Op de pop- en rockpodia van de USSR: mijn muziekvrienden in Voronezj en Leningrad – 2.

——————————-

——————————-

Het was een vrij koddig contrast: boven het filmdoek hing een banier met in krachtige kapitalen: WE ZULLEN DE BESLUITEN VAN HET 26STE PARTIJCONGRES TEN UITVOER BRENGEN! Op het filmdoek eronder sprongen de twee dames van ABBA vrolijk zingend op en neer op een podium in Australië. ABBA The Movie draaide in Voronezj.

Het was begin jaren tachtig. De honger naar Westerse muziek onder de jeugd van Rusland was groot. Af en toe werd die via officiële kanalen een beetje gestild. Zo kon het gebeuren dat zelfs in het wat slaperige Voronezj, in de filmzaal van het Huis der Officieren aan de Prospekt van de Revolutie ABBA te zien was. Helemaal zonder risico werd dat niet geacht en daarom ging aan het filmspektakel een waarschuwing vooraf: “Wat u nu gaat zien is een typisch voorbeeld van Westerse propaganda. Veel jonge mensen worden getoond die hun vrije tijd doorbrengen met het luisteren naar popmuziek. Iedereen lacht en lijkt gelukkig. Maar over tien jaar, wanneer ze allemaal werkeloos zijn, lachen ze dan nog steeds?”

Een maand later zat ik een aantal weken in Leningrad. Daar had ik speciaal toestemming voor moeten vragen, want op mijn visum stond enkel en exclusief Voronezj aangegeven. Onder het mom van noodzakelijk bibliotheekbezoek (mijn verblijf van een half jaar in Rusland was bedoeld voor studie; ik werd geacht aan mijn scriptie te werken) had ik een aanvraag ingediend voor een reisje naar het noorden. Ik wilde daar bij Russische vrienden Oud en Nieuw gaan vieren – wat ik bij mijn aanvraag maar niet had vermeld. Ik kreeg groen licht en het decanaat regelde een treinticket voor me.

Na bijna vier maanden in het niet al te uitbundige en qua voedselvoorziening ondermaats bedeelde Voronezj was Leningrad in veel opzichten een flinke overgang. Daar lagen complete kippen in de vitrines! Eén ding was wel hetzelfde: toen ik op een avond het Gorki Cultuurpaleis betrad om eens kennis te maken met muziek van de Magnetic Band uit Tallin, zag ik daar boven het podium weer zo’n banier hangen: WE ZULLEN DE BESLUITEN VAN HET 26STE PARTIJCONGRES TEN UITVOER BRENGEN!        

Het contrast met wat zich onder dat banier afspeelde, was nog veel groter dan eerder in het Huis der Officieren in Voronezj. Hier geen vrolijke Zweedse melodietjes, nee, hier werd tot mijn aangename verassing stevige rock and roll ten gehore gebracht, ook tot genoegen van de Russische toehoorders, van wie er enkelen overeind kwamen om lekker te dansen, om meteen weer naar hun stoel gedirigeerd te worden door een van de drie aanwezige agenten in uniform. Een dag later ontmoette ik de voorman van de band, drummer en toetsenist Gunnar Graps. Ja, wel leuk, dat enthousiasme van het publiek, vertelde hij, maar ook zorgwekkend: te veel wilde taferelen kon leiden tot een annulering van de concerten die nog in Leningrad gepland stonden.

Singeltje uit 1981. Op het hoesje wordt de band beschaafd ‘ensemble’ genoemd.

Met handtekening! Tweede van rechts Gunnar Graps.

Met handtekening! Tweede van rechts Gunnar Graps.

Voor de sympathieke leider van de Magnetic Band had de Westerse pop- en rockmuziek weinig geheimen. In Estland kon hij de Finse tv ontvangen en alle bekende bands kende hij niet alleen van horen, maar ook van zien. Daardoor geïnspireerd waren de optredens van Graps en zijn mannen zeer levendig, met rondspringende gitaristen en een wilde solo van Graps achter de drums. Om te begrijpen welke krachten een groep als Magnetic Band daarbij tegenover zich vond, volstaat een citaat uit het tijdschrift Moezikalnaja Zjizn (Muziekleven) van maart 1982, uit een verslag van een muziekfestival: “Het grootste gedeelte van het repertoire van de groepen voldeed aan de eisen van deze tijd, aan de opgave van de patriottische en esthetische opvoeding van de massa, weerspiegelde het heroïsche verleden van de volkeren van ons vaderland, de strijd voor de vrede en de rol van de Communistische Partij in het leven van het Sovjetvolk.”

Ik trok nog een paar dagen op met de muzikanten, die rond de optredens uiterst relaxed waren – typisch Ests, zo zeiden mijn Russische vrienden. Uitzondering was het moment dat de geluidsman de diefstal van twee microfoons ontdekte. “Typisch Leningrad, bij ons in Estland gebeurt zoiets niet!”, brieste hij. Apparatuur was een verhaal apart in die tijd. Elke band zat te springen om Westerse spullen, van een gedegen drumstel tot een zekeringetje voor een kapotte synthesizer. De geluidsman had een recent nummer van het Engelse tijdschrift Melody Maker bij zich. Een advertentie voor een mixer had hij omcirkeld. “Als ik dat dingetje eens op de kop kon tikken, dan was ik van een hoop problemen af.”

Magnetic Band was in 1980 een van de winnaars van het legendarische rockfestival van Tbilisi, samen met Masjina Vremeni. Die tweede groep, van voorman Andrej Makarevitsj, bleef overeind in de jaren die volgden. Magnetic Band verdween gaandeweg uit de frontlinie, misschien mede doordat in Estland de protestcultuur steeds meer gestalte kreeg in het repertoire van zangkoren. (Over die zangculuur hier een recent artikel.) Gunnar Graps behield zijn status als rockpionier, maar raakte wel de weg kwijt. Hij beproefde zijn geluk in de VS, keerde in de jaren negentig terug in het onafhankelijke Estland, werkte als deejay op de veerboot Estonia en belandde wegens smokkel van anabole steroïden in 1993 een paar maanden in een Zweedse cel - vermoedelijk tot zijn geluk: het jaar daarop verging de Estonia. Na zijn vrijlating waren er plannen voor een comeback en een tournee door Rusland. Het kwam er niet meer van. In mei 2004 overleed hij, 52 jaar oud, aan een hartaanval.

———————-

Bovenstaand verhaal is, net als deel 1, deels gebaseerd op artikelen die ik schreef voor de Volkskrant (27-8-1982) en Muziekkrant Oor (nummer 2, 1983).