siberië

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 5.

Met onder meer een verhandeling over die goede, oude portwejn. En wie schrijft het boek over de Sovjet-mozaïeken van Komsomolsk aan de Amoer?
Het vijfde en voorlaatste deel van mijn fotoverslag van mijn reis over de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. De spoorlijn ligt enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn. 
Hier deel 4.

Nabij het dorpje Bajkalskoje. Ik kon het niet laten. (En hij is nog scherp ook.)
Voor de wandelliefhebbers: je kan in deze contreien over de Great Baikal Trail lopen. Dan ga je de hoogte in, wat mooie vergezichten oplevert. Ik ben daar niet zo van - dit uitzicht bereikte ik met een busje. 
 

Oest-Orotsji (tussen Vanino en Chabarovsk, dus al niet meer aan de BAM), waar de trein twee minuten stilstond. 'Zo'n huisje, dat zou ik best willen', zuchtte een Russin naast me. Ja, dacht ik, en wie haalt dan die aardappelen uit de grond? 
 

Tynda, 5.132 kilometer ten oosten van Moskou. Het had ook op een vakantiepark in Overijssel kunnen zijn.
 

IMG_2640.jpg

Eerder die dag trof ik haar aan in een simpele eetgelegenheid, waar ze voortdurend boos mompelend achter een bord soep zat. Toen aan het tafeltje naast me de jongens en meisjes vertrokken, legden ze het brood wat ze overhadden neer bij haar bord. 
 

Komsomolsk aan de Amoer. Thuis maakte ik een uitvergroting en zoemde in op het etiket. Ik las: Старый Боцман / Oude Bootsman - wat weinig goeds beloofde. En inderdaad, enig onderzoek leverde op wat ik al vermoedde: портвейн / portwejn. Volgens het etiket op de andere zijde, dat ik bij mijn speurtocht ook aantrof: gearomatiseerde wijndrank. 14,5 procent. (Enkele wat oudere USSR-gangers - en al mijn lezers met wortels in dat verloren land - schudden nu meewarig het hoofd: zoek je zoiets op? Dat weet je gewoon.)    
 

Novy Oergal. Geen portvejn, maar bij je vrouw op balkon een glas thee na je werk. Zo kan het ook. 
 

De mozaïeken van Komsomolsk aan de Amoer - daar zou iemand eens een boek over moeten schrijven. Iemand uit de hoek van de kunstgeschiedenis. Ga ik wel mee als tolk of zo. Het zijn er aardig wat. Deze, op Elektriciteitscentrale nummer 2, stamt vermoedelijk uit 1968. Dat jaartal staat tenminste op de hoge schoorsteen die hier net buiten beeld valt, en qua kleding zou dat kunnen kloppen. Waarom staat er trouwens niks op dat rode vaandel? Geen leuze, geen hamer-en-sikkel? Alleen met die vraag kan je zo een hoofdstuk vullen. 
 

Af en toe zag ik deze afkorting staan - hier in Nizjneangarsk, aan de oever van het Bajkalmeer. Ze staat voor: Арестантский уклад един. Het is een soort anarchistische geuzenkreet, vooral gebruikt onder jongeren, en dan vooral weer ten oosten van de Oeral. Het betekent zoiets als: Trouw aan de dievenmores. Wat op z'n minst inhoudt dat je één front vormt tegen de politie en andere gezagsdragers.  
 

Ook weer Nizjneangarsk, helemaal aan de noordpunt van het Bajkalmeer. Dit was de ochtend van weer een warme zomerdag. In maart komend jaar zou ik mee kunnen op een winterreis, met sledes over het meer en zo, maar dat ga ik niet doen. 
 

Tot ergernis van enkele reisgenoten, met een elleboog ongeduldig leunend op de balie, ging het inchecken bij dit hotel in Novaja Tsjara (na drie treinreizen van in totaal bijna 40 uur zonder 1 minuut vertraging) niet zo vlot.
Mijn naam staat in de rechterkolom (links wanneer u het schrift omdraait) fout geschreven (Hartmen). Verder geen geheime notities aangetroffen.

Hier deel 6.

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 4.

Salto's in de Amoer en Navalny in Chabarovsk - het vierde en laatste deel van mijn fotoverslag van mijn reis over de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. De spoorlijn ligt enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn. Hier deel 3.

Herstel: er volgen nog zeker twee afleveringen.

Tynda. Hier ben ik, in de hitte, gaan zitten wachten tot er iemand met de juiste gestalte en de juiste motoriek door het beeld kwam lopen. Ik weet niet waar ze naartoe ging, maar op de terugweg kwam ze nog een keer langs!

-----------

In het dorpje Kitsjera, aan de noordkant van het Bajkalmeer, bespraken we met beide heren de toestand in de wereld en we waren het roerend met elkaar eens. Na afloop van het gesprek, dat ze graag onder het genot van een stevige slok hadden voortgezet, vroegen ze of we misschien honderd roebel voor ze hadden. We schudden onze portemonnees leeg en dat leverde aan muntjes vijftien roebel op. "Het begin is er!", was de verheugde constatering.  

Verder denk ik dat ze zich met alle plezier hadden aangesloten bij dit kwartet. Deze vier bevonden zich in Severobajkalsk, vanaf Kitsjera een uurtje of twee met de auto over een onverharde weg - wat naar Siberische maatstaven helemaal niks is, natuurlijk. 

---------------

Bij wijze van contrast. Deze jongeling in Komsomolsk aan de Amoer - aanzienlijk verder dan twee uur met de auto - had een helder hoofd. Wat geen overbodige luxe was, want als je na zo'n salto in het water belandt, moet je snel naar de kant. De Amoer stroomt nogal snel. Ze waren trouwens nog geen vijf minuten bezig, of daar kwam, in een motorbootje, de politie. Dat ze daar onmiddellijk mee op moesten houden. Dat deden ze, maar aan de andere kant van die twee boten, honderd meter verderop, gingen ze even later vrolijk verder.

Ook bij het water: 

Een stadsfeest met zang en dans. En nog geen vijftig meter naar links vermaakte de jeugd van Komsomolsk aan de Amoer zich in haar eigen wereld:

Ik wilde nog tegen hem zeggen: laat verder maar, kansloos, maar ik heb me er niet mee bemoeid. 

---------------

Het dorpje Doesjkatsjan aan het Bajkalmeer. Er lag vis op de barbecue, maar daar houd ik niet van. Dus ben ik maar wat gaan lopen met m'n fototoestel.

-----------------

Nog even terug naar Komsomolsk aan de Amoer - met afstand de boeiendste plaats aan de BAM. Je mag toch hopen dat dit mozaïek, al kan je er nog zo veel vraagtekens bij zetten (het is een eerbetoon aan de vrijwilligers van de Komsomol, terwijl de stad voor een groot deel gebouwd werd door gevangenen), tot in lengte van jaren behouden blijft. 

En deze hamer-en-sikkel, in Vanino, mag ook blijven. 

------------------

Chabarovsk. Flyeren voor Navalny. “Er was hier pas nog een Nederlandse mevrouw”, vertelde de jongen in het witte t-shirt, “en die zei dat het in Nederland allemaal veel slechter was. Dat je in Nederland met een klein pensioen maar moest zien rond te komen, met allemaal hoge prijzen en huren.” De mevrouw had een bedrag genoemd (hoe hoog of laag precies, ben ik vergeten) en daar was hij een beetje van in verwarring geraakt. “Zulke hoge pensioenen hebben we in Rusland helemaal niet!” (De mevrouw in kwestie maakte geen deel uit van mijn reisgezelschap, anders had ik haar diezelfde dag nog een paar dingen uitgelegd.)
 

Waarmee we zijn aangekomen bij het einde van mijn foto-verslag. Deze brug hoort er eigenlijk niet bij, want die ligt in Krasnojarsk, over de Jenisej. Het was de eerste halte op weg vanuit Moskou naar het beginpunt van de BAM. Hopelijk wordt deze foto symbolisch, want als mijn plannen werkelijkheid worden, vormt hij de schakel met mijn volgende reis: vanuit Krasnojarsk per boot over de Jenisej naar het noorden. 

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 3

Moestuinen en Stalinbarakken. Deel 3 van het foto-verslag van mijn treinreis langs de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral, de spoorlijn die gebouwd werd in de jaren 1974-1984 en die enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorijn ligt. Hier deel 2

Tynda, de 'hoofdstad' van de BAM. Je zou het niet zeggen als je deze foto ziet, maar Tynda kampt met een dalend inwonertal. Het waren er 70.000 in 1989, toen de bouw van de spoorlijn in volle gang was, nu zijn het er ongeveer de helft. De meisjes - die met de meeste ballonnen was jarig - lopen over de Krasnaja Presnja. Die straat heb je ook in Moskou en dat is geen toeval. De hele USSR bouwde mee aan de spoorlijn en Moskou kreeg Tynda toegewezen als bouwproject.
      

Het dorpje Doesjkatsjan aan het immense Bajkalmeer. We vroegen de vrouwen wanneer ze voor het eerst hoorden van de spoorlijn die er ging komen. Er waren al geruchten voordat het officieel bekend werd, vertelden ze. En verder heb ik niet goed geluisterd, want over het dorpsweggetje liepen twee meisjes met een hondje heen en weer. 

----------------

Tussen Oest-Koet (het beginpunt van de BAM) en Severobajkalsk. Maar het had overal kunnen zijn, want het maakt niet zo veel uit waar je rijdt in Rusland met een trein. De afstanden zijn altijd lang, het uitzicht blijft bijna overal gelijk en ook het ritme van de rails is steeds hetzelfde. En 's nachts, wanneer je ergens stilstaat, hoor je een vrouwenstem (altijd een vrouwenstem) aankondigen dat de trein op spoor 2 gaat vertrekken. Is dat jouw trein? Het maakt niet uit. Je slaapt verder en je komt altijd aan.  

Station Fevralsk, met op de trein dat mooie, rode logo. Het bestaat uit drie letters: РЖД, wat staat voor Russische Spoorwegen (Российские железные дороги).
 

Kitsjera, aan de noordkant van het Bajkalmeer. De bouw van het dorp werd toegewezen aan de toenmalige Sovjet-republiek Estland en we zijn hier in de Tallinstraat. De bewoners  waren trots op hun mooie bloementuintjes en goed verzorgde trapportalen, vol muurschilderingen met als thema: poezen. Ook de moestuinen moesten we beslist zien.

----------------

Met de bouw van Komsomolsk aan de Amoer werd begonnen in 1932. Aan de Amoer staat een standbeeld voor de vrijwilligers - leden van de Komsomol - die daarbij hun beste beentje voorzetten. Niemand maakt er in de stad tegenwoordig nog een geheim van dat toch vooral gevangenen als arbeidskrachten werden gebruikt, bij de bouw en in de fabrieken die er kwamen. Hier, aan de rafelranden van de stad, restanten van barakken. In dit geval werkten de gevangenen in de nabijgelegen staalfabriek, rechts op de rechterfoto.  
 

En van de afdeling water heb ik dit keer de Tatarensont, die ligt ingeklemd tussen de Zee van Ochotsk, de Zee van Japan, Ruslands oostkust en Sachalin, en het voor mijn lezers inmiddels vertrouwde Bajkalmeer. In de Tatarensont, bij het dorpje Datta, wordt gevist op keta. In het Bajkalmeer, bij Severobajkalsk, kort na zonsopgang, op omoel. De stemmen van de vissers in de bootjes reikten ver, maar niet zo ver dat ik ze kon verstaan. Ik had daar anders, denk ik, nog een apart stukje aan kunnen wijden.

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 2

Deel 2 van het foto-verslag van mijn treinreis langs de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. Hier deel 1

De zomers in zuidelijk Siberië en Ruslands Verre Oosten zijn kort en heet en moeten haastig worden benut. Deze schaduwbokser staat in Chabarovsk aan de oever van de Amoer te midden van drie makkers en uitbundig flanerende stadgenoten.  
 

Fan van een echte bokser, op het station van Novaja Tsjara.
 

Hij was geboren in 1985, stond op het kruis dat tegen de deur van het trapportaal klaarstond. Nadat de kist op de vrachtwagen was geladen, liep de kleine stoet het dorpje uit, naar het kerkhof.
(In Nija, zie deel 1.) 

-------------------

"Waar zijn de Hollanders! Waar zijn de Hollanders!", klonken vrolijke vrouwenstemmen op het stationnetje van Fevralsk, waar onze trein twintig minuten zou stilstaan. Het was een begroeting die ik, onderweg van Tynda naar Novy Oergal, niet had verwacht.

Ze was ook niet voor mij bestemd, maar voor reisgenoot Edwin Trommelen. Die had twee jaar eerder, om materiaal te verzamelen voor zijn boek over de BAM, kort in Fevralsk verbleven en de lokale bevolking was hem nog niet vergeten. Dat hij zijn contacten had ingeseind over zijn nieuwe verblijf in Fevralsk - dit keer van twintig minuten - dat wist ik niet. Het vriendinnenclubje wilde best poseren. "Al je rijkdommen vooruit!" (Все достоинства вперед!), luidde het advies buiten beeld bij de bovenste foto. "Neem ons mee! We hebben het helemaal gehad hier!", riepen ze, en ze gierden het uit. Even later vertrok de trein uit Fevralsk, waar het inmiddels herfst is.     

-------------------

Onder andere vanwege de huisstijl ben ik een groot fan van de Russische Spoorwegen. Rood met grijs, dan denk je: zouden we dat nou wel doen? Nou, zeker wel! En geen conductrice die zich onder diensttijd zonder hoofddeksel buiten de trein waagt! Ik vermoed dat de dame hierboven (prachtig sjaaltje) op het station werkt, van Komsomolsk aan de Amoer in dit geval. Dat is het eindpunt van de BAM. De conductrice hieronder staat aan het beginpunt: Oest-Koet, 3097 kilometer terug. 

------------------

Komsomolsk aan de Amoer. Ik kwam hem de volgende dag tegen in de stromende regen in een parkje bij een fontein met een standbeeld waarvan het hoofd was afgebroken. Ik liet hem de foto zien. "Als je me je e-mailadres geeft, stuur ik hem op", zei ik. Hij wist z'n adres niet. "Dat heb ik een paar jaar geleden aangemaakt, maar ik gebruik dat helemaal niet." 
 

Bij Nizjneangarsk aan het Bajkalmeer. De man had net zijn bootje aangemeerd met een paar kisten verse omoel, of Bajkalhouting, zo u wilt. De jongen verveelde zich, ondanks die spinner, een ongeluk

Hier deel 3.

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 1

In juli/augustus maakte ik een reis over de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral, de megalomane spoorlijn die tussen 1974-1984 werd aangelegd, enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn. Hier deel 1 van een uitgebreid fotoverslag.  

Elke wagon van een langeafstandstrein in Rusland heeft er twee. Probeer je eens voor te stellen hoeveel conductrices dat zijn in totaal. (Ja, er zijn ook conducteurs.) Ze controleren je kaartje en paspoort, dan pas mag je aan boord. Daar geven ze je schoon beddengoed en zorgen ze voor permanent heet water. Dit was op het station van Novy Oergal. Zij zorgde voor de passagiers in de wagon naast de onze. Ik heb haar verder niet meer gezien.
    

Dit is natuurlijk met afstand mijn favoriete station aan de BAM, die ruim 3.000 kilometer telt. Dit is het beginpunt van de spoorlijn, maar los daarvan: het is het station van Oest-Koet (daar had u nog nooit van gehoord), en hoe noemen we dat? Lena. Je komt aan bij Oest-Koet, je moet eruit bij Oest-Koet, je denkt: mooi, alles volgens de dienstregeling, je zegt vriendelijk gedag tegen de conductrice (ja, er zijn ook conducteurs), je staat op het perron met al je bagage, in Oest-Koet denk je, en dan zie je staan op het stationsgebouw: LENA ...

Het station is genoemd naar de rivier Lena, die door Oest-Koet stroomt. Kijk, hier hebt u hem. Of haar: 

IMG_2051.jpg

Ik zag dit schip voorbijkomen (de V. Sjelkovnikov) en dacht: dat wil ik ook. Volgend jaar ga ik een reis maken, van zuid naar noord of van noord naar zuid, over de Lena. Of over de Jenisej. Of de Angara. De Amoer kan ook. De Ob hebben we ook nog.
 

Dit is een bushalte, maar niet zo maar een bushalte. Ik sta hier - in Nizjneangarsk - namelijk met mijn rug naar een vijfde van de wereldvoorraad aan zoetwater.  Dat heet allemaal bij elkaar het Bajkalmeer. Er staat daar, rechtsachter me, ook een soort stellage van rode letters: BAJKAL, met een hartje. Dat kan je dan fotograferen. Of je gaat ervoor staan of ernaast en je láát je fotograferen. Beide heb ik niet gedaan.  
 

In Zvjozdny, dat we bereikten over een onverharde weg in een busje met slechte vering, bezochten wij een alleraardigst BAM-museum. In Zvjozdny kwam in 1975 de eerste BAM-trein aan. Dat ging gepaard met nogal wat fanfare, die allang is verstomd. Net als veel andere BAM-nederzettingen, die vaak net zo jong zijn als de spoorlijn zelf, kampt Zvjozdny met een dalend inwoneraantal - en dat is te zien. Er is leegstand en er staan onafgebouwde flats. Het contrast met het goed onderhouden station is groot, maar dat valt onder de Spoorwegen, die duidelijk een economische staat binnen de staat vormen. Op de vraag of ze het niet pijnlijk vond, dat de overheid dorpen als Zvjozdny lijkt te zijn vergeten, na al die fanfare uit vroeger jaren, antwoordde onze gids met een hartgrondig 'ja, natuurlijk'. Ze gaat na de zomer pedagogie studeren in Irkoetsk, als ik het me goed herinner. Zal ze daarna nog terugkeren naar Zvjozdny?  
 

De demografische problemen van de uitgestrekte BAM-regio werden nog duidelijker zichtbaar, toen we verder waren gereden naar Nija. En ook daar weer dat rare contrast met het goed onderhouden station, waar overigens geen mens te zien was, want veel passagiersvervoer is er niet. Prettig om te zien was dan weer dat de school er goed onderhouden, bijna vrolijk, bij stond. Net als in Zvjozdny, trouwens.   

Als om de demografische problemen te illustreren, liep er net een begrafenisstoet door het dorp. Beelden daarvan volgen in een latere aflevering.
 

In Severobajkalsk stond ik heel erg vroeg op om de zonsopgang boven het Bajkalmeer te zien - en belandde midden in een tafereel dat niet zou misstaan in Arts en Auto. Door een van mijn reisgenoten liet ik mij vertellen dat we hier een Toyota Landcruiser op de foto hebben. Er stond, een stukje naar rechts, ook nog een Chinese Great Wall, wat ook een automerk is.
   

Ik kwam aanlopen en had hier nog maar net mijn eerste foto gemaakt, toen een mevrouw me vroeg: 'En wie bent ú?' (А вы кто?) Ik kan in Rusland soms razendsnel geïrriteerd raken, en dit was zo'n moment. 'А вы кто?', vroeg ik op mijn beurt. Dat was het einde van de conversatie en ik fotografeerde verder.  

We bevinden ons hier in Komsomolsk aan de Amoer, helemaal aan het eind van de BAM-spoorlijn, en deze scholieren vormen een erewacht bij het monument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik kan zulke vlechten en strikken (en dat matrozendingetje!) niet weerstaan, en in de wetenschap dat ze geen kant op kon, ging ik voor haar staan en zoemde in. Thuis zag ik pas dat ze op alle foto's die ik van haar had gemaakt, stoïcijns langs de camera kijkt. Groot gelijk.

Misschien dat deze scholiere stoïcijns langs dat oorlogsmonument keek, maar dat zal wel niet, want het was nogal groot. En waarom zou ze ook. Zij heeft geen vlechten, ook geen matrozendingetje, maar wel weer van die strikken. Die zag ik vorig jaar ook bij scholieren in Odessa op een vergelijkbare plaats. Werden die in de Sovjetunie ook al gedragen door zulke erewachten? 

De vrouw die me zo irriteerde met haar nurks klinkende vraag, hoorde overigens bij die scholieren. Ze keek steeds of alles wel goed zat; vlechten, strik en matrozendingetje. Misschien is ze lerares op hun school en was die vraag aan mij niet meer dan vriendelijke belangstelling. En zou ik langzamerhand weleens gewend mogen zijn aan dat compacte Russisch, dat vaak zo onvriendelijk klinkt, maar helemaal niet zo bedoeld hoeft te zijn.
 

Een buitenbeentje, deze foto, want ik maakte hem in Krasnojarsk, dat niet aan de BAM ligt. In de winkel kan je terecht voor ondergoed, panty's en sokken. En Jim Morrison kent geen grenzen.
 

Op het station van Ilanskaja. Ik beloof dat ik mijn serie fotoverslagen zal afronden met aanhangers van Navalny.

Hier deel 2.

Het rijk van de megalomane BAM. Edwin Trommelen over de menselijke maat langs die andere Trans-Siberische spoorlijn.

-------------

Mijn lijstje is bescheiden:

- De plaquette die ondersteboven hangt, bij een van de tunnels bij Severobajkalsk
- De zandduinen van Tsjara
- De Man met de hamer, het monument in Tynda voor de bruggenbouwers van de BAM
- De Japanse huizen aan de Sjtjsjeglova Pereöelok in Komsomolsk aan de Amoer.

Dat zijn de dingen die ik tijdens mijn komende treinreis door Siberië, over de Bajkal Amoer Magistral, in elk geval wil zien. En verder vind ik – drie weken lang kind in een Russische snoepwinkel – alles goed. Ik ga het perron betreden van het station in Oest-Koet aan de Lena, Nija bekijken (“Ik zag Georgië aan de BAM”), wakker worden met de taiga die voorbijschuift en de man weer horen die met zijn hamer (niet die van het monument in Tynda) op de wielen van de trein klopt. Ik vind alles goed.

Het bescheiden lijstje stelde ik op tijdens het lezen van het boek Het rijk van de BAM. Mijn reis met die andere Trans-Siberië Express, geschreven door Edwin Trommelen. Net als ik heeft Edwin nog een tik meegekregen van de Sovjetunie. Niet zo’n stevige tik als ik (hij is een slag jonger), maar toch – stevig genoeg om gefascineerd te zijn door dat enorme land dat ooit voor de eeuwigheid was bedacht, maar plots – geenszins spoorloos (onbedoelde woordspeling) – was verdwenen.

De BAM (3.097 km aan rails door nauwelijks bewoond gebied, 1.600 bruggen) was en is een raadselachtig, bijna bizar project. Waarom werd dit spoor, een paar honderd kilometer ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn, nou eigenlijk aangelegd? Een duidelijk antwoord is er niet. De economische waarde is bescheiden, de militaire eveneens. Als staalkaart van arbeiderssolidariteit (alle Sovjetrepublieken bouwden mee) speelde de spoorlijn zeker een propagandistische rol, maar met het uiteenvallen van de USSR – twee jaar na de oplevering van de BAM – bleek die solidariteit toch vooral hol. De steden en dorpen aan het spoor hebben hun geplande aantal inwoners nooit gehaald, sterker nog, de leegloop is aanzienlijk. Trommelen ging vooral op zoek naar de achterblijvers, de BAM-veteranen die in hun jeugdig enthousiasme de grote stap naar Siberië maakten, gelokt door romantiek en hoge lonen, omspoeld door ronkende leuzen over een lichtende toekomst. Hoe vergaat het hun, nu het grote bouwproject dat hun leven ooit kleur gaf, zijn glans heeft verloren? 

Het vergaat hun goed. De trots op hún BAM overheerst, vooral bij de veteranen die als eersten in de wildernis arriveerden en onder zware omstandigheden de grond bouwrijp moesten maken, voordat de wat minder geharde pioniers, veelal jongeren geworven door de Komsomol, aan de slag gingen – overigens ook nog in moeilijke omstandigheden. Ze zijn gehecht geraakt aan hun streek en willen niet meer terug naar het dichter bevolkte Europese deel van Rusland. Ze hebben een eigen wereld gecreëerd. “Ik heb aan de BAM voornamelijk onafhankelijke, trotse mensen ontmoet”, schrijft Trommelen.

De gesprekken met de Bammers, die in hun vriendelijk enthousiasme nauwelijks zijn te stuiten (een geïnteresseerde buitenlander, wat wil je als trotse Rus nog meer!), worden afgewisseld met korte historische verhalen. Over de eerste pogingen om de spoorlijn te bouwen, bijvoorbeeld, nog onder Stalin, met ruime inzet van dwangarbeiders. De details over de bouw in de jaren zeventig zijn af en toe onvoorstelbaar. Zo was men al een eind gevorderd met de aanleg van de ruim 15 km lange Severomoejski tunnel, terwijl het onderzoek naar de geografische en hydrografische gesteldheid van de bodem in het zeer aardbevingsgevoelige gebied, ook nog eens ruim voorzien van permafrost, nog gaande was …

Joeri Titov - Nieuwe weg (jaren 70)

En steeds zijn daar weer de bewoners van de dorpen en steden langs de BAM. Vriendelijk, behulpzaam en zelfbewust. “Teruggetrokken – gelukkig in hun uithoek, in de eindeloze natuur.” Niet de delfstoffen die mede dankzij de BAM gedolven hadden moeten worden, maar deze Bammers vormen de echte rijkdom van Siberië, concludeert Trommelen aan het einde van zijn reis. De intrigerende, voor Rusland zo typerende mengeling van het grote, soms megalomane en niet altijd even goed doordachte aan de ene kant, en het kleine, menselijke aan de andere, komt in Trommelens boek treffend naar voren.  

En hier nog een leuk BAM-lied:


Mijn vertrek is eind volgende week – als ik mijn visum dan tenminste heb! Het wordt een kleine groepsreis, onder leiding van … Edwin Trommelen. Die overigens voor komend jaar een Siberische winterreis in gedachten heeft. Iets op en over het ijs van het Bajkalmeer. Ik weet nog niet of ik meega.

Koloniseren met de zweep - Siberië als dumpplaats van zwervers, moordenaars en revolutionairen

----------------

Dwangarbeiders maken zich op voor hun werk. (Foto van Aleksej Koeznetsov, die na twee veroordelingen woonde in onder meer Nertsjinsk en zich bezighield met fotografie.)

Siberië heeft door de eeuwen heen zelden een goede pers gehad. Los van het weinig uitnodigende klimaat stond het immense territorium ten oosten van de Oeral vooral bekend als dumpplaats voor ongewenste elementen in de ruimste zin van het woord.

Verbanning en dwangarbeid waren onder de tsaren niet alleen bedoeld als straf, beide moesten ook een bijdrage leveren aan de kolonisering van Siberië. In theorie zouden moordenaars, brandstichters, kruimeldieven en politieke oproerkraaiers de verre gronden bewerken, mijnen bemannen en al doende worden herboren als nijvere kolonisten. In de praktijk bleek de massale verhuizing van vaak niet al te edel menselijk materiaal de ontwikkeling van Siberië vooral in de weg te zitten.

In zijn boek The House of the dead. Siberian exiles under the tsars schetst Daniel Beer een wijds panorama van Siberië als verbanningsoord onder de tsaren. Van de talloze ongelukkigen die onvrijwillig de Oeral overtrokken, een vaak hels bestaan tegemoet, liet slechts een fractie (Dekabristen, Fjodor Dostojevski, Poolse opstandelingen, revolutionairen) geschreven herinneringen na. Beers boektitel verwijst uiteraard rechtstreeks naar House of the dead (Aantekeningen uit het dodenhuis) van Dostojevski, waarin die zijn ervaringen als dwangarbeider beschrijft. Beer putte verder uit archieven in Sint-Petersburg, Moskou en diverse steden verspreid over Siberië. 

Verbanning naar Siberië (vaak in combinatie met dwangarbeid) nam in de eerste helft van de 19de eeuw een grote vlucht, vooral doordat landloperij strafbaar werd gesteld. Wie lijfeigenschap of dienstplicht dacht te ontlopen door de benen te nemen, kon, wanneer hij werd gepakt, rekenen op een martelende voettocht richting oosten. Zo waren er van de 160.000 mannen en vrouwen die tussen 1826 en 1846 naar Siberië werden gestuurd, 48.500 veroordeeld als zwerver. De route richting het oosten liep lang niet altijd via de rechtszaal. Een boerendorp hoefde een lid van de gemeenschap maar voor te dragen bij de landeigenaar voor deportatie en de kans op een gedwongen vertrek was groot. Zo’n ‘administratieve banneling’ had dan wel weer het geluk dat hij tijdens de reis, die een of twee jaar kon duren, niet geketend was. Dit in tegenstelling tot de misdadigers, die vooraan in de konvooien liepen, die aan elkaar vastzaten, wat niet alleen moeilijk liep, maar ook erg lastig was als iemand voor zijn behoefte even naar de kant moest.     

Beer plaatst het ‘Siberië-beleid' in een historische context. Zo krijgt de lezer nog even in grote lijnen de Poolse strubbelingen uitgelegd en wordt ook de onweerstaanbare groei van de revolutionaire beweging belicht. Duidelijk wordt hoezeer de Poolse opstand van 1863, de moord op Alexander II (1881) en de revolutie van 1905 het aantal bannelingen opstuwden. Ondertussen deed het uitdijende spoorwegennet het besef groeien dat kolonisatie-door-verbanning een achterhaald concept was. Wat zou je onbetrouwbare elementen nog richting Siberië dwingen, wanneer je gemotiveerde boeren met een relatief eenvoudige reis en gratis grond ook die kant op kon krijgen. Wilde Siberië echt tot ontwikkeling komen, dan moest het bevrijd worden van de steeds zwaardere last die het gevangenissysteem vormde. Daarnaast werd tegen het einde van de 19de eeuw het protest tegen het mensonterende strafsysteem steeds sterker - in binnen- en buitenland. Anton Tsjechov met zijn Reis naar Sachalin en Lev Tolstoj met zijn roman Opstanding verschaften de tegenstanders munitie. In het buitenland deed de Amerikaan George Kennan dat met Siberia and the Exile System. In maart 1890 werd in het Londense Hyde Park gedemonstreerd tegen de hardvochtige behandeling van Russische politieke gevangenen, in Amerika werd in de jaren 1890 een miljoen handtekeningen opgehaald.

Isaak Levitan - Vladimirka (1892). De Vladimirka was de weg waarover de konvooien naar Siberië liepen.

Beer beschrijft gedetailleerd de omstandigheden tijdens de reis naar Siberië. De veroordeelden organiseerden zichzelf in arteli, wat enige bescherming bood tegen bewakers onderweg en het gevangenispersoneel in de pleisterplaatsen op de lange route. Velen waren bij aankomst zo verzwakt, dat er van enige serieuze fysieke arbeid geen sprake meer kon zijn. De toestanden in de mijnen, de bureaucratische wanorde (de toestroom van Poolse bannelingen na ‘1863’ zorgde voor een onvoorstelbare chaos), het droeve lot van vele vrouwen (vooral op Sachalin), de talloze ontsnapte ‘desperado’s’ die vaak in groepen dorpen onveilig maakten, het komt allemaal voorbij - net als de drie verschillende zwepen die werden gebruikt bij lijfstraffen.

De poel van politieke bannelingen na 1863 en 1881 maakten van Siberië - of althans van de dorpen en stadjes waar zij bijeen zaten - een revolutionair broeinest. Met hun voortdurende strijd tegen de willekeur van de lokale overheden zorgden zij voor een radicalisering ter plekke die het failliet van het strafbeleid nog eens onderstreepte. Van een plek voor quarantaine van opstandige elementen, veranderde Siberië steeds meer in een bron van infectie. Dit was een van de factoren die in 1899 leidden tot hervormingen, maar die bleken halfslachtig. Na de revolutie van 1905 schoot het aantal bannelingen weer omhoog. Pas in april 1917 schafte de Voorlopige Regering verbanning als strafmaatregel af.

*

In 1921 werd de Vereniging van Voormalige Politieke Dwangarbeiders opgericht, met een eigen tijdschrift en een flatgebouw in Sint-Petersburg waar leden huisvesting kregen. In de jaren dertig werd de vereniging opgeheven, 130 leden werden geëxecuteerd, negentig leden belandden in een kamp in Siberië. Daar was inmiddels een op industriële leest geschoeid dwangarbeidsysteem in het leven geroepen, waarbij de verbanningspraktijken onder de tsaren maar bleekjes afstaken.