‘Weinigen zijn uitverkoren’… Het tweede deel van Aleksej Ivanovs imposante epos over Siberië.

--------------

Impressies van Sergej Alibekov voor het filmproject (dat naast een tv-serie ook een bioscoopfilm  omvat)

Een Russische literaire prijs gaat Aleksej Ivanov niet krijgen voor zijn machtige en omvangrijke epos over Siberië ten tijde van Peter de Grote. Hij wenst niet genomineerd te worden. Enkele maanden geleden verscheen deel 2, Тобол. Мало избранных (Tobol. Weinigen zijn uitverkoren), een waardig vervolg op deel 1, Тобол. Много званых (Tobol. Velen zijn geroepen). Prachtig en meeslepend, schreef ik eerder over het eerste deel, en die woorden gelden ook voor deel 2. Maar een literaire prijs? Nee, helaas. Ivanov weigert nominaties, omdat eerdere boeken van hem werden genegeerd en hij niet mee wenst te draaien in de ‘literaire kringetjes’ waar volgens hem alles wordt bedisseld. En dat is jammer, want zo’n prijs – en dat Ivanov met Tobol een prijs zou winnen kan niet anders – zou een mooie publicitaire steun in de rug zijn voor de Nederlandse vertaling, waar serieuze plannen voor zijn.

In Rusland heeft Ivanov geen prijzen meer nodig. Hij behoort tot de productiefste en succesvolste schrijvers van dit moment. Werk van hem wordt verfilmd, al werd in het geval van Tobol de omgekeerde weg bewandeld. Ivanov schreef eerst het scenario voor een – nog niet voltooide – achtdelige tv-serie en werkte dat daarna pas uit tot een omvangrijk boek: 1526 pagina’s verdeeld over de twee delen. Veel plezier aan die tv-serie heeft hij overigens nog niet beleefd. Hij brak met de regisseur, die naar zijn idee het script op stompzinnige wijze versimpelde, en Ivanovs naam zal niet te zien zijn in de aftiteling. De onenigheid zorgde voor vertraging bij het schrijven van Tobol. Weinigen zijn uitverkoren, dat een half jaar later verscheen dan gepland.

Wat de verhaallijn betreft was er geen reden om Tobol in twee delen te laten verschijnen. Dat is alleen gedaan om het de uitgever en ook Ivanov zelf makkelijker te maken. De lezer gaat in deel 2 meteen verder waar hij gebleven was. De plot blijft even ingenieus, met draadjes die worden uitgerold en in elkaar gehaakt, met deels historische personen die verspreid over Siberië hun avonturen beleven, met wel als basis de stad Tobolsk, gelegen aan de rivieren de Tobol en de Irtysj. Ivanov toont zich daarbij over de volle lengte van het boek een meester: nergens worden al die draadjes een onontwarbare kluwen – hooguit staan de pagina’s waarop veldtochten uit vroeger eeuwen van Aziatische indringers even worden samengevat wel erg vol met vreemde namen.

Fanatieke oud-gelovigen, Zweedse krijgsgevangen, Russisch voetvolk, missionarissen, handelaren uit Boechara, de architect Remezov en zijn familie, gouverneur Gagarin, het lot van ieder is verweven met dat van de anderen. Met de Siberische tajga als decor jagen zij op geluk, roem en rijkdom. En als een schaduw hangt boven dat alles Peter de Grote, die als een tiran met veel te weinig tijd fanatiek grip probeert te krijgen op zijn uitdijende rijk. Bij de verovering van Siberië ging het vooral om de bonthandel. Die was indertijd net zo onmisbaar voor de overheid als olie en gas dat tegenwoordig zijn. De funeste invloed van de lucratieve bonthandel op de kwaliteit van het bestuur loopt als een rode draad door Ivanovs boek. Het is diefstal en corruptie alom en de trucs die worden uitgehaald voor persoonlijk gewin, vormen prachtige leesstof. Ivanov schuwt daarbij de grotere historische conclusies niet. Bijna laconiek schetst hij de kwalijke gevolgen van de rijke bonthandel voor de Russische landbouw (die hoefde niet hervormd te worden, de staat was toch al verzekerd van inkomsten), om daarna weer verder te gaan met de kleurrijke avonturen van zijn hoofdpersonen – het zijn er velen.       

Het belang van het bont betekende overigens de redding van de inheemse volken. Die werden niet uitgeroeid (zoals de indianen in Amerika), omdat zij veel bedrevener waren in het vangen van marters, sabeldieren en bevers dan de Russen. Handel en belasting heffen waren duidelijk betere opties. Dat betekende niet dat er met de inheemse bevolking zachtzinnig werd omgesprongen. Er is genoeg, aldus Ivanov, waar de Russen berouw over kunnen hebben. In zijn boek Tobol spelen de jagers en vissers, met hun ‘primitieve’ verering van de natuur en hun aanbidding van talloze goden, een belangrijke rol. Daarbij ontbreekt bij Ivanov zelfs maar de suggestie van morele superioriteit van de Russische nieuwkomers.

De twee delen van Tobol hebben alles in zich van een nationaal epos, maar die status zal het boek volgens Ivanov niet krijgen. In een interview zegt hij: “… Rusland kent zichzelf niet en wil zichzelf niet kennen. Niemand zit te wachten op romans over de periferie van het land, want dat is niet het centrum, niet Moskou. Zolang de Russische regio’s geen volwaardig deel van het land zijn, zal de literatuur (en film) over hen gezien worden als iets exotisch en niet als een nationaal epos.” Dat heeft het succes van Tobol in Rusland niet in de weg gestaan; de twee delen zijn allang bestellers geworden.

De vraag die zich bij lezing onherroepelijk aandient is: in hoeverre klopt het verhaal in historisch opzicht? Heeft Ivanov er van alles bij verzonnen om het verhaal smeuïger te maken? Die verleiding moet op de loer hebben gelegen en helemaal is hij daar niet aan ontsnapt. “De belangrijkste drive voor een ervaren schrijver is zo te schrijven dat de eigen verzinsels de algemene structuur van de geschiedenis niet kapot maken, dat geeft de grootste voldoening”, aldus Ivanov. Wie tijdens het lezen behoefte heeft aan enig historisch houvast: als een soort begeleidend boek bij Tobol verscheen Дебри. Россия в Сибири: от Ермака до Петра (Debri. Rusland in Siberië: van Jermak tot Peter). Daarin beschrijft Ivanov samen met Joelija Zajtseva in korte hoofdstukjes zonder enige opsmuk de geschiedenis die als basis diende voor het boek Tobol. De maliënkolder van Jermak, de vergeten stad Mangazeja, architect Remezov, het sjamanisme, de soldaten, de avonturiers… ze komen allemaal nog een keertje voorbij, in afgeslankte vorm. Debri telt 437 pagina’s.

En om af te sluiten: In september reis ik af naar Tobolsk. Wie de twee delen van Ivanovs Tobol heeft gelezen, moet een keer aan de oever van de Tobol en de Irtysj hebben gestaan en het kremlin van de stad, gebouwd door Semjon Remezov, met eigen ogen hebben aanschouwd.

----------

Recensies en interviews: hier, hier, hier, hier, hier. Mijn stukje over deel 1: hier.
Kijk uit, het filmpje hieronder verraadt het een en ander van de afloop van het boek.