Sporen van de oorlog - explosiegevaar in Kaliningrad

(Eerste publicatie: 14-6-2009)

download.jpg

In 1947 meldden de militaire autoriteiten van Kaliningrad trots aan Moskou dat in hun regio de mijnen en explosieven uit de oorlog waren opgeruimd. Dat bleek een beetje voorbarig. In de jaren daarna werden in de provincie Kaliningrad volgens de Nezavisimaja Gazeta nog meer dan één miljoen bommen en granaten onschadelijk gemaakt. Projectielen uit de oorlog maken nog steeds slachtoffers.

Toen Kaliningrad (tegenwoordig een Russische enclave tussen Litouwen en Polen) nog gewoon deel uitmaakte van de USSR was er een speciaal onderdeel van de Baltische vloot dat zich met dit probleem bezighield. Tegenwoordig is er een federale wet die de financiële lasten van de opruiming legt bij de gemeenten. En die, zeggen ze zelf, hebben te weinig geld.

Vorige week heeft het provinciebestuur van Kaliningrad een wet aangenomen die vastlegt wat er precies moet gebeuren, zodra ergens een bom wordt aangetroffen. De federale wet was daar onduidelijk over. De Nezavisimaja Gazeta wijst erop dat vraag van de financiering door de nieuwe wet niet is opgelost. De krant schrijft ook nog dat er in de regio een aantal particuliere explosievenopruimingsbedrijfjes actief zijn, wat mij erg nieuwsgierig maakt. Niet dat ik nou meteen bij hen een kijkje zou willen nemen (nou ja, van een afstandje), maar je vraagt je toch of zoiets legaal is.

1365672165_full.jpg

Volgens de regionale afdeling van het Ministerie voor Noodsituaties zitten er in Kaliningrad nog 1,35 miljoen stuks munitie in de grond. En voor de kust liggen nog zo’n 200 tot zinken gebrachte schuiten met oorlogsspul. Volgens de krant is het geen toeval dat er juist nu een nieuwe wet is gekomen. In de buurt van de stad Neman moet een kerncentrale komen, op een plek waar zwaar gevochten is. Een gedegen opruiming heeft daar nooit plaatsgevonden.

Een kort ander bericht, ongeveer uit dezelfde categorie: er waren plannen om het 90ste Opsporingsbataljon in de provincie Leningrad alweer op te heffen. Het bataljon, opgericht in 2007, houdt zich bezig met het opsporen en bergen van gesneuvelde soldaten. De teller staat op 3.468 stoffelijke resten. Het besluit van Defensie om het bataljon op te heffen, is op verzoek van de lokale overheid ingetrokken. Zie hier.