Krim, Donbass? Doping, Black Lives Matter? Wat zeg je dan als Russische Olympiër in Tokio?

———————-

Olympisch Stadion. (Foto: Arne Müseler / www.arne-mueseler.com)

———————

Je bent een topsporter uit Rusland en je bent uitgezonden naar de Olympische Spelen in Tokio. Je probeert je voor te bereiden op de marathon of zit met je roeimaten nog na te genieten van die geweldige finale van de vier-zonder, komt er zo’n vervelende buitenlandse journalist op je af met vragen over de Krim, Black Lives Matter, #MeToo, doping of de Russische vlag die overal zo nadrukkelijk ontbreekt. Wat moet je dan?

Dat heeft het Russisch Olympisch Comité aan de sporters uitgelegd, in de vorm van waarschuwingen en instructies. Verzoeken om interviews kunnen een “provocerend karakter” hebben en Olympiërs in een onaangename situatie brengen. De simpelste uitweg bij een politiek thema is, aldus het ROC, te reageren met: Geen commentaar. Toch krijgen de sporters een paar handzame antwoorden aangereikt.

Gaat het over Black Lives Matter, zeg dan tegen de journalist dat iedereen zelf zijn houding tegenover die beweging moet bepalen. “Maar de Spelen mogen in elk geval geen platform worden voor bepaalde acties of gebaren.” De Krim? Donbass? “Sport moet buiten de politiek blijven.” Dopingschandalen? Daar heeft de Russische sporter volgens de instructies niks over te melden, want hij of zij is daar nooit bij betrokken geweest, en wat de anti-Russische sancties betreft, daar moeten degenen die ze hebben ingevoerd maar commentaar op geven. Ongewenste intimiteiten? “Daar heb ik nooit wat van gemerkt in mijn carrière, maar ik weet dat dit probleem in veel landen bestaat.”           

De krant Vedomosti, die een kopie van de instructies inzag, sprak met parlementslid en olympisch schaatskampioene Svetlana Zjoerova, die de richtlijnen voor de olympische ploeg relativeert. Volgens haar worden de sporters niet van hogerhand gecontroleerd en heeft iedereen recht op een eigen mening. Volgens haar zijn zulke handleidingen ongebruikelijk in Rusland, maar zijn ze alom gangbaar in het Westen. Bovendien, aldus Zjoerova, ging het er ten tijde van de Sovjetunie wel strenger aan toe.

Dat klopt. Wie toen naar het buitenland mocht, doorliep eerst een vrij stevige procedure om elementen van twijfelachtig ideologisch allooi binnen de poort te houden. Wie door de poort naar buiten mocht, kreeg heldere instructies mee. En na afloop werd er dan uitgebreid verslag gedaan over het gedrag van de leden van de delegatie. Boeiend is in dat opzicht het rapport dat de Sovjet-ambassade in Oostenrijk naar Moskou stuurde na afloop van de Olympische Winterspelen in Innsbruck in 1964. (Het volledige rapport is hier te lezen.)

Volgens de ambassade hadden Westerse veiligheidsdiensten en emigrantenorganisaties getracht om de Olympische Spelen te gebruiken voor ondermijnende activiteiten tegen de socialistische landen. Door anti-sovjetliteratuur te verspreiden was getracht sporters aan te zetten tot landverraad en emigratie. Er waren ook bijbels uitgedeeld en de katholieke kerk had zich zeer actief getoond. En er was geprobeerd om sporters uit de socialistische landen de levenswijze van de “zogenaamde vrije wereld” op te dringen door aan te sturen op bezoeken aan “bedenkelijke etablissementen”.

“Opgemerkt moet worden dat de Sovjet-sportdelegatie zich waardig heeft gedragen en zich niet heeft laten provoceren. Provocateurs kregen lik op stuk bij hun pogingen om individuele Sovjet-sporters te verleiden tot ‘openhartige’ gesprekken”, zo meldt het rapport tevreden. Helemaal ongeschonden kwam het socialistische kamp niet uit te strijd. Ondermijnende activiteiten van Hongaarse, Tsjechoslowaakse, Poolse en zionistische organisaties hadden ertoe geleid dat zeven Hongaarse en vijf Tsjechoslowaakse toeristen en één sporter uit Oost-Duitsland niet haar huis waren teruggekeerd, aldus de ambassade. *)

——————————-

Het lijkt me als sporter best handig om een beetje voorbereid te zijn op lastige vragen. Het is een vorm van mediatraining waar je een hoop gedoe mee kan voorkomen. Elke voetballer in onze eredivisie die na een wedstrijd de hemel in wordt geprezen, weet dat hij in zijn reactie ‘het team’ moet noemen. Ik ga wel extra aandachtig de interviews met Russische sporters in Tokio volgen. Eens kijken of de instructies van het Russisch Olympisch Comité worden opgevolgd. Mijn favoriete antwoord zal zijn (omdat het zo nadrukkelijk riekt naar die late Sovjet-tijd, toen ik bijna dagelijks de Pravda en Izvestija doorploegde): “Daar heb ik nooit wat van gemerkt in mijn carrière, maar ik weet dat dit probleem in veel landen bestaat.”    


*) Die ene sporter was rodelaarster Ute Gähler, die vier jaar later als Ute Scheiffele voor West-Duitsland deelnam aan de Spelen van Grenoble.