schilderkunst

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 2

-----------------

Onderdeel van Pjasetski's Panorama van Perzië

Onderdeel van Pjasetski's Panorama van Perzië


Er heerst nogal wat verwarring – bij mij tenminste –  over de panorama’s van Pjasetski. Hoeveel heeft hij er gemaakt? En hoeveel zijn er nog over? En waar zijn die dan? (Zie ook deel 1.)

Pavel Pjasetski was arts en schilder. Of hij een kundige arts was, weet ik niet – schilderen ging hem in elk geval goed af. Zijn specialiteit was: panorama’s. Dat was een niet ongewone kunstvorm in zijn tijd (men denke aan het Panorama van Mesdag), waarmee men het publiek kon boeien en verbazen. Je had twee soorten panorama’s: bij het ene liep het publiek langs de afbeelding (Mesdag), bij het andere trok het panorama aan het publiek voorbij. Het doek zat opgerold op spoelen, die werden afgerold in een soort kijkkast. In beide gevallen hadden de doeken gigantische afmetingen. Bij de bewegende panorama’s ging het dan vooral om de lengte, de kijkkasten zelf waren niet bijzonder lang of hoog.

Beperk ik me even tot de panorama’s van Pjasetski. Volgens Wikipedia maakte hij er negen:

1.  Van het midden van China tot West-Siberië (72 meter)
2.  Panorama van de Trans-Kaspische Spoorlijn (120 meter)
3.  Panorama van Perzië (59,6 meter)
4.  De Grote Siberische Spoorlijn (914 meter)
5.  Moskou in de dagen van de heilige kroning van 1896 (94 meter)
6.  Het verblijf van Hunne Keizerlijke Hoogheden in Frankrijk (156 meter)
7.  Het tweede bezoek van Hunne Keizerlijke Hoogheden aan Frankrijk
8.  De plechtigheden ter ere van de overwinning bij Shipka.
9.  Herinneringen aan de Turkse oorlog.

Bij de laatste drie staat de lengte niet vermeld. Bij nummer 3 staat dat dit panorama getoond werd op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, wat me onwaarschijnlijk lijkt. Nummer 4 werd daar in elk geval wel vertoond (ik schreef er een apart verhaal over), en dat Pjasetski met twee panorama’s in Parijs aanwezig was, ik geloof er niks van. Ik ben er bij mijn bescheiden onderzoekje voor dat aparte verhaal ook niets over tegengekomen. (In dat vehaal schreef ik al dat Wikipedia ook een zootje maakt van de beschrijving van dat ene panorama.)

Weinig vertrouwenwekkend dus, dat Wikipedia. Het zou me niets verbazen als er nooit meer dan zes panorama’s van Pjasetski zijn geweest. Of dat hij er in werkelijkheid wel twintig heeft gemaakt.

Hier (en in het aanstaande deel 3) een overzichtje van wat mijn bescheiden onderzoekje heeft opgeleverd:

Panorama 1 (van bovenstaand Wiki-lijstje):

- Wat heb ik hiervan gevonden? Deze ene afbeelding, vergezeld van de opmerking dat Pjasetski tijdens zijn reis door China ‘schetsen maakte voor een aquarel-panorama’. Maar is dat panorama er ook werkelijk gekomen? En zo ja, waar is het gebleven? (Wikipedia vermeldt specifiek de lengte, 72 meter, wat duidt op een voltooid werk - maar dat is dus Wikipedia ...)

 

Panorama 2:

- Hiervan vond ik deze ene afbeelding uit 1895, waarop Pjasetski volgens het onderschrift in Sint-Petersburg zijn panorama vertoont van de Trans-Kaspische spoorlijn. Dát panorama heeft dus zeker bestaan, maar waar het is gebleven?


Panorama 3:

- Hoera! Dit panorama heeft niet alleen bestaan, het is ook bewaard gebleven en we weten waar het zich bevindt. In de Hermitage in Sint-Petersburg, waar het in 2015 te zien was tijdens de tentoonstelling Cultuur en kunst van Iran.

Pjasetski's Panorama van Perzië in de Hermitage

Pjasetski's Panorama van Perzië in de Hermitage

Te oordelen naar de afbeeldingen die ik ervan heb gezien (eentje prijkt boven aan dit artikel) is dit panorama van Perzië zeker niet minder geslaagd dan dat van de Transsiberische Spoorlijn, maar ik ga het er verder niet over hebben. Ik schrijf over Rusland, niet over Perzië. 


Panorama 4:

Het panorama over de Transsiberische Spoorlijn kwam, zoals ik al zei, al eerder uitgebreid aan de orde in een apart verhaal. Hieronder als extraatje een kort filmpje over Pjasetski's bekendste werk: 


Wat panorama 5 betreft, over de kroning van Nicolaas II, nog een heugelijke mededeling: eerder schreef ik dat ik daar niks van had kunnen vinden, maar inmiddels heb ik toch een paar afbeeldingen boven water gekregen. Daarover meer in mijn volgende stukje (deel 3). Daarin gaan we onder meer naar Pskov.

Wordt vervolgd.

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 1

-------------------

Er is wat meer tijd verstreken dan gebruikelijk sinds mijn vorige stukje hier. Dat komt: ik was met een onderzoekje bezig. De uitkomst? Kleurrijk, maar ook licht teleurstellend.

Wie dit weblog regelmatig leest, zal zich misschien de naam Pjasetski herinneren. Pavel Pjasetski. Hij was de maker van het grote, 914 meter lange panorama waarmee de bezoekers van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs een indruk kregen van de Transsiberische Spoorlijn. Pjasetski, zo had ik gelezen, had ook een panorama op zijn naam staan gewijd aan de kroning van tsaar Nicolaas II in 1896. Dát wilde ik weleens zien.   

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ik heb er niets van kunnen vinden, geen enkele afbeelding …

Er waren wel degelijk aquarellen van Pjasetski met afbeeldingen van Nicolaas II, zo ontdekte ik al snel, maar die maakten deel uit van een heel ander panorama. Dát panorama was gewijd aan het korte verblijf van de tsaar in Parijs in 1896 – dacht ik. Vooruit, besloot ik, dan schrijf ik daar maar een stukje over. De afbeeldingen die ik tegenkwam, waren immers best de moeite waard. Kijk maar:

Het koninklijke jacht Sjtandart arriveert te Duinkerke, zo stond erbij vermeld. Het leek me leuk om eens te kijken hoe de tsaar zelf die aankomst had ervaren en ik pakte zijn dagboek uit de kast. Ik bladerde naar 5-9 oktober 1896, de data van zijn Parijse verblijf, en vond … niks. Had Nicolaas dan net die paar dagen niets geschreven? Jazeker wel, hij was met zijn beminde Alexandra wezen wandelen in de Mathildenhöh-tuin. In Wiesbaden. Ik bladerde een paar dagen terug, en daar hadden ze de opera Hensel und Gretel bezocht. In Darmstadt.

Ik kwam akelig dicht in de buurt van mijn irritatiegrens, totdat ik – dom, dom, dom - plots besefte dat de bolsjewieken in 1918 de Russische kalender hadden aangepast, dat ik de data (5-9 oktober) in een Engelse bron had gevonden en dat tsaar Nicolaas, zich van nog geen nieuwlichterij bewust, in zijn dagboek gewoon de hem vertrouwde kalender had gevolgd. Om zijn aankomst met de Sjtandart in Duinkerke te vinden, moest ik gewoon nog wat verder terug in zijn dagboek.

En jawel hoor, op 22 september 1896 maken Nicolaas en Alexandra de oversteek vanuit Portsmouth naar Frankrijk. Op de Sjtandart? Nee, op de Poolster. En arriveren zij te Duinkerke? Nee, te Cherbourg. Dat is ook Frankrijk, maar het scheelt toch een paar zeemijlen.

Nu wordt er vaak getwijfeld aan de verstandelijke vermogens van Nicolaas II, maar dat hij zich in zijn dagboek vergist in de naam van zijn boot én in de Franse stad waar hij arriveerde, dat geloofde ik niet. Ik begon te twijfelen aan Pjasetski … Hij was behalve schilder ook arts en had ik niet ergens gelezen dat hij heilig geloofde in de helende werking van kefir? Had híj zich dan vergist? Of was de route van de tsaar plots veranderd, nadát Pjasetski al aan zijn panorama was begonnen, en had hij gedacht: bekijk het maar, bij mij gaat Nicolaas nog gewoon naar Duinkerke? In elk geval staat ‘Dunqerke’ duidelijk vermeld op de zuilen op onderstaand aquarel van Pjasetski, dat uit dezelfde reeks komt als de bovenstaande afbeelding met de Sjtandart in de haven van Sherbourg …

Laat ik meteen Pjasetski van alle blaam zuiveren. Nicolaas en Alexandra reisden twee keer naar Parijs, in 1896 en in 1901. Die kennis had ik even niet paraat en vandaar de verwarring. Overigens inspireerden beide reizen Pjasetski tot een panorama. Wat er van beide werken (en van Pjsasetsksi’s andere panorama’s) nog rest – daarover de volgende keer meer.

Hier deel 2.

De ideale binnenplaats van Igor Popov - 2

---------------------

U had van mij nog tegoed een nadere bespreking van het schilderij Onze binnenplaats van Igor Popov, uit 1964. (Zie deel 1). Uitgebreid ga ik dat niet doen, ik wijs bij de uitvergrotingen hieronder op een paar dingen die me, als relatieve buitenstaander, opvallen.

Rechts van de grijze auto gaat een bruidspaar naar binnen. Een paar meter achter hen wordt een vrachtwagen met huisraad uitgeladen; een verhuizing, waarbij ik me voorstel dat een jong gezin de kommoenalka achter zich heeft gelaten en voor het eerst een eigen flatje krijgt. Minder goed te zien is het tafereel achter de kale boom. Gezien het soort busje dat daar staat, denk ik dat daar een groepje mensen zich opmaakt voor een tocht naar het kerkhof. De kist met de overledene zal zich daar ergens in dat groepje bevinden of moet nog naar buiten worden gedragen.

Deze combinatie van taferelen is karakteristiek voor het schilderij. Popov heeft allerlei gebeurtenissen afgebeeld die elk voor zich reëel zijn, maar die het gehele beeld iets irreëels geven doordat hij ze tegelijkertijd laat plaatsvinden. Let bijvoorbeeld ook op de drie scholieren die rechtsboven de binnenplaats op komen lopen. Die lijken mij rechtstreeks uit school te komen, terwijl hun leeftijdgenootjes vrolijk aan het spelen zijn. (Al zou dit ook verklaard kunnen worden door de verschillende lestijden die gangbaar waren.) Mooi vind ik verder de moeder-met-kinderwagen links op het bankje. Die zit rustig te lezen, wat ik een Nederlandse moeder niet zo snel zie doen in de sneeuw.

Een gebakerde baby. Op zich niets bijzonders, maar ik kwam dat beeld tegen op meerdere schilderijen van Popov. Op Onze binnenplaats zelfs twee keer, ook rechts van de kale boom. Waar, zie ik nu (iets naar rechts), ook nog iemand wasgoed staat op te hangen. De mannen hieronder spelen een potje domino. Geen fles te zien, maar het zou me niet verbazen als er toch af en toe een glaasje rondgaat.      


Verder is dit natuurlijk vooral een schilderij voor Russen die zo’n binnenplaats zelf nog hebben meegemaakt. Die zien er ongetwijfeld veel meer op dan ik. Op internet roept het in elk geval een golf van nostalgische reacties op, met als grootste gemene deler (niet verrassend) dat ‘vroeger alles beter was’. Op een site van de Russisch-Orthodoxe kerk wijdt een geestelijke een lang artikel aan het schilderij. Hij ziet er een wereld in van oprechte eenheid, die verloren is gegaan door de ontwrichtingen van de jaren negentig en de opkomst van de moderne technologie, met name het internet. Dat wereldwijde net, aldus de geestelijke, biedt een platform aan mensen die een nieuw soort eenheid trachten te smeden, gebaseerd op kwaadaardigheid en agressie. Die nieuwe, vijandige krachten hebben Rusland overspoeld sinds de grenzen zijn opengegaan. Maar gelukkig, en dat is te danken aan de Kerk, zien we de laatste jaren een wedergeboorte van “een geestelijke en morele saamhorigheid en eensgezindheid, met als basis de liefde voor het Vaderland, voor Rusland […].” Steeds meer mensen, aldus nog steeds de geestelijke, hebben genoeg van de “complete tolerantie” (вседозволенность), en komen in verzet tegen de krachten die Rusland vreemd zijn, “omdat ze begrijpen dat wij een bijzondere basis hebben voor een eigen eenheid.”

Waarna ik me zou kunnen verliezen in tegenwerpingen over die “complete tolerantie”, me boos zou kunnen maken over dat niet uit te roeien Russische waanidee dat die “complete tolerantie” de basis vormt van een Westerse samenleving als de Nederlandse. Maar dat doe ik niet. Ik kijk liever nog even naar die aardige binnenplaats op het schilderij van Igor Popov.

De ideale binnenplaats van Igor Popov - 1

---------------


Het eerste waar bovenstaand schilderij mij aan deed denken, waren die overvolle legpuzzels van Jan van Haasteren; tekeningen van drukke straten en pleinen waarop van alles gebeurt, waar je lang naar kan kijken en dan steeds iets nieuws ontdekt. De titel van het schilderij is Onze binnenplaats, het is van Igor Aleksandrovitjs Popov en stamt uit 1964. Popov (1927-1999) woonde een groot deel van zijn leven in Moskou en ik neem aan dat de binnenplaats in kwestie zich daar ook bevond.

De schilder Popov kende ik niet. Ik vermoedde te maken te hebben met een kunstenaar die vooral (of in elk geval: ook) als illustrator werkzaam was geweest. Dat had ik helemaal mis, al duurde het even voordat ik daar zeker van was. Een bescheiden zoektocht bracht me aanvankelijk vooral in verwarring. Zo stuitte ik op onderstaande werken, gemaakt in dezelfde periode als Onze binnenplaats, ook van Igor Popov. Maar was dat wel dezelfde Igor Popov?

Igor Popov - Vissers uit Galitsj. (1969)

Igor Popov - Chomoetovaja voor het werk. (1966) [Chomoetovaja=vissershut?] 

Igor Popov - Hoogwater (1966)

Je hoeft geen geoefend oog te hebben om te zien dat deze drie schilderijen qua sfeer en ‘diepte’ sterk afwijken van het vrolijke Onze binnenplaats. Ze doen in elk geval niet denken aan de puzzels van Jan van Haasteren. De ‘sombere Popov’ deed zijn inspiratie op in de provincies Komi en Kostroma. Lagen hier werken van twee verschillende personen voor? Of had een en dezelfde Igor Popov gewoon af en toe behoefte om ook eens wat luchtigers op het doek te zetten? Om even uit te rusten van al die donkere kleuren?

Of dat laatste het geval was, weet ik niet. In elk geval kwam ik al snel nog een paar schilderijen tegen waar ook de naam Igor Popov onder stond, ook gemaakt ver buiten de grote stad, maar die een stuk dichter in de buurt komen van Onze binnenplaats.           

Igor Popov - Groot zonnig dorp in de sneeuw. (1968)

Igor Popov - Avond voor de feestdag. Bolsjaja Pyssa. (1967)

Igor Popov

Is Groot zonnig dorp in de sneeuw al een opgewekt schilderij (zien we daar een poezekopje op de baal hooi in het midden?), Avond voor de feestdag is dat helemaal. Ook hier zien we, net als op Onze binnenplaats, luchtige tafereeltjes, al zijn die veel minder talrijk en zorgen ook de houten huizen bovenin toch ook nog voor een wat sombere achtergrond. Het miniatuur-vrouwtje midden-links houdt een in een rood doek gewikkeld kind in haar armen, een terugkerend beeld in het werk van Popov. Eén en dezelfde Popov, want zo veel was me nu wel duidelijk: figuurlijk kan je misschien wel spreken van twee verschillende schilders, maar alles hierboven is het werk van één persoon.          

Waarna we overgaan tot de bespreking van Onze binnenplaats (met onder meer een bijdrage van de Russisch-Orthodoxe kerk) - maar dat gebeurt in deel 2. (Vanwege een verblijf van mij  elders, moet u daar misschien wat langer op wachten dan gebruikelijk.)

Deel 2.

Drie blote meisjes en een stoomlocomotief

--------------

Stel, je bent treinfanaat en je blik valt op bovenstaand schilderij van Aleksandr Denejka. Waar kijk je dan naar? Precies, naar dat treintje op de achtergrond. En ben je met meerdere treinfanaten bijeen, dan kan er een geanimeerd gesprek op gang komen – over dat treintje op de achtergrond.

De Russische blogger (en treinfanaat) Periskop, bij wie ik het schilderij aantrof, schrijft: “Als we even abstraheren van de objecten op de voorgrond, dan zien we een heel interessante locomotief in de verte.” Er zit namelijk, legt hij uit, een kolenwagen aan vast, terwijl zulke boemeltreintjes doorgaans zónder reden. De kolenwagen vormt ook nog eens één geheel met de locomotief, hij hangt er niet achter met een ketting of zo. En omdat er onder die kolenwagen bovendien vier assen zitten, is alle twijfel bij Periskop weg; de locomotief die we zo nadrukkelijk in beeld zien, is niets minder dan een modificatie van het type Eoe (Эу). 

Periskop snijdt hier een voor treinliefhebbers kennelijk nogal controversieel onderwerp aan. Zijn oordeel wordt in elk geval ernstig in twijfel getrokken door andere liefhebbers van mooie treinen, die er lustig op los reageren en elkaar daarbij met allerlei afbeeldingen (van locomotieven) om de oren slaan, zonder – treinliefhebbers onder elkaar, tenslotte – onbeleefd te worden.

Ik ga die discussie hier niet in detail weergeven, ik beperk me tot enkele opmerkingen met af en toe een verrassende wending. Er komen ook nog twee andere schilderijen voorbij – eentje met en eentje zonder trein, maar beide met bloot. Ik heb een en ander iets gehergroepeerd, omdat er anders helemáál geen touw aan vast te knopen valt.

- Een zogeheten tanklocomotief.
- Nee, op het schilderij heeft de kolenwagen een vaste verbinding, die vormt één geheel met het machinistenhokje. Bij een tanklocomotief is dat anders.
- Hoe gaat ‘ie dan de bocht door? Hier heb ik nog nooit van gehoord.
- Kijk maar naar de Eoe 684-37

- Ik zie het niet. Bij de klassieke serie E tot Er liep het dak van het hokje door over kolenwagenhokje. Dat was bij allemaal zo.
- Nee. Bij de Esjaka was de wielformule 0-5-0, op het schilderij is het duidelijk 1-1-0.  En in plaats van drie stolpen is er maar eentje te zien, vaag. De stoomdom is helemaal verdwenen.
-  Een schilder is niet verplicht om alles tot in de kleinste details uit te werken. De omtrek en uiterlijke kenmerken zijn aanwezig.

- Schoren dames in 1941 al echt hun geslachtsdelen?

- De locomotief bij Denejka is veel hoger dan de E, de schoorsteen is twee keer zo laag, het silhouet is anders en lijkt heel erg op een Mallet.
- Volgens mij heeft het schilderij net zoveel te maken met een Eoe als een vlek van de rorschachtest met wat een patiënt zegt.

- Dejneka heeft ook nog een schilderij ‘Jongens die uit het water rennen.’ Met een brug, maar zonder trein. Jammer.

Jongens rennen het water uit - 1930-1935


- En hier rijdt een andere locomotief het schilderij binnen!

Donbass, lunchpauze - 1935 


- Het was oorlog en hij was meisjes aan het schilderen.
- De oorlog was toen nog niet begonnen.

- Zeggen dat je moet abstraheren van zulke prachtige objecten vanwege wat lijntjes op de achtergrond, die elke middelste groep van de kleuterschool in iedere gewenste hoeveelheid voor je tekent.

Hoe met de Franse Opéra en een kilometer aan aquarellen de Transsiberische Spoorlijn werd gepromoot - 2

---------------

Op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs waren maar liefst twee panorama’s te zien waarmee Rusland de Transsiberische Spoorlijn onder de aanbracht bracht. Voor de ontwikkeling van Siberië waren buitenlandse investeerders nodig en de tot de verbeelding sprekende spoorlijn (in 1900 nog niet voltooid) was een uitstekend uithangbord. Beide panorama’s waren ondergebracht in het Pavillion de l’Asie russe et de la Sibérie.

De bezoekers van het paviljoen konden plaatsnemen in een wagon, waarna voor de ramen met behulp van schuivende panelen de illusie werd gewekt van een voorbij glijdend Siberisch landschap. (Zie deel 1.) De beschilderde panelen zullen artistiek van weinig waarde zijn geweest, al valt dat niet meer met zekerheid te zeggen; ze zijn niet bewaard gebleven. Artistiek interessanter was in elk geval het tweede panorama, dat bijna een kilometer aan aquarellen besloeg, en dat wel bewaard is gebleven. Het bevindt zich in de Hermitage in Sint-Petersburg.

De aquarellen, die enigszins naïef aandoen, zijn het werk van Pavel Pjasetki (1843-1919). Bij elkaar vormden ze met 940 meter het langste schilderij ter wereld. De bezoekers hoefden al die meters niet zelf af te leggen. Ze konden plaatsnemen voor een kist van een halve meter hoog en enkele meters lang. Daarin werden de aquarellen, verdeeld over acht rollen, voor het publiek afgedraaid.

Pjasetski toont hier een eerder panorama, dat van de Trans-Kaspische Spoorlijn.

Het complete panorama telde negen rollen en toonde landschappen, bruggen en steden vanaf de Wolga tot aan de Stille Oceaan. De laatste, negende rol, met het traject vanaf het Bajkalmeer tot aan Vladivostok, was ten tijde van de Wereldtentoonstelling in Parijs nog niet klaar. Het werk aan het panorama was namelijk niet helemaal gladjes verlopen. Pjasetski, behalve schilder ook arts, kreeg de opdracht voor de aquarellen van de directie van de Transsiberische Spoorlijn. Er ontstond een conflict over het honorarium, waarna tsaar Nicolaas II de betaling van Pjasetski voor zijn rekening nam. Vanaf 1894 was de kunstenaar op verschillende plekken getuige van de aanleg van de spoorlijn. Hij had een fiets bij zich om in de omgeving schetsen te kunnen maken. Later kreeg hij dankzij de bemoeienissen van de tsaar een eigen atelierrijtuig.

Pavel Pjasetski op de fiets

Brug over de Ob

Omsk

Spoorbrug bij Omsk in aanbouw

De aanleg van het spoor

Luxe wagon 'opengeklapt'. 

Kapel aan boord


Psjasetski had eer van zijn werk. Het panorama, dat hij in Parijs zelf bediende, werd door de jury van de Wereldtentoonstelling beloond met een gouden medaille. Zelf ontving hij de Légion d'Honneur. De aquarellen, die ook nog getoond werden op de Wereldtentoonstelling van 1904 in het Amerikaanse St.Louis, belandden uiteindelijk in de Hermitage in Sint-Petersburg. Daar werden ze begin deze eeuw gerestaureerd en in 2007, ter ere van het 170-jarige bestaan van de Russische spoorwegen, tentoongesteld in het Vitebsk Station. Het is bijzonder ergerlijk dat ik die tentoonstelling, ook nog eens in het mooiste station van Sint-Petersburg, compleet heb gemist.   

Medewerksters van de Hermitage met de negen rollen van Pjasetski's panorama

Hier deel 1.

Bronnen:

- Фритьоф Беньямин Шенк - Поезд в современность (Moskou, 2016), een vertaling van: Frithjof Benjamin Schenk -  Russlands Fahrt in die Moderne (2014).
- Arjan den Boer – Panorama Transsibérien (2014).

(Wie, enthousiast geworden door bovenstaand artikel, meer wil weten over de twee genoemde panorama's: kijk uit voor de informatie op Wikipedia. Beide worden daar op wonderbaarlijke wijze samengevoegd tot één geheel. De schilder Pjasetski wordt aangezien voor de maker van het door Wagons-Lits geleverde panorama en de 'passagiers' zien volgens Wikipedia vanuit de trein zíjn aquarellen voorbijkomen. Dat klopt niet.)  

Hoe Stalin verscheen aan de melkmeisjes in het veld

-------------------

Je kan je bij dit schilderij afvragen: waarom hebben die vrouwen op de voorgrond, tussen de koeien op de wei, een herenfiets aan de hand? - maar de centrale vraag is natuurlijk: wat doen Stalin en Vorosjilov daar? Het lijkt alsof beide heren achter de bossen zo maar plots, uit het niets, omhoog zijn gekomen, samen met een toren van het Kremlin. De twee melksters in het midden – de rest heeft nog niks in de gaten – staren naar de lucht en zijn duidelijk met stomheid geslagen.

We kennen de beide heren in deze pose natuurlijk van het schilderij ‘I.V. Stalin en K.Je. Vorosjilov in het Kremlin’ van hofschilder Aleksandr Gerasimov. Die schilderde het in 1938 naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van het Rode Leger. (Het heette aanvankelijk ‘Op de bres voor de vrede’, maar toen enkele jaren later die vrede niet helemaal goed beschermd bleek, werd de titel aangepast.)  


Van het schilderij met de melksters bestaat ook een ‘normale’ versie. Of beter gezegd: bestond. Gerasimov schilderde het in 1959 en gaf het de titel Kolchozkudde – zie hieronder. Zonder Stalin en Vorosjilov op de achtergrond gaat je blik al helemaal naar die herenfietsen. Zijn die melksters er net mee aan komen rijden om weer een volle emmer af te leveren bij de melkbussen? Met die lange rokken? Over die hobbelige wei? Ik geloof er niks van. 


Gerasimov overleed in 1963. In 1991 verkocht zijn familie het schilderij Kolchozkudde aan een buitenlandse koper. Het wisselde een aantal keren van eigenaar om tenslotte weer in Rusland te belanden. Daar bleek bij technisch onderzoek dat onder het weidetafereel een oudere afbeelding schuilging. De eigenaar (ik weet niet wie dat is, evenmin hoeveel hij voor Kolchozkudde betaald heeft) liet de bovenste verflaag verwijderen. En daar kwamen Stalin en Vorosjilov tevoorschijn.

Gerasimov (met pijp) en leden van de Kunstacademie

Gerasimov had zijn Kolchozkudde in 1959 over een kleinere variant van‘Stalin en Vorosjilov’ heen geschilderd. Ongewild illustreerde hij daarmee de politiek omwenteling die zich had voltrokken. Zo’n afbeelding van Stalin (of het in dit geval nu een voorstudie was of een kopie voor de verkoop), daar kon je na de in 1956 in gang gezette destalinisatie niet meer mee aankomen – en Gerasimov al helemaal niet. Als eerste voorzitter van de Kunstacademie was hij ooit een invloedrijk man, maar in 1959 was hij al volledig in ongenade geraakt.  

Vorig jaar werd in Moskou een tentoonstelling gehouden van het werk van Gerasimov. Daar waren Stalin, Vorosjilov en de melkmeisjes in weer een iets andere variant te zien. De nabestaanden van Gerasimov bleken een reep bewaard te hebben die de schilder ooit van het later overgeschilderde doek had afgesneden. Die werd er weer aan toegevoegd, er ging een nieuwe lijst omheen en zie …


Kolchozkudde werd, in zijn oorspronkelijke staat, in 2013 op een Londense veiling te koop aangeboden, met als richtprijs 80.000 – 120.000 pond. Het bleef onverkocht. Veilinggegevens van een latere datum ben ik niet tegengekomen. Zou het in de huidige staat meer waard zijn? Ik denk het wel.  

Wat dan nog rest is de vraag van die fietsen. Ach, het antwoord lijkt me uiteindelijk vrij simpel: die staan daar gewoon afgebeeld als bewijs van de toegenomen welvaart op het platteland.