en lied, een muziekfilm van regisseur Leonid Menaker. De film was snel gevonden en ik ging er eens goed voor zitten. Het begin was veelbelovend. Het verstilde Leningrad op een vroege morgen, eind jaren zestig. Alleen al die kruiers op het perron! Maar verder … het viel allemaal niet mee.  

Verreweg het grootste deel is opgenomen in Leningrad, maar de film is vooral een staalkaart van de lichte muziek uit die tijd, met artiesten als Eduard Khil (vanaf 15.55), Alisa Frejndlich (41.50) en Edita Pecha (57.00). Opvallend is ook het optreden van Mikhail Baryshnikov (44.20). Kola Beldy is nergens te bekennen, maar evengoed is de film ook in zijn originele vorm, zonder zijn aanwezigheid, voor mij nogal raadselachtig.

Ik heb enig speurwerk verricht, maar niks over Stad en lied kunnen vinden. Was hij bedoeld voor de bioscoop? En trok hij daar veel publiek? Of was hij bestemd voor het buitenland? Een wat onbeholpen poging om toeristen te trekken? Vandaar misschien die buitenlanders op een cruiseschip (24.00), dat folklore-ensemble (24.20) en die danstoestanden aan zee?  

Die dames en heren in zwemkleding – opgenomen in Sotsji – vallen volledig uit de toon bij de rest van de film. De overgang van het strandje aan de Neva naar de zuidelijke badplaats komt dan ook geforceerd over. Een verhaallijn ontbreekt, ik heb met stijgende verwondering zitten kijken. Die verbindende muziek tussen de artiesten (mij deed ze denken aan Live at Pompeii van Pink Floyd), dat paardennummer (30.30), Khil op het vliegveld …  

dressuur paarden Leningrad Sovjetunie film

Я – пас. Ik pas, ik kan er geen kaas van maken. Mij lijkt Stad en lied in al zijn raadselachtigheid een prachtig afstudeerproject voor een student Ruslandkunde.  

(De YouTube-versie hierboven is van een matige kwaliteit. Er zijn betere versies beschikbaar, maar die kan ik op dit weblog niet embedden. Zie hier.)

Intelligente nostalgie naar de USSR – Tatjana Moskvina beschrijft haar jeugd als Sovjet-meisje.

Tatjana Moskvina Sovjet-meisje Russische vrouwen

Haar ouders waren “kinderen van het 20ste Partijcongres”, haar oma werkte bij de NKVD. Het is het milieu waarin theatercriticus en colomniste Tatjana Moskvina (1958) opgroeide. Over haar jeugd in de Sovjetunie schreef ze een boeiend boek: Жизнь советской девушки / Het leven van een Sovjet-meisje.

Afgelopen najaar vroeg ik mijn lezers welke literaire boeken men dient te lezen om een goed beeld te krijgen van de Sovjetunie. Moskvina (haar boek was te nieuw om al genoemd te worden) verdient een plaatsje op de lijst die dat opleverde. De jaren die zijn verstreken sinds de USSR uiteenviel, geven haar blik een prettige, nuchtere afstandelijkheid. Haar directe betrokkenheid – ze schrijft tenslotte over haar eigen jeugd – geeft het boek een emotionele lading. Het levert een mengsel op dat je ‘intelligente nostalgie’ zou kunnen noemen.

De ouders van Moskvina komen uit de provincie naar Leningrad. “Provincialen die niet voor Moskou kozen, maar voor Piter, waren allemaal dromers”, schrijft ze, en dat gold zeker voor Moskvina’s vader en moeder. Ze geven zich over aan literatuur, muziek en vooral theater. Het toneelgroepje waar ze zich in verliezen, heeft alles om uit te groeien tot een evenknie van het Moskouse Taganka theater, maar in het slaperige Leningrad “groeien geen Taganka’s”. de aandacht voor dochter Tatjana schiet er nog weleens bij in, maar dan is daar nog altijd oma, kort na de dood van Stalin, zoals velen, ontslagen uit ‘de organen’. Zeer materialistisch (en enigszins drankzuchtig) heeft oma weinig op met de zweverigheid van haar dochter en schoonzoon. Tatjana op haar beurt heeft weinig op met de ideeën van baboesjka – de grootste schat die ze van haar erft is een ongebreidelde liefde voor paddenstoelen, opgedaan tijdens lange zomers op de datsja in de bossen van Karelië. 

Tatjana groeit op in simpele armoede, die ze niet voelt en die haar niet terneerdrukt. Om haar honger naar cultuur te stillen, hoeft ze nauwelijks moeite te doen. In Leningrad zijn er voor kinderen volop theaterclubjes, bioscopen vertonen genoeg interessants, het is allemaal betaalbaar en zelfs in de bossen van Karelië is de bibliotheek niet ver weg. “U had eens moeten proberen om onder het Sovjet-bewind te ontsnappen aan cultuur.” Als puber raakt Moskvina met haar vriendinnen verslingerd aan het TJoeZ, het Theater voor Jonge Toeschouwers.

Moskvina dweept geen moment met de Sovjetunie van de jaren zestig en zeventig, ze onderstreept pluspunten die voor haar generatie simpelweg tastbaar waren. Zij en haar leeftijdgenoten groeiden op onder veel betere omstandigheden dan welke voorouder dan ook. De simpele flatjes die langzaamaan beschikbaar komen, het gratis moestuintje, behoorlijk onderwijs, ook gratis … Vooral voor dat laatste is Moskvina nog altijd dankbaar.   

Paleisplein, Leningrad

Paleisplein, Leningrad

Paradoxaal genoeg zaagt de Sovjetunie door al dat onderwijs aan zijn eigen stoelpoten. De kloof tussen de door en door geïdeologiseerde staatsleer en de werkelijkheid van het leven rondom, wordt voor de jonge intelligentsia en haar kinderen-met-een-opleiding steeds moeilijker te verteren. Moskvina schrijft: “Juist in de jaren van mijn jeugd had het land een kans om afstand te doen van het dogma en te gaan leven in contact met de werkelijkheid. Maar het dogmatisme, de wanhopige trouw aan een dode letter, is een chronische Russische ziekte.”

Het leven van een Sovjetmeisje bevat tal van schetsen die het bijna tot een leerboek van een tijdperk maken. De weinig benijdenswaardige positie van de vrouw, de woningnood (Moskvina’s ouders scheiden, haar vader komt met zijn nieuwe echtgenote inwonen bij dochter en ex), de gebrekkige sexuele opvoeding, de boersige lompheid op straat en als contrast de sfeer op de universiteit – het komt allemaal voorbij. ‘God ja, weet je nog?’, denk je, wanneer ze schrijft over de bijna mythische status van ‘de Georgiërs’ en over de dienstensector met zijn eigen wetten, waar een directeur van een markt, restaurant of stomerij een rijk iemand was.

Studenten, begin jaren tachtig. (Locatie onbekend.) Toevoeging: zie commentaar. 

Studenten, begin jaren tachtig. (Locatie onbekend.) Toevoeging: zie commentaar. 

In het najaar van 1980 arriveerde ik in Voronezj voor een verblijf van een half jaar. Het was nog stil op de studentenflat, veel studenten waren nog ‘naar de aardappelen’ – nog zo’n typisch Sovjet-fenomeen. Ook Moskvina brengt met medestudenten van haar theaterinstituur een aantal weken door op en rond modderige aardappelvelden van de provincie Leningrad om te helpen bij de oogst. De ondoelmatigheid van de economie is duidelijk, de onderlinge solidariteit tussen de studenten te velde groot. De pagina’s die Moskvina aan ‘de aardappelen’ wijdt, voerden me terug naar mijn maanden op de studentenflat in Voronezj. Ook daar had je diezelfde solidariteit tussen redelijk intelligente mensen, die allemaal begrepen hoe de Sovjet-wereld buiten in elkaar stak, en die er binnen met een gitaar, drank en elkaars gezelschap het beste van probeerden te maken – en daar uitstekend in slaagden.

Intelligente nostalgie, zo noem ik dat maar.

(Binnenkort zal ook literair medewerkster Aida Smirnova een – Russisch – stukje aan dit boek wijden.)  

YouTube als schatbewaarder van Sovjet-liedjes

Een Russische blogger vindt een liedboek van zijn oom, uit 1962, vol met Sovjet-liedjes. Die oom van hem speelde accordeon en kennelijk diende het boek als inspiratiebron. Wat de blogger vervolgens doet is niet bijzonder ingewikkeld, maar wel erg tijdrovend …

Hij zoekt bij de titels uit het boek een uitvoering op YouTube.

Of hij erin is geslaagd om alle liedjes aan een filmpje te koppelen, weet ik niet. Hij meldt het niet expliciet, maar wat zou ‘t. Het resultaat is hoe dan ook de moeite waard.       

Ik plaats hier niet alle door hem gevonden YouTube-filmpjes – zelfs als iemand anders ze al voor je heeft opgespoord, is dat nog altijd knap tijdrovend. Ik heb een selectie gemaakt binnen de verschillende genres: ideologisch-patriottisch, militair, arbeid en sport, de liefde en vrolijk volksgezang. De titels variëren van Lenin is ons stuur en Moskou-Peking tot Voetballiedje en Veertien minuten tot de start – het laatste met een tekst van Vladimir Vojnovitsj

De nummers achter de titel verwijzen naar de indeling die de Russische blogger aanhoudt. Of die overeenkomt met de hoofdstukjes in het liedboek, is me niet duidelijk. Wat dat betreft heeft mijn Russische collega zich er een beetje van afgemaakt, zijn foto's die hij van de inhoudspagina's zijn niet helemaal duidelijk. Het zij hem vergeven.

Партия - наш рулевой / De partij is ons roer (1.1):

Россия-Родина моя / Rusland, mijn Moederland (1.2):

Ленин всегда с тобой / Lenin is altijd met je (1.1):

Москва советская / Sovjet-Moskou (1.2):

Песня о Ленине / Lied over Lenin (1.1):       

                                

Москва-Пекин / Moskou-Peking (1.2):

Смело мы в бой ойдем/Rus-land, mijn Moederland (2.1): 

 

Все выше / Steeds hoger (2.2):

По долинам и по взгорьям / Langs dalen en heuvels (2.1):

Играй,мой баян/Speel, mijn accordeon (2.3): 

Молодая гвардия / Jonge garde (2.1):                                     

Вася-василек / Vasja Vasiljok (2.3):

Смуглянка/Brunette (iemand een betere vertaling?  (2.4):

Темная ночь / Donkere nacht (2.4)

Марш высотников / Hoogwerkersmars (3.2):

Влюбленный человек / Een verliefd iemand (4.1):

14 минут до старта / 14 minuten tot de start (3.2): 

Когда идешь ты на свидание / Wanneer je naar een afsrpaakje gaat (4.3):

Футбольная песенка / Voetballiedje (3.3):

Веришь-не веришь / Of je 't gelooft of niet (4.3): 

Из-за острова на стрежень/ Stenka Razin (5.1): 

Степь да степь кругом / Steppe en steppe rondom (5.1) 

Варяг / De Varjag (5.1):