Agustín Gómez, de Baskische voetballer die de Russische beker won, door Franco werd gemarteld en in Moskou werd begraven

---------------------

Tweede van links: Agustín Gómez in het shirt van Torpedo Moskou

Agustín Gómez (Августин Гомес), Bask van geboorte, won met Torpedo Moskou twee keer de Russische voetbalbeker en werd geselecteerd voor het nationale elftal van de Sovjetunie. Als Sovjet-agent was hij actief in Spanje en Zuid-Amerika. Hij werd gemarteld in een Spaanse gevangenis en vond zijn laatste rustplaats vlak bij die van Aleksandr Solzjenitsyn.

In 1937 en 1938, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, werden duizenden kinderen geëvacueerd naar veiliger oorden. Zo’n drieduizend van hen belandden in de Sovjetunie. Onder hen de 15-jarige Agustín Gómez Pagola, een veelbelovend voetbaltalent, dat het al geschopt had tot een Baskische jeugdselectie.

Spaanse kinderen arriveren in Leningrad

Gómez (Rentería, 1922 – Moskou, 1975) belandt via Odessa in Moskou. Aanvankelijk blijft het voetbal voor hem beperkt tot wedstrijdjes tussen Spaanse vluchtelingenteams, maar wanneer  hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in dienst treedt bij Vliegtuigfabriek nummer 30, wordt het al snel serieuzer. Hij gaat spelen voor het fabrieksteam Krylja Sovetov (niet te verwarren met het veel bekendere Krylja Sovetov uit Samara). Daar krijgt hij in 1946 als teamgenoot Nikita Simonjan, die later naam zal maken bij Spartak Moskou. Simonjan herinnert zich in een interview: “Agustín ontfermde zich meteen over mij. Hij woonde al bijna tien jaar in de hoofdstad. Hij hield van Moskou en vaak zwierven we ’s avonds door de stad. Hij was een gentleman met een fijngevoelig verstand.”

Gómez speelt zich als verdediger in de kijker bij de grote clubs en stapt in 1947 over naar Torpedo Moskou. Hij is een van de leiders van het team dat in 1949 en 1952 de nationale beker wint. In dat laatste jaar krijgt de Bask, die inmiddels Sovjet-staatsburger is, de officiële graad Verdienstelijk sportmeester. Als enige speler van Torpedo wordt Gómez, inmiddels 30 jaar oud, geselecteerd voor het Sovjetelftal dat in 1952 meedoet aan de Olympische Spelen in Helsinki. Hij blijft er op de bank, tot een debuut in het Sovjet-shirt komt het niet. Hieronder beelden van de bekerfinale van 1952, die Torpedeo met 1-0 wint van Spartak Moskou.  


Gómez is dan al politiek actief binnen de Spaanse gemeenschap in Moskou, waar hij nauwe contacten onderhoudt met Dolores Ibárruri, de vooraanstaande Spaanse communiste die net als Gomez uit Spanje is gevlucht. In 1954 speelt Gomez geen enkele wedstrijd. Aangenomen wordt dat hij in dat jaar, in opdracht (of in elk geval met medeweten) van de Russische geheime dienst, ondergronds werk verricht in Spanje. Officieel mogen Spaanse vluchtelingen de Sovjetunie dan nog niet verlaten. Wanneer dat twee jaar later wel het geval is, keert Gómez met zijn vrouw en twee kinderen terug naar Spanje. Dat zijn banden met Moskou hecht blijven en zijn vertrek niet als definitief wordt gezien, blijkt uit het feit dat hij Verdienstelijk sportman blijft. Wie zich voorgoed elders vestigde, raakte die graad kwijt.

Gómez tekent een contract bij Atlético Madrid. Dat wordt geen succes en al snelt verhuist hij naar het Baskenland, waar hij jeugdtrainer wordt. Onder anderen heeft hij Miguel Ángel Alonso onder zijn hoede, de vader van de toekomstige Spaans international Xabi. Hij blijft actief in de communistische beweging en dat komt hem duur te staan. In 1961 wordt hij opgepakt en zwaar gemarteld. In Moskou worden manifestaties gehouden, onder meer op de fabriek waar hij ooit werkte. Het Spaanse Franco-regime, dat juist bezig is om de internationale relaties te verbeteren, zwicht onder de internationale druk: Gomez komt vrij.

Agustín Gómez in het shirt van Atlético Madrid

De eenvoudig toegangbare bronnen (archiefonderzoek valt buiten de marges van dit blog) hebben over de jaren die volgen weinig te melden. Gómez blijft gelieerd aan de communistische partij in Spanje, de CPE, maar zet, gestuurd door Moskou, zijn clandestiene activiteiten voort in Zuid-Amerika. Hij blijft trouw aan Moskou en spreekt in 1968 zijn steun uit voor de invasie van Tsjechoslowakije door troepen van het Warschaupact. Dat leidt tot een botsing met de partijtop van de CPE, die de invasie veroordeelt. Gómez wordt uit de partij gezet en richt met andere Sovjet-getrouwen een eigen partij op.

Gomez' graf in Moskou

Dat Gómez trouw blijft aan ‘zijn’ Moskou is gezien zijn levensloop niet verbazingwekkend. De bevrijding van zijn vaderland van het Franco-juk maakt hij net niet mee. Hij overlijdt op 16 november 1975 in een ziekenhuis in Moskou, vier dagen eerder dan Franco. Gómez wordt begraven op de begraafplaats van het Donskoj klooster, niet ver van het graf van één van de grootste tegenstanders van het Sovjetbewind, Aleksandr Solzjenitsyn.

Supporters van FC Zenit eren Sjostakovitsj en zingen nieuwe poëzie

-------------------

De supporters van FC Zenit als Kulturträger – ik schreef er al eens een stukje over. Die supporters mogen onze ploeg vanaf de tribunes graag toezingen in het Frans. Enkele weken geleden brachten ze een heus eerbetoon aan Dmitri Sjostakovitsj en afgelopen donderdag leverden ze – geïnspireerd door de actualiteit – weer eens een vers stukje poëzie af.

Eerst nog maar even dat eerbetoon aan FC Zenit-supporter (en componist) Sjostakovitsj, voorafgaand aan het duel met Spartak Moskou, begin vorige maand. Ze brengen voor u een fragment uit diens Zevende Symfonie:


En dan dat verse stukje poëzie. Het zit namelijk zo. Al een jaar of negen is er een nieuw stadion in aanbouw. Eindelijk leek dat ergens op te gaan lijken. Trots werd onlangs de supermoderne grasmat, die het stadion in- en uitgeschoven kan worden, ter goedkeuring voorgelegd aan inspecteurs van de FIFA. En wat gebeurt er? Die gasten keuren de boel af! Als je aan de ene kant op een neer springt, komt het gras aan de andere kant in beweging …

Het inspireerde onze supporters tot een gedicht dat afgelopen donderdag ten gehore werd gebracht tijdens het thuisduel met Dundalk FC. Behalve aan het nieuwe stadion en de FIFA worden ook enige woorden gewijd aan clubs waarvan wij de naam liever niet in de mond nemen – maar vooruit, het is in een gedicht, dan vinden we het goed.

 Er zit enig voetbalidioom tussen, zie daarvoor de toegevoegde uitleg. 

 

Снова стадион подорожал,
Weer werd het stadion duurder
И ФИФА бракует наше поле.
En de FIFA keurt ons veld af
Снова я над игАрем поржал.
Ik heb me weer doodgelachen om Igar

Терек-самый честный клуб в футболе.
Terek is onze eerlijkste voetbalclub
Снова мясо грезит о звезде,
Weer droomt vlees van een ster
Но сидеть им дальше без трофеев.
Maar die blijven verder zonder bekers zitten

Весь футбол пошёл наш по пи...
Heel ons voetbal is naar de kl…
Наш футбол как игарь акинфеев.
Ons voetbal is net als Igar Akinfejev

Igar is Igor Akinfejev, de doelman van CSKA Moskou. Die liet vorige week in het Champions League-duel met AS Monaco weer eens een bal door. Op zich niets bijzonders, maar u moet weten dat Igor nu al in 41 CL-duels op rij één bal of meer heeft doorgelaten - een record van heb ik jou daar. En telkens wanneer er aan die droeve reeks weer een doelpunt wordt toegevoegd, maken alle supporters in Rusland – behalve die van CSKA natuurlijk – zich daar vrolijk om. (Waarom Akinfejevs voornaam wordt geschreven als Igar, weet ik niet.)

Terek is Terek Grozny. De club wordt regelmatig verdacht van omkoping.

Vlees is de bijnaam van Spartak Moskou. Bij elke vijfde landstitel mag er weer een sterretje bij op het shirt. (In Nederland verdien je pas een ster bij een tiende landstitel.) 

 

De vrouw met de rode hoofddoek - een deel van het raadsel ontsluierd.

----------------------

Ze hangt al jaren bij mij aan de muur, met haar rode hoofddoek en haar blik die langs me heen gaat. Hoe ze heet, weet ik niet, maar ik weet sinds kort wel waar ze werkt. Of beter: wérkte, want ze is natuurlijk allang met pensioen, of, waarschijnlijker, overleden.

Ik kocht bovenstaand werk in 1995. Het lijkt een schets, op dun karton. Rechtsboven is een hoekje afgescheurd. Het is van de schilder Grigori Kravtsjenko (1930-2006). Vanwege de kwetsbaarheid zit het achter glas. Was de schets het voorwerk voor een schilderij? Ik heb aardig wat schilderijen van Kravtsjenko gezien, maar deze vrouw met rode hoofddoek ben ik verder niet meer tegengekomen. Wat ik ook niet weet, is uit welk jaar het werk dateert.     

Het hangt bij mij thuis op een vrij opvallende plaats. Niet iedereen is er enthousiast over. “Ik haat dat mens”, liet een goede vriendin met wortels in de USSR mij onlangs nog weten. Dat kan me mooi niks schelen. "Dat mens" intrigeert me. Wat zit er achter die licht vermoeide, in zichzelf gekeerde, misschien zelfs licht hautaine blik? Waar kijkt ze naar? Wat ziet ze, al dan niet in gedachten, voorbijkomen? Is het op haar werk? Dat lijkt me wel. Aan het einde van haar dienst, of juist aan het begin? Maar wat voor werk deed ze dan?

Dat laatste heb ik inmiddels ontdekt. Want ik kwam haar namelijk ook tegen op een heel ander schilderij, uit 1951, van Dmitri Minkov. Kijk, daar loopt ze, derde van links, een stevig stuk gereedschap op haar schouder, met verende tred op weg naar de mijnschacht. Het schilderij heet Угледобытчицы (Oeglodobytsjitsy) / Steenkolendelfsters:

D. Minkov - Steenkolendelfsters (1951)

Tussen beide schilderijen zitten wel een paar jaartjes. De vrouw bij mij aan de muur heeft inmiddels aardig wat kolen gedolven, haar tred zal niet meer zo verend zijn. Loopt ze nog steeds elke morgen met haar collega’s naar de mijnschacht? Heeft ze promotie gemaakt?  Heeft ze eindelijk een flatje gekregen van de mijn en hangen daar een paar mooie oorkondes aan de muur? Dan zou ze toch wel wat vrolijker mogen kijken. Heeft haar man, hoofd van de vakbondsafdeling op de mijn, haar net verlaten? Of is die alleen maar aan de drank? Ik weet het niet. Misschien kom ik de vrouw met de rode hoofddoek nog eens tegen op een ander schilderij en kan ik het raadsel van haar blik nog verder ontrafelen.
 

Bij mij thuis lijkt haar blik te rusten op een ander schilderij van Kravtsjenko dat hier aan de muur hangt. (Daarvan weet ik het jaartal wel, dat is uit 1966). Dat werk is ook al niet zo vrolijk; een studente heeft net te horen gekregen dat ze weer een laag cijfer heeft gehaald. Het heet: Weer een twee. Mijn oude docente Russisch – toevalligerwijs de moeder van bovengenoemde vriendin – reageerde nogal gevat, toen ze het schilderij zag en die titel hoorde: “Weer een twee? Weer een tweeling zeker.”

 

Minsk-Moskou: een muurschildering met prikkeldraad

--------------------

Afgelopen zomer kreeg Minsk een cadeautje van Moskou. Op de muren van twee flats verscheen een schildering van kunstenaar Artoer Kasjak die de vriendschap tussen de twee hoofdsteden moest verbeelden. Het jongetje met de rode pet stelt Minsk voor, het meisje met de zeepbellen Moskou. Voor erg veel ophef zorgde het allemaal niet. Omwonenden die naar hun oordeel werd gevraagd, vonden het wel een vrolijk tafereel, beter dan zo'n grijze muur.

Maar afgelopen zondag bleek toch dat niet iedereen zo te spreken was over het idyllische tafereel. Er was een nieuw element aan toegevoegd: de bloemenkrans op het hoofd van het meisje en het boeket in de handen van de jongen waren voorzien van prikkeldraad.

Het had niet veel moeite gekost, vertelt de niet bij naam genoemde graffiti-artiest in een kort interview. “De kraanlift heb ik gehuurd voor 80 roebel. Ik heb twee blikjes verf gekocht, de rest had ik nog. Het lastigste was nog het weer, het was koud en het regende.” Niemand had enige aandacht aan hem besteed. En zijn motief: ”De betrekkingen tussen onze landen zitten vol valkuilen en gevaarlijke momenten, die we proberen te verbergen achter korenbloemen en kamille.”   

Het origineel nadert zijn voltooiing. 

Het onbedorven origineel

De toevoeging van het prikkeldraad

Voor wie wil gaan kijken, het adres is: Mogilevskaja 32. 

Misjka is zoek. De mascotte van de Spelen in Moskou werd wereldberoemd, maar waar is het origineel?

-----------------------

Misjka Tsjizjikov Olympische Spelen 1980 Moskou beertje ontwerp auteursrechten

Eén iemand in Rusland zal met extra aandacht – en gemengde gevoelens - de verkiezing hebben gevolgd van de officiële mascotte voor het WK voetbal van 2018: Viktor Tsjizjikov. De inmiddels bejaarde Tsjizjikov ontwierp de wereldberoemde mascotte voor de Olympische Spelen van 1980 in Moskou: het goedmoedige beertje Misjka. Het diertje bezorgde hem roem in binnen- en buitenland, maar verder vooral veel ergernis, en weinig inkomsten. “Nee, de auteursrechten heb ik niet, daar is nooit een contract voor afgesloten", vertelt Tsjizjizkov in elk interview. Waardoor Misjka, in de optiek van Tzjizjikov, vogelvrij is en iedereen zijn beeltenis maar kan gebruiken, te pas en te onpas.

De mascotte van het WK voetbal, komend jaar in Rusland, is een wolfje geworden. Ik heb nog geen reactie van Viktor Tsjizjikov gelezen, maar ik vermoed dat hij opgelucht is. Niet wéér een beertje, zoals bij de Olympische Winterspelen van 2014 in Sotsji. Tsjizjikov, die in Rusland een grote naam heeft als illustrator van kinderboeken, vond dat ijsbeertje wel erg veel weg hebben van zijn Misjka. Maar hij stond machteloos. Want ja, die auteursrechten …

Links een van de mascottes van Sotsji 2014. Rechts Tsjizjikovs Misjka.

Zabivaka, de mascotte van het WK voetbal

Zijn Misjka kwam pas laat in beeld als mascotte voor de Spelen van 1980. Russische tv-kijkers hadden al gekozen voor een beer als symbool. Dat leverde een stortvloed aan ontwerpen op, maar de ideale beer zat er volgens het Olympisch Comité van de USSR niet bij. Tsjizjikov hoorde met twee bevriende illustratoren van de zoektocht en met een flink aantal inderhaast getekende potloodschetsen meldden zij zich bij het Comité. Dat koos tenslotte voor één van de beertjes van Tsjizjikov, die als Misjka wereldberoemd zou worden. Wat nog wel ontbrak waren de kleuren en een verwijzing naar de Olympische Spelen. De kleuren waren geen probleem – al is Tzjizjikov kleurenblind (hij levert zijn ontwerpen in met instructies voor de te gebruiken kleuren). Voor de olympische symboliek had hij nog een paar maanden nodig. Toen was hij er eindelijk uit: een riem met de vijf ringen.

Tsjizjikov is trots op zijn Misjka. “Ik had alle eerdere olympische mascottes bestudeerd [de eerste dateert van de Winterspelen van 1968 in Grenoble – EH], niet één kijkt je aan. Mijn Misjka is de eerste mascotte die zich rechtstreeks tot de kijker wendt.” Misschien viel het beertje daarom in de smaak bij Lord Killanin, de toenmalige voorzitter van het IOC, die bij een bezoek aan Moskou zijn voorkeur voor Misjka uitsprak. En nadat ook het Centraal Comité van de Communistische Partij de mascotte had goedgekeurd, restte nog één detail: de auteursrechten.

En daar ging het mis, volgens Tsjizjikov. Maar of hij helemaal gelijk heeft? In ieder geval werd er geen contract opgesteld waarin zijn auteursrechten werden vastgelegd. Het Olympisch Comité in Moskou gaf hem te verstaan dat het ontwerp toebehoorde aan het Sovjet-volk, dat zich immers had uitgesproken voor een beer als mascotte. Voor de schepper van Misjka zat er uiteindelijk niet meer in dan een vergoeding van zo’n 2.000 roebel, een stevig bedrag in die tijd, maar gezien de vele reproducties, ook al tijdens de Spelen zelf, een schijntje.

De vraag is of Tsjizjikov ook echt aanspraak had kunnen maken op de auteursrechten. Het Internationaal Olympisch Comité beschermt zijn symbolen en weet zich sinds 1981 (het Verdrag van Naïrobi) in auteursrechtelijke zin de exclusieve eigenaar van bijvoorbeeld de olympische ringen, de mascottes en zelfs woordcombinaties als ‘Sotjsji 2014’. Ik heb – tevergeefs - geprobeerd om enig inzicht te krijgen in de materie. Wordt er tegenwoordig eenmalig afgerekend met de ontwerper van een mascotte? Valt Tsjizjikovs mascotte, met terugwerkende kracht, onder dat verdrag uit 1981? Dit laatste zal - denk aan de olympische ringen om zijn middel - ongetwijfeld het geval zijn, maar dan nog vermoed ik dat de regelingen voor ontwerpers tegenwoordig heel wat ruimhartiger zijn dan die tussen Tsjizjikov en het Moskouse Olympisch Comité van 1979. 

'Misjka' bij het Loezjniki stadion

'Misjka' bij het Loezjniki stadion

De gemiste inkomsten zijn niet Tzjizjkiovs grootste ergernis. Het steekt hem vooral dat hij nooit meer enige zeggenschap heeft gehad over Misjka en de manier waarop zijn beertje is gebruikt. Dat begon al tijdens de Spelen in Moskou zelf. Bij de sluitingsceremonie, met een hoofdrol voor Misjka, werd hij niet betrokken. Vol lof is hij over de manier waarop honderden militairen de mascotte uitbeeldden op de tribune, over de traan die over Misjka’s wang biggelde. De proporties klopten volledig. Maar de Misjka die tenslotte als ballon opsteeg en wegdreef richting Moskouse Mussenheuvels, dat was een aanfluiting, van dat beest klopte helemaal niks, aldus Tzjizjikov. En wanneer je kijkt naar de nogal misvormde, ingezakte ‘Misjka’ die dertig jaar na de Spelen op de Heldenlaan bij het Loezjnikistadion als standbeeld werd geplaatst, dan voel je met Tzjizjikov mee. Ook hier ging de vormgeving buiten hem om. 

Hier het afscheid van Misjka tijdens  de sluitingsceremonie van de Spelen in Moskou: 


Ook nogal pijnlijk is dat niemand weet waar de originele tekening van Misjka is gebleven. De befaamde Tretjakovgalerij wilde hem kopen en belde Tsjizjikov. Die verwees het museum door naar het Russisch Olympisch Comité, waar hij de tekening ooit had ingeleverd. Daar had men geen idee waar Tsjizjikovs schepping was gebleven. De tekening is nog altijd zoek. 

Waarom Rusland de oorlog verliest van de VS. Ilja Varlamov over de strijd om de slimste hersens. “De derde wereldoorlog is al gaande."

---------------

Onderstaand artikel verscheen op 14 oktober in het Russisch op de website van blogger, fotograaf en activist Ilja Varlamov.

Ilja Varlamov

Ilja Varlamov

Vroeger gingen oorlogen om gebieden, in de 20ste eeuw werd er vooral oorlog gevoerd om natuurlijke hulpbronnen, in de 21ste eeuw wordt er oorlog gevoerd om hersens. En de oorlog van de 21ste  eeuw zijn we aan het verliezen. Laten we eerlijk zijn: het is totaal onbelangrijk of de Krim is teruggekeerd in de thuishaven of niet. Het doet er niet toe of Poetin de Koerillen weggeeft of niet. Zelfs als we morgen Alaska terughalen, verandert er globaal gezien niets. Olie en andere hulpbronnen zijn ook niet zo belangrijk, zoals de laatste crisis heeft aangetoond. We hebben veel natuurlijke hulpbronnen, nou en? Wat kunnen we ermee? Smeer je olie op je brood? En als de prijzen dalen, is het meteen ellende. Meteen wankelt de begroting, iedereen loopt bedroefd rond en zit met z’n handen in het haar.

Maar je hebt ook Singapore, bijna net zo groot als Moskou. De economie is een van de minst corrupte ter wereld en bezet de bovenste plaatsen op de ranglijsten van economische vrijheid. In dat land zijn de prijzen stabiel en is het BNP per hoofd van de bevolking een van de hoogste ter wereld. Het heeft geen hulpbronnen, het heeft geen grondgebieden. Zelfs zoet water kopen ze in Maleisië. Maar het levenspeil van de lokale bevolking is zeer behoorlijk. En naast de lokale bevolking gaan er uit heel de wereld mensen naartoe om er te werken. En je hebt Japan, niet het grootste land ter wereld en niet het rijkste aan hulpbronnen. Het is net zo groot als de provincie Tomsk. Maar het is een van de sterkste economieën ter wereld. Kort geleden bezette het de tweede plaats achter de VS. De beste techniek, uitstekende auto’s. Maar dat weet u allemaal zelf ook, dat hoef ik u niet te vertellen.

In de moderne wereld gaat het om hersens. Het land dat goede werk- en levensomstandigheden creëert, overwint. De moderne mens is mobiel en heeft een opleiding. De culturele barrière wordt lager. In de 19de en zelfs de 20ste eeuw was verhuizen naar een ander land nog een grote stap en een zeer zware beproeving voor een mens. Tegenwoordig is het een beetje stress, en voor jongeren is het helemaal een fluitje van een cent. Dankzij de moderne technologieën voelt u zich bijna waar ook ter wereld thuis. U raakt uw kennissenkring niet meer kwijt, zelfs uw taxi bestelt u in Moskou en New York met één en dezelfde app, en uw favoriete koffie drinkt u in één en dezelfde Starbucks. Vroeger moest je op een nieuwe plek een nieuw leven beginnen. Wanneer u tegenwoordig een baan wordt aangeboden, koopt u in twee klikken een ticket, in nog twee klikken huurt u woonruimte en morgen gaat u in Londen naar uw werk. Voor jongeren zijn er sowieso geen grenzen. Voor hen is het makkelijker om naar Londen te vliegen dan naar Omsk. Zij kiezen voor waar het beter is.

Ik heb geen contact met al mijn oud-klasgenoten, maar onlangs werd ik nieuwsgierig naar hoe iedereen zijn weg in het leven had gevonden. Ik ging naar ze op zoek op de soiale media. De slagvaardigsten en meest getalenteerden waren vertrokken. Naar Europa, naar de VS, naar Israël. En dat is een probleem. Ze hadden in Rusland kunnen blijven, maar zijn vertrokken.

Ik probeer elk jaar naar Silicon Valley te gaan en jongens van ons te ontmoeten die vertrokken zijn om daar te gaan werken. Ze zijn vertrokken omdat daar meer mogelijkheden zijn. Omdat ze daar minder risico’s lopen. Omdat hun bedrijf daar niet onder wild-westomstandigheden wordt ingepikt. Omdat daar een rechtbank is die niet na een telefoontje een zaak afstempelt. Zulke voorbeelden zijn er volop. Grote en kleine. Ze trainen nu de nationale skiselectie van de VS, omdat in Rusland niemand op hen zat te wachten. Anderen werken gewoon bij bekende it-bedrijven en creëren producten die u elke dag gebruikt. En dat is een nederlaag voor Rusland.

Pavel Doerov in Sint-Petersburg (2012)

Van Doerov *) hebben ze het bedrijf afgepikt en hij is vertrokken uit het land – dat is een nederlaag voor Rusland. Sjarapova, de trots van Rusland, die woont en traint in de VS, dat is een nederlaag voor Rusland. Ja, formeel is ze Russisch staatsburger. Maar haar werk komt ten goede aan de Amerikaanse economie. Haar trainingsschool ontwikkelt ze in de VS. U kunt ongetwijfeld de lijst zelf moeiteloos aanvullen.

Marija Sjarapova

Zulke nederlagen vallen niet zo op, vergeleken bij het verlies van bijvoorbeeld grondgebieden. Grondgebieden kan je aanwijzen op de kaart. Maar verlies van hersens kan je niet aanwijzen op kaarten en in schema’s. Maar die nederlagen doen het land veel meer pijn dan u misschien denkt.

De wereld vliegt tegenwoordig in Amerikaanse en Europese vliegtuigen en rijdt in Japanse en Duitse auto’s. En wij kunnen zelfs geen werkbanken meer maken. U wist dat misschien niet, maar loop binnen bij een willekeurige moderne fabriek en u ziet er geen Russische werkbanken. Ik sprak een keer met een plaatsvervangend directeur van één van onze defensiefabrieken. Ze waren net onder de sancties gevallen. “Het ergste is niet dat we nu geen kredieten meer krijgen van buitenlandse banken; geld dat vinden we wel. Het ergste is dat we niet op tijd voldoende hogeprecisie-werkbanken hebben kunnen kopen.” Dat is het.

Je kunt je zo veel als je wilt op de borst kloppen met de Boelava en de Iskander, maar er zijn geen mensen. Ze zijn er gewoon niet. Er is niemand om de ruimte in te vliegen. Er is niemand om de steden te besturen.

De vampiers die in de Doema zitten, doen een wedstrijdje ‘wie de idiootste wet aanneemt’.  Vertrekt het volk? “Laten we uitreisvisa invoeren! Laten we eisen dat alle buitenlandse rekeningen worden opgeheven! En de dubbele nationaliteit moet ook worden afgeschaft!” En telkens bij zo’n voorstel is er wel een groep mensen die zijn koffers pakt en een enkeltje koopt.

Gisteren werd ik gebeld door een journaliste die vroeg wat ik dacht van het zoveelste voorstel. Het ging over iets onzinnigs, dat ze alle messengers willen verplichten om de gebruikers te identificeren en te controleren dat niemand bij het berichten versturen de wet overtreedt. En diezelfde verplichting willen ze opleggen aan sites waar commentaren geplaatst worden. Wat ik daarvan denk? Ik denk er niks over. Ik denk dat er weer een groep jongeren, getalenteerde en ondernemende lui, die van Rusland houden, die hier zouden willen leven en werken, hun koffers pakken en in de VS of Europa gaan werken. Omdat niemand een bedrijf wil opbouwen, dat morgen door een zwakzinnige vampier van Staatstelecomtoezicht (Роскомнадзор) of de FSB plots wordt gesloten.   

Omdat je vandaag de dag in het land rechter Serebrjannikova hebt van de regionale rechtbank in Tsjernojarsk (provincie Astrachan), die bepaalt dat Wikipedia geblokkeerd moet worden vanwege een onschuldig lemma over charas. En omdat je Staatstelecomtoezicht hebt, die gaan lopen zwaaien met een knuppel en een project dreigen te blokkeren dat dagelijks door miljoenen mensen wordt gebruikt. En ergens zit een toekomstige Elon Musk of Steve Jobs en denkt: “Moet ik in Rusland wel een nieuw project lanceren?”

Elk ticket voor een enkele reis is een nederlaag voor Rusland. Wat #wegwezen (#поравалить) **) betreft is het al een hele tijd duidelijk. Zelfs als de FSB morgen alle uitreispaspoorten inneemt, Rusland uitreisvisa invoert en de grenzen sluit, verandert er niets wezenlijks. Want voor een modern, sterk land is het niet alleen belangrijk dat zijn burgers zich thuis kunnen ontplooien, maar is ook de aanvoer van vers bloed van belang. Wie van overal de beste krachten verzamelt, wie de omstandigheden creëert waarop die beste krachten af komen, die zal overwinnen. Elke succesvol project in de VS, Europa of China, is een internationaal team van de besten op hun gebied. Of het nou een of andere it-startup is of de Large Hadron Collider. En hier heeft Rusland helemaal niets te bieden.

Alle ontwikkelde landen strijden met elkaar om de meeste hersens aan te trekken. Ook China heeft zich in de strijd gemengd. Gewoon kopieën maken, dat deden ze daar vroeger. Nu is een leidende rol in de wereld hun doel. China is niet meer tevreden met de rol van fabriek-voor-de-wereld. En de omstandigheden gaan ze creëren. En men gaat naar China om te werken, om er een bedrijf te openen. En China begint langzaamaan met de ellebogen de oude leiders opzij te duwen.

Ik wil niet eindigen in mineur. Maar ik zie voorlopig niet dat mijn land er op de een of andere manier voor aan het zorgen is dat getalenteerde, slimme, jonge mensen hier zouden willen wonen en werken. Ik heb het niet over stokoude acteurs en zangers die voor geld nog bereid zijn om het staatsburgerschap van Somalië in ontvangst te nemen. Ik heb het over hersens. Over die mensen die nieuwe producten kunnen scheppen, die een bedrijf tot ontwikkeling kunnen brengen, die raketten de ruimte in kunnen sturen, die onze steden kunnen besturen. Ze zijn er niet.

Hebben ze u bang gemaakt met de derde wereldoorlog? Hoe stelt u zich die voor? Radioactieve as? Laserstralen uit de ruimte? Robots? Nee. De derde wereldoorlog is al begonnen. Het is een oorlog om hersens. En die zijn wij vooralsnog aan het verliezen. 

(Vertaling: Egbert Hartman)

------------------------

*) Pavel Doerov, één van de oprichters van Vkontakte, zeg maar: het Russische Facebook. 
**) Deze hastag was enkele jaren geleden populair als noemer voor de discussies over de vraag of je maar beter kon emigreren of niet.

Het leven is simpel en vrolijk - luister naar de liedjes van Aleksej Paperny

---------------------

De groep heet Paperny TAM (Паперный ТАМ) en het zei me niks. Ik kwam hun muziek voor het eerst tegen op Facebook (bij Monique van Ravenstein), vond het zeer aanstekelijk en was benieuwd naar meer. Hier die eerste kennismaking, getiteld Скажи легко, wat ik zou vertalen als: Zeg: het is simpel. De tekst staat onder aan dit stukje. 


Ik volg de muzikale ontwikkelingen in Rusland niet op de voet, maar dat ik nog nooit van Paperny TAM gehoord had, deed me vrezen dat het met de loopbaan van het ensemble na bovenstaand filmpje niet echt de goede kant was opgegaan. Die vrees bleek ongegrond, in elk geval waar het voorman Aleksej Paperny betrof. Als ik het goed heb, dateert de opname hierboven van eind jaren negentig. Paperny kwam de jaren daarna ongeschonden door, al was dat vooral dankzij theaterwerk en enkele succesvolle, alternatieve clubs die hij in Moskou oprichtte. 

De letters TAM staan voor Collectief van Acteurs en Muzikanten (Товарищество Актёров и Музыкантов) en muziek werd door de jaren heen nooit de hoofdzaak. Dat is ook te zien aan de talrijke filmpjes van optredens. Het repertoire van Paperny TAM zou een groter publiek rechtvaardigen, maar de groep lijkt zich prima thuis te voelen op kleine podia. Ze doen het er een beetje bij, zo lijkt het. Dat blijkt ook uit twee recente interviews (hier en hier) met een inmiddels grijze Papernyi. Die gaan over van alles, maar nauwelijks over zijn liedjes.

Hier nog een nummer dat me aangenaam trof: Не ждали нас, а мы пришли (Ze verwachtten ons niet, maar we zijn gekomen). Paperny zong het tijdens de grote betoging eind december 2011 in Moskou. Al heeft de tekst geen politieke lading (hij schreef het ook niet speciaal voor die dag), het lied had met zo’n titel zo maar kunnen uitgroeien tot hét lied van het toenmalig protest. Dat is niet gebeurd. (Ook deze tekst staat onderaan.)


Het doet me allemaal denken aan een ander collectief, dat van Pjotr Nalitsj, van wie ik ook niet zo veel meer hoor. Zijn De zee en Uit het restaurant behoren tot mijn favoriete liedjes van de afgelopen jaren. Hier Uit het restaurant. (Voor De zee klikt u hier.) 

---------------------

Скажи легко

Скажи легко и жить легко
И видно небо далеко
Сидим себе на облаках
Как у кого-то на руках

То это дым
То это снег
С тобой навек
С тобой навек
То это дым
То это снег
С тобой навек
Навек

Под нами реки, города
Гуляют дамы, господа
Случайный дрозд, увидев нас
Перевернулся десять раз

Не ждали нас, а мы пришли.

Не ждали нас, а мы пришли. 
А мы пришли, и что нашли
Нашли не ждали нас, не ждали нас
Не ждали нас, а ми пришли
Нашли не ждали нас, не ждали нас
Не ждали нас, а мы пришли

В руках у Богдана огромный барабан
В руке у Логана невыпитый стакан
Глаза у Синтии, о, Синтия
Ой, Синтия, любовь моя

Не ждали нас, куда пришли
Зачем пришли, а ну пошли
Пришли не ждали нас, не ждали нас
Не ждали нас, а мы пришли

Луна горит, и так близка
Ее рука река, ее рука
Идем по полю мы, по морю мы 
                                                                                         Летим по небу мы, привет пока
                                                                                         Идем по полю мы, по морю мы
                                                                                         Летим по небу мы, привет пока