sport

De duizelingwekkende val van Adidas op de sociale ladder van Rusland.

Gopniki in Adidas

Gopniki in Adidas

We beginnen met een vertaalopdrachtje. Krantenkoppen zijn vaak lastig en dat geldt ook voor deze: Абибас от кутюр. Hoe vertaalt u dat? (Абибас – geen spelfout - wordt ook vaak met een kleine letter geschreven.)

Taalkunde, sport, marketing en sociologie – u vindt het allemaal in dit stukje. De taalkunde hebben we gehad (het antwoord bij de vertaalopdracht volgt onderaan), gaan we verder met sport en marketing.

Valeri Borzov

Valeri Borzov

In 1980 brak het sportkledingmerk Adidas door in de Sovjetunie. En niet zo maar een beetje, nee, het Duitse merk met de bekende drie strepen werd, net als westerse spijkerbroeken, de droom van iedereen in de USSR die ook maar een beetje gevoelig was voor westerse kleding als statussymbool. De Olympische Spelen van 1980 in Moskou waren de katalysator. Adidas had eerder al kleding – en vooral schoeisel - geleverd aan Sovjet-atleten (Valeri Borzov won op de Olympische Spelen van 1972 in München de 100 meter op schoenen van Adidas), maar de Spelen van 1980 vormden voor het Duitse bedrijf in Rusland pas echt een uithangbord.

Een spijkerbroek met een Adidasjack of -schoenen – veel chiquer kon je het als jongeling in de Sovjetunie niet krijgen. Sovjetfabrieken die Adidas-schoeisel in licentie produceerden, konden de vraag niet aan. Was je toch een gelukkige bezitter, dan was je er zuinig op en gebruikte je het vooral níet waarvoor het bestemd was. Voetballen op je sportschoenen of naar gym? Je keek wel uit.

Er kwam een vrolijke variant op de kreet Сегодня слушает он джаз, а завтра - Родину продаст! (Vandaag luistert hij naar jazz – morgen verraadt hij z’n Moederland!): Сегодня носит Адидас, а завтра Родину продаст!: Vandaag draagt hij Adidas – morgen verraadt hij z’n Moederland! En ook aardig: het liedje Учкудук, три колодца (Oetsjkoedoek, drie bronnen) – populair in die tijd – kreeg in de volksmond een nieuw refrein. Учкудук, три колодца – Защити, защити нас от солнца (Oetsjkoedoek, drie bronnen - Bescherm ons tegen de zon) werd: Адидас, три полоски, эта обувь в пустыне удобна для носки – Adidas, drie strepen, makkelijk schoeisel voor in de woestijn. Hier de Oezbeekse groep Jalla met het origineel:

 

Maar zo’n tien jaar later kantelde het beeld volledig. Adidas werd een merk waarmee je niet meer geassocieerd wilde worden – althans, niet als je een redelijke opleiding had genoten. Iemand schrijft over zijn herinneringen aan het sportmerk, waar hij aanvankelijk graag in rondliep: “Toen ik uit het leger kwam, zag ik plots dat al het straattuig op Adidasjes liep. En waar dat spul dan gemaakt was? Raar was dat. Ik kon niet veel anders dan van stijl veranderen.”

Rusland werd in de jaren negentig overspoeld door namaakkleding uit vooral China. Zo kwam ‘Adidas’ ook binnen het bereik van de lagere klassen. En binnen de kortste keren verwerden de trainingspakken en sportschoenen van het in Rusland ooit zo dure merk tot het handelsmerk van de гопники/gopniki – niet al te subtiele figuren, die hun alcohol het liefst gehurkt tot zich nemen.

 

Nog een paar beelden die de gewijzigde status van Adidas duidelijk laten zien:


En apart nog even deze geshopte foto, waarop we Vladimir Poetin zien in zijn tijd als weinig bekende functionaris in Sint-Petersburg. Zijn Adidasbroek geeft hem meteen het imago van een boerenpummel:

Poetin Sobtsjak Adidas


O ja, de vertaalopdracht. Veel namaakspullen verschenen in Rusland op de markt met een iets aangepaste naam. Mixers van Mounilex, bijvoorbeeld, en kleding van … Abibas. Het bedrog was voor iedereen duidelijk, maar niemand die er aanstoot aan nam. Nou ja, hooguit de producenten van het origineel, maar wat doe je eraan. Met Abibas gebeurde nog iets anders, het werd een verzamelnaam voor allerlei soorten namaak. Это полный абибас! Allemaal fake! En zo verscheen boven een artikel over mogelijk nagemaakte sportschoenen de kop: Абибас от кутюр. Het betrof schoenen van modehuis Isabel Marant, die wel erg veel leken op de oude Stan Smith-schoen van Adidas. ‘кутюр’ staat natuurlijk voor ‘couture’, waarna de betekenis van de kop u duidelijk zal zijn en u zelf een vertaling mag bedenken.

Adidas Marant Stan Smith

De steenberg van Sjachtar Donetsk - het Roda JC van Oekraïne. En 23 andere Sovjetstadions.

Sjachtar Sjachtjor Shakhtar Donetsk stadion mijnen steenberg

Ik stuitte op een liedtekst uit 1924 over een mijnschacht, ging op zoek naar de bijbehorende muziek, sloeg een zijweg in en kwam uit bij het oude voetbalstadion van Sjachtar Donetsk. Dat kwam zo: op een van de sites waar ik naar de muziek zocht, stond boven de liedtekst bovenstaande foto afgebeeld. 

Waarmee het lied onmiddellijk naar de achtergrond verdween en ik me stortte op het stadion van Sjachtar Donetsk. Die steenberg! (De tekst van het lied staat voor de volledigheid onder aan dit stukje, maar daar gaat het hier verder niet over.

Die steenberg dus, in het Russisch een террикон (terrikon). Was de wedstrijd uitverkocht of had je geen geld voor een kaartje, dan kon je daar terecht. Je had vanaf bijna de hele berg uitzicht op het veld, totdat er een tweede ring op het stadion werd gebouwd. Na die uitbreiding, in 1966, moest je hoger gaan zitten. Je maakte een trede, legde een plankje neer en je had een prima zitplaats. Vaste klanten van de bergtribune hadden hun eigen plekje.

mijnen voetbal Sjachtar Donetsk

Het eerste stadion op deze plek werd gebouwd in 1936 en was van hout. Het werd genoemd naar een hoge partijfunctionaris, Pavel Postysjev. Die viel niet al te lang daarna in ongenade, waarna het stadion – toepasselijk in deze omgeving van kolenmijnen - werd omgedoopt in Stachanovets. (Stachanov was de beroemdste mijnwerker van zijn tijd met prachtige productierecords.) Eind jaren veertig werd het houten bouwwerk vervangen door het stadion op de bovenste foto, dat bij de wat oudere Sjachtarsupporters – en bij liefhebbers van de Sovjetjaren vijftig zoals ik – zeer warme gevoelens oproept. Alleen de standbeelden al! Hieronder is er eentje te zien, links van de mooie trap. Ze stonden ook boven de doorgangen naar het veld.

stadion Sjachtar jaren vijftig standbeelden Oekraïne

Bij de bouw van de tweede ring sneuvelden de standbeelden en de toren. De berg bleef als extra tribune fungeren.

Tussen 2004-2009 speelde Sjachtar zijn wedstrijden in het stadion van Lokomotiv, in 2009 werd Donbas Arena de thuisbasis. Vanwege het oorlogsgeweld in Oost-Oekraïne werkt Sjachtar zijn thuisduels momenteel af in Lviv.

Aardig is dat op het clubembleem van de jaren vijftig ook steenbergen te zien zijn. Die ontbraken op het nog oudere embleem, toen de club nog, net als het stadion, Stachanovets heette. Op het huidige clubembleem staan twee hamers. Die vinden we ook terug in het gebaar van spelers naar de supporters.

Je zou verwachten dat ons eigen Roda JC, waar de oude band met de mijnen ook door hamers wordt gesymboliseerd, een speciale band heeft met Sjachtar Donetsk, maar daar is mij niets van bekend. 

 

Het oudste clubembleem

Het oudste clubembleem

 Hert huidige, met hamers

 

Hert huidige, met hamers

Spelers groeten de supporters

Spelers groeten de supporters


En tenslotte nog een aantal andere Sovjetstadions, die ik tegenkwam op een site die geheel is gewijd aan het voetbal in de USSR. Niet bij alle staat het jaartal of de naam van de bespeler. Mijn favoriete foto staat meteen vooraan: Odessa, ook weer met zo'n mooi, een beetje plomp, een beetje naïef standbeeld. De bespeler van dit stadion zal Tsjornomorets zijn  geweest, ik schat dat de foto uit de vroege jaren vijftig is. Op de laatste foto van onderstaande serie is trouwens te zien wat het droeve lot is van dit soort standbeelden.

 

En hier dat lied:

Шахта номер три
(сл. П. Германа муз. В. Кручинина)

Он был шахтёр, простой рабочий,
Служил в донецких рудниках,
И день за днём с утра до ночи
Долбил пласты угрюмых шахт.
Был одинок, вставал чуть свет,
Работал двадцать долгих лет,
При нем:

Многое видала,
Многое слыхала,
Многое узнала
Шахта номер три.

Пришла весна, а с нею Оля,
Проснулась крепкая любовь,
По вечерам тянуло в поле,
И горячей бурлила кровь.
Манил простор. Рябины куст,
Забор, скамья и свежесть уст...,
Тогда:

Многое видала,
Многое слыхала,
Многое узнала
Шахта номер три.

Но годы шли, росла Россия,
И вот однажды в феврале,
Над рудником одним впервые
Флаг ярко - красный заалел.
За ним – тут следом – рабочий сход,
Знамёна, лозунги, народ.
В те дни:

Многое видала,
Многое слыхала,
Многое узнала
Шахта номер три.

Настал террор – и белых банда,
Шахтёра взяли в руднике.
Сказали кратко: "Пропаганда!" -
И потащили в штаб к реке.
Допрос был прост: удар, наган
И кровь шести смертельных ран.
В ту ночь:

Многое видала,
Многое слыхала,
Многое узнала
Шахта номер три.

Уж много лет советской власти.
Заводы крепнут с каждым днём,
Шахтёра кровь скрепила части
Живою памятью о нём.
Спасая свой родной Донбасс,
Погиб шахтёр, но шахту спас.
С тех пор:

Многое видала,
Многое слыхала,
Многое узнала
Шахта номер три!

1924

Hoe Arsenal en Chelsea in 1945 voetballes kregen van Dinamo Moskou

Chelsea-supporters die ’s nachts in de rij staan voor een kaartje voor een vriendschappelijke wedstrijd. Dezelfde taferelen in Glasgow, met uiteindelijk honderdduizend man op de tribunes van een uitpuilend Ibrox Park. En dat tegen een team dat niemand ooit had zien spelen en waarvan niemand de spelers kende: Dinamo Moskou.

Het was in het najaar van 1945. Na jaren van ‘oorlogsdroogte’ smachtte de Britse voetbalsupporter naar weer eens iets bijzonders. En met het Moskouse Dinamo werd hij op zijn wenken bediend. Vanaf het moment dat de tour van de Russen werd aangekondigd tot aan hun vertrek, stonden de sportpagina’s er vol van. En was de toon aanvankelijk wat meewarig geweest (konden die Sovjets eigenlijk wel voetballen?), na afloop was bijna iedereen het er over eens: de Engelsen hadden voetballes gekregen.

Dinamo Moskou 1945 Engeland

Een verslaggever maakt er terloops melding van: de Russen speelden zonder rugnummers. Het was illustratief voor hun ‘vrije’ stijl. Waren de Engelse spelers nog min of meer gebonden aan hun positie op het veld – gesymboliseerd door hun rugnummer – de Russen doken overal op en brachten hun tegenstanders daarmee – en ook door hun opvallende fitheid – flink in de problemen. 

De sfeer in november 1945 was aanvankelijk ijzig geweest. Tot op het laatste moment was niet duidelijk op welke dag Dinamo zou arriveren. De FA, de Engelse voetbalbond, voelde er niks voor om op goed geluk hotelkamers te reserveren, en toen de Sovjetdelegatie uiteindelijk was geland – op welk vliegveld bleef ook lang onzeker – was, tot ergernis van de Russen, een Spartaanse legerkazerne voor die nacht nog de enige optie. 

Bij de eerste officiële ontmoeting zorgden de Russen voor verbazing door veertien eisen op tafel te leggen. Zo wilden ze alleen tegen clubteams spelen, op een dag dat er normaal ook gevoetbald werd in Engeland, wilden ze eerst hun tegenstander in actie kunnen zien en moest een lijst met de spelers van de clubs daags van tevoren beschikbaar zijn. Dat de FA niet bij machte was om op korte termijn het speelschema van de competitie aan te passen, kon er bij de Russen niet in. Uiteindelijk rolden er vier wedstrijden uit: tegen Chelsea, Cardiff City, Arsenal en Glasgow Rangers.

Bij de eerste training op Stamford Bridge verlangden de Russen meer dan de vijf ballen die beschikbaar waren. Ze wilden er één per speler – een lastig verzoek, ballen waren in het naoorlogse Engeland schaars, doordat de invoer van rubber (voor de binnenbal) nog niet op gang was gekomen. Ze namen genoegen met de belofte dat er de volgende dag extra ballen geleend zouden worden van Fulham.

Stamford Bridge Dynamo Moscow 1945

Met maar liefst 85.000 toeschouwers was Stamford Bridge op de dag van de wedstrijd letterlijk overvol. Bij 75.000 toeschouwers waren de hekken dichtgegaan, duizenden supporters klommen nog over de hekken en velen van hen belandden op de hondenrenbaan, rondom het veld.

De Chelsea-spelers, wat onhandig met bloemen in hun handen

De Chelsea-spelers, wat onhandig met bloemen in hun handen

De Dinamo-spelers (die de Chelsea-spelers flink in verlegenheid brachten door elk een boeket bloemen te overhandigen) toonden zich niet onder de indruk. Vanaf de eerste seconde was duidelijk dat ze bepaald niet de minderen waren van Chelsea – dat wel verzwakt was doordat enkele basisspelers nog onder de wapenen waren. Het kick-and-rush van de Engelsen stak bleekjes af bij het verzorgde Russische spel, waarbij met korte passes steeds een medespeler werd gevonden. Het duel eindigde in 3-3, waarmee Chelsea – daar waren vriend en vijand het over eens – goed was weggekomen.

Doelman Chomitsj, hier in actie tegen Cardiff City, was een van de sterren van Dinamo 

Doelman Chomitsj, hier in actie tegen Cardiff City, was een van de sterren van Dinamo 

Nadat Dinamo het bescheiden Cardiff City met 10-1 had verslagen, stond Arsenal op het programma. Op de dag van de wedstrijd was White Hart Lane (Arsenals eigen Highbury was na de oorlog nog niet beschikbaar) gehuld in mist. Lang niet alles was even goed te zien geweest, wat een gekleurde berichtgeving over de wedstrijd een stuk makkelijker maakte. De Russen zouden een tijdje met twaalf man hebben gespeeld en de scheidsrechter (op verzoek van Dinamo dit keer een Rus) had zich met allerlei mistige beslissingen moeiteloos gevoegd naar het weer. De wedstrijd liep uit op een onvriendelijk gevecht, met na afloop verwijten over en weer. De Engelsen tackelden te hard, de Russen hingen te veel aan shirtjes. Dat Arsenal zich had versterkt met gastspelers (onder hen - niet de minste – Stanley Matthews), stemde Dinamo niet milder. In feite, stelden ze, hebben we tegen een vertegenwoordigend elftal gespeeld. (Overigens telde Dinamo zelf topspits Vsevolod Bobrov in de gelederen, die verdacht kort voor de Britse tour nog voor CSKA Moskou had gespeeld.)

Het werd op White Hart Lane – met twee treffers van Bobrov – 4-3 voor Dinamo. Dat de laatste wedstrijd op Britse bodem tegen Glasgow Rangers eindigde in 2-2 en dat dit keer de Russen goed waren weggekomen, deed weinig af aan het eindoordeel van de Engelse voetbalkenners: de Russen hadden verrast met uitstekend spel en misschien werd het eens tijd om het eigen isolement op te geven en open te staan voor invloeden van buitenaf. Hoewel dat nergens duidelijk werd gezegd, zal de confrontatie met het Russische voetbal bijgedragen hebben aan het Engelse besluit van 1946 om lid te worden van de wereldvoetbalbond FIFA.

In Rusland liepen de reacties op de prestaties van Dinamo Moskou uiteraard over van enthousiasme. Na de wedstrijd tegen Arsenal riep Radio Moskou uit: “We zijn het tweede vaderland van het voetbal geworden, na een gelijkspel tegen Chelsea, een briljante overwinning op Cardiff en nu met een overwinning op een nationale ploeg van Engelse profs.”

(Ontleend aan: David Downing – Passovotchka. Moscow Dynamo in Britain, 1945.) 

Chelsea - Dinamo Moskou:

Cardiff City - Arsenal:

Arsenal - Dinamo Moskou:

Glasgow Rangers - Dinamo Moskou:

De Moskouse 'vijver van Boelgakov' als broedplaats voor schaatstalent

De Patriarchvijver in Moskou

De Patriarchvijver in Moskou

De Moskouse Patriarchvijver is onder buitenlanders die enigszins thuis zijn in de Russische literatuur vooral bekend uit de roman De meester en Margarita van Michail Boelgakov. Zij zullen – net als veel Russen overigens - niet vermoeden dat diezelfde vijver een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld in de schaatssport.

Eind 19de eeuw beschikte de Moskouse Rivierzeilclub over een mooie schaatsbaan aan de Petrovka 26. Dat was de Russische Gymnastiek Vereniging De Valk een doorn in het oog. Zij wilden ook zo’n schaatsbaan! En die kwam er. Na een zoektocht van enkele jaren werd een baan gehuurd op een wel zeer aantrekkelijke locatie: de Patriarchvijver, hartje Moskou.

De Valk hoopte met die baan twee vliegen in één klap te slaan: de schaatssport stimuleren en de eigen inkomsten verhogen. Er kwam een nieuw paviljoen en een podium voor muzikanten, die zich – uniek voor Moskou – achter in een aparte ruimte konden opwarmen. Voor het paviljoen kwam een terras met een brede trap naar het ijs en voor het terras kwamen drie rijen bankjes. Op deze foto is dat paviljoen goed te zien:

Moskou kunstschaatsen schaatsbaan

Ook is goed te zien dat op de buitenste ring van het ijs een baan voor hardrijders was aangelegd met een mooie sneeuwrand in het midden.

Die baan is ook duidelijk aangegeven op deze plattegrond. Begovaja dorozhka staat erin geschreven, wat ik zou vertalen als Hardrijbaantje. Ook staat netjes vermeld hoe lang de baan was: 280 meter. 

Patrarchvijver schaatsbaan Moskou

Op 6 december 1903 werd de baan geopend. Een kaartje kostte 20 kopeken zonder muziek en 40 kopen met muziek. Voor een seizoenkaart betaalde een volwassene 8, studenten 6 en kinderen 4 roebel. De aanleg van de bijgebouwen was nogal kostbaar geweest en of De Valk uit de kosten is gekomen, weet ik niet. Wel is duidelijk dat de baan op de Patriarchvijver de schaatssport een aardige impuls gaf.

Elk jaar werd een kampioenschap van Moskou georganiseerd, voor kunst- en hardrijden. Dat kunstrijden werd niet zo’n succes. “Alleen een jongedame aan de zijkant trok veel aandacht met vrolijke cirkels en achtjes, maar die deed niet mee aan de wedstrijd”, aldus een krantenverslag uit 1904. Kort daarvoor was de eerste hardrijwedstrijd gehouden en dat was beter gegaan: “Er deden veertien man mee, die in zeven koppels reden. De heer Sedov was de snelste op de 1.500 meter in 2.43 en kreeg de eerste prijs. Op de tweede plaats eindigden de heren Grigorjev en Tyminski, die de afstand in 2.55 aflegden.” 

Tot de schaatsende leden van de Russische Gymnastiek Vereniging De Valk behoorden de gebroeders Vasili en Platon Ippolitov, die  ongetwijfeld heel wat baantjes getrokken hebben op de Patriarchvijver. Platon werd meervoudig kampioen allround van Rusland, Vasili werd in 1913 in Sint-Petersburg Europees kampioen, vóór de Noor Oscar Mathisen, die hem een jaar laten bij het WK in Kristianina (nu Oslo)  naar de tweede plaats verwees.

Platon Ippolitov

Platon Ippolitov

Vasili Ippolitov

Vasili Ippolitov

Hoe het De Valk door de jaren heen vergaan is, heb ik niet uitgezocht. Wel kwam ik nog een redelijk recent (2012) filmpje tegen waarop de ijsbaan op de Patriarchvijver in volle glorie te zien is. Een vierhonderdmeterbaan zet je daar nog steeds niet uit, maar voor kunstschaatswedstrijden lijkt me dit een toplocatie.

Waarna we nog even terugkeren naar de Russische literatuur. Als ijsbaan heeft de Patriarchvijver niet het werk van Boelgakov gehaald, maar wel dat van Aleksandr Koeprin. Die schrijft in De Jonkers dat het ijs op de baan van De Valk “glad als een spiegel” was. “Er hing een gedrukt aanplakbiljet: De bezoekers van de baan wordt verzocht niet zonder noodzaak krassen te maken op het ijs met figuren en geen voren te trekken op het parket met plotselinge stops.”      

Arkadi Gidrat: de bronzen student-hoogspringer van het Moskouse metrostation, vermist in de oorlog, zestig jaar later opgegraven.

Het is de schuld van die hond en die kip, natuurlijk, beneden in de hal van metrostation Revolutieplein in Moskou. Die krijgen alle aandacht, die kent iedereen, die hond met z’n glimmende snuit en die kip met z’n blinkende vleugel. Die blinken en glimmen, omdat iedereen ze even wil aanraken. Dat brengt geluk.

Alle andere beelden op het station, en dat zijn er nogal wat, zijn daardoor een beetje ondergesneeuwd geraakt – onterecht, zoals mag blijken uit het verhaal van de in brons gegoten student, die met een boek op zijn schoot zit bij doorgang nummer zeven naar het eigenlijke perron.

Olga Gidrat, de dochter van Arkadi

Olga Gidrat, de dochter van Arkadi

Dat verhaal, dat ik niet kende (door toedoen van die hond en die kip dus), kwam ik onlangs tegen, op 3 december om precies te zijn. Dat is de Dag van de onbekende soldaat, een gedenkdag die dit jaar voor het eerst op de Russische kalender staat. Het metrostation werd voor de oorlog aangelegd. Na de oorlog kreeg de bronzen student beneden regelmatig bezoek van een jonge vrouw, zíjn vrouw, en van zijn dochter, die hoopten dat zij hem ooit ook nog eens in het echt zouden zien. In 2001 kreeg die dochter een telefoontje: haar vader, al die jaren vermist, was opgegraven in de provincie Leningrad, bij de Sinjavski hoogten, waar in de oorlog zwaar was gevochten.

 

De beelden in metrostation Revolutieplein zijn van de hand van Matvej Manizer. Hij gebruikte echte modellen. Dat de opgegraven stoffelijke resten van de bij Sint-Petersburg opgegraven soldaat gekoppeld konden worden aan het bronzen beeld in Moskou, was te danken aan een papiertje dat hij in een medaillon bij zich had gedragen. Het kon, aangetast door vocht, met moeite worden ontcijferd. Zijn naam stond erop: Arkadi Antonovitsj Gidrat. Dankzij de niet erg alledaagse achternaam was de speurtocht naar nabestaanden relatief eenvoudig.

Arkadi Gidrat werd in 1911 geboren in Kaloega. In de jaren dertig was hij een succesvolle atleet. Als hoogspringer was hij meervoudig kampioen van Moskou en met 1.91,5 meter was hij recordhouder van de Sovjetunie. Hij vocht in de Finse oorlog, hij was docent aan het Moskouse Instituut voor Lichamelijke Opvoeding, totdat de Tweede Wereldoorlog voor de Sovjetunie begon. Arkadi Gidrat sneuvelde in de herfst van 1941.

De volgende keer dat ik op het Moskouse metrostation Revolutieplein ben, loop ik de hond en de kip voorbij en breng ik een groet aan Arkadi Antonovitsj Gidrat.

(Ik werd op Arkadi’s verhaal geattendeerd door Iryna Savenko.)   

Sport in de Sovjet-kunst. Deel 2 – De schaatsmeisjes van Michail Rojter

A. Samochvalov - Meisje in voetbalshirt

Het Russisch Museum in Sint-Petersburg heeft een virtuele tentoonstelling ingericht over een onderwerp dat mij na aan het hart ligt: sport in de Sovjetunie. (Dat zeg ik niet helemaal correct, het thema is sport, maar verreweg de meeste kunstwerken stammen uit de Sovjetunie. Eerder toonde ik een selectie uit de schilderijen, nu zijn grafiek en toegepaste kunst aan de beurt.

De afbeeldingen in de galerij hieronder zijn vrij klein, voor grotere versies gaat u naar de tentoonstelling zelf, waar de illustraties aanklikbaar zijn. Bij enkele afbeeldingen in mijn galerij staat achter het jaartal tussen haakjes nog een cijfer. Dat verwijst naar een korte toevoeging onder aan dit stukje.

De meeste werken zijn van Michail Rojter, samen met Samochvalov mijn favoriet.

 

 

1. De geschilderde versie van Samochvalovs Meisje in voetbalshirt is veel bekender. Ik schreef er eerder een stukje over.

2. Meer over het sportwerk van Tsjajkov schreef ik hier.

3. Dejneka maakte de schets voor het plafond van metrostation Majakovskaja in Moskou. Het uiteindelijke resultaat ziet er zo uit:

 

4. De tribune is van het Kirov stadion in Leningrad. Jermolajev maakte een prachtige serie over het stadion, waar ik een stukje over schreef. (Dat staat op mijn oude weblog en komt binnenkort beschikbaar.)

5 - 6. Exemplaren van deze twee werken zijn in Moskou te koop bij de Gamborg Gallery, dat nog een flink aantal andere werken van Michail Rojter heeft. En zelf heb ik ook twee Rojters, waarvan eentje met schaatsmeisjes: 

Hier deel 1.

Sport in de Sovjet-kunst. Deel 1 – Teresjkova, Karpol en de lange dames van Oeralotskja. En de NOS.

Het Russisch Museum in Sint-Petersburg kwam begin dit jaar met een mooi initiatief, waar ik pas deze week lucht van kreeg: een virtuele tentoonstelling van schilderijen, grafiek, beeldhouwwerk, monumentale kunst, karikaturen en toegepaste kunst, met als thema: sport. Het leeuwendeel van de werken (verzameld uit zestig musea) stamt uit de Sovjettijd.

“Opgedragen aan alle sporters die de eer van ons land op het wereldtoneel verdedigen”, zo staat bovenaan de bewuste site. In totaal worden 950 werken getoond. Ik heb er een kleine selectie uit gemaakt, in drie delen: schilderijen, grafiek en toegepaste kunst. (De grafiek en toegepaste kunst komen binnenkort aan bod.)    

Ik schreef eerder een serie van vier stukjes naar aanleiding van het boek Sport in the USSR. Physical Culture – Visual Culture, van Mike O’Mahony (zie hier.) Daarin komt de link tussen politieke ontwikkelingen en de Sovjet-kunst uitgebreid aan bod – ik ga dat hier niet allemaal herhalen. Ook bekende werken die ik daar al liet zien (van o.a. Aleksandr Samochvalov) blijven hier buiten beeld.

Twee van mijn favorieten:       

A. Mazoetov – De meeuw  (1964). Afgebeeld is Valentina Teresjkova, de eerste kosmonaute ter wereld. Het schilderij werd gemaakt kort na haar eerste ruimtevlucht, op het schilderij droomt Valentina nog van die vlucht, kijkend naar – mag ik aannemen – een meeuw.

N. Kostina – De ploeg Oeralotsjka (1981-1985). Een schilderij met voor mij een persoonlijk tintje. Als sportredacteur van NOS-Teletekst tikte ik de naam van deze ploeg meerdere keren in – de dames van Oeralotsjka timmerden ook internationaal aan de weg. Collega’s bij de NOS die de klemtoon op de derde lettergreep legden, wees ik steeds vriendelijk terecht. Overigens is er op dit schilderij wel sprake van flinke geschiedvervalsing. In de coach herkennen wij natuurlijk onmiddellijk een nog jonge Nikolaj Karpol. Hij staat hier afgebeeld als een vriendelijke, vaderlijke, bedachtzame, figuur ….  Nou, kijkt u even naar dit filmpje: 

 

Helaas zijn de foto's in de galerij hieronder niet lekker groot weer te geven en zijn ze ook niet aanklikbaar. De beste weergave van de schilderijen krijgt u door op de overzichtspagina van de tentoonstelling (volg het linkje in de eerste alinea boven aan dit stukje) op de kleine afbeeldingen te klikken. Bij enkele schilderijen in mijn galerij staat achter het jaartal tussen haakjes nog een cijfer. Dat verwijst naar een korte toevoeging onderaan dit stukje.

(1) – Model voor dit schilderij stond P. Ivanova, weefster en secretaris van de Komsomol van de fabriek (textielfabriek, neem ik dan maar aan) van de stad Moerom.

(2) – De volledige titel (had ik die hierboven in het schilderij gezet, dan was er weinig meer te zien geweest) luidt: Portret van L. Nikolajeva, kampioene kunstrijden van de Autonome Sovjetrepubliek Tsoevasjija.

(3) – De vogel op de trui van Svetlana Ptsjolkina is geen meeuw. Svetlana was lid van de vrijwilligers-sportclub Stormvogel.

(4) – Ontwerp voor het plafond van het Centrale Theater van het Rode leger in Moskou.

(5) – In 1942 verkleint Dejneka het doek door er rechts een figuur af te snijden. Dat fragment wordt bewaard in het Museum voor Schilderkunst in Koersk.

(6) – Afgebeeld is Vivveta Jagodina. In 1956 veroverde ze in Londen met de Sovjet-damesploeg de wereldtitel.

(7) – De Dagestaanse worstelaar Ali Alijev werd vijf keer wereldkampioen. 

Hier deel 2.