Dagboek van een kampbewaker in de Goelag

Ivan Tsjistjakov was in 1935-1936, zeer tegen zijn zin, bewaker in de Goelag, aan de in aanbouw zijnde Bajkal-Amoer-spoorlijn. Hij hield een dagboek bij dat dit jaar werd uitgegeven dankzij de inspanningen van Memorial, de organisatie die probeert te voorkomen dat de duistere kanten van de Sovjet-geschiedenis oplossen in de mist van de tijd. (Иван Чистяков: Сибирской дальней стороной. Дневник охранника БАМа. 1935-1936.)

De omslag van het dagboek

De omslag van het dagboek

Een dagboek als dat van Tsjistjakov is uiterst zeldzaam. “Het is vermoedelijk de enige bron van deze aard die tot ons is gekomen”, schrijft Irina Sjtsjerbakova, onderzoekster van Memorial, in haar gedegen inleiding.  (Dit stukje is bijna geheel ontleend aan die inleiding.)  Over de auteur is zeer weinig bekend. Hij wordt als dienstplichtige opgeroepen voor de binnenlandse strijdkrachten en wordt als bewaker naar Siberië gestuurd, waar hij vanaf de eerste dag droomt van een gewoon leven in Moskou. Daar komt weinig van terecht. In 1937 wordt hij zelf gearresteerd, in 1941 sneuvelt hij aan het front in de provincie Toela.

Midden 1935, wanneer Tsjistjakov aan zijn diensttijd begint, zijn zo’n 170.000 gevangen betrokken bij de bouw van de Bajkal-Amoer-spoorlijn, kortweg de BAM. Zij werken niet alleen aan de spoorlijn zelf, er moet een complete infrastructuur worden gebouwd met depots, stations en werkplaatsen. Daarbij wordt voedsel als drukmiddel ingezet: brigades die de productienorm niet halen, krijgen minder te eten. Wie het effect van een dergelijk systeem op de menselijke psyche beschreven wil zien, moet de kampverhalen van Varlam Sjalamov lezen.

Ivan Tsjistjakov

Ivan Tsjistjakov

Over de bewakers, mannen dus als Tsjistjakov, wordt in kampmemoires  nauwelijks geschreven. Je bent als gevangene, schrijft Aleksandr Solzjenitsyn in zijn Goelach Archipel, niet in hen geïnteresseerd. Later pas vraag je je af: wie waren dat? En hoe hebben zij het uitgehouden, als “permanente deelnemer aan het kwaad”? Velen híelden het niet uit en zochten een uitweg, zoals ook Tsjistjakov. In zijn dagboek, een aaneenschakeling van jammerklachten (over chaos, incompetente, drankzuchtige commandanten, slechte woonomstandigheden, gebrekkig voedsel, kou en voortdurende ontsnappingen), uit hij de vrees dat zijn diensttijd zal worden verlengd en dat hij nooit meer wegkomt. Herhaaldelijk speelt hij met de gedachte om een misdrijf te plegen. Dat levert een veroordeling op met tenminste een duidelijke eindstreep.   

Tsjistjakov bemerkt tot zijn ontzetting dat de BAM hem ‘absorbeert’. Hij verslapt en verliest zijn mededogen met de gevangen. De vechtpartijen, de moorden, de vluchtpogingen (waar hij op aan wordt gesproken) voeden zijn wanhoop. Het is 1935, de kamppopulatie bestaat nog vooral uit misdadigers, de toestroom van politieke gevangenen, waar nog enig beschaafd contact mee mogelijk is, moet nog grotendeels op gang komen. Voor Tsjistjakov is het dagboek de enige mogelijkheid om af en toe, op papier, te ontsnappen aan de grauwe werkelijkheid.

Het dagboek houdt abrupt op. Over het lot van de schrijver is verder zeer weinig bekend. Hij krijgt inderdaad een veroordeling aan de broek wegen ‘nalatigheid’, wordt gedegradeerd en moet aan de BAM blijven. Een lange straf kan het niet geweest zijn, want in 1941 belandt hij aan het front. Hoe het dagboek aan confiscatie is ontsnapt, is evenmin duidelijk.

Enig literair genoegen valt er aan de notities van Tsjistjakov niet te beleven. Het was, eerlijk gezegd, nogal een klus om de 287 niet al te dik bedrukte pagina’s door te komen. Maar de  waarde als historisch document maakt de uitgave ervan meer dan gerechtvaardigd. (Russische recensies hier en hier.)

En nu ga ik een boek lezen over Lev Jasjin. 

Om iets te vieren: klein groot Sint-Petersburg, het lijkt net speelgoed

Eigenlijk had dit een stukje moeten worden over een kampbewaker aan de BAM-spoorlijn in de grimmige jaren dertig. Over een dagboek vol Siberische ellende en zo, maar dat houdt u van mij tegoed.

Het wordt iets heel anders, want ik heb wat te vieren. Sinds de zomer van 2012 was ik niet in Rusland, en al helemaal niet in Sint-Petersburg. Maar de poelja is door de tserkov, in januari loop ik eindelijk weer door de sneeuw langs de Neva, die dan hopelijk stijf, stijf bevroren is, en kijk ik uit op een pleintje met Poesjkin in het midden. (Voor de cursus die ik tijdens een deel van mijn verblijf in Sint-Petersburg ga volgen, kunt u zich – mits het Russisch behoorlijk machtig – tot 1 december hier opgeven.)

Even iets vrolijks dus, in de vorm van een paar filmpjes over, uiteraard, Sint-Petersburg. Kitscherig af en toe, en helemaal geen sneeuw of ijs, maar nou ja. Ze zijn gemaakt door Andrej Jefimov, die in dit genre zijn brood verdient. Vandaar  de bedrijfsfilmpjes, die ik er voor de volledigheid ook maar bij heb gezet. Over Andrej hier en hier meer.

Het bovenste filmpje is het meest recent, met een iets andere techniek, waardoor de stad zo van boven, ook met die pingelmuziek erbij, opeens van speelgoed lijkt. Als die bellenblazer (op 1.10) er in januari nog staat, maak ik een paar mooie foto's van 'm. Want ja, ik neem ook een camera mee.

 

 

Noodlanding op de Neva – Leningrad ontsnapt aan vliegramp

Op 31 augustus 1963 ontsnapt Leningrad aan een vliegramp. Een Tupolev-124 met 44 passagiers aan boord maakt een noodlanding op de Neva en komt vlak voor de Finlandbrug tot stilstand op het water. Een sleepbootje, toevallig in de buurt, werkt het toestel naar de kant, alle passagiers en de bemanning blijven ongedeerd. Logisch, zo’n wonder, want aan boord bevond zich de latere patriarch Aleksi II. Of toch niet?

De TU-124, een nieuw type vliegtuig, was die woensdag opgestegen in Tallin voor een vlucht naar Moskou. Al snel bleek dat het voorste landingsgestel niet wilde inklappen. Het toestel werd naar het Leningradse vliegveld Sjossejnaja (het huidige Pulkovo) gedirigeerd voor een noodlanding buiten de landingsbaan, op zachte grond. Om alle brandstof op te gebruiken, werden rondjes gedraaid boven de stad, toen plots, kort na elkaar, beide motoren uitvielen. Waren de brandstofmeters niet precies genoeg geweest? Gaven die aan dat er nog een rondje gemaakt moest worden? Of had de bemanning – zoals de co-piloot jaren later op tv vertelde -  niet goed opgelet, omdat ze bezig was via een gat in de bodem dat verdomde landingsgestel los te krijgen?

Hoe dan ook, de TU-124 verloor snel hoogte en piloot Viktor Mostovoj koos voor de enige optie: een landing op het water van de brede Neva – met als hinderlijke obstakels, in volgorde van opkomst, de Litejnybrug, de Bolsjoj Ochtinskibrug, de Aleksandr Nevskibrug (gelukkig nog maar in aanbouw) en de Finlandbrug.

De eerste twee bruggen werden ruim genomen, bij de nog onvoltooide Nevskibrug scheelde het maar een meter of wat. De landing was relatief zacht en ruim voor de Finlandbrug kwam het toestel tot stilstand. Een stoomsleepbootje (bouwjaar 1898, melden de verslagen) wist het toestel naar een paar houtvlotten langs de kade te krijgen, waar de geschrokken inzittenden naar de kant konden komen. Het toegestroomde publiek werd op afstand gehouden. Wie foto’s maakte, moest zijn rolletje inleveren, waarbij, zo veel is wel duidelijk,  enkele onverlaten aan de aandacht van de ordehandhavers ontsnapten.

Er zal in de Sovjetmedia niet erg uitbundig over de noodlanding zijn bericht. Bijna een jaar na dato verscheen een verslag in het Engelse Flight International, dat daarbij vermeldde: “Full details of the Tu-124 ditching have only recently become available in the west through the publication of accounts in various Soviet newspapers and technical journals.” Het blad vermeldt foutief dat het incident ‘last october’ had plaatsgevonden.

Echte aandacht voor de knappe noodlanding kwam er in de Russische media pas in de jaren negentig en vorig jaar bij het vijftigjarig jubileum. De krant Izvestija spoorde de weduwe op van piloot Mostovoj. Die vertelde dat de bemanning bijna was vervolgd wegens nalatigheid. Mede dankzij de schrijver Vasili Ardamatski, die een korte schets van de bijna-ramp in de Izvestija gepubliceerd kreeg, draaide de wind en werd de piloot voorgedragen voor een onderscheiding. Die kwam er niet, volgens zijn weduwe door tegenwerking van vliegtuigontwerper Tupolev, die liever niet had dat er iets te veel nadruk zou komen te liggen op mogelijke gebreken aan het landingsgestel en de brandstofmeters van het nieuwe toestel. Een beloning kwam er uiteindelijk wel: van vliegtuigmaatschappij Aeroflot kegen Mostovoj en copiloot Vasili Tsjetsjenev een tweekamerflatje in Moskou.

Vrij klakkeloos wordt her en der neergeschreven dat de toekomstige patriarch Aleksi II zich aan boord van de Tupolev bevond. Aardig is nu dat juist het religieuze orgaan Pravoslavie daar een vraagteken bij zet. “Bevond zich aan boord een man Gods om wier wille de Heer erbarmen toonde?” Pravoslavie heeft er geen bewijzen voor gevonden, alle gegevens en ook de passagierslijst zijn verloren gegaan, wat ten zeerste wordt betreurd. “We zouden graag willen dat de mooie legende waar blijkt te zijn! En dat er aan de biografie van de grote ijveraar voor de Orthodoxie – de Allerheiligste Patriarch Aleksija II - nog een prachtige bladzijde kon worden toegevoegd.”       

De berging van het toestel. Net als de bovenste foto is deze genomen een dag na de bijna-ramp.

De berging van het toestel. Net als de bovenste foto is deze genomen een dag na de bijna-ramp.

En hier nog een kort ooggetuigeverslag:


De ‘putbinnenplaatsen’ van Sint-Petersburg – een fotografisch wandelingetje

De binnenplaatsen van Sint-Petersburg zijn een verhaal apart – dat u van mij niet gaat horen.

Ze vormen één van de charmes van de stad. Vaak liggen ze in elkaars verlengde. Dan loop je over twee, soms wel drie binnenplaatsen van de ene naar de andere straat. Of je verlaat zo'n dvor door een onverwachte poort naar links of rechts, om te belanden in weer een andere dvor, die twee poorten heeft die uitkomen op nog een andere straat. Zo loop je dan naar de metro, bijna zonder een gewoon trottoir te zien.

Een adres vinden, de juiste binnenplaats met het gewenste trappenhuis, is nogal eens uitdaging. Want behoort deze dvor, en dus ook de trappenhuizen die erop uitkomen, nu bij de straat die je net achter je liet of al bij de straat waar de volgende dvor op uitkomt?

Tegenwoordig bel je met je mobieltje even naar de bewoners van het gezochte adres. Die dirigeren je naar de juiste plek of komen even naar beneden. Daarmee is de romantiek van zo’n zoektocht wel grotendeels verdwenen. Want vroeger, kinderen, vroeger … Dan stond je daar, te midden van enorme sneeuwhopen of diepe, diepe smeltplassen, in het donker – want natuurlijk was de lamp boven de deur van vier van de vijf trappenhuizen kapot. En had je geen mobieltje om jezelf nog een beetje bij te lichten.     

Zit ik toch het verhaal van die binnenplaatsen te vertellen. Maar ik heb me beperkt tot de dagelijkse ‘wandelpraktijk’. Over de achtergronden weet ik niks. Waarom zijn er juist in Sint-Petersburg zo veel? Zijn ze spontaan ontstaan, vanzelf zo gegroeid, of is er een diepere, architectonische verklaring? Ik weet het niet.

Een speciaal type binnenplaats is de dvor-kolodets. Wat dvor betekent, moet u nu wel weten, een kolodets is een put. Het betreft dan – moet ik dat uitleggen? – binnenplaatsen die zo klein en nauw zijn dat ze doen denken aan een put.

Hieronder vind u een aantal mooie voorbeelden van deze putbinnenplaatsen. Door de wijze van fotograferen lijkt het allemaal kleiner en benauwder dan het in werkelijkheid is, al kan je weidse vergezichten hier vergeten. Ik trof de foto’s aan op de site van Filipp Tsjistjakov, gewijd aan dit soort binnenplaatsen, met de duidelijke naam dvorkolodets

Eén minpuntje bij Filipp: hij is wat slordig met de precieze adressen van de binnenplaatsen. Soms noemt hij alleen een straat, of zelfs dat niet.  

Nederland in het werk van Okoedzjava. "Tot aan Texel is het niet ver."

Ik meende het werk van Boelat Okoedzjava redelijk te kennen, en was dan ook behoorlijk verrast toen ik een gedicht van zijn hand over Nederland tegenkwam: Berega Gollandii (Kusten van Holland). Het was mij onbekend. Ik informeerde eens in mijn omgeving, bij vrienden die aanzienlijk beter thuis zijn in de Russische poëzie dan ik, en ook zij hadden er nooit van gehoord.

Okoedzjava’s gedicht is een vertaling uit het Georgisch. Het origineel is van de dichteres Makvala Mrevlishvili (1909-1968), die in Georgië vooral geliefd is om haar kindergedichten. (Ik heb het, zoals gewoonlijk, vertaald zonder enige poëtische aspiraties of pretenties.)

Берега Голландии

Из Маквалы Мревлишвили
Грузины, читайте стихи по-грузински,
соленую влагу вдыхайте легко...
Здесь берег в тумане виднеется низкий.
До острова Тексель -- недалеко.

И как бы туманы его ни скрывали,
он старой бедой шевелится во мне.
О, как наши юноши здесь тосковали
по родине, по тишине, по весне!

А сколько пришлось им томиться и мучаться
и всматриваться в рассветный дым...
Я в горсть соберу свое слабое мужество --
спасения позднего выпрошу им.

...А волны бегут торопливо и весело,
и море из синего дыма встает,
и к острову Тексель, к острову Тексель все тянется скорбное сердце мое.

Kusten van Holland

Georgiërs, lees gedichten in het Georgisch.
Adem de zilte vochtigheid lichtjes in …
Hier tekent zich een lage kust af in de mist.
Tot aan het eiland Texel is het niet ver.

En hoe de nevelen het ook verborgen hielden,
Als een oud onheil beweegt het in mij.
O, hoe verlangden onze jongens hier
naar hun moederland, de stilte, de lente!

Hoeveel kwellingen en pijn moesten zij niet verdragen
En hoe vaak tuurden zij niet naar de rook van de dageraad …
Ik verzamel een handjevol zwakke moed –
ik probeer voor hen een late verlossing gedaan te krijgen.

… De golven rennen haastig en vrolijk,
En de zee rijst op uit de blauwe rook,
En naar het eiland Texel, naar het eiland Texel
Reikt steeds mijn diep droevig hart.

 

Het gedicht is niet te begrijpen zonder enige kennis van de gebeurtenissen op Texel in april-mei 1945. Georgische soldaten in dienst van de Wehrmacht kwamen in opstand tegen hun Duitse bazen. De opstand, die zo’n duizend slachtoffers eiste, mislukte. De status van de Georgische opstandelingen is niet eenduidig. Waren het dappere verzetsstrijders? Of waren het collaborateurs die op het allerlaatste moment nog hun hachje probeerden te redden? In Georgië overheerst de eerste opvatting en het gedicht van Mrevlishvili sluit daarbij aan.

De vertaling van Okoedzjava is uit 1982. Van wanneer is het origineel? Dat heb ik niet kunnen achterhalen, maar vermoedelijk uit 1958, of kort daarna. Mrevlishvili schreef een gedicht (ook vertaald door Okoedzjava) over de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, waar ze – te oordelen naar dat gedicht – zelf heeft rondgelopen. Ze zal lid zijn geweest van een officiële Sovjetdelegatie. Is die daarna doorgereisd naar Nederland?

Makvala Mrevlishvili

Makvala Mrevlishvili

In de memoires van Mrevlishvili, zo heb ik me laten vertellen, is over een reis naar België of Nederland niets te vinden. Op Texel zelf zal ze niet geweest zijn, dan had ze een ander gedicht geschreven. Heeft ze in het noorden van Noord-Holland aan de kust gestaan? Dat zal in elk geval niet in Den Helder zijn geweest. Vanwege de marinehaven daar was die regio voor een Sovjet-delegatie niet toegankelijk. (Delegaties die in later jaren naar de Georgische begraafplaats op Texel gingen, reisden niet via Den Helder.) Heeft ze alleen in gedachten aan de ‘kusten van Holland’ gestaan? Dat zou dan dat meervoud (kusten) kunnen verklaren: of je in zo’n klein landje nou in Zandvoort aan de kust staat of in ’s Gravezande – Texel is nooit echt ver weg. 

Rest nog de eerste regel: Georgiërs, lees gedichten in het Georgisch. Wat daar de achterliggende betekenis van is, weet ik niet. 

Igor/Kostik (natuurliefhebber) mengt zich in de Zwarte Pietendiscussie

Kostik Stoepin is een man met een fenomenaal gebit en radicale oplossingen voor allerlei problemen.

Kostik leerde ik vandaag kennen via het onvolprezen Dumpert.nl. Daar voorzag men zijn hartekreten op de achterbank van een auto van verrassende ondertitels. Kostik, aldus die titels, heeft een oplossing voor ons Zwarte Pietenprobleem: niks geen Stroopwafelpiet, een Wodkapiet! En verder, aldus Kostik, moeten we in Nederland vooral ophouden met zeiken.

Het originele filmpje, zonder ondertiteling, was snel gevonden. Dat Kostik (door Dumpert.nl omgedoopt in Igor) zich helemaal niet uitlaat over Zwarte Piet, kwam niet als een verrassing. Zijn werkelijke boodschap - zie mijn vertaling hieronder - was evenwel nog verrassend genoeg.

 

Hier de ‘echte’ vertaling, waaruit blijkt dat Kostik een groot natuurliefhebber is, al komt niet alles er in die natuur bij hem even goed vanaf:

Deze keer wil ik uw aandacht vestigen op het feit dat in Polesië  gaandeweg alles wordt omgehakt. Niet door zo maar lui, door allerlei klootzakken. Door mieren, kevers ..
- Roken! Je zit niet in een restaurant!
Ik weet dat ik niet in een restaurant zit. Maar godver, kevers en mieren hakken heel Polesië om! En vanaf dit moment schaf ik alle ..
- Roken!
Godver! Ik schaf alle insecten af!

Het filmpje van Dumpert.nl met de Zwarte Pietenondertitels krijg ik hier niet geplaatst, u vindt het hier. En dit zijn de aldaar toegevoegde ondertitels, waarvoor – ik ondertitel zelf af en toe ook – mijn complimenten.   

Ik hoorde van de Zwarte Pietendiscussie in Nederland. Luister. Luister.
Ik heb de oplossing gevonden. Stroopwafelpiet, waar slaat dat op?
Zijn jullie helemaal gek geworden? Dus stel ik voor Wodkapiet.
- Wodkapiet, waar slaat dat nou op!
Wat weet jij er nou van, droeftoetoer.
Op wodka ga je harder dan op strooopwafels, dus stop met praten.
Hierbij wil ik me aanmelden als de nieuwe wodkapiet
- Tuurlijk!
Stop met dat gezeik over Zwarte Piet!

Spoorwegkwellingen - een nieuw lied van Viktor Stolyarov

Een nieuw lied van Viktor Stoljarov – altijd een genoegen. En ook perfect getimed, na mijn stukje van eergisteren met al die brave – of misschien ook niet zo brave – liedjes uit de USSR.  Een groter contrast is nauwelijks denkbaar.

Vijf keer eerder plaatste ik op mijn weblog een lied van Stolyarov. Telkens dacht ik: ik maak er ook een vertaling bij! Twee keer kwam dat er ook van, de andere keren gaf ik het op: het was te lastig of mijn aandacht werd al snel weer opgeëist door een volgend stukje.

Viktor kondigde zijn nieuwe lied aan op Facebook. Ik reageerde, dat er misschien spoedig een Nederlandse vertaling van zou komen. Hij antwoordde: Боюсь, некоторые слова будет трудно перевести ...  (Ik ben bang dat enkele woorden moeilijk te vertalen zullen zijn.)  Dat valt mee, ik begrijp het allemaal wel zo’n beetje, maar daar heb je nog geen vertaling mee.

Nee, ik kan me er niet toe zetten. Om eens een ander lied te citeren: “Maar wie het eens proberen wil die mag.”  

Van de vijf andere Stolyarov-liedjes is er momenteel maar eentje beschikbaar: Koridor (zonder vertaling). De overige zitten nog verscholen in dat deel van mijn oude blog dat ik nog niet naar dit nieuwe heb overgezet. Daar wordt aan gewerkt!  [Alle weer beschikbaar - op het oude blog!]

Mocht u trouwens denken: wat zit die Stolyarov er slordig bij, in z'n hempie en z'n trainingsbroek ... dat is de klassieke kledij van de Russische treinreiziger. (Zie bijvoorbeeld op 2.22 in het filmpje.)   

Update: Via Facebook kreeg ik een tweede reactie van Viktor, over mijn aarzeling om het lied te vertalen. Die reactie vertaal ik wel even: "Dank je, Egbert! Om de tijd en het land te begrijpen, heb je niet alleen een vertaling nodig, maar ook een gedetailleerde uitleg. Aleksej Tsvetkov [de schrijver van de tekst] geeft ons gelukkig de mogelijkheid om dat alles te doorvoelen en te zien. Desondanks kreeg ik een sms'je van mijn zoon: "Ik begrijp er niks van, maar je hebt het prima gezongen, een heel goed thema en de clip zit goed in elkaar. Goed gedaan!" Andre is 23 en woont sinds zijn derde in Amerika. Ik moet een keertje met hem samen gaan zitten en alles beeld voor beeld ontleden."

железнодорожные страдания
(Стихи Алексея Цветкова Музыка и исполнение Виктора Столярова)

слышь браток закури сигарету
осуши свою стопку до дна
расскажу тебе жизнь по секрету
чтобы понял какая она

поначалу водила по кругу
пил-гулял на пляжах загорал
а потом я зарезал подругу
и меня увезли за урал

там понятно базар со своими
с воровским тусовался полком
только тут меня в секту сманили
стал я богу молиться тайком

и от этого ихнего бога
я узнал наступает хана
как прищуришься в небо немного
роковая планета видна

мерзлоту окаянную роя
ум допер содрогнулись сердца
в целом свете не сыщешь героя
чтоб сумел избежать пиздеца

наставлял же нас кормчий премудро
что полундра и всюду враги
и явилась подруга под утро
вся в кровище и шепчет беги

вот и маюсь где рубль где полтина
современникам тайну открыть
а ты даже полстопки скотина
не желаешь предтече отлить

хрен в кремле или бесы в погоне
доберутся вот-вот и до нас
неспроста мне в четвертом вагоне
съездил в рыло один пидарас

вся столица накроется вскоре
следом тверь и творенье петра
ой ты родина горькое горе
мирового атаса пора