De olympische Bloed-in-het-waterwedstrijd. Hoe het Hongaarse waterpoloteam in 1956 afrekent met de Sovjetunie.

-------------------

Was het de meest beladen wedstrijd ooit in de geschiedenis van de Olympische Spelen? De waterpolowedstrijd die op 6 december 1956 om 15.25 uur begon in het Olympisch zwembad van Melbourne, tussen Hongarije en de Sovjetunie? Dat is natuurlijk moeilijk meetbaar, maar onwaarschijnlijk is het niet. “De Hongaren hadden geen tanks, ze hadden alleen een bal in het water. Ze maakten er een oorlog van.”

Bijna hadden de Hongaarse waterpoloërs, oppermachtig in de jaren vijftig, op de Spelen in Melbourne ontbroken. In 1952 hadden ze in Helsinki olympisch goud veroverd en het staat wel vast dat de titelverdediger in Melbourne opnieuw zal toeslaan. Maar op 4 november 1956, achttien dagen voor het begin van de Spelen, vallen tanks van het Warschaupact Hongarije binnen. Moskou wil een einde maken aan de democratische aspiraties van de Hongaren, die zich los aan het wringen zijn uit het keurslijf van het Kremlin, 

Terwijl de tanks Boedapest binnenrollen en er bij straatgevechten honderden doden vallen, zit het Hongaarse waterpoloteam geïsoleerd in een trainingskamp in de heuvels boven de stad. Ervin Zádor, de jonge ster van het team, glipt ’s nachts de stad in, loopt door de gehavende straten om zijn familie op te zoeken. “Het kan zijn dat ik voorlopig niet thuiskom”, zegt hij tegen zijn moeder. Zádor heeft zijn besluit dan al genomen: hij zal na de Spelen niet terugkeren.


Even is het onzeker of de waterpoloploeg wel kan afreizen naar Australië, maar met een bus wordt Tsjechoslowakije bereikt en vandaar reist de ploeg verder, verscheurd door angst en twijfel. In Melbourne begrijpen de sporters uit de kranten pas echt wat er in hun land allemaal gebeurd is. In het Olympisch dorp wordt een kleine protestactie gehouden: de communistische Hongaarse vlag wordt vervangen dooreen ‘schone’; zonder hamer en rode ster. Achter zo’n schone vlag lopen de Hongaren ook mee in de openingsceremonie.

Hongarije plaatst zich ondanks de bizarre ‘voorbereiding’ zonder problemen voor de halve finales van het waterpolotoernooi. De volgende tegenstander in het water: de Sovjetunie.

De ploegen kennen elkaar goed. In 1954 is er in Boedapest gezamenlijk getraind. De Russen maken opnames en proberen de speelwijze van de Hongaren te imiteren. Boris Markarov, lid van de Russische waterpoloploeg: “Zij waren de meesters. Wij konden veel van hen leren.”

Mocht dat tot enige warme gevoelens hebben geleid, dan is daar op 6 december 1956 niets meer van over. István Hevesi: “De schoften! Het vuur van binnen brandde zo fel.” Alex Tarics, in 1936 met Hongarije winnaar van Olympisch goud: “Ze hadden geen geweren, geen tanks, geen vliegtuigen; ze hadden alleen maar een bal. Van een gewone wedstrijd maakten ze een oorlog.“ Voor de Russen is het anders. Joeri Sljapin: "Voor ons was het een sportwedstrijd. Niemand zei: voor het vaderland, voor Stalin! We wilden gewoon winnen.”  

Hongarije kán die middag niet verliezen – en dat gebeurt ook niet. Het gaat er snoeihard aan toe en de Hongaren delen flink uit. Oud-speler Nick Martin denkt er nog altijd met een grijns aan terug: “Zoals de Russen zeggen: waterpolo is geen pingpong.” Hongarije neemt een 4-0 voorsprong. Zádor treitert zijn directe tegenstander Valentin Prokopov: “Je ben een looser, je moeder is een looser en nog veel meer. De wedstrijd is gepeeld en je bent een zielige looser.” Kort voor tijd, wanneer Zador even een andere kant opkijkt, haalt Prokopov uit. Het levert het beeld op, boven aan dit verhaal, dat de wereld rondgaat en de wedstrijd zijn bijnaam verschaft: de Bloed-in-het-waterwedstrijd.

Het zwemstadion, waar de sfeer toch al geladen was, ontploft. “Hongarije, Boedapest!” klinkt het massaal. De toeschouwers moeten worden tegengehouden en wanneer de ploegen naar de kleedkamer gaan (het duel wordt niet meer hervat), houdt politie beide teams gescheiden.

Deszö Gyarmati relativeert: “Het was allemaal niet zo verschrikkelijk als de pers het deed voorkomen. Dat de Russen barbaren waren en hun imago hadden bezoedeld. Ze waren barbaren op een andere manier, maar niet in deze wedstrijd.”  


Hongarije - zonder Zádor - wint de finale met 2-1 van Joegoslavië. De USSR klopt Duitsland en wint brons. Na afloop van het toernooi moet elke Hongaar voor zichzelf beslissen: gaat hij terug naar Hongarije? “We waren een team. De volgende dag waren we individuen”, aldus Zádor. Zijn ploeggenoten zeggen dat hij terug moet gaan naar Hongarije, waar hij de beste waterpoloër van de eeuw kan worden. Maar hij wil niet gemuilkorfd worden en vertrekt naar Amerika, waar hij zwemtrainer wordt, van onder anderen een heel jonge Mark Spitz. Hij heeft nooit meer waterpolo gespeeld.

Ervin Zádor

In 2002 ontmoeten alle acht nog in levende zijnde spelers van het gouden Hongaarse team elkaar in Boedapest. Vier van de overlevende Russische spelers zijn ook aanwezig. Het levert prachtige beelden op van mannen op leeftijd, die elkaar in het water van het beroemde Gellértbad een balletje toegooien. Van enige animositeit is geen sprake meer.” Zádor: “We hebben de Russen een pak slaag gegeven, wat altijd leuk is. Maar zij waren net zozeer slachtoffer van de omstandigheden als wij.”  

----------------------

(Bovenstaand verhaal is grotendeels gebaseerd op de documentaire Freedom's Fury uit 2006. De historische achtergrond van de waterpolowedstrijd krijgt daarin niet minder aandacht dan het waterpolo zelf.) 

(Hongarije heeft op de Spelen in Rio de Janeiro zijn eerste twee wedstrijden gelijkgespeeld. Rusland heeft zich niet voor het toernooi weten te plaatsen.)