corona

Russische humor tijdens corona – musea en bibliotheken missen hun dommige bezoekers

————————

———————-

Culturele instellingen zitten in Rusland net als bij ons vanwege corona op slot, en het personeel heeft het er moeilijk mee. Het is stil in de zalen, bij de kassa, de garderobe, zo stil dat zelfs de bezoekers die altijd voor ergernis zorgden nu erg worden gemist. Waar zijn jullie? Kom zo snel mogelijk weer op bezoek! Echt, we zullen ons nooit meer ergeren aan domme vragen of boos worden, wanneer iemand weer eens met zijn tengels ergens aan zit.

Het Poesjkin Theater in Krasnojarsk begon ermee en kreeg al snel navolging. Overal tonen suppoosten, rondleiders, bibliothecaressen en dames van de garderobe hun noodkreet. “Niemand vraagt meer om een boek uit zijn jeugd te vinden zonder dat hij schrijver of titel nog weet”, zo geeft de bibliothecaresse hierboven uiting aan haar heimwee. Hieronder een verdere selectie. Mogelijk volgt er nog een tweede, want zulk gevoel voor humor doet iedereen goed.

Niemand vraagt meer: u hebt zeker veel gelezen?

Niemand noemt een zwaan nog een gans

Niemand vraagt meer of hij het pak mag passen

Niemand vraagt meer: smaakt het net als vroeger?

———————-

Niemand vraagt waarom we ze doodgemaakt hebben

Niemand knabbelt nog aan de ‘soesjki’ aan de samovar

Niemand probeert meer een riddergevecht te houden met dit strijkijzer

Niemand eist nog dat Harry Potter wordt verwijderd vanwege recepten van gevaarlijke toverdrankjes

Niemand vraagt: * Is het huisje echt? * Waar sliep Lermontov? * Wat at de dichter? * Heeft hij over deze stenen gelopen? * Waar, waar is de Elbroes te zien?

———————-

Niemand vraagt nog: leven ze?

Niemand mikt meer met een boog op de zaalwachter

Niemand meer die mij een muts noemt

Niemand zegt nog dat Dmitri Donskoj op Vladimir Petrovitsj lijkt

———————-

Niemand meer die denkt dat ik een hond ben

Samuel, de poes van het stadsmuseum van Oelan-Oede: Niemand aait me meer

Niemand vraagt meer om hangertjes

Niemand sluit nog een ampèremeter parallel aan,

——————-

En de eerste prijs gaat naar deze dame van de garderobe met haar hartverscheurende noodkreet: “Houdt het dan nooit op, dat niet kwijt zijn van de nummertjes?”

————————

Hier nog een eerder voorbeeld van onweerstaanbare Russische humor ten tijde van corona.

Busrit door een verdoofde stad – Sint-Petersburg tijdens corona.

————————

Zagorodny Prospekt © Alex Fedorov, Wikimedia Commons

————————

Wie hij precies is, weet ik niet, maar hij houdt van Sint-Petersburg. Hij beheert een bescheiden YouTubekanaal en noemt zichzelf flackelf. Hij stapt bij het Finland station op de bus voor een lange rit naar het Toergenev plein. Hij gaat medicijnen brengen bij iemand die slecht ter been is. Na een klein stukje van de route pakt hij in de Koejbysjev straat zijn telefoon en begint te filmen: de straten van de stad tijdens corona. Hij geeft commentaar, maar is door zijn mondkapje lastig te verstaan. Toch ontpopt hij zich als een prima gids. Keurig noemt hij de bezienswaardigheden op, zoals de magnifieke villa van Matilda Ksesjinskaja (1.45) en even later de Petrus en Paulus-vesting. Pas op en na de brug over de Neva begint op te vallen hoe leeg de straten echt zijn. Bij de passage van de Nevski Prospekt wordt het beklemmend. Je schrikt ervan. De beroemdste straat van de stad lijkt wel verdoofd. Deel 1:

———————

“Een prima tijd voor een excursie door de stad met een bus”, zegt onze reisleider, die duidelijk groeit in zijn rol. Hij gaat verder dan het benoemen van het stedelijk landschap en uit bijvoorbeeld zijn verbazing over de prijs van mondkapjes, te koop bij een apotheek (5.47): 50 roebel. Drie keer zo duur als normaal, meldt hij. Ondertussen worden de haltes, nogal vervreemdend, aangekondigd met dezelfde opgewekte stem als voorheen. Ook de (gesloten) theaters in de buurt worden keurig genoemd. En daar is het Hooiplein; vanaf de Nevski tot hier was het deze keer maar vier, vijf minuten. “Normaal ben je te voet soms sneller.” En eindelijk stappen er ook andere passagiers in (7.27). Tot dan toe had onze reisleider alleen gezelschap gehad van de conductrice, die af en toe zit te bellen – wat moet ze anders.

———————-

We zijn nog steeds op de Sadovaja. Een gesloten bloemenwinkel, meldt de reisleider. En de kapper, ook dicht. “Kennelijk zijn de haren opgehouden te groeien met het coronavirus.” En voor wie zijn kennis van het Russisch wil uitbreiden, is hier misschien een nieuwe uitdrukking: sommige cafés werken nog wel, vertelt onze gids, maar alleen на вынос / om mee te nemen. Op 4.23 kondigt hij een mooi plekje aan: de Nikolski kathedraal, en hij wijst op het hek langs het Girbojedovkanaal: dat hek herinnert zich Poesjkin en Dostojevski nog, zegt hij. “Dat staat er en staat er, en ‘overstaat’ [prachtig: перестоит, als ik dat tenminste goed versta] ook ons en nog veel meer generaties.”

En dan is de rit voorbij: “Ik ga er bij de volgende uit. Dat was het, we nemen afscheid.” 

———————

Nog heel even filmt onze reisleider de straat. Je hoort hoe door een luidspreker de corona-maatregelen nog eens worden omgeroepen. En dan zegt hij: “De gelukkigste wezens zijn nu de honden. Die hebben nog nooit zo veel en zo lang gewandeld! Zo veel honden als nu heb ik nog nooit gezien.” 

——————-