—————————
Onthulling van Tsjechovs borstbeeld in Taganrog, 1935
———————
In deze serie recensies en/of korte notities komen boeken aan bod die betrekking hebben op Rusland en de Sovjetunie in de 20ste eeuw. Misschien helpen ze het huidige Rusland beter te begrijpen. Waar ik nadrukkelijk aan toevoeg dat begrijpen iets anders is dan begrip hebben voor.
——————-
Het staat al een jaar of veertig op mijn lijstje, maar het zal er wel niet meer van komen: een bezoek aan het geboortehuis van Anton Tsjechov in Taganrog. Dat spijt me des te meer na lezing van Моё пристрастие к Диккенсу. Cемейная хроника. ХХ век (Mijn passie voor Dickens. Een familiekroniek. XX eeuw) van Nelli Morozova. In dit boek beschrijft Morozova (1924-2015) de geschiedenis van het gezin waarin zij opgroeide. Haar moeder Vera Morozova was beeldhouwster en de buste van Tsjechov op het binnenplaatsje bij zijn geboortehuis is van haar hand.
Er is een foto van de onthulling van de buste, in 1935. Voor het beeld, met hoed, op de rug gezien, staat Olga Knipper, Tsjechovs weduwe. Rechts, met hoed, en profil, staat Vera Morozova, de maakster. Het meisje naast haar is haar dochter Nelli, schrijfster van het bovengenoemde boek. Helemaal nu ik de achtergrond van de maakster ken, had ik graag nog een keertje op hun plaats gestaan.
Verwijst de titel van een boek naar een familiegeschiedenis in de Sovjetunie, dan denk je meteen: die familie zal de 20ste eeuw wel niet zonder schade zijn doorgekomen. En inderdaad, dat gold ook voor de Morozovs. Beeldhouwster Vera Morozova kwam de bloedige jaren dertig fysiek weliswaar ongeschonden door, maar dat gold niet voor haar man, Aleksandr Morrison. Hij speelde een vooraanstaande rol in het culturele leven van Taganrog (het behoud van het geboortehuis van Tsjechov was voor een belangrijk deel aan hem te danken), was een gewaardeerd journalist, maar werd gearresteerd en geëxecuteerd, omdat hij, zo luidde de aanklacht, plannen had om Stalin te vermoorden.
Nelli Morozova - Mijn passie voor Dickens. Het boek verscheen in 1990, 2011 en nogmaals in 2022.
Wéér een Russische familiegeschiedenis, weer die Stalinterreur, weer die Tweede Wereldoorlog, die totale ontwrichting – het verdient natuurlijk allemaal gelezen te worden, maar ik moet me er steeds meer toe zetten. De reden om het boek van dochter Nelli ter hand te nemen, was vooral de verwijzing in de titel naar Dickens, ooit ook een passie van mij. De aanwezigheid van de Engelse schrijver blijft echter beperkt. Nelli haalt troost uit zijn verhalen en hanteert hem als moreel kompas dat haar helpt bij de keus tussen goed en kwaad.
De familiegeschiedenis is – het klinkt wrang – niet opzienbarend en Nelli Morozova is geen groot schrijver. Wat het boek voor mij toch boeiend maakte (los van die Tsjechov-buste), diende zich pas op zo’n driekwart van het verhaal aan. Na de oorlog studeert Nelli aan het vermaarde Moskouse filminstituut VGIK en belandt in de wereld van de cinema. Het inkijkje in de mores aldaar deed me – helemaal geen groot filmliefhebber – de bladzijden alsnog geboeid omslaan. Van de brutale ongeneerdheid van de Russische en Sovjet-propaganda heb ik door de jaren heen genoeg meegekregen, maar hier keek ik toch nog van op: de manier waarop Westerse films na de oorlog werden ondertiteld of nagesynchroniseerd.
Na de Tweede Wereldoorlog werden bioscoopbezoekers in de USSR verwend met talloze films die als buit uit Duitsland waren meegenomen. De sterren van Hollywood straalden plots ook in Moskou en ver daar buiten. Nu moest daar wel mee worden opgepast, want ideologisch waren die filmprenten natuurlijk lang niet altijd kosjer. Dat werd dan simpel opgelost door de helden op het witte doek via de ondertiteling woorden in de mond te leggen die zij nooit hadden gesproken. De gemiddelde Rus, Kazach of Oezbeek sprak toch geen Engels, en wie die taal wel enigszins machtig was, keek wel uit om te protesteren. Nelli werkte op de afdeling die deze ‘hertaling’ voor haar rekening nam en maakte van dichtbij mee hoe zenuwslopend dit werk kon zijn. Het kon de titelredacteur zijn of haar baan kosten, indien er teksten onder in beeld verschenen die ondanks het scrupuleuze ‘vertaalwerk’ toch nog subversief werden bevonden. Als een film ideologisch niet te bewerken viel, was er nog een reddingsboei in de vorm van een inleidende tekst, die de kijker nog even vertelde over de misstanden in de kapitalistische jungles die in de film werden getoond, met de toevoeging dat de makers ernstig in gebreke waren gebleven door deze niet te ontmaskeren. (Toen ik in 1981 in de Russische provincie van ABBA The Movie mocht gaan genieten, werd mij en de overige bezoekers in de volle zaal eerst uitgelegd dat er achter de beelden van al die vrolijke jongens en meisjes natuurlijk een hoop ellende schuil ging.)
Nelli beschrijft de problemen die de Amerikaanse komedie Mr. Deeds goes to town, uit 1936, met Gary Cooper in de hoofdrol, opleverde. De film kort samengevat: een eenvoudige ziel uit de provincie erft miljoenen, verhuist naar New York en overwint daar de boze krachten van de grote stad. Hij keert terug naar zijn geboortestreek, waar hij door blije dorpsgenoten als held wordt binnengehaald. Wat?! Het goede dat overwint? In een verdorven kapitalistische samenleving? Dat zou voor het publiek in de Sovjetunie wel erg verwarrend zijn… En dus werd er geknipt en geplakt, werd een fragment met mr. Deeds achter tralies ‘verplaatst’ en eindigde de film nu met zijn arrestatie en zijn dorpsgenoten die daartegen protesteerden – nog wel steeds met hun blije gezichten. Dat laatste was natuurlijk al raar, vreemder was nog dat die beelden begeleid werden door de vrolijke klanken van Yankee Doodle! Nasynchroniseren in plaats van ondertitelen was geen optie, omdat beeld en geluid niet apart beschikbaar waren. Toch kwam van hogerhand de opdracht om de klanken van Yankee Doodle te verwijderen – waarmee ook de ‘protesterende’ dorpsgenoten ondanks hun bewegende monden geluidloos zouden zijn. Uiteindelijk, na veel stress en druk overleg met veel stemverheffingen, boog de leiding voor de technische overmacht: de film verscheen mét Yankee Doodle en de vrolijke dorpsgenoten. (De titel werd nog wel aangepast, dat werd In de macht van de dollar. Helaas, helaas, ik heb de gemutileerde Sovjet-variant van de film niet kunnen vinden.)
Het boek sluit af met een ontroerende bonus: herinneringen van Nelli Morozova aan Jevgenija Ginzboerg, schrijfster van Крутой маршрут (in het Engels verschenen als Journey into the Whirlwind), een van de indrukwekkendste getuigenissen over de Goelag. Ik wist niet dat Ginzboerg aan een vervolg had gewerkt, dat ze niet heeft kunnen voltooien: reisnotities met als werktitel Kolyma – Parijs. De notities zijn bij mijn weten nooit verschenen (ik zou het boek onmiddellijk besteld hebben!), maar Nelli Morozova vertelt onder meer over Jevgenija’s indrukken in Parijs. Hoe haar hotelkamer uitkeek op een luidruchtige bouwplaats en ze een andere kamer kreeg aangeboden. Ze weigerde, want ze kreeg geen genoeg van het uitzicht: hoe de Franse bouwvakkers hun werk deden, veilig, elegant, alsof ze dansten. En hoe de grote hond van één van hen geduldig in de schaduw wachtte op zijn baas. Jevgenija vergeleek het met haar werk als dwangarbeidster op een bouwplaats in Magadan. Waar je in de strenge vrieskou zo van de steigers kon vallen en waar de honden erop getraind waren om mensen aan stukken te scheuren.
————————-