geschiedenis

Welke literaire boeken moet je lezen om een juist beeld te krijgen van de Sovjetunie? - 2

Welke literaire boeken moet je lezen om een juist beeld te krijgen van de Sovjetunie?

Die vraag stelde ik in mijn vorige stukje en een aardig aantal lijstjes heb ik inmiddels ontvangen. Met daarop boeken van de ‘usual suspects’ (Solzjenitsyn, Boelgakov, Grossman, Vojnovitsj), maar ook van tal van andere auteurs (Fadejev, Vizbor, Broekmeyer). De diversiteit is opvallend.

Leuk is ook dat sommige inzenders beginnen met vriendelijk gemopper (“belachelijk lastig”, “onzinnig dit”) of met de handen in het haar zitten (“Waar begin je zonder afbreuk te doen aan die hele landmassa?”), om vervolgens toch met een mooi lijstje te komen. 

Om een echt aardig overzicht te kunnen maken, moeten ik nog wel meer lijstjes krijgen. Dus, aan de slag en stuur op! Via Facebook, Twitter, e-mail (e.m.hartman@chello.nl) of gewoon onder aan dit stukje. 

Nog even de spelregels:

- Noem minimaal twee boeken, maximaal vijf. (Bundels - Verhalen van Zosjtsjenko, bijvoorbeeld - gelden als één titel. Een specifiek verhaal opvoeren mag natuurlijk ook.) 

- Alle literaire genres zijn toegestaan. Ook boeken over literatuur of over een schrijver.

- GEEN geschiedschrijving. (Dus, bijvoorbeeld, geen De Fluisteraars van Figes)

- Land van publicatie, origineel of vertaling: maakt niet uit.

- Probeer bij elke titel een korte toelichting te geven, maximaal 280 tekens (een dubbele tweet, inderdaad). Nou vooruit, langer mag ook. En lijstjes zonder toelichting tellen net zo goed mee.

Welke literaire boeken moet je lezen om een juist beeld te krijgen van de Sovjetunie? - 1

Welke vijf literaire boeken moet je lezen om een goed beeld te krijgen van de Sovjetunie?  

Die vraag stelde ik enkele jaren geleden op mijn oude oude blog Rusland veraf en nabij (dat geleidelijk wordt ontsloten – zie het linkje 'Selectie' links in de kantlijn). Dat leverde toen aardig wat lijstjes op, maar tot een afgeronde conclusie, een uitputtend overzicht, kwam het toen niet.

Dit blog heeft een iets uitgebreider publiek, mede dankzij Facebook en Twitter. Daarom stel ik de vraag hier opnieuw.  

Stel, je mag vijf boeken noemen die – elk apart of in combinatie met elkaar - een goed beeld geven van de Sovjetunie. Vijf titels, uit de volgende genres: fictie (proza/poëzie), brieven, dagboeken, memoires, (auto)biografieën, reisverslagen. Schone letteren dus, in de ruim zin van het woord. Pure geschiedschrijving sluiten we uit. (Update: Dus, bijvoorbeeld, geen Orlando Figes - die inmiddels al is genoemd.)

Welke boeken zou u noemen? De verhalen van Zosjtsjenko? Sjolochovs Stille Don? Achmatova’s Requiem? De dagboeken van Nagibin? De brieven van Astafjev? Frank Westermans Ingenieurs van de Ziel? Sjalamovs Berichten uit Kolyma? De verzamelde werken van Leonid Brezjnev?

Stuur uw lijstje in! Dat kan als reactie onder dit stukje, per e-mail (e.m.hartman@chello.nl) of via mijn pagina op Facebook.

 Een paar spelregels:

- Noem minimaal twee boeken, maximaal vijf
- Land van publicatie, origineel of vertaling: maakt niet uit
- Probeer bij elke titel een korte toelichting te geven, maximaal 280 tekens (een dubbele tweet, inderdaad). Nou vooruit, langer mag ook.
- Het mag anoniem of onder pseudoniem. 

 Ik zal af en toe lijstjes publiceren en vragen om meer inzendingen. Ook buiten dit blog om. Mijn voorbeeld daarbij is de Duitse Rusland-kenner Klaus Mehnert (1906-1984). Die vroeg bij elke ontmoeting in de USSR, op alle niveaus, steevast naar de favoriete Sovjet-schrijvers. Het leverde een van de leukste boeken op over Sovjet-literatuur: Die Russen heute. Was sie lesen, wie sie sind (1983). Zover reiken mijn ambities niet. Met af en toe wat leuke schrijfstof ben ik al tevreden.

Voor alle duidelijkheid: het gaat niet per se om uw favoriete boeken. Misschien vindt u Hoe het staal gehard werd (Ostrovski, 1954) een verschrikkelijk boek, maar werpt het volgens u wel een heel duidelijk licht op een bepaald aspect van de USSR. Zet u het dan vooral op uw lijstje! Er is ruimte om uw keus te beargumenteren, u hoeft dus niet bang te zijn dat u door Ostrovski te noemen (of de verzamelde werken van Brezjnev), plots wordt aangezien voor een literaire onbenul.

En probeert u iets te maken van uw toelichting! Al is het maar een mooie zin.

Leonid Gozman: “Deze wet moet iedereen de mond snoeren die Stalin een vampier vindt. Allemaal verdedigen we de SMERSJ!"

Oppositie-politicus Leonid Gozman vergeleek een jaar geleden de SMERSJ (contraspionagedienst opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog) met de SS. Toen waren de rapen gaar. In het huidige Rusland, waar de president het uiteenvallen van de USSR met instemming van velen omschrijft als “de grootste politieke catastrofe van de twintigste eeuw”, maakte Gozman zich met zijn uitspraak tot een logisch doelwit. “Jammer dat de Nazi’s geen lampekap van jouw grootmoeder hebben gemaakt", schreef een columniste in de Komsomolskaja Pravda.

Inmiddels zijn uitspraken als die van Gozman bij wet verboden. Wie de rol van de USSR tijdens de oorlog ‘verdraait’ of kanttekeningen plaatst bij de af en toe oorverdovende heroïek rond de oorlogsjaren, kan vijf jaar aan z’n broek krijgen.

Gozman ziet zich als een van de ‘aanstichters’ van de wet. Dat lijkt me wat veel eer (die wet was er toch wel gekomen), maar hij ziet het als zijn plicht om die wet meteen maar te overtreden. Dat doet hij in onderstaande column, die vorige week verscheen. Het Russisch origineel vindt u hier.

 

Allemaal verdedigen we de SMERSJ!

De prioriteiten zijn op een rijtje gezet. “Beschermd en verdedigd dienen te worden” de traditionele waarden, in het bijzonder de TsjK, NKVD, KGB, kameraad Dzerzjinski persoonlijk en, uiteraard, de SMERSJ. De blokkeer-eenheden (1) horen er ook bij, zonder hen ben je nergens. Het Molotov-Ribbentrop Pact als hoogtepunt van de vaderlandse diplomatie en voorbeeld van de verheven gedragsnormen in internationale betrekkingen. Katyn, in die zin dat opnieuw wíj dat niet geweest zijn. En het belangrijkste: onze vader, J.V. Stalin. Die blijkt dus eeuwig levend te zijn, Lenin helemaal niet. Van toespelingen gaan we over op directe acties. In aanwezigheid van de president wordt het lied “Artilleristen, Stalin heeft het bevel geven” uitgevoerd – Astafjev  had wel raad met jullie geweten! (2) In Sint-Petersburg, waarvan hij de inwoners aan honger en onnoembaar leed overleverde, draagt een functionaris van het stadsbestuur een portret van hem rond.

Wij verdedigen onze orde op alle gebieden. Wij slaan homoseksuelen en vrouwen met baarden van ons af (vroeger werden die trouwens getoond op jaarmarkten en het volk keek zonder enige morele schade  - maar dat was vroeger). Wij verenigen de Russische wereld en spoedig zullen we met de gebeden van Rogozin een basis bouwen op de maan, zodat we niet alleen de Zweed bedreigen (3). We voeren Tsjeboerasjka (4) in in plaats van het internet en Medinski in plaats van cultuur.

En daar nemen we allerlei wetten voor aan – de ene nog briljanter dan de andere. Een deel is openlijk kannibalistisch, een deel gewoon belachelijk. Eerst was het verboden om iets te doen, nu ook al om iets te zeggen.

De laatste in die reeks is de wet die eerherstel van het nazisme strafbaar stelt. Die moet niet tegengaan dat Hitler wordt geprezen, dat ze met een hakenkruis gaan lopen en het sieg-heil-teken maken. Precies het tegenovergestelde. De wet verbiedt om beulen beulen te noemen, genocide genocide. Nee, over Duitsland mag dat nog wel, over de USSR niet. Je mag niet praten over de misdaden van de NKVD en de verantwoordelijkheid van Stalin voor het ontketenen van de oorlog, over de standrechtelijke executies en over de verradersvolken (5). Dat alles heet nu – ik citeer – “de verspreiding van leugenachtige gegevens over de handelingen van de USSR in de jaren van de Tweede Wereldoorlog “ - en daar kan je vijf jaar voor krijgen.

SMERSJ

SMERSJ

De wet is bedoeld om diegenen (onder wie ik) de mond te snoeren die kameraad Stalin een vampier vinden, en een concentratiekamp een concentratiekamp, onafhankelijk van het uniform dat de bewakers dragen en welke taal zij spreken. Maar het is niet alleen de verdediging van het plaatje van het verleden dat Jarovaja en haar Doema-collega’s willen invoeren – het is een aanval op het heden. Vooral die mensen moet de mond worden gesnoerd die niet alleen Stalin afwijzen – daar zouden de schrijvers van de wet zich nog knarsetandend bij neerleggen – maar ook de permanente ideologische en propagandistische nachtmerrie waarin wij nu leven.

Ik kan niet anders dan mij persoonlijk verantwoordelijk voelen voor deze wet. Een jaar geleden vergeleek ik de SS met de SMERSJ – toen brak er in de Doema – en niet alleen daar – hysterie uit, en dit is een van de resultaten. Daarom kan ik niet alleen gewoon mijn oordeel geven – ik ben verplicht iets te doen.

Mij schoot niets beters te binnen dan de wet openlijk te overtreden, oftewel juist datgene te verklaren wat na het van kracht worden van de wet verboden is te verklaren. Dat doe ik opdat de gerechtelijke instanties een strafzaak beginnen – dan komt er een openbaar proces. Volgens het vonnis zal ik natuurlijk, daar twijfel ik niet aan, schuldig zijn, maar in feite zal dat het eerste proces zijn over de Stalinpraktijken tijdens de oorlog. En als ze geen zaak beginnen, dan erkennen ze daarmee dat ook deze wet, net als vele anderen die de laatste tijd zijn aangenomen, niet meer is dan politieke chantage.

Dus ik verklaar:

De straforganen van Stalin, in het bijzonder de NKVD en de SMERSJ NKVD, hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog (ik heb het bewust uitsluitend over de periode waarop de nieuwe wet van toepassing is) misdaden gepleegd, analoog aan de wetten op grond waarvan de SS en de Gestapo door het Neurenberg Tribunaal als misdadige organisaties werden beschouwd. In het bijzonder onderwierpen zij volken van de USSR aan genocide, pasten ze folteringen toe, vermoorden en onderdrukten ze massaal onschuldigen zonder vorm van proces. De uitvoerders van die misdaden zijn niet alleen niet gestraft, integendeel, ze werden beloond. Daaruit volgt dat die handelingen niet beschouwd kunnen worden als oorlogsexcessen, maar dat de verantwoordelijkheid gelegd moet worden niet alleen bij de beulen zelf, maar ook bij hun commandanten, tot aan de Hoogste Opperbevelhebber, en ook bij de toen in ons land bestaande regering in haar geheel. Ik ben van mening dat bovengenoemde structuren, naar het geheel aan de door hen gepleegde feiten, beschouwd dienen te worden als misdadige organisaties.

Ze zullen natuurlijk zeggen dat ik de Overwinning ontken, dat ik Hitler verheerlijk, dat ik de strijders van de NKVD zwartmaak, de gesneuvelden op het slagveld, enzovoort. Ieder weldenkend mens begrijpt dat niets van dat alles uit mijn woorden valt op te maken. Wat er wel uit op te maken valt is het niet accepteren van schijnheiligheid en leugens, zowel in het verleden als in het heden.

Zij zijn aan zet.

-------------------------------------------------------------------

Leonid Gozman – president van de Nationale Russische maatschappelijke beweging Sojoez Pravych Sil. (Deze naam laat zich lastig vertalen. Sojoez betekent verbond of unie, Sil betekent van krachten - tot zover geen probleem. Maar Pravych betekent zowel rechtse, juiste als rechtvaardige. Kiest u maar.) 

----------------------------------------

(1) Заградотряды / zagradotryady: moesten achter de frontlinie vluchtende soldaten tegenhouden.

(2) Schrijver Viktor Astajev (1924-2001). Verzette zich krachtig tegen de mythevorming rond de oorlog. (Zie hier.) Een recensie van zijn verzamelde brieven schreef ik op mijn oude weblog, in het deel dat nog niet opvraagbaar is. Zeer aanbevolen!  Виктор Астафьев : Нет мне ответа. Irkoetsk, 2009.

(3) Verwijzing naar een regel uit De Bronzen Ruiter van Alexander Poesjkin. И думал он: Отсель грозить мы будем шведу (En dacht hij: Vanhier zullen wij de Zweed bedreigen).

(4) Politicus Maksim Chadzjaradze stelde vorige maand voor om een eigen, Russisch internet in te voeren en het de naam Tsjeboerasjka te geven, naar een tekenfilmfiguur. 

(5) Volken – onder meer de Tsjetsjenen en de Krimtataren – die tijdens de Tweede Wereldoorlog en masse werden geporteerd op beschuldiging van collaboratie. 

Rusland is gevaarlijk afhankelijk van olie en gas. Een vergelijkbare afhankelijkheid van bont leidde in het verleden tot rampspoed en chaos.

Nooit geweten: net als bij de oliewinning van nu werd bij de bonthandel van vroeger in Rusland gerekend in vaten. Ik las het in het boek Внутренняя колонизация (Interne Kolonisatie) van Alexander Etkind. Hij wijdt een hoofdstuk (‘Vaten met bont’) aan de opvallende, bijna beklemmende parallellen tussen bont en olie en gas. Onderstaand stuk is volledig gebaseerd op dit hoofdstuk. *) 

De Russische staat is wat inkomsten betreft grotendeels afhankelijk van de gas- en oliewinning. Het land kende eerder een vergelijkbare, gevaarlijke afhankelijkheid: ooit kon het staatsbudget niet zonder bonthandel. De overeenkomsten tussen beide tijdperken (de rekeneenheid vaten is er slechts één van) zijn hoogst opmerkelijk, en – als de geschiedenis een voorspellende waarde heeft – voor het Rusland van nu nogal verontrustend. De ineenstorting van de bonthandel luidde in het oude Moskovië tot rampspoed en chaos. 

De zucht naar bont (aanvankelijk eekhoornbont, later sabel-, marter- en beverbont) vormde in de 16de en 17de eeuw de stuwende kracht achter de verovering van Siberië. Het bont werd aanvankelijk nog in het gebied tussen Novgorod en de Oeral gewonnen en door Hanze-kooplieden via waterwegen naar het Westen vervoerd. Het Siberische bont werd later over land naar Moskou vervoerd en vandaar, ook over land, via Warschau en Leipzig verder naar Europa.

Sbor_Yasaka.jpg

Doordat de staat de essentiële inkomsten uit de bonthandel moest veiligstellen, ontstond er een kastenstelsel: een kleine elite die de kostbare grondstof liet winnen, beschermde en verhandelde, en daaronder de rest van de bevolking wier bestaan afhankelijk was van de verdeling van de handelswinst. De overheid was volledig afhankelijk van de bovenste kaste, sterker nog: die eerste kaste wás de overheid. Het menselijk kapitaal was redundant, het was niet bepalend voor de rijkdom van de staat. Wie geen schakel was in de bonthandel, kon er evengoed niet zijn.

3b021bc435b67d272b172fa0f7e4385f.jpg

Inkomsten uit de bonthandel vormden in de 16de eeuw het leeuwendeel van het staatsbudget. In de tweede helft van die eeuw bracht een dramatische daling van de bont-inkomsten de staat aan het wankelen. Door overbejaging daalde de aanvoer, in Europa nam de vraag af doordat wol inmiddels een prima alternatief vormde. Er loopt een rechte lijn van deze dalende inkomsten naar de chaos van de Tijd der Troebelen (1604-1613), die uitmondde in de keuze voor een nieuwe dynastie.    

De staat verlegde zijn aandacht naar zuidelijker streken, rijk aan graan. Ze behield wel de controle over Siberië, al was daar geen economische reden meer voor. In de 19de eeuw deed het uitgestrekte gebied nog wel dienst als locatie voor strafkolonies.    

In de 20ste eeuw krijgt Siberië weer een hoofdrol, die opvallend veel lijkt op die uit de tijd van de bonthandel. Nu zijn het olie en gas die de staat de middelen van bestaan verschaffen. En net als de handelsposten in de tijd van het bont schuiven de boortorens in de Sovjetunie steeds verder op naar het oosten, op zoek naar nieuwe bronnen. En de afnemers bevinden zich opnieuw in Europa …

Aan het begin van de 21ste eeuw vormt de afhankelijkheid van een enkel soort grondstof (olie, gas) voor Rusland opnieuw een vloek. Overige sectoren van de economie blijven onderontwikkeld. En opnieuw houdt de overheid zich vooral bezig met het veiligstellen van de grondstof en de doorvoer ervan naar Europa. Het veiligheidsapparaat valt samen met de overheid die de grondstof wint. Die kleine kaste leeft anders dan de rest van de bevolking, die in feite overbodig is.

Een overheid die afhankelijk is van olie-inkomsten, vreest vooral de uitputting van de bronnen. De grootste bedreiging is echter een daling van de vraag door de opkomst van nieuwe technieken. Met olie is dat nog niet gebeurd, maar enkele eeuwen geleden heeft dat proces zich met een andere kostbare grondstof, de vaten met bont, al eens voorgedaan, met chaos en nieuwe machthebbers als uitkomst.

Alexander Etkind

Alexander Etkind

*) Внутренняя колонизация van Alexander Etkind (Александр Эткинд) verscheen in 2013. Het is een vertaling van: Internal colonization: Russia’s  Imperial Experience uit 2011. Een Engelse recensie vindt u hier. Het hoofdstuk waarop bovenstaand stuk is gebaseerd, is hier in het Engels beschikbaar.