Oezbekistan

Sidney Jackon: Hoe een kleermaker uit de Bronx strandde in het Rusland van Nicolaas II en de grondlegger werd van de bokssport in de USSR - 2

-------------------


Sidney Jackson, leerling-kleermaker uit de Bronx en een van de beste Amerikaanse boksers in het vedergewicht, zit tijdens de Eerste Wereldoorlog klem in Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan (zie deel 1). Terwijl de wereld in brand staat, verdient hij, vergeten door de Amerikaanse diplomaten, een grijpstuiver op een kledingfabriek. Geld voor de thuisreis heeft hij niet.

Stilletjes wachten op betere tijden ligt niet in de aard van de vechtersbaas. In 1918 sluit hij zich aan bij de Internationale Brigade, die aan de zijde van het Rode Leger in Centraal Azië vecht in de burgeroorlog. Drie jaar, twee verwondingen en meerdere onderscheidingen later, keert Jackson terug naar Tasjkent, waar hij sportinstructeur wordt bij Vsevoboetsj, de organisatie die burgers militaire vaardigheden moet bijbrengen en die alle sportfaciliteiten van de stad in beheer heeft gekregen. De Fortuna Sportclub wordt zijn thuisbasis.

De vedergewicht ziet zijn kans schoon om zijn geliefde boksport – nauwelijks bekend in Oezbekistan -  te promoten. Met paardenleer en zeewier fabriceert hij handschoenen en boksballen en in een park maakt hij een boksring. De eerste boksclub in de jonge Sovjetunie is een feit.

Jackson doet ook zijn best om tennis, zwemmen, atletiek en voetbal van de grond te krijgen. In 1921 is hij een van de drijvende krachten achter de Centraal-Aziatische Olympiade, die onder meer tot doel heeft om ook de moslimvrouwen tot sport te bewegen. Dat is bepaald geen vanzelfsprekendheid in Tasjkent, en één van de activisten die in het oude stadsdeel vrouwen probeert te interesseren, brengt het er niet levend vanaf.

Tasjkent, jaren twintid. (Foto: Max Penson)

Dan komt de Amerikaanse diplomaat Howard Rand op bezoek. Hij heeft de uitreispapieren voor Sydney bij zich, maar die hoeft ze niet meer. Te lang heeft hij zich vergeten gevoeld. “Het is een grote eer om een Amerikaans staatsburger te zijn, het is nu een nog grotere eer om hier werkzaam te zijn”, vertelt hij Rand. In 1922 krijgt Sydney Jackson een Sovjetpaspoort.

Eind jaren twintig trouwt Jackson met Berta Braginskaja, net als hij van joodse komaf. Ze krijgen een zoon en een dochter. Voor de zekerheid (midden jaren twintig was de bokssport in de USSR enkele jaren verboden) besluit Jackson ook aan een ‘gewone’ carrière te werken en met enige moeite – hij heeft geen studiehoofd – schopt hij het tot leraar Engels.

Rifkat Azihanov - Jackson met zijn boksers

Rifkat Azihanov - Jackson met zijn boksers

De bloedige jaren dertig komt hij ongeschonden door – voor een buitenlander, met joodse wortels bovendien, bepaald geen vanzelfsprekendheid. Al die tijd, en ook na de Tweede Wereldoorlog, blijft hij nauw betrokken bij de bokssport, vooral als trainer. Het levert hem de titel Verdienstelijk Trainer van de USSR op, waarmee zijn bijdrage aan de bokssport wordt onderstreept. Meerdere keren wordt een Oezbeeks team met zijn leerlingen kampioen van de Sovjetunie. Jackson heeft onder meer de jonge Roefat Riskijev onder zijn hoede, die in 1974 wereldkampioen wordt in het middengewicht.

Jackson maakt dat niet meer mee. Hij overlijdt in 1966, kort voor zijn 80ste verjaardag. Amerika zag hij nooit meer terug, verschillende aanvragen voor een uitreisvisum werden door de Sovjetautoriteiten afgewezen. Wel krijgt hij in Tasjkent twee keer bezoek van zijn zus Rosa. Wanneer hij uiteindelijk wel toestemming krijgt voor een reis naar zijn geboorteland, is het te laat. Jackson is dan al te zeer verzwakt door maagkanker. Rosa komt in 1970 nog een keer naar Tasjkent en legt bloemen op zijn graf. Dat doen ook de boksers die meedoen aan het jaarlijkse bokstoernooi in de Oezbeekse hoofdstad dat zijn naam draagt: Sydney Jackson, kleermaker uit de Bronx, grondlegger van de bokssport in de Sovjetunie.

Deel 1.

(Dit artikel is grotendeels gebaseerd op: Jim Riordan: Sidney Jackson: An American in Russia’s Boxing Hall of Fame (Journal of Sport History, Vol 20, No 1.) 

Sidney Jackon: Hoe een kleermaker uit de Bronx strandde in het Rusland van Nicolaas II en de grondlegger werd van de bokssport in de USSR - 1

------------------

Waarom over het leven van Sidney Jackson nog geen film is gemaakt, is mij een raadsel. Een joodse vechtersbaas uit de Bronx strandt tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Rusland van Nicolaas II. Hij probeert via het zuiden naar Amerika terug te keren, maar komt niet verder dan Tasjkent. Daar groeit hij uit tot de grondlegger van de boksport in de Sovjetunie, het land dat hij niet meer kan verlaten. Zijn pupillen winnen olympische medailles. Nog ieder jaar leggen boksers bloemen op zijn graf in Tasjkent.

Onlangs schreef ik een stukje over fotograaf Max Penson, vooral bekend door zijn foto’s die hij tussen de twee wereldoorlogen maakte in Oezbekistan. Het bijschrift bij bovenstaande foto intrigeerde me: ‘Team of Uzbekistan boxers. Chief coach S. Jackson on the right.’  

Chiefcoach S. Jackson? Ik vermoedde dat we hier te maken hadden met een Amerikaan. Eerder had ik al gelezen (en geschreven) over Amerikaanse arbeiders en ingenieurs die honkbal in de jonge Sovjetunie introduceerden. Maar die werkten in de pas opgerichte autofabriek van Gorki (nu Nizjni Novgorod). Dit was Oezbekistan. En … boksen?

Sidney Louis Jackson bleek al snel niet de obscure figuur waar ik hem voor hield. Een jaarlijks bokstoernooi in Tasjkent draagt zijn naam, een museum aldaar heeft een aan hem gewijde afdeling en er zijn twee Russische boeken over hem geschreven. Dat verbaast me inmiddels niet meer, want zijn levensverhaal lijkt me vrij uniek.

Sydney Jackson, 1912.

Sidney lijkt in de New Yorkse Bronx op te groeien voor kleermaker. Hij vindt echter zijn weg omhoog als vedergewicht-bokser en maakt deel uit van het Amerikaanse team dat in de zomer van 1914 op tournee is in Groot Brittannië. Tijdens een gevecht in Glasgow breekt hij zijn duim. Vechten zit er voorlopig niet meer in en Jackson besluit met een boksmaatje om dan maar wat meer van Europa te gaan zien. Via Scandinavië reizen ze naar Rusland en via Archangelsk en Sint-Petersburg belanden de twee in augustus in Moskou. Daar lezen ze in een Engelstalige krant dat de Eerste Wereldoorlog is uitgebroken.

Sidney en zijn makker (vermoedelijk Frank Gill, Russische bronnen noemen ook Ernie Flynn) telegraferen naar het Amerikaanse consulaat in de toenmalige hoofdstad Sint-Petersburg om advies. Een week later krijgen ze per brief te horen dat de westelijke route huiswaarts is afgesloten. Probeer via Tasjkent de grens met Afghanistan over te komen, luidt het advies.

Na aankomst in Tasjkent is de eerste gang naar het postkantoor. Nog in Moskou hebben Jackson en Flynn een telegram naar huis gestuurd met het dringende verzoek: stuur geld! Flynn heeft geluk, voor hem is geld overgemaakt en hij kan zijn reis vervolgen. Voor Jackson ligt er niks. Pas twee jaar later ontvangt hij een brief (geen geld) van zijn alleenstaande moeder. Die bleek te zijn verhuisd van New York naar Californië.

Jackson zit vast in een Centraal-Aziatische uithoek, waar – wat hij uiteraard niet weet - de nabije toekomst burgeroorlog en inlijving bij de USSR brengt. De vedergewicht is platzak en heeft weinig keus: hij scharrelt zijn centjes weer bij elkaar als kleermaker. Boksen? Daar hebben ze in Tasjkent nog nooit van gehoord. 

Deel 2.

Max Penson: topfotograaf uit de USSR die in Oezbekistan floreerde en ten onder ging

-------------

Mijn trouwe lezers die met smart zitten te wachten op deel 2 van het verhaal over fotograaf Margaret Bourke-White, moeten nog even geduld hebben. Er is een boek over haar onderweg (van ver), en zonder dat boek kan ik dat tweede deel niet schrijven. Dat biedt wel ruimte voor het werk van een andere fotograaf: Max Penson.

Ruim twee decennia werkte Penson (1893-1959), woonachtig in Tasjkent, voor de Pravda Vostoka (Waarheid van het Oosten), waarvoor hij de razendsnelle transformatie van  Oezbekistan in de jaren tussen de twee wereldoorlogen documenteerde. Jarenlang was zijn werk vergeten, tegenwoordig wordt hij gezien als een van de belangrijkste Sovjetfotografen uit de jaren twintig en dertig.

Hóe belangrijk is Pensons fotowerk precies? Hoe meer foto’s je van hem ziet (een uitgebreid archief vindt u hier), hoe lastiger die vraag te beantwoorden is. Aanvankelijk kom je ogen tekort, zo veel prachtigs komt voorbij! Maar gaandeweg groeit de twijfel. Wel erg veel van zijn werk is in scene gezet (er zijn foto’s waarop Penson zelf bezig is zijn personages op de juiste plek neer te zetten). En steeds weer die diagonale lijnen … bij foto honderdtien begint dat te vervelen.


Wat die enscenering betreft, daarbij had Penson niet veel keus. De Sovjetrepubliek Oezbekistan moest gepresenteerd worden als een samenleving die de feodale en islamitische boeien had afgeworpen en razendsnel op weg was naar een socialistische modelmaatschappij. Al die tractoren, al die lachende gezichten, al die bevrijde sportmeisjes in hun schaarse kleding … Wat betreft de ontwikkeling van de fotografie hadden heel veel foto’s ook níet genomen hoeven worden.

De instructies die Penson meekreeg, konden zeer expliciet zijn. Zo moest hij materiaal leveren voor het Sovjetpaviljoen op de Wereldtentoonstelling van 1939 in New York. Uit het directief: “U dient de nadruk te leggen op de vreugdevolle, vrije arbeid […], op de zorg voor de mensen. U dient het veelzijdige en interessante leven van Sovjetarbeiders te tonen tijdens hun vrije tijd: clubs, studie, culturele activiteiten, de opvoeding van kinderen, enz. Rekenend op Uw ervaring en meesterschap verwachten wij van U interessant materiaal.”      

Wie Pensons vele foto’s bekijkt, ziet meteen dat een dergelijk directief gold voor al zijn werk. Heeft hem dat gehinderd in zijn ontwikkeling als fotograaf? Ondanks het vele mooie werk dat hij binnen die strakke kaders heeft afgeleverd, lijkt me dat zeer waarschijnlijk. Het zijn juist de beelden die niet (of slechts gedeeltelijk) zijn geënsceneerd, die op mij de meeste indruk maken. Van alle foto’s van Penson die ik zag, is dit mijn favoriet: 

Ongetwijfeld heeft Penson hier gevraagd: jongens, ren even netjes in een rij voorbij. Maar toch, door de niet volledig controleerbare beweging van de hardlopers ademt dit beeld een spontaniteit die verlangt naar meer. De wrange vraag luidt dan: hoeveel prachtige foto’s zijn er door Penson niet gemaakt.

Op de site waar het werk van Person wordt ontsloten, ontbreken helaas bij verreweg de meeste foto's de locatie en het jaartal. 

---------------------


“Het socialistisch realisme heeft hem dingen laten doen die hij niet wilde”, vertelt Pensons zoon Miron. Expressieve close-ups moesten wijken voor bredere beelden van mensen die Lenin en Stalin vereerden. Ook heeft Penson werk vernietigd. Miron herinnert zich hoe zijn vader op de binnenplaats foto’s verbrandde.

Eind jaren veertig, ten tijde van Stalins anti-kosmopolitische campagne, werd Penson als jood hard getroffen door een berufsverbot. Zijn accreditatie werd ingetrokken en als fotograaf kon hij niet meer aan de slag. Hij leidde een steeds meer teruggetrokken bestaan en werd depressief. In zijn laatste jaren retoucheerde hij foto’s: in een bizar ritueel verwijderde hij de ogen van mensen en gaf ze nieuwe. Penson overleed in 1959. Eén enkele bron spreekt van zelfmoord.      

Max Penson

Max Penson