Via 'Ivan Denisevitsj' belandde ik bij Het huis van Matrjona, een kleine parel uit het oeuvre van Solzjenitsyn.

————————

———————-

In de serie ‘Boeken die ik beslist nog een keer moet lezen’ was het de beurt aan: Een dag uit het leven van Ivan Denisevitsj, de novelle waarmee Aleksandr Solzjenitsyn in 1962 voor een sensatie zorgde. Voor het eerst werd er in de officiële Sovjet-literatuur geschreven over de Stalinkampen, en niet zomaar in een voetnoot of een terzijde, nee, meteen in de vorm van een compleet verhaal.

Eerder kwam in deze serie aan bod de novelle Sofja Petrovna van Lidija Tsjoekovskaja. Ik schreef er een stukje over, want ik was er flink van onder de indruk. Helaas, dat gold niet voor Een dag uit het leven van… Het was een boek waar de Sovjet-lezer om zat te springen, het was een mijlpaal, en had Solzjenitsyn verder niks meer geschreven, dan nog zou hij een ereplaats hebben ingenomen in de Russische literatuurgeschiedenis. Maar we zijn bijna zestig jaar verder en er is al zo veel meer geschreven over de Goelag. Wanneer je bijvoorbeeld de verhalen van Varlam Sjalamov hebt gelezen, die aankomen als een mokerslag, dan doet Een dag uit het leven van… bijna vlak en kleurloos aan. *)

Uiteraard is het niet zo dat de literaire waarde van een boek bepaald wordt door de verschrikkingen die erin worden beschreven: hoe erger die verschrikkingen, hoe beter het boek. Wat mij in de weg zat, is de begrijpelijke neiging van Solzjenitsyn om zijn lezers voor te lichten. Natuurlijk wilde en moest iedereen weten wat zich al die jaren had afgespeeld in die duistere Goelag, die zo velen had opgeslokt van wie nooit meer wat was vernomen. Maar wanneer dat, nogal schematisch, is getoond en uitgelegd, aan de hand van die ene dag uit het leven van kampbewoner Ivan Denisevitsj, blijft er (nogmaals: voor de lezer uit 2020 die zich al min of meer een beeld heeft kunnen vormen van de Goelag) minder over dan ik had verwacht. Ik las de laatste bladzijden diagonaal.

Toen nam ik, na enig aarzelen, een uitstekend besluit. Mijn uitgave van Een dag uit het leven van Ivan Denisevitsj bevatte een tweede novelle van Solzjenitsyn: Матрёнин двор / Het huis van Matrjona, uit 1963. Moest ik daar nou ook nog aan beginnen? Bovendien, ik had dat toch al eens gelezen? Waar het precies over ging kon ik me niet meer herinneren, maar dat zegt op mijn leeftijd niet zo veel meer. Ik nam het toch ter hand en begreep al snel: dit heb ik helemaal niet eerder gelezen. (Ik had het verward met Afscheid van Matjora van Valentin Raspoetin). En ik begreep ook al snel dat ik in iets prachtigs bezig was. Hier zat de publicist Solzjenitsyn de schrijver niet meer in de weg, zoals dat in Een dag uit het leven van… zo duidelijk wel het geval was.

Het huis van Matrjona schetst een somber beeld van een Russisch dorp in de tweede helft van de jaren vijftig. Matrjona is een alleenstaande vrouw. In de Eerste Wereldoorlog raakte haar aanstaande echtgenoot vermist. Toen die onverwacht alsnog terugkeerde, was ze inmiddels met zijn broer getrouwd. Díe op zijn beurt verdween, voorgoed, in de Tweede Wereldoorlog. De teruggekeerde eerste broer, met zware wenkbrauwen, boosaardig en slecht ter been, blijft als een noodlottige schaduw een rol spelen in Matrjona’s leven. Ze probeert zich staande te houden in een dorp, waar, zoals overal op het platteland, collectivisatie en terreur een vernietigend spoor hebben getrokken. Die boodschap krijgt de lezer nergens expliciet ingewreven (dan zou de novelle ook nooit door de censuur zijn gekomen), maar druipt, dankzij het meesterschap van de schrijver Solzjenitsyn, toch van de regels af. Alleen de beschrijving al van de ‘strooptochten’ van de vrouwen in het dorp, die op zoek naar wat brandstof gestoken turf moeten stelen…  Ook de rechtschapen Matrjona doet eraan mee. Met moeite maait ze wat gras voor de geit, ziek en zwak draaft ze gehoorzaam op voor onbetaald werk in de kolchoz, en ondertussen voelt ze hoe dorpsgenoten azen op haar huis, dat immers veel te ruim is voor haar alleen. Met haar dagelijkse bezigheden op en rond het erf overstemt ze haar verbittering en geeft ze haar leven zin.  

De situatie op het Russische platteland (en in het bijzonder het lot van de Russische boerenvrouw) in de jaren na de Tweede Wereldoorlog is altijd betrekkelijk onderbelicht gebleven. In het Nederlands taalgebied zijn de documentaire Liefde is aardappelen van Aliona van der Horst en, van wat langer geleden, het boek Het verdriet van Rusland van Marius Broekmeyer indringende en waardevolle bronnen. Het Huis van Matrjona is in het Nederlands verschenen **) en valt in dezelfde categorie. En ja, Solzjenitsyn wordt wel verweten dat hij het ‘oude’ Russische dorp idealiseert. Het huis van Matrjona biedt zijn critici wat dat betreft ook wel enige munitie, zoals bijvoorbeeld de slotregels: “Wij leefden allemaal naast haar en begrepen niet dat zij die rechtschapene (праведник) was zonder wie, zoals het gezegde wil, het dorp niet kan bestaan. Noch de stad. Noch heel onze wereld.”

Ach, het zal wel, die critici. Ik sluit me liever aan bij het oordeel van Anna Achmatova en Lidija Tsjoekovskaja, die beiden Het huis van Matrjona hoger aansloegen dan Een dag uit het leven van Ivan Denisevitsj. Achmatova: “Een verbazingwekkend werk… Verbazingwekkend, dat dat kon verschijnen… Het is veel erger dan ‘Ivan Denisovitsj’, want daar kon je alles nog afschuiven op de persoonsverheerlijking (van Stalin – EH). Maar hier… Want het is niet Matrjona, maar het hele Russische dorp dat aan stukken gaat.” Tsjoekovskaja: “Hier zie je een groot kunstenaar.”

————————————

*) Dat was ook, zo meende ik, het verwijt van Sjalamov aan Solzjenitsyn; dat die een parodie had geschreven op het ‘echte’ kampleven, zoals Sjalamov dat zelf in de hel van de Kolyma had moeten doorstaan – maar dat had ik mis. Mijn uitgave van Een dag uit het leven van… bevat een uitgebreid commentaar, met daarin onder meer citaten uit een zeer lovende brief van Sjalamov aan Solzjenitsyn. Ja, schrijft hij, Een dag uit het leven van… gaat weliswaar over een “licht” kamp, maar alles is wel “waarheidsgetrouw”. Die kampen waren er ook, en de “echte” Goelag, aldus Sjalamov, sijpelt in de novelle door in de herinneringen van Ivan Denisovitsj aan een eerder, veel zwaarder kamp.)

**) In :Halverwege : zeven moderne Russen / vertaald en ingeleid door Charles B. Timmer.

———————

Aleksandr Solzjenitsyn leest Het huis van Matrjona: