Kerkkoepels langs een voetbalveld in de provincie Samara. Ik doe een belofte.

---------------------

Bijna was ik supporter geworden van FK Zvezda uit het dorp Chvorostjanka in de provincie Samara.

Dat zit zo. Een paar maanden terug kwam ik bovenstaande foto tegen, schijnbaar enkele jaren oud. Ik liet hem zien op Facebook en Twitter en beloofde: ik ga uitzoeken hoe dat zit met die koepels en de ploeg die daar speelde. Ik nam aan – geen gewaagde veronderstelling - dat er een kerk in aanbouw was. Was die er ook gekomen? Of lagen die koepels daar nu nog steeds langs de lijn, weerspiegelden ze de spelers die een hoekschop kwamen nemen en schoot er iemand weleens een bal tegenaan? Ik verklap het maar meteen: wie nu vanaf het veld die koepels wil raken, moet flink zijn best doen, want die kerk is er gekomen. En er kwam meer, daar in Chvorostjanka. Veel meer, waardoor ik uiteindelijk, ondanks de fraaie kerk langs de lijn die ik – op foto’s – gebouwd heb zien worden, geen supporter kon worden van FK Zvezda.

FK Zvezda werd in 1981 opgericht. Er is een herenteam en een jeugdteam, waarin de beste spelers uit het rayon zijn verzameld. Het herenteam speelt in de competitie voor dorpsteams van de provincie Samara en meet daar zijn krachten met clubs als  Bezentsjoek Bezentsjoekski, Meliator Privolzjski en Torpedo Kinel-Tsjerkasski. Na een verdiende 5-3 zege voor eigen publiek op Meliator bezet FK Zvezda momenteel de vijfde plaats. Samen met die kerk langs de lijn alle reden dus om supporter te worden van FK Zvezda uit Chvorostjanka.

Van bovenstaande foto weet ik niet precies wanneer hij is genomen, maar dat zal ongeveer rond dezelfde tijd zijn geweest als de volgende foto, waarvan ik het wel weet: september 2009. En inderdaad, de koepels waren daar niet zomaar gedumpt – ze liggen te wachten tot ze geplaatst kunnen worden op de kerk rechts.

September 2009

En zie, in juni 2010 hadden de koepels hun plaats van bestemming bereikt:

Juni 2010.

Oktober 2010

En toen ging het mis. In welk jaar precies, weet ik niet, maar op onderstaand filmpje van juni 2016 is te zien dat de moderne tijd in Chvorostjanka heel hard heeft toegeslagen. Er ligt kunstgras.

Volgens mij is ook dat speelplaatsje met die autobanden verwijderd – kijk maar naar de eerste paar seconden – wat nog tot daaraan toe is. En dat het bakstenen gebouw aan de overkant van het veld een paar frisse kleuren heeft gekregen – ik doe er niet moeilijk over. Het herbergt een bewegings- en gezondheidscentrum dat voluit heet: Fizkoeltoerno-Ozdorovitelno Kompleks Viktorija (afgekort: FOK Viktorija), en dan is en beetje frisheid wel op zijn plek. Maar dat veld …

Op zoek naar meer foto’s van het voetbalveld-met-kerk stuitte ik vervolgens toevallig op dit tafereel, in de stad Samara …     

… met dit tribunetje:

De foto’s stammen uit 2010 en ik heb het nog niet aangedurfd om verder te zoeken. Die kerk, het zal wel, het gaat me om dat blauw-witte bouwseltje, zo kenmerkend voor de sport-architectuur van de USSR.  Zou het gered zijn? Zou het inmiddels in oude luister zijn hersteld? Ik heb helemaal niks met Dinamo (wij zijn van FC Zenit), maar van zo’n tribune word ik week.

Ik ga het uitzoeken. Ligt het stadion er nog, dan beloof ik u dat ik komend jaar afreis naar Samara en plaatsneem op die blauw-witte tribune. Ik zou dan ook nog even kunnen doorreizen naar FK Zvezda in het dorpje Chvorostjanka, verderop in de provincie, maar dat doe ik niet. Al hebben ze het daar tien keer nodig en heeft het zijn nut allang bewezen – van kunstgras wil ik niet weten.

Wordt vervolgd.

Hoe ik mijn foto uit Odessa plots tegenkwam op een Russisch schilderij.

--------------

Ik kon moeilijk iets anders denken, toen ik bovenstaand schilderij van Nikolaj Galachov zag: dat lijkt die foto wel, die ik vorig jaar maakte vlak bij Odessa:


Het was een mooie septemberdag die op haar einde liep. Ik was op weg van Vilkovo naar Odessa, toen ik – we waren bijna bij de buitenwijken van de stad - door de voorruit van onze auto die vrachtwagen zag met, denk ik, een groepje landarbeiders voor wie de werkdag erop zat. Ze zijn zomers gekleed en hun vrachtwagen rijdt op een mooie, drukke snelweg (de foto hierboven is een heel kleine uitsnede), maar verder is de overeenkomst met Galachovs vrachtwagen op een besneeuwde weg ergens in Rusland opmerkelijk.  

Ik kwam het schilderij tegen op de site van een zekere Ann, bij wie ik af en toe even - virtueel - langsga, omdat ze met grote regelmaat mooie overzichtjes plaatst van Sovjetschilderijen.

En ik dacht verder: zou ik in mijn onschuld meer foto’s hebben gemaakt die lijken op een Russisch schilderij? Dat was het begin van een zoektocht, met een bescheiden resultaat. Om niet helemaal te verzuipen in alles wat er deze en vorige eeuw in Rusland zoal geschilderd is, beperkte ik me tot wat ik aan schilderijen aantrof bij Ann. Ik heb op haar site tweeënhalf jaar teruggebladerd en kwam een aantal werken tegen die me ook deden denken aan een van mijn foto’s. Eén keer was de overeenkomst net zo treffend als bij de twee vrachtwagens hierboven, of eigenlijk nog treffender:           

Aleksandr Kozlov - Scholiere (1970)

Aleksandr Kozlov - Scholiere (1970)

Sint-Petersburg 2015.

Maar verder zijn de gelijkenissen minder. Twee druppels water heb ik niet gevonden, terwijl die er toch echt zullen zijn.  Ik hou mijn ogen open, en kom ik er een paar tegen, dan vertoon ik ze in dit theater.  

Achmed Kitajev - Wij gaan het nieuwe leven tegemoet

Tynda, 2017

-------------------

Vjatsjeslav Zjemerikin - wegarbeiders (1980)

Moskou, 2012

--------------------

Aleksandr Bacharejev - Voor het feest (1981)

Sint-Petersburg, 2017

-------------------

Valentin Tsjekmasov - Conductrice (1973)

Oest-Koet, 2017

Wat ik al zei: een bescheiden oogst. De rode vlaggen staan op dezelfde brug, alleen stond de schilder met zijn rug naar de Petrus-en-Paulusvesting, die links op mijn foto te zien is. De conductrice op het schilderij is natuurlijk de moeder van die op mijn foto. En de meisjes in Tynda had ik liever ook in halflange zomerjurkjes gezien, maar nou ja. 

De verborgen schatten van het Kunstmuseum in Komsomolsk aan de Amoer - 2

--------------------

Nilkolaj Ivanov - Leninprospekt

Het was eigenlijk een zaaltje van niks, op de bovenste verdieping van het Kunstmuseum in Komsomolsk aan de Amoer, maar toen ik even vluchtig om me heen had gekeken, begreep ik: mijn dag is goed.

Wat ik zag waren werken, vooral aquarellen, van Nikolaj Vasiljevitsj Ivanov, precies uit de periode waar ik qua schilderkunst (en fotografie) zo’n zwak voor heb: de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Het eerste tafereel waar ik voor stilstond, was dit (met excuus voor de weerspiegeling – die witte vlek links. Schilderijen fotograferen is een vak apart):

Nikolaj Ivanov - Regenachtige dag. (1964?)

Ik voelde me meteen op mijn plek in dat zaaltje, want bij mij thuis hangt dit:

Antonina Romodanovskaja - Mistige dag. (1961)

Je zou bijna denken: als je even inzoomt op het doek van Romodanovskaja, kom je het tafereel tegen dat Ivanov heeft afgebeeld. Maar Romodanovskaja schilderde Moskou en Ivanov Komsomolsk aan de Amoer. Het gebouw met de bogen op de achtergrond op Ivanovs schilderij is het Cultuurhuis der Scheepsbouwers, gelegen aan het Plein van de Jeugd. Van dichtbij zag dat er, in de tijd van Stalin (dus voordat Ivanov het schilderde), zo uit:

Er is in de loop der jaren nogal wat aan gesleuteld en er zijn meerdere vleugels aan toegevoegd. Zo oogt het tegenwoordig:

---------------------

Over deze aquarel las ik in een artikel over de tentoonstelling het volgende: “Op dit schilderij, waarop het Scheepsbouwerspark is afgebeeld, staan veel mensen. We zien [rechts] de werkende fontein, met waterstralen die uit het beeld van het jongetje met de vis klateren. Vandaag de dag staat dat beeld er belabberd bij, en de fontein werkt al jaren niet meer.” Dat kan ik bevestigen. Ik wandelde door het park en zag daar die fontein. Nu houd ik wel van een beetje vergane glorie, maar dit is echt te veel van het goede.

-------------------

Ivanov was een chroniqueur van een jonge stad waar gebouwen verrezen die veel symbolische betekenis hadden. Hier werd met steen en cement letterlijk gebouwd aan de lichtende toekomst. Ivanov maakte een reeks tekeningen en aquarellen onder de titel: “Komsomolsk in aanbouw”. Daarvan kan ik er helaas maar weinig terugvinden. Dit, hieronder links, is er eentje. Welk gebouw erop staat, weet ik niet. Misschien wel Elektriciteitscentrale nummer 2, waar ik een mooi mozaïek op tegenkwam:

--------------------

Ik ging het zaaltje een paar keer rond en liet een enthousiaste reactie achter in het gastenboek. Maar nu, twee maanden later, zit ik met een onaf gevoel. In Komsomolsk aan de Amoer heb ik maar een bescheiden deel van Ivanovs werk gezien (het meeste zit in het museumdepot), op  internet is weinig te vinden en gegevens als jaartallen en locaties zijn onvolledig, deels ook doordat ik zelf daar in het zaaltje te weinig heb genoteerd en gefotografeerd. Ivanov behoort zeker niet tot de top van de naoorlogse Sovjet-schilders (Romodanovskaja, om maar iemand te noemen, sla ik hoger aan), maar zijn werk weerspiegelt wel een tijdperk – hoe eenzijdig ook door hem belicht. Ik zou er graag veel meer van willen zien. Daar komt nog bij dat ik me beter op mijn korte verblijf in Komsomolsk had moeten voorbereiden. Dan had ik minder lukraak door de stad gezworven en veel gerichter op zoek kunnen gaan naar al die gebouwen die de geest van een imposant, maar ook duister en beklemmend tijdperk weerspiegelen. Alleen al die kleine, losstaande, stenen woninkjes in een straat achter het hoofdgebouw van het centrale kampbestuur. Daar woonden de topfunctionarissen, op nog geen steenworp afstand van hun werk. De huisjes oogden nu knullig, bijna schattig – maar wat een ongenaakbare luxe en macht moeten ze indertijd hebben uitgestraald. Ik had daar graag een tijdje op een bankje gezeten, maar de bus waarin we zaten was de straat uit voor ik er erg in had.

Architectuurstudenten of –schrijvers die geïnteresseerd zijn in de verhouding tussen staat en architect, tussen ideologie en bouwwerk: ga naar Komsomolsk aan de Amoer. Het materiaal ligt er voor het oprapen. En gebruik dan niet alleen foto’s ter illustratie, maar ook de aquarellen van Nikolaj Ivanov.

Nikolaj Ivanov - Leninplein

Nikolaj Ivanov - Zicht op het Leninplein

Nikolaj Ivanov - Vrieskou

-----------------------

Nikolaj Ivanov werd in 1917 geboren in het dorpje Anna in de buurt van Voronezj. Hij volgde een technische opleiding en werkte voor bouworganisaties in Moskou en Sotsji. Hoe belandde hij in Ruslands Verre Oosten? Een collega-kunstenaar schrijft in zijn dagboek dat hij Ivanov na de oorlog in Komsomolsk aan de Amoer ontmoette en dat de schilder een geslagen indruk maakte. “Ook een voormalige gevangene, werd me later verteld.” Zou Ivanov inderdaad in een van de talloze kampen in en rondom de stad hebben gezeten? In een artikel over de tenstoonstelling las ik: “Hij moest het leger in, diende in het Verre Oosten en besloot daar voor altijd te blijven.” En op de tentoonstelling zelf las ik: “Toen kwam de oorlog, en dienst in het leger. Vijf jaar mocht Nikolaj Ivanov de kazerne niet verlaten (Пять лет Николай Иванов живет на казарменном положении).” Wat ik daarvan moet maken, weet ik niet.

Hoe dan ook, vanaf 1946 is Ivanov in dienst als vormgever bij onder meer bovengenoemd Cultuurhuis der Scheepsbouwers. In 1960 wordt hij hoofd van de kunstafdeling van de Scheepsbouwfabriek. Ondertussen ontwikkelt hij zich als kunstenaar en hij wordt lid van de Schildersbond. In juni 1965, wanneer hij in de natuur verblijft om te schilderen, wordt hij dodelijk getroffen door de bliksem.

Hier deel 1.

De verborgen schatten van het Kunstmuseum in Komsomolsk aan de Amoer - 1

---------------

L.V. Chartsjenko - Ontmoeting van de inwoners van Komsomolsk met Joe.A. Gagarin in juni 1967. (Jaartal schilderij?) 

Wat valt dat nou tegen, dacht ik, terwijl ik door de verschillende afdelingen slenterde van het Kunstmuseum aan de Straat van de Vrede, nummer 16, in Komsomolsk aan de Amoer. Dat er weinig oude meesters te bewonderen waren, nee, allicht; de stad werd gesticht in 1932, dus waar hadden ze die vandaan moeten halen. Maar juist dat stichtingsjaar en de geschiedenis van de stad hadden hoge verwachtingen gewekt: er zouden vast mooie Sovjet-schilderijen hangen uit de jaren vijftig en zestig - of zeventig, voor mijn part.

Ze hingen er niet, dacht ik. Wel kwam ik een heel erg vrolijke Joeri Gagarin tegen. Zag ik hem ooit eerder zo stralen?

Een verdieping hoger … Er hing wel wat oud spul, maar indruk maakte het allemaal niet. Ook de kleine speurtocht die ik in zulke Russische musea altijd houd (‘Zoek Nederlandse sporen!’), leverde niks op. Ik liep nog maar eens naar een volgende zaal, waar een deel van de doeken onbereikbaar was, omdat een groepje vrouwen er met een workshop bezig was. Iets met breien of macrameeën. Het zag er creatief uit en ze hadden het erg naar hun zin.

Eén van de vele dames in dienst van het museum wees me op een zaal die ik vast nog niet gezien had. Ik deed mijn best om vriendelijk te blijven. Dat wijzen gebeurt in Russische musea vaak zo dwingend (hoe kleiner het museum, hoe dwingender), dat ik meestal lekker de andere kant op loop. Nu volgde ik, enigszins vermoeid, de instructies op en belandde in een zaaltje met moderne bouwsels waar ik in één oogopslag genoeg van had. Ik dacht: ik ga maar naar de uitgang – maar dat ging natuurlijk zo maar niet.

Ik wilde met de trap omlaag, naar de uitgang dus, maar werd op de overloop door weer een andere dame gewezen op een aparte tentoonstelling, een trap omhoog. Mijn zwaar lot vervloekend werkte ik me, trede voor trede, naar boven. Onderweg passeerde ik nog dit schilderij, …..

V.P. Lanovanko - Het eerste kind van Komsomolsk

…..  waar ik niet goed raad mee wist, maar dat ik na enig wikken en wegen besloot om niet mooi te vinden. Het tafereel speelt zich af ergens begin jaren dertig. Het doek zelf is van recenter datum (hoe recent weet ik niet, er hing wel een kaartje bij, maar daar stond geen jaartal op) en mist elke charme die een vergelijkbaar tafereel ongetwijfeld wel zou hebben gehad, ware het begin jaren dertig vastgelegd. (Over die ‘charme’ moet ik nog maar eens een apart stukje schrijven, want het blijft natuurlijk raar: dat je met plezier kijkt naar schilderijen die toch bedoeld waren ter meerdere eer en glorie van een volledig fout regime.)

Eindelijk was ik boven. Ik deed een deur open en belandde in een schemerige gang. Op een trapleer, wankel zo te zien, was iemand bezig om iets aan de verlichting te doen. Links stond een deur op een kier. Ik stapte naar binnen, het licht in, en keek compleet (en zeer aangenaam) verrast om me heen: híer hingen al die Sovjet-schilderijen die ik me op weg naar het Kunstmuseum van Komsomolsk aan de Amoer had voorgesteld!

Ze waren allemaal van één schilder: Nikolaj Vasiljevitsj Ivanov, die in 1917 werd geboren in de regio Voronezj (wie mij kent, die weet: dat schept een band) en die in 1965 door de bliksem werd getroffen en overleed.

Wordt vervolgd.

Achmatova in Vanino en een karaoke-versie van een Goelag-lied

---------------------

Een van Vanino's doorvoerkampen

Het is eigenlijk een monument van niks, als je er van een afstandje naar kijkt. Toch was het de enige plek in het havenstadje Vanino (ooit werden hier duizenden en duizenden gevangen per schip afgevoerd richting Kolyma), waar het verleden me bij de keel greep.

Dat kwam door deze vier regels van Anna Achmatova, aangebracht op het monument, uit haar machtige dichtwerk Requiem:    

"Ik zou hen allen willen noemen. Maar ze hebben de lijst weggenomen. En hun namen zijn nergens te achterhalen!"

Ik stond hier, op 6.361 kilometer van Moskou, met een paar Nederlandse medereizigers. Ik vertaalde de regels en vertelde iets over Achmatova en haar Requiem. Zeventien maanden stond ze in de rijen bij de gevangenis van Leningrad, achter de muren waarvan zij haar zoon vermoedde. In de korte inleiding bij Requiem beschrijft ze een gesprekje met een andere wachtende vrouw:

… ze vroeg me fluisterend in een oor (daar sprak iedereen fluisterend):
- En dit kunt u beschrijven?
- Ja, dat kan ik.
Toen gleed er iets van een glimlach over wat ooit haar gezicht was.     

Ik had daar bij het monument in Vanino de precieze woorden van Achmatova niet paraat, maar de omschrijving die ik ervan gaf, pakte me al genoeg. In gedachten boog ik machteloos het hoofd voor haar en al die slachtoffers van de Goelag.

Aan de andere kant van het monument staan nog vier regels, ook op rijm, maar uit een heel andere genre:

Я помню тот Ванинский порт,
И вид парохода угрюмый.
Как шли мы по трапу на борт
В холодные мрачные трюмы.

Het zijn de eerste vier regels van een gevangenenlied dat voor eeuwig aan Vanino zal kleven. Wie het heeft geschreven, is niet bekend. Er bestaan talloze uitvoeringen (van o.a. Joeri Sjevtsjoek en Dina Verni), maar echt pakken doen die me niet. Veel versies neigen naar folklore-achtig ‘hoempa-hoempa’ en je krijgt bijna de neiging om in te haken. Maar op zoek naar filmbeelden van Vanino, stuitte ik op een heel andere uitvoering, die met kop en schouders boven de rest uitsteekt. Hij is van Vjatsjeslav Boetoesov.      


Enigszins verbazen deed mij overigens de ontdekking van karaoke-versies. Daar kan ik me weinig bij voorstellen; dat je – ik noem maar wat – in het café of bij een personeelsuitje gezellig samen een liedje over de Goelag gaat staan zingen. Maar misschien is dat slechts een kwestie van de tijd die verstrijkt, die de gruwelen uit het verleden abstract maakt. Gelukkig zijn daar dan nog de echte dichters, zoals Achmatova, die de tijd bij zijn jasje grijpen.  

Ванинский порт

Я помню тот Ванинский порт,
И вид парохода угрюмый.
Как шли мы по трапу на борт
В холодные мрачные трюмы.

Ik herinner me de haven van Vanino
En de naargeestige aanblik van het schip
Hoe we over de valreep aan boord gingen
De koude, duistere ruimen in.

На море спускался туман
Ревела стихия морская.
Вставал на пути Магадан -
Столица Колымского края.

Miste daalde neer over de zee
Die tekeerging als een wilde
Daar doemde Magadan op
De hoofdstad van Kolyma

Не песня, а жалобный крик
Из каждой груди вырывался.
Прощай навсегда материк -
Хрипел пароход, надрывался.

Geen lied, maar een jammerklacht
Scheurde zich los uit ieders borst
Vaarwel, vasteland, voor altijd *)
Rochelde het zwoegende schip

От качки стонали зека,
Обнявшись, как родные братья.
И только порой с языка
Срывались глухие проклятья.

De deining deed de gevangenen kreunen,
ze omhelsden elkaar als broeders.
Af en toe alleen ontsnapten
doffe verwensingen aan hun keel.

Будь проклята ты, Колыма,
Что названа чудной планетой.
По трапу сойдёшь ты туда,
Оттуда возврата уж нету.

Wees vervloekt, jij Kolyma,
Dat ze je een mooie planeet noemen **)
Als je er vanaf de valreep een voet zet
Is er geen weg terug meer

Пятьсот километров тайга,
Живут там лишь дикие звери.
Машины не ходят сюда,
Бредут, спотыкаясь, олени.

Vijfhonderd kilometer tajga
Er leven alleen wilde dieren
Auto’s komen hier niet
Struikelend dolen er rendieren rond

Я знаю, меня ты не ждёшь
И писем моих не читаешь.
Встречать ты меня не придёшь,
А если придёшь - не узнаешь.

Ik weet dat je niet op me wacht
En dat je mijn brieven niet leest
En afhalen kom je me niet
En kom je wel – herken je me niet

*) Gebieden zo afgelegen en ontoegankelijk als Kolyma worden vaak gezien als eiland, ook al liggen ze, net als in dit geval vertrekpunt Vanino, op Ruslands vasteland 

**) Een verwijzing naar een wrang rijpmje:
Колыма, Колыма, чудная планета,
двенадцать месяцев зима, остальное – лето...
Kolyma, Kolyma, prachtige planeet
Twaalf maanden is het winter, de rest zomer

Spoedherstel vereist: het standbeeld van Michail Kalasjnikov bleek niet van vreemde smetten vrij

------------------

Nog maar vier dagen geleden werd het onthuld, het standbeeld van Michail Kalasjnikov in het centrum van Moskou, maar in zijn originele staat gaat u het niet meer aantreffen. Het kunstwerk van beeldhouwer Salavat Sjtsjerbakov bleek namelijk niet helemaal te kloppen. Nee, de persoon die staat afgebeeld is niemand anders dan Michail Kalasjnikov, ontwerper van het beroemde automatische geweer. Het probleem zat elders.

Het beeld wordt opgesierd door meerdere exemplaren van het vervaarlijke wapen (acht stuks in totaal) en telt daarnaast nog wat kleinere ornamenten, zoals schetsen, de instrumenten van een bankwerker en een uitgewerkt geweerschema … Historicus en wapenkenner Joeri Pasjolok had aan één blik genoeg: dat schema op het standbeeld van Kalasjnikov was helemaal niet van een kalasjnikov, maar van een StG 44. Die afkorting staat voor – dat had u niet verwacht – Sturmgewehr 44. Ook een prima ontwerp (van Hugo Schmeisser, uit 1944), maar op een standbeeld voor Kalasjnikov toch een beetje misplaatst.

----------------

 

Het schema is inmiddels verwijderd, aan een nieuwe versie van het ornament wordt gewerkt.

Historicus Pasjolok doet vrij luchtig over de fout en neemt beeldhouwer Sjtsjerbakov niets kwalijk. Beide ontwerpen lijken nu eenmaal erg op elkaar. “Hij heeft het niet opzettelijk gedaan, ’s nachts, terwijl hij het Horst Wessellied zong.” Ook Sjtsjerbakov reageerde laconiek en betuigde de historicus dank voor diens oplettendheid. Waarbij nog moeten worden opgemerkt dat de beeldhouwer al eens eerder in de fout ging. Bij zijn standbeeld Afscheid van een Slavisch meisje, in 2014 onthuld op het Moskouse Belorusski station, bleken als ornament twee mausers te zijn afgebeeld. Ook die zijn verwijderd.

Waarna ik afsluit met het heuglijke feit dat de verwarring rond het sturmgewehr en de kalasjnikov op het standbeeld van Kalasjnikov mij een nieuw Russisch woord heeft opgeleverd: взрыв-схема. Dat kende ik nog niet. Letterlijk vertaald wordt dat: explosie-schema. Hieronder hebt u zo’n ‘explosie-schema’ (van een kalasjnikov, niet van een sturmgewehr). En u begrijpt, neem ik aan, meteen hoe de Russen op dat prachtige woord zijn gekomen.

yunker4.jpg

 

(Overigens ging mijn vorige stukje net over het hierboven genoemde Afscheid van een Slavisch meisje, op Prinsjesdag in Den Haag, maar dat is toeval.)

Tijdens Prinsjesdag marcheren wij op Russische muziek. Zingen we volgend jaar ook mee?

--------------

Copyright: Egbert Hartman/Hollandse Hoogte

Wacht even – hoorde ik dat nou goed? De setting klopte zo helemáál niet met de muziek die voorbijkwam, dat ik aarzelde. Maar nee, het was ‘m echt: daar klonk mijn favoriete mars. Uit Rusland. Tijdens Prinsjesdag in Den Haag.

Ik zag het gebeuren in het vlog van Kees Boonman, politiek verslaggever bij EenVandaag. Hier, vanaf 1.40. Kees schrikt er zelf van.  

 

Wie daar aan het marcheren zijn, weet ik niet, maar de frontlinie zullen ze waarschijnlijk nooit bereiken. Dat is ook de gedachte van Kees: “Ik weet niet of ze allemaal direct inzetbaar zijn …” Dan volgen enkele heren in jacquet (ook niet direct inzetbaar), plus nog wat lui in uniform, waarbij Kees met een moeilijk te omschrijven intonatie zegt: “Vindicat.”

Bij onderstaande versie, in de originele setting, kan je denken wat je wilt, maar inzetbaar zijn deze mannen beslist.

 

Graag had ik gezien dat de marcherende jongelui daar in Den Haag hadden meegezongen. De Russische titel van de mars luidt: Afscheid van een Slavisch meisje. De eerste versie stamt uit 1912, maar het nummer is sinds jaar en dag onlosmakelijk verbonden met de Tweede Wereldoorlog. De tekst is door de jaren heen meerdere keren gewijzigd, er zijn dus tal van varianten waaruit gekozen had kunnen worden. Wat was het mooi geweest, als over het Lange Voorhout (of beter natuurlijk nog: aan de Kneuterdijk, waar ooit Anna Pavlovna woonde) deze regels hadden geklonken:  

Onze Siberische geboortegrond
Heeft ons gedrenkt en gevoed.
Grenzenloos houden wij van je
Land van sneeuw en ijs.

Of, nog beter:

Rusland vraagt ons om een heldendaad
De marcherende regimenten doen de wind waaien.

Zou dat geen wonderen hebben gedaan voor onze betrekkingen met Moskou?

----------------

Ach, wie had ooit kunnen denken dat ik hier nog eens een link zou kunnen leggen tussen Prinsjesdag in Den Haag en het station van Voronezj in de Russische provincie, de stad waar ik ooit studeerde. Mocht u daar toevallig zijn, ga dan tegen achten ’s avonds even naar het station. Ga op het perron staan waar de nachttrein naar Moskou vertrekt en dan hoort u dit: