schilderkunst

De ideale binnenplaats van Igor Popov - 1

---------------


Het eerste waar bovenstaand schilderij mij aan deed denken, waren die overvolle legpuzzels van Jan van Haasteren; tekeningen van drukke straten en pleinen waarop van alles gebeurt, waar je lang naar kan kijken en dan steeds iets nieuws ontdekt. De titel van het schilderij is Onze binnenplaats, het is van Igor Aleksandrovitjs Popov en stamt uit 1964. Popov (1927-1999) woonde een groot deel van zijn leven in Moskou en ik neem aan dat de binnenplaats in kwestie zich daar ook bevond.

De schilder Popov kende ik niet. Ik vermoedde te maken te hebben met een kunstenaar die vooral (of in elk geval: ook) als illustrator werkzaam was geweest. Dat had ik helemaal mis, al duurde het even voordat ik daar zeker van was. Een bescheiden zoektocht bracht me aanvankelijk vooral in verwarring. Zo stuitte ik op onderstaande werken, gemaakt in dezelfde periode als Onze binnenplaats, ook van Igor Popov. Maar was dat wel dezelfde Igor Popov?

Igor Popov - Vissers uit Galitsj. (1969)

Igor Popov - Chomoetovaja voor het werk. (1966) [Chomoetovaja=vissershut?] 

Igor Popov - Hoogwater (1966)

Je hoeft geen geoefend oog te hebben om te zien dat deze drie schilderijen qua sfeer en ‘diepte’ sterk afwijken van het vrolijke Onze binnenplaats. Ze doen in elk geval niet denken aan de puzzels van Jan van Haasteren. De ‘sombere Popov’ deed zijn inspiratie op in de provincies Komi en Kostroma. Lagen hier werken van twee verschillende personen voor? Of had een en dezelfde Igor Popov gewoon af en toe behoefte om ook eens wat luchtigers op het doek te zetten? Om even uit te rusten van al die donkere kleuren?

Of dat laatste het geval was, weet ik niet. In elk geval kwam ik al snel nog een paar schilderijen tegen waar ook de naam Igor Popov onder stond, ook gemaakt ver buiten de grote stad, maar die een stuk dichter in de buurt komen van Onze binnenplaats.           

Igor Popov - Groot zonnig dorp in de sneeuw. (1968)

Igor Popov - Avond voor de feestdag. Bolsjaja Pyssa. (1967)

Igor Popov

Is Groot zonnig dorp in de sneeuw al een opgewekt schilderij (zien we daar een poezekopje op de baal hooi in het midden?), Avond voor de feestdag is dat helemaal. Ook hier zien we, net als op Onze binnenplaats, luchtige tafereeltjes, al zijn die veel minder talrijk en zorgen ook de houten huizen bovenin toch ook nog voor een wat sombere achtergrond. Het miniatuur-vrouwtje midden-links houdt een in een rood doek gewikkeld kind in haar armen, een terugkerend beeld in het werk van Popov. Eén en dezelfde Popov, want zo veel was me nu wel duidelijk: figuurlijk kan je misschien wel spreken van twee verschillende schilders, maar alles hierboven is het werk van één persoon.          

Waarna we overgaan tot de bespreking van Onze binnenplaats (met onder meer een bijdrage van de Russisch-Orthodoxe kerk) - maar dat gebeurt in deel 2. (Vanwege een verblijf van mij  elders, moet u daar misschien wat langer op wachten dan gebruikelijk.)

Deel 2.

Drie blote meisjes en een stoomlocomotief

--------------

Stel, je bent treinfanaat en je blik valt op bovenstaand schilderij van Aleksandr Denejka. Waar kijk je dan naar? Precies, naar dat treintje op de achtergrond. En ben je met meerdere treinfanaten bijeen, dan kan er een geanimeerd gesprek op gang komen – over dat treintje op de achtergrond.

De Russische blogger (en treinfanaat) Periskop, bij wie ik het schilderij aantrof, schrijft: “Als we even abstraheren van de objecten op de voorgrond, dan zien we een heel interessante locomotief in de verte.” Er zit namelijk, legt hij uit, een kolenwagen aan vast, terwijl zulke boemeltreintjes doorgaans zónder reden. De kolenwagen vormt ook nog eens één geheel met de locomotief, hij hangt er niet achter met een ketting of zo. En omdat er onder die kolenwagen bovendien vier assen zitten, is alle twijfel bij Periskop weg; de locomotief die we zo nadrukkelijk in beeld zien, is niets minder dan een modificatie van het type Eoe (Эу). 

Periskop snijdt hier een voor treinliefhebbers kennelijk nogal controversieel onderwerp aan. Zijn oordeel wordt in elk geval ernstig in twijfel getrokken door andere liefhebbers van mooie treinen, die er lustig op los reageren en elkaar daarbij met allerlei afbeeldingen (van locomotieven) om de oren slaan, zonder – treinliefhebbers onder elkaar, tenslotte – onbeleefd te worden.

Ik ga die discussie hier niet in detail weergeven, ik beperk me tot enkele opmerkingen met af en toe een verrassende wending. Er komen ook nog twee andere schilderijen voorbij – eentje met en eentje zonder trein, maar beide met bloot. Ik heb een en ander iets gehergroepeerd, omdat er anders helemáál geen touw aan vast te knopen valt.

- Een zogeheten tanklocomotief.
- Nee, op het schilderij heeft de kolenwagen een vaste verbinding, die vormt één geheel met het machinistenhokje. Bij een tanklocomotief is dat anders.
- Hoe gaat ‘ie dan de bocht door? Hier heb ik nog nooit van gehoord.
- Kijk maar naar de Eoe 684-37

- Ik zie het niet. Bij de klassieke serie E tot Er liep het dak van het hokje door over kolenwagenhokje. Dat was bij allemaal zo.
- Nee. Bij de Esjaka was de wielformule 0-5-0, op het schilderij is het duidelijk 1-1-0.  En in plaats van drie stolpen is er maar eentje te zien, vaag. De stoomdom is helemaal verdwenen.
-  Een schilder is niet verplicht om alles tot in de kleinste details uit te werken. De omtrek en uiterlijke kenmerken zijn aanwezig.

- Schoren dames in 1941 al echt hun geslachtsdelen?

- De locomotief bij Denejka is veel hoger dan de E, de schoorsteen is twee keer zo laag, het silhouet is anders en lijkt heel erg op een Mallet.
- Volgens mij heeft het schilderij net zoveel te maken met een Eoe als een vlek van de rorschachtest met wat een patiënt zegt.

- Dejneka heeft ook nog een schilderij ‘Jongens die uit het water rennen.’ Met een brug, maar zonder trein. Jammer.

Jongens rennen het water uit - 1930-1935


- En hier rijdt een andere locomotief het schilderij binnen!

Donbass, lunchpauze - 1935 


- Het was oorlog en hij was meisjes aan het schilderen.
- De oorlog was toen nog niet begonnen.

- Zeggen dat je moet abstraheren van zulke prachtige objecten vanwege wat lijntjes op de achtergrond, die elke middelste groep van de kleuterschool in iedere gewenste hoeveelheid voor je tekent.

Hoe met de Franse Opéra en een kilometer aan aquarellen de Transsiberische Spoorlijn werd gepromoot - 2

---------------

Op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs waren maar liefst twee panorama’s te zien waarmee Rusland de Transsiberische Spoorlijn onder de aanbracht bracht. Voor de ontwikkeling van Siberië waren buitenlandse investeerders nodig en de tot de verbeelding sprekende spoorlijn (in 1900 nog niet voltooid) was een uitstekend uithangbord. Beide panorama’s waren ondergebracht in het Pavillion de l’Asie russe et de la Sibérie.

De bezoekers van het paviljoen konden plaatsnemen in een wagon, waarna voor de ramen met behulp van schuivende panelen de illusie werd gewekt van een voorbij glijdend Siberisch landschap. (Zie deel 1.) De beschilderde panelen zullen artistiek van weinig waarde zijn geweest, al valt dat niet meer met zekerheid te zeggen; ze zijn niet bewaard gebleven. Artistiek interessanter was in elk geval het tweede panorama, dat bijna een kilometer aan aquarellen besloeg, en dat wel bewaard is gebleven. Het bevindt zich in de Hermitage in Sint-Petersburg.

De aquarellen, die enigszins naïef aandoen, zijn het werk van Pavel Pjasetki (1843-1919). Bij elkaar vormden ze met 940 meter het langste schilderij ter wereld. De bezoekers hoefden al die meters niet zelf af te leggen. Ze konden plaatsnemen voor een kist van een halve meter hoog en enkele meters lang. Daarin werden de aquarellen, verdeeld over acht rollen, voor het publiek afgedraaid.

Pjasetski toont hier een eerder panorama, dat van de Trans-Kaspische Spoorlijn.

Het complete panorama telde negen rollen en toonde landschappen, bruggen en steden vanaf de Wolga tot aan de Stille Oceaan. De laatste, negende rol, met het traject vanaf het Bajkalmeer tot aan Vladivostok, was ten tijde van de Wereldtentoonstelling in Parijs nog niet klaar. Het werk aan het panorama was namelijk niet helemaal gladjes verlopen. Pjasetski, behalve schilder ook arts, kreeg de opdracht voor de aquarellen van de directie van de Transsiberische Spoorlijn. Er ontstond een conflict over het honorarium, waarna tsaar Nicolaas II de betaling van Pjasetski voor zijn rekening nam. Vanaf 1894 was de kunstenaar op verschillende plekken getuige van de aanleg van de spoorlijn. Hij had een fiets bij zich om in de omgeving schetsen te kunnen maken. Later kreeg hij dankzij de bemoeienissen van de tsaar een eigen atelierrijtuig.

Pavel Pjasetski op de fiets

Brug over de Ob

Omsk

Spoorbrug bij Omsk in aanbouw

De aanleg van het spoor

Luxe wagon 'opengeklapt'. 

Kapel aan boord


Psjasetski had eer van zijn werk. Het panorama, dat hij in Parijs zelf bediende, werd door de jury van de Wereldtentoonstelling beloond met een gouden medaille. Zelf ontving hij de Légion d'Honneur. De aquarellen, die ook nog getoond werden op de Wereldtentoonstelling van 1904 in het Amerikaanse St.Louis, belandden uiteindelijk in de Hermitage in Sint-Petersburg. Daar werden ze begin deze eeuw gerestaureerd en in 2007, ter ere van het 170-jarige bestaan van de Russische spoorwegen, tentoongesteld in het Vitebsk Station. Het is bijzonder ergerlijk dat ik die tentoonstelling, ook nog eens in het mooiste station van Sint-Petersburg, compleet heb gemist.   

Medewerksters van de Hermitage met de negen rollen van Pjasetski's panorama

Hier deel 1.

Bronnen:

- Фритьоф Беньямин Шенк - Поезд в современность (Moskou, 2016), een vertaling van: Frithjof Benjamin Schenk -  Russlands Fahrt in die Moderne (2014).
- Arjan den Boer – Panorama Transsibérien (2014).

(Wie, enthousiast geworden door bovenstaand artikel, meer wil weten over de twee genoemde panorama's: kijk uit voor de informatie op Wikipedia. Beide worden daar op wonderbaarlijke wijze samengevoegd tot één geheel. De schilder Pjasetski wordt aangezien voor de maker van het door Wagons-Lits geleverde panorama en de 'passagiers' zien volgens Wikipedia vanuit de trein zíjn aquarellen voorbijkomen. Dat klopt niet.)  

Hoe Stalin verscheen aan de melkmeisjes in het veld

-------------------

Je kan je bij dit schilderij afvragen: waarom hebben die vrouwen op de voorgrond, tussen de koeien op de wei, een herenfiets aan de hand? - maar de centrale vraag is natuurlijk: wat doen Stalin en Vorosjilov daar? Het lijkt alsof beide heren achter de bossen zo maar plots, uit het niets, omhoog zijn gekomen, samen met een toren van het Kremlin. De twee melksters in het midden – de rest heeft nog niks in de gaten – staren naar de lucht en zijn duidelijk met stomheid geslagen.

We kennen de beide heren in deze pose natuurlijk van het schilderij ‘I.V. Stalin en K.Je. Vorosjilov in het Kremlin’ van hofschilder Aleksandr Gerasimov. Die schilderde het in 1938 naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van het Rode Leger. (Het heette aanvankelijk ‘Op de bres voor de vrede’, maar toen enkele jaren later die vrede niet helemaal goed beschermd bleek, werd de titel aangepast.)  


Van het schilderij met de melksters bestaat ook een ‘normale’ versie. Of beter gezegd: bestond. Gerasimov schilderde het in 1959 en gaf het de titel Kolchozkudde – zie hieronder. Zonder Stalin en Vorosjilov op de achtergrond gaat je blik al helemaal naar die herenfietsen. Zijn die melksters er net mee aan komen rijden om weer een volle emmer af te leveren bij de melkbussen? Met die lange rokken? Over die hobbelige wei? Ik geloof er niks van. 


Gerasimov overleed in 1963. In 1991 verkocht zijn familie het schilderij Kolchozkudde aan een buitenlandse koper. Het wisselde een aantal keren van eigenaar om tenslotte weer in Rusland te belanden. Daar bleek bij technisch onderzoek dat onder het weidetafereel een oudere afbeelding schuilging. De eigenaar (ik weet niet wie dat is, evenmin hoeveel hij voor Kolchozkudde betaald heeft) liet de bovenste verflaag verwijderen. En daar kwamen Stalin en Vorosjilov tevoorschijn.

Gerasimov (met pijp) en leden van de Kunstacademie

Gerasimov had zijn Kolchozkudde in 1959 over een kleinere variant van‘Stalin en Vorosjilov’ heen geschilderd. Ongewild illustreerde hij daarmee de politiek omwenteling die zich had voltrokken. Zo’n afbeelding van Stalin (of het in dit geval nu een voorstudie was of een kopie voor de verkoop), daar kon je na de in 1956 in gang gezette destalinisatie niet meer mee aankomen – en Gerasimov al helemaal niet. Als eerste voorzitter van de Kunstacademie was hij ooit een invloedrijk man, maar in 1959 was hij al volledig in ongenade geraakt.  

Vorig jaar werd in Moskou een tentoonstelling gehouden van het werk van Gerasimov. Daar waren Stalin, Vorosjilov en de melkmeisjes in weer een iets andere variant te zien. De nabestaanden van Gerasimov bleken een reep bewaard te hebben die de schilder ooit van het later overgeschilderde doek had afgesneden. Die werd er weer aan toegevoegd, er ging een nieuwe lijst omheen en zie …


Kolchozkudde werd, in zijn oorspronkelijke staat, in 2013 op een Londense veiling te koop aangeboden, met als richtprijs 80.000 – 120.000 pond. Het bleef onverkocht. Veilinggegevens van een latere datum ben ik niet tegengekomen. Zou het in de huidige staat meer waard zijn? Ik denk het wel.  

Wat dan nog rest is de vraag van die fietsen. Ach, het antwoord lijkt me uiteindelijk vrij simpel: die staan daar gewoon afgebeeld als bewijs van de toegenomen welvaart op het platteland. 

Witte lakens – één groot feest. Russische vrouwen op Sovjetschilderijen doen de was.

--------------------

De gang met wasgoed naar rivier, beek of meer was doorgaans een zware. Het klimaat in Rusland leent zich grote delen van het jaar nu eenmaal niet voor wassen in de buitenlucht. Blogger Kykolnik (ik neem regelmatig een kijkje bij haar) verzamelde op haar site schilderijen uit de Sovjetjaren met wastaferelen, maar, niet verrassend (het socialistisch-realisme was overwegend optimistisch van kleur) - op die doeken overheersen toch vooral licht en levensvreugd.

Neem bovenstaand schilderij. Geen weer om met gekromde rug je handen lang in ijskoud water te houden. Maar de vrouw links, zo te zien net klaar met de klus, lijkt haar goede humeur niet te hebben verloren. Ze geeft het tafereel een vrolijke draai (Kykolnik schrijft op haar blog dat ze schilder en titel van dit werk vergeten is op te schrijven en beide niet meer kan terugvinden.)  

De vrouw hieronder is meer dan vrolijk. Met een soort mitrailleurslint van wasknijpers om haar nek heeft ze de aanval op de lakens ingezet – een gevecht dat ze glansrijk gaat winnen. De opwaaiende zomerjurk en het profiel van bovenbeen en heup vormen een harmonisch geheel met al dat wapperende wit om haar heen. Ze staat met haar hoofd in de wolken. 

Maj Dantsig - Zonnige dag (1966)

De was gedaan in de Wolga, en dan op je blote voeten over een door de zon opgewarmde houten vlonder naar het zand of gras op de oever lopen… De ronde holte van het wasteiltje sluit bij nog precies om haar heup, bij de vrouwen achter haar al niet meer, denk ik. Het tapijt rechts, zou dat alleen uitgeklopt worden of ook gewassen? Bij de reacties op het blog van Kykolnik lees ik: “Mijn oma waste, blauwde (синила), stijfde en streek alles… Ik heb zelfs geen strijkijzer… En wat nou lakens – een wollen Moldavisch kleed van 3 bij 2 waste ze! Dat was droog al niet te tillen, laat staan nat!!! Ach, het kleed was van 1925, dikgeweven, met rozen. Ook verbonden met verdriet, begrijp ik nu. Het was geconfisceerd bij verbannen Roemenen, of die hadden het in de hongerjaren ‘46-’47 verkocht.” Het commentaar vermeldt niet of deze oma op het platteland woonde of in de stad.      

Aleksej Belych - Zomer aan de Wolga (1980-1988)

Boris Vaks - Doordeweekse lentedag (1977)

Sergej en Aleksej Tkatsjev - Op de vlonder (1957)

Een paar schilderijen in de collectie van Kykolnik vallen uit de toon. O ja, denk je dan, zo was het natuurlijk ook, of: zo was het toch vooral. Lijken veel wastaferelen onderdeel van één groot feest, bij het schilderij van Ptjotr Soelimenko (Bij het wak) vraag je je af: krijgt ze straks haar rug nog wel recht? “Доля ты! — русская долюшка женская! Вряд ли труднее сыскать”, zo citeert iemand op de site van Kykolnkik een gedicht van Nikolaj Nekrasov over het lot (“een zwaarder is nauwelijks te vinden”) van de Russische vrouw. 

Pjotr Soelimenko - Bij het wak (1973)

Helemáál los van de overige schilderijen staat dit trieste beeld:

Nikolaj Dormidontov - Leningrad tijdens het beleg (1943)

Hieronder nog een aantal schilderijen met wastaferelen, deels weer buiten op het land, maar ook een aantal binnenshuis, in de stad. Voor nog veel meer vrouwen aan de was: volg het linkje naar Kykolnik in de eerste alinea. 

De vrouw met de rode hoofddoek - een deel van het raadsel ontsluierd.

----------------------

Ze hangt al jaren bij mij aan de muur, met haar rode hoofddoek en haar blik die langs me heen gaat. Hoe ze heet, weet ik niet, maar ik weet sinds kort wel waar ze werkt. Of beter: wérkte, want ze is natuurlijk allang met pensioen, of, waarschijnlijker, overleden.

Ik kocht bovenstaand werk in 1995. Het lijkt een schets, op dun karton. Rechtsboven is een hoekje afgescheurd. Het is van de schilder Grigori Kravtsjenko (1930-2006). Vanwege de kwetsbaarheid zit het achter glas. Was de schets het voorwerk voor een schilderij? Ik heb aardig wat schilderijen van Kravtsjenko gezien, maar deze vrouw met rode hoofddoek ben ik verder niet meer tegengekomen. Wat ik ook niet weet, is uit welk jaar het werk dateert.     

Het hangt bij mij thuis op een vrij opvallende plaats. Niet iedereen is er enthousiast over. “Ik haat dat mens”, liet een goede vriendin met wortels in de USSR mij onlangs nog weten. Dat kan me mooi niks schelen. "Dat mens" intrigeert me. Wat zit er achter die licht vermoeide, in zichzelf gekeerde, misschien zelfs licht hautaine blik? Waar kijkt ze naar? Wat ziet ze, al dan niet in gedachten, voorbijkomen? Is het op haar werk? Dat lijkt me wel. Aan het einde van haar dienst, of juist aan het begin? Maar wat voor werk deed ze dan?

Dat laatste heb ik inmiddels ontdekt. Want ik kwam haar namelijk ook tegen op een heel ander schilderij, uit 1951, van Dmitri Minkov. Kijk, daar loopt ze, derde van links, een stevig stuk gereedschap op haar schouder, met verende tred op weg naar de mijnschacht. Het schilderij heet Угледобытчицы (Oeglodobytsjitsy) / Steenkolendelfsters:

D. Minkov - Steenkolendelfsters (1951)

Tussen beide schilderijen zitten wel een paar jaartjes. De vrouw bij mij aan de muur heeft inmiddels aardig wat kolen gedolven, haar tred zal niet meer zo verend zijn. Loopt ze nog steeds elke morgen met haar collega’s naar de mijnschacht? Heeft ze promotie gemaakt?  Heeft ze eindelijk een flatje gekregen van de mijn en hangen daar een paar mooie oorkondes aan de muur? Dan zou ze toch wel wat vrolijker mogen kijken. Heeft haar man, hoofd van de vakbondsafdeling op de mijn, haar net verlaten? Of is die alleen maar aan de drank? Ik weet het niet. Misschien kom ik de vrouw met de rode hoofddoek nog eens tegen op een ander schilderij en kan ik het raadsel van haar blik nog verder ontrafelen.
 

Bij mij thuis lijkt haar blik te rusten op een ander schilderij van Kravtsjenko dat hier aan de muur hangt. (Daarvan weet ik het jaartal wel, dat is uit 1966). Dat werk is ook al niet zo vrolijk; een studente heeft net te horen gekregen dat ze weer een laag cijfer heeft gehaald. Het heet: Weer een twee. Mijn oude docente Russisch – toevalligerwijs de moeder van bovengenoemde vriendin – reageerde nogal gevat, toen ze het schilderij zag en die titel hoorde: “Weer een twee? Weer een tweeling zeker.”

 

Minsk-Moskou: een muurschildering met prikkeldraad

--------------------

Afgelopen zomer kreeg Minsk een cadeautje van Moskou. Op de muren van twee flats verscheen een schildering van kunstenaar Artoer Kasjak die de vriendschap tussen de twee hoofdsteden moest verbeelden. Het jongetje met de rode pet stelt Minsk voor, het meisje met de zeepbellen Moskou. Voor erg veel ophef zorgde het allemaal niet. Omwonenden die naar hun oordeel werd gevraagd, vonden het wel een vrolijk tafereel, beter dan zo'n grijze muur.

Maar afgelopen zondag bleek toch dat niet iedereen zo te spreken was over het idyllische tafereel. Er was een nieuw element aan toegevoegd: de bloemenkrans op het hoofd van het meisje en het boeket in de handen van de jongen waren voorzien van prikkeldraad.

Het had niet veel moeite gekost, vertelt de niet bij naam genoemde graffiti-artiest in een kort interview. “De kraanlift heb ik gehuurd voor 80 roebel. Ik heb twee blikjes verf gekocht, de rest had ik nog. Het lastigste was nog het weer, het was koud en het regende.” Niemand had enige aandacht aan hem besteed. En zijn motief: ”De betrekkingen tussen onze landen zitten vol valkuilen en gevaarlijke momenten, die we proberen te verbergen achter korenbloemen en kamille.”   

Het origineel nadert zijn voltooiing. 

Het onbedorven origineel

De toevoeging van het prikkeldraad

Voor wie wil gaan kijken, het adres is: Mogilevskaja 32.