Met de auto over de spoorbrug .... (Maar niet alles is zoals het lijkt.)

-----------------


U ziet op de foto een brug over de rivier de Ingoda, voorbij Tsjita, richting Mongolië. En u vraagt zich misschien af: is dit een brug voor auto’s of voor treinen? Wel, het is een brug voor beide. Uit onderstaand filmpje blijkt overduidelijk dat niet iedereen daar even gelukkig mee is.

De vrachtwagenchauffeur is een azijnpisser van heb ik jou daar. Zelden iemand zo horen klagen. Hij bereikt veilig de overkant, maar er deugt allemaal – ik pas me moeiteloos aan aan zijn taalgebruik - geen ene reet van. In het hele land is het een teringzooi en bij deze brug al helemaal. “Zit ik hier nou in een vrachtwagen of op een locomotief? Gaan mijn belastingcenten dan ook naar de spoorwegen?” Aardig is ook dat hij de slagboom aan de overkant de “kolchozslagboom” noemt.

En mijn eerste (Nederlandse) reactie was natuurlijk: die vent heeft gelijk, wat is dat voor waanzin, auto’s op een spoorburg! (Of treinen op een autobrug.) Maar soms kan het geen kwaad om ook even met een andere (soepelere) blik naar zulke zaken te kijken. De meeste reageerders op YouTube, vooral Russen uiteraard, zijn het niet eens met de boze chauffeur:

- Hebben ze een mooie weg over een brug voor ‘m aangelegd, hoeft ie geen kilometers om te rijden, zit ie te klagen als een oud wijf. En maar vloeken en het hele land verketteren. Verhuis dan lekker!

- Een mooie, egale brug. Scheelt ‘m honderden kilometers. En maar klagen.

- Die huilebalk mag dankbaar zijn dat ze die spoorbrug voor auto’s hebben aangepast. Zijn Russische wegen het probleem? Nee, het probleem zit achter het stuur.

- Wat een debiel. Da’s een wereldberoemde brug. Gaat één keer per week een trein over naar de plaatselijke fabriek.

En dan denk ik: ze hebben gelijk! Wat een zeur, die vent. Laat ie inderdaad blij zijn dat ie in anderhalve minuut de Ingoda over is.

Maar daar staan dan weer andere meningen tegenover:

- Economisch verantwoord, zo’n brug? Een land van gestoorde slaven, ik haat jullie, hufters! Zo leven we, omdat 90 procent van de bevolking bestaat uit kloothommels. Jullie eten stront en zijn blij, stelletje randdebielen!

- Er worden triljoenen gejat en in plaats van een verkeersbrug rijden we als klojo’s over de spoorweg.

- Hij is een zeur omdat de ambtenaren in de regio geld hebben gejat in plaats van normale wegen aan te leggen en een normale brug? Wat zouden Russen dan überhaupt nog klagen over corruptie?    

En daar zit ook wat in.

De twee standpunten samengevat in twee reacties die ik niet ga vertalen – want dan gaat er nogal wat verloren:

- Мат перемат, смысл видео не ясен, ехал бы в брод, если так не нравится
- Смысли в том, что нахуя России мельдониевые оленьпиады когда в стране ни дорог ни мостов нет. Так ясно?

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 3

--------------------


Ik geef me over, ik houd ermee op, met mijn pogingen om enige helderheid te krijgen in het oeuvre van de schilderende arts Pavel Pjasetski. Wat zo mooi begon op dit blog, met een verhaal over het indrukwekkende panorama van de Transsiberische Spoorlijn, waarmee Pjasetski alom lof oogstte op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, is uitgelopen op een zoektocht waar ik bijna slecht van ben gaan slapen.

Want hoeveel panorama’s heeft Pavel nou gemaakt? En welke zijn er bewaard gebleven?? En waar zijn die dan??? Ik beperk me even tot de laatste bron van ergernis. In mijn vorige stukje (deel 2) meldde ik dat onze arts/schilder volgens Wikipedia negen omvangrijke panorama’s heeft gemaakt. En ik voegde er aan toe, bij wijze van grapje, dat het me gezien de eerder vastgestelde slordigheden bij Wikipedia niet zou verbazen als Pjasetski er in werkelijkheid maar zes, of misschien juist wel twintig zou hebben gemaakt. En wat lees ik nu in een korte biografische schets? Let op: “Pavel Jakovlevitsj Pjasetski werd in 1843 geboren Orjol. Hij was veelzijdig en getalenteerd, hij is de geschiedenis ingegaan als dokter, geograaf, etnograaf, reiziger, kunstenaar, auteur van twintig beroemde panorama’s …”

Ik ga afronden.

Wat u nog van me tegoed hebt, is een kort overzichtje van wat mijn zoektocht heeft opgeleverd betreffende panorama 5 tot en met 9. (De cijfers refereren aan het lijstje van Wikipedia, panorama 1 tot en met 4 besprak ik in deel 2.)

Panorama 5,  Moskou in de dagen van de heilige kroning van 1896 (94 meter):

Een magere oogst, slechts één losse afbeelding (boven aan dit stukje) en de vier taferelen te samen hier links in één file. Maar mogelijk vinden we hier wel de oorzaak – of één van de oorzaken – van alle onduidelijkheid. De site waar ik deze afbeeldingen vond, geeft als bijschrift: “Panorama’s van Moskou in de dagen van de kroning van keizer Nicolaas II.” Zou het kunnen zijn dat deze enkelvoudige panorama’s nooit zijn samengevoegd tot een afrolbaar panorama? Zoals dat wel is gebeurd met bijvoorbeeld het bewaard gebleven panorama van de Transsiberische Spoorlijn? En zou veel van de onduidelijkheid dan simpelweg terug te voeren zijn op een onhandig, of in elk geval: verschillend gebruik van het woordje panorama? Daar staat dan weer tegenover dat Wikipedia in het geval van dit kroningspanorama (nummer 6) expliciet de lengte vermeld. Maar ja, dat is dus Wikipedia … Hoe dan ook, de eventuele verblijfplaats van dit panorama is mij niet bekend.  


Panorama 6,  Het verblijf van Hunne Keizerlijke Hoogheden in Frankrijk (156 meter):

Dit betreft de reis van Nicolaas II en zijn echtgenote Alexandra naar Frankrijk in 1896. Het panorama bestaat nog. Het verhuisde in de jaren zestig van de Hermitage naar het Historisch Museum van Pskov. Waarom naar Pskov? Ik weet het niet. Het is in een te slechte staat om ten toon gesteld te worden. Ik vond een paar afbeeldingen, hier eentje in combinatie met een foto van, neem ik aan, ongeveer hetzelfde moment. (Het lijk erop dat Pjasetski een flink deel van de bebouwing heeft weggelaten.)    


Panorama 7.  Het tweede bezoek van Hunne Keizerlijke Hoogheden aan Frankrijk

Daar zijn in elk geval aardig wat afbeeldingen van bewaard gebleven, maar het lot van panorama als geheel is me niet bekend. Drie afbeeldingen liet ik al zien in deel 3, hier nog een paar:

Onderweg van Duinkerke naar Compiègne

Onderweg van Duinkerke naar Compiègne

Compiègne

Compiègne

Reims

Reims

Panorama 8.  De plechtigheden ter ere van de overwinning bij Sjipka.
Niks van gevonden. Verblijfplaats mij onbekend.

Panorama 9.  Herinneringen aan de Turkse oorlog.
Niks van gevonden. Verblijfplaats mij onbekend.

-------------------

Ondanks – of misschien wel dankzij – de vele onduidelijkheden is Pjasetski met zijn talloze panorama’s (en vergeet u ook zijn ideeën over de heilzame werking van kefir niet) natuurlijk een prachtig onderwerp voor een scriptie of een boek. Mocht dit u inderdaad aanspreken en inspireren, laat u even weten wanneer u het dan af hebt? Ik ben benieuwd naar het resultaat..

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 2

-----------------

Onderdeel van Pjasetski's Panorama van Perzië

Onderdeel van Pjasetski's Panorama van Perzië


Er heerst nogal wat verwarring – bij mij tenminste –  over de panorama’s van Pjasetski. Hoeveel heeft hij er gemaakt? En hoeveel zijn er nog over? En waar zijn die dan? (Zie ook deel 1.)

Pavel Pjasetski was arts en schilder. Of hij een kundige arts was, weet ik niet – schilderen ging hem in elk geval goed af. Zijn specialiteit was: panorama’s. Dat was een niet ongewone kunstvorm in zijn tijd (men denke aan het Panorama van Mesdag), waarmee men het publiek kon boeien en verbazen. Je had twee soorten panorama’s: bij het ene liep het publiek langs de afbeelding (Mesdag), bij het andere trok het panorama aan het publiek voorbij. Het doek zat opgerold op spoelen, die werden afgerold in een soort kijkkast. In beide gevallen hadden de doeken gigantische afmetingen. Bij de bewegende panorama’s ging het dan vooral om de lengte, de kijkkasten zelf waren niet bijzonder lang of hoog.

Beperk ik me even tot de panorama’s van Pjasetski. Volgens Wikipedia maakte hij er negen:

1.  Van het midden van China tot West-Siberië (72 meter)
2.  Panorama van de Trans-Kaspische Spoorlijn (120 meter)
3.  Panorama van Perzië (59,6 meter)
4.  De Grote Siberische Spoorlijn (914 meter)
5.  Moskou in de dagen van de heilige kroning van 1896 (94 meter)
6.  Het verblijf van Hunne Keizerlijke Hoogheden in Frankrijk (156 meter)
7.  Het tweede bezoek van Hunne Keizerlijke Hoogheden aan Frankrijk
8.  De plechtigheden ter ere van de overwinning bij Shipka.
9.  Herinneringen aan de Turkse oorlog.

Bij de laatste drie staat de lengte niet vermeld. Bij nummer 3 staat dat dit panorama getoond werd op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, wat me onwaarschijnlijk lijkt. Nummer 4 werd daar in elk geval wel vertoond (ik schreef er een apart verhaal over), en dat Pjasetski met twee panorama’s in Parijs aanwezig was, ik geloof er niks van. Ik ben er bij mijn bescheiden onderzoekje voor dat aparte verhaal ook niets over tegengekomen. (In dat vehaal schreef ik al dat Wikipedia ook een zootje maakt van de beschrijving van dat ene panorama.)

Weinig vertrouwenwekkend dus, dat Wikipedia. Het zou me niets verbazen als er nooit meer dan zes panorama’s van Pjasetski zijn geweest. Of dat hij er in werkelijkheid wel twintig heeft gemaakt.

Hier (en in het aanstaande deel 3) een overzichtje van wat mijn bescheiden onderzoekje heeft opgeleverd:

Panorama 1 (van bovenstaand Wiki-lijstje):

- Wat heb ik hiervan gevonden? Deze ene afbeelding, vergezeld van de opmerking dat Pjasetski tijdens zijn reis door China ‘schetsen maakte voor een aquarel-panorama’. Maar is dat panorama er ook werkelijk gekomen? En zo ja, waar is het gebleven? (Wikipedia vermeldt specifiek de lengte, 72 meter, wat duidt op een voltooid werk - maar dat is dus Wikipedia ...)

 

Panorama 2:

- Hiervan vond ik deze ene afbeelding uit 1895, waarop Pjasetski volgens het onderschrift in Sint-Petersburg zijn panorama vertoont van de Trans-Kaspische spoorlijn. Dát panorama heeft dus zeker bestaan, maar waar het is gebleven?


Panorama 3:

- Hoera! Dit panorama heeft niet alleen bestaan, het is ook bewaard gebleven en we weten waar het zich bevindt. In de Hermitage in Sint-Petersburg, waar het in 2015 te zien was tijdens de tentoonstelling Cultuur en kunst van Iran.

Pjasetski's Panorama van Perzië in de Hermitage

Pjasetski's Panorama van Perzië in de Hermitage

Te oordelen naar de afbeeldingen die ik ervan heb gezien (eentje prijkt boven aan dit artikel) is dit panorama van Perzië zeker niet minder geslaagd dan dat van de Transsiberische Spoorlijn, maar ik ga het er verder niet over hebben. Ik schrijf over Rusland, niet over Perzië. 


Panorama 4:

Het panorama over de Transsiberische Spoorlijn kwam, zoals ik al zei, al eerder uitgebreid aan de orde in een apart verhaal. Hieronder als extraatje een kort filmpje over Pjasetski's bekendste werk: 


Wat panorama 5 betreft, over de kroning van Nicolaas II, nog een heugelijke mededeling: eerder schreef ik dat ik daar niks van had kunnen vinden, maar inmiddels heb ik toch een paar afbeeldingen boven water gekregen. Daarover meer in mijn volgende stukje (deel 3). Daarin gaan we onder meer naar Pskov.

Wordt vervolgd.

Van kleurrijke foto’s in de USSR naar een minder kleurrijk leven in de VS – Martin Manhoff, ‘spion’ in Moskou, winkeluitbater in Kirkland.

------------------------


Was Martin Manhoff (1917-2005), die een grote hoeveelheid adembenemend film- en fotomateriaal naliet uit het Moskou van de jaren vijftig, een Amerikaanse spion? Of was hij niet meer dan een enthousiaste amateurfilmer en -fotograaf die op zijn ritjes door Moskou en zijn reizen buiten de hoofdstad graag zijn camera gebruikte?

De ontdekking van Manhoffs foto’s en films zorgden de afgelopen maanden voor veel enthousiasme.  Vooral de opnames die Manhoff maakte van de uitvaart van Stalin gingen de wereld rond. Dergelijk ‘informele’ beelden (gemaakt vanuit de toenmalige Amerikaanse ambassade, op een steenworp afstand van het Rode Plein) van de uitvaart van de dictator zijn uniek. (Zier hier.) 

--------------

Was Manhoff een spion? Zeker is in elk geval dat hij in februari 1952 op de Amerikaanse ambassade in Moskou aan de slag ging als militair attaché en op 1 juni 1954 het land verliet, een kleine twee maanden nadat hij door een Russische krant was beschuldigd van spionage tijdens een treinreis door Siberië. Het lijkt erop dat zijn vertrek verband hield met de uitzetting door de VS van drie Russische diplomaten in de eerste helft van 1954.

2-4.jpg

Manhoff had een korte opleiding gehad om gecodeerde berichten te kunnen versturen en na zijn terugkeer in de VS solliciteerde hij bij de CIA. Op een aantal van de nagelaten filmblikken staat ‘Confidential’ en ‘Top Secret’. Verder duidt de kwaliteit van de kleurenfilms en –foto’s op apparatuur die voor gewone burgers nog niet of nauwelijks beschikbaar was. Volgens historicus Douglas Smith, die zich over het archief van Manhoff heeft ontfermd, is dit alles geen sluitend bewijs. En bovendien, zegt hij: hoe waarschijnlijk is het dat Manhoff materiaal thuis had liggen dat werkelijk ‘Top Secret’ was? Uit brieven van Manhoffs vrouw Jan aan familie en vrienden in de VS blijkt in elk geval dat het jonge echtpaar ook ‘gewoon’ nieuwsgierig was.

Het leven van de Manhoffs lijkt na terugkeer in de VS niet erg gladjes te zijn verlopen. Het echtpaar opende in Kirkland, Washington, een interieurwinkel. Een groot succes werd dat niet en om rond te komen werkte Martin ook in de lijstenmakerij van zijn vader. Later nam hij een baan als taxateur. Het echtpaar bleef kinderloos. Na de dood van Martins echtgenote in 2014 werd de nalatenschap afgehandeld door een vriendin. Zij stuitte in het huis en de garage van de Manhoffs op een enorme hoeveelheid spullen, deels in hoge stapels dozen. Zij was het ook (en niet Martins vrouw, zoals eerder – ook door mij – gemeld) die met de foto’s en films aanklopte bij Douglas Smith. Die schatte het materiaal op juiste waarde.

--------------

Dit is de vijfde aflevering over de foto’s en films van Martin Manhoff, en ook de laatste, tenzij er plots nog zeer bijzondere beelden boven komen drijven. De eerste vier afleveringen vindt u hierhier, hier en hier. Meer informatie over het archief van Manhoff is te vinden op de site van Radio Free Europe. Op de informatie daar zijn de vier afleveringen op dit weblog gebaseerd.      

Nicolaas II in Parijs, of: waar zijn de panorama’s van Pjasetski gebleven? - 1

-------------------

Er is wat meer tijd verstreken dan gebruikelijk sinds mijn vorige stukje hier. Dat komt: ik was met een onderzoekje bezig. De uitkomst? Kleurrijk, maar ook licht teleurstellend.

Wie dit weblog regelmatig leest, zal zich misschien de naam Pjasetski herinneren. Pavel Pjasetski. Hij was de maker van het grote, 914 meter lange panorama waarmee de bezoekers van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs een indruk kregen van de Transsiberische Spoorlijn. Pjasetski, zo had ik gelezen, had ook een panorama op zijn naam staan gewijd aan de kroning van tsaar Nicolaas II in 1896. Dát wilde ik weleens zien.   

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ik heb er niets van kunnen vinden, geen enkele afbeelding …

Er waren wel degelijk aquarellen van Pjasetski met afbeeldingen van Nicolaas II, zo ontdekte ik al snel, maar die maakten deel uit van een heel ander panorama. Dát panorama was gewijd aan het korte verblijf van de tsaar in Parijs in 1896 – dacht ik. Vooruit, besloot ik, dan schrijf ik daar maar een stukje over. De afbeeldingen die ik tegenkwam, waren immers best de moeite waard. Kijk maar:

Het koninklijke jacht Sjtandart arriveert te Duinkerke, zo stond erbij vermeld. Het leek me leuk om eens te kijken hoe de tsaar zelf die aankomst had ervaren en ik pakte zijn dagboek uit de kast. Ik bladerde naar 5-9 oktober 1896, de data van zijn Parijse verblijf, en vond … niks. Had Nicolaas dan net die paar dagen niets geschreven? Jazeker wel, hij was met zijn beminde Alexandra wezen wandelen in de Mathildenhöh-tuin. In Wiesbaden. Ik bladerde een paar dagen terug, en daar hadden ze de opera Hensel und Gretel bezocht. In Darmstadt.

Ik kwam akelig dicht in de buurt van mijn irritatiegrens, totdat ik – dom, dom, dom - plots besefte dat de bolsjewieken in 1918 de Russische kalender hadden aangepast, dat ik de data (5-9 oktober) in een Engelse bron had gevonden en dat tsaar Nicolaas, zich van nog geen nieuwlichterij bewust, in zijn dagboek gewoon de hem vertrouwde kalender had gevolgd. Om zijn aankomst met de Sjtandart in Duinkerke te vinden, moest ik gewoon nog wat verder terug in zijn dagboek.

En jawel hoor, op 22 september 1896 maken Nicolaas en Alexandra de oversteek vanuit Portsmouth naar Frankrijk. Op de Sjtandart? Nee, op de Poolster. En arriveren zij te Duinkerke? Nee, te Cherbourg. Dat is ook Frankrijk, maar het scheelt toch een paar zeemijlen.

Nu wordt er vaak getwijfeld aan de verstandelijke vermogens van Nicolaas II, maar dat hij zich in zijn dagboek vergist in de naam van zijn boot én in de Franse stad waar hij arriveerde, dat geloofde ik niet. Ik begon te twijfelen aan Pjasetski … Hij was behalve schilder ook arts en had ik niet ergens gelezen dat hij heilig geloofde in de helende werking van kefir? Had híj zich dan vergist? Of was de route van de tsaar plots veranderd, nadát Pjasetski al aan zijn panorama was begonnen, en had hij gedacht: bekijk het maar, bij mij gaat Nicolaas nog gewoon naar Duinkerke? In elk geval staat ‘Dunqerke’ duidelijk vermeld op de zuilen op onderstaand aquarel van Pjasetski, dat uit dezelfde reeks komt als de bovenstaande afbeelding met de Sjtandart in de haven van Sherbourg …

Laat ik meteen Pjasetski van alle blaam zuiveren. Nicolaas en Alexandra reisden twee keer naar Parijs, in 1896 en in 1901. Die kennis had ik even niet paraat en vandaar de verwarring. Overigens inspireerden beide reizen Pjasetski tot een panorama. Wat er van beide werken (en van Pjsasetsksi’s andere panorama’s) nog rest – daarover de volgende keer meer.

Hier deel 2.

Manhoff de wacht aangezegd in prachtig Sovjet-proza – nieuwe beelden uit het archief van een Amerikaanse diplomaat in de USSR in de jaren vijftig

-------------------

Kiev

Kiev

Deel 3 over het archief van Martin Manhoff, de Amerikaanse militair attaché die in de jaren 1953-1954 in Moskou gestationeerd was en volop fotografeerde en filmde. In de vorige twee delen (hier en hier) kwam de uitvaart van Stalin voorbij en verder vooral beelden uit de hoofdstad. Al vrij snel na de dood van Stalin werd het voor diplomaten wat makkelijker om te reizen, en Manhoff maakte daar volop gebruik van. In deel 3 verlaten we Moskou en kijken we met hem mee in onder meer Siberië, Moermansk en Jalta. Ook komt een krantenartikel voorbij waarin Manhoff door oplettend spoorwegpersoneel ontmaskerd wordt als ‘spion’.  

In het filmpje hieronder maakt Manhoff een autoritje in de buurt van Moskou en reist hij met de trein door Siberië. Vermoedelijk is het slechts één autoritje, waarbij hij de afslag neemt (op 2.39) naar het Tsaritsyno park, dat er tegenwoordig een stuk mooier bij ligt. Op 1.42 passeert de auto een bord met reclame voor mayonaise. De beelden uit de trein (vanaf 5.10) – vooral landschappen – zijn minder boeiend. 


Het archief van Manhoff  wordt stukje bij beetje geopenbaard op de site van Radio Free Europe. Daar wordt ook geciteerd uit brieven van Manhoffs vrouw, die op de meeste reizen meeging. Erg lovend over wat ze onderweg in Siberië ziet, is ze niet. “There is no extra of anything. Living for the majority of the people we saw on this whole trip is their greatest problem. There wasn't the glimmer of civilization. There was no pride, no purpose.... They chew hunks of bread and fall dead asleep waiting. They are dirty and they stink. There is no running water, they can't keep sanitary.”

Hier een kleine selectie van de foto’s die bij Radio Free Europe in het derde deel worden getoond. (Waar de locatie niet staat vermeld, is deze onbekend.)

2-16.jpg
"A communal table", luidt het onderschrift. Mij lijkt het een geïmproviseerd marktje.

"A communal table", luidt het onderschrift. Mij lijkt het een geïmproviseerd marktje.

Jalta

Jalta

Jalta, een tankje met kvas.

Jalta, een tankje met kvas.

Moermansk

Moermansk

Peterhof

Peterhof

Jalta

Jalta

Op de site van Radio Free Europa staat een afbeelding die vergroot kan worden

Op de site van Radio Free Europa staat een afbeelding die vergroot kan worden


Een mooie bonus bij het derde deel is de brief van de hoofdconducteur van trein nummer 4 op de Transsiberische Spoorlijn, aan de krant Troed, gepubliceerd op 25 maart 1954, waarin Manhoff en zijn Amerikaanse metgezellen worden ontmaskerd als ‘spionnen’. Het is Sovjet-krantenproza van de bovenste plank, dat mij terugvoerde naar de tijd dat ik zelf menig Sovjet-krant doorspitte. De opening van elk artikel was altijd positief, vrolijk en optimistisch, tot aan het onvermijdelijke, simpele, maar licht onheilspellende woordje однако (echter) … Dan wist je: nu begint het artikel pas echt.

Als werknemers van de Transsiberische Spoorlijn zien wij dagelijks hoe de aanblik van ons Moederland in snel tempo verandert, schrijft hoodconducteur  G. Charin. We zien hoe het leven verandert in de meest verafgelegen uithoeken, die tot voor kort nog als wildernis werden beschouwd. We vervoeren arbeiders, ambtenaren, en jonge ingenieurs en artsen, die staan te trappelen om de door hen opgedane kennis in praktijd te brengen. Duizenden Komsomolleden die woeste gronden gaan ontginnen … De Transsiberische Spoorlijn wordt ook veel gebruikt door buitenlanders, aldus Charin. “Wij denken met veel warmte terug aan de talrijke delegaties uit het grootse China, uit het heroïsche Korea en het strijdende Viëtnam. […]  Onze vrienden kijken altijd enthousiast en met liefde naar de nieuwbouw, de fabrieken, kolchozvelden en sanatoria waarlangs de Transsiberië Express snelt.”

Oднако … Er zijn echter ook passagiers die met heel andere blikken rondkijken … Waarna Charin vertelt over een groepje Amerikanen met wel verdacht veel aandacht voor radiomasten, vliegvelden en brandstofopslagplaatsen … “Koortsachtig maakten zij allerlei aantekeningen in een bloknoot.” Een blaadje met aantekeningen werd later gevonden bij het schoonmaken van de coupé en toen er een docente Engels was gevonden die het kon vertalen, was slechts één conclusie mogelijk: “Waarachtig, het was een spionagedocument!” Dergelijke toeristen zouden niet in de Sovjetunie moeten worden toegelaten, meent Charin, en waren het diplomaten, dan dienden zij de deur gewezen te worden.

De redactie van Troed achterhaalde via reisbureau Intoerist de namen van de passagiers, die onder het artikel staan afgedrukt. (Via Intoerist? Via een andere organisatie, vermoed ik, al zal die zeer hechte banden met het reisbureau hebben onderhouden.) Wilde het reisgezelschap de aantekeningen graag terug hebben, dan konden deze worden opgehaald bij de redactie.

-------------------

Her en der is geschreven – ook door mij – dat Manhoff de Sovjetunie is uitgezet. Dat lijkt wat te dik aangezet. Wel zullen de Amerikanen het raadzaam hebben gevonden om hem elders te stationeren – misschien (ik ken de toenmalige – en huidige - diplomatieke mores niet) na een verzoek van Sovjetzijde.

(De lezer vergeve mij het uitstapje naar mijn Sovjet-krantenverleden. Zie de foto links, waarop ik, met woordenboek bij de hand, de Pravda of de Literatoernaja Gazeta lees, en u begrijpt waarom ik dit niet kon laten.)

‘Velen zijn geroepen ...’ - Aleksej Ivanov schrijft adembenemend epos over Siberië onder Peter de Grote.

------------------


Tobolsk, ten tijde van Peter de Grote. Matvej Petrovitsj Gagarin, gouverneur van Siberië, behandelt met zijn secretaris vragen en smeekschriften van burgers. 

- In Isjim hebben ze een Oudgelovige koopman gedwongen geschoren, en hij heeft zijn afgeknipte baard bewaard achter een icoon. Afgelopen herfst hebben ze hem begraven, maar ze zijn vergeten om zijn baard in de kist te leggen. Ze vragen wat ze moeten doen.
- Mijn hemel, zuchtte Matvej Petrovitsj. – Laten ze die baard met een kaars verbranden, met een bijpassend gebed.

Gouverneur Matvej Petrovitsj Gagarin is een van de vele personages die  het overweldigende boek Tobol. Mnogo Zvanych (Tobol. Velen zijn geroepen) van Aleksej Ivanov bevolken. Hij is de machtigste man ten oosten van de Oeral, maar te midden van talloze intriges en corruptienetwerken is Gagarin uiteindelijk net zo onzeker van zijn zetel als de ambtenaren, handelaren, douaniers, officieren en gewone burgers die hem in Tobolsk, stad aan de monding van de Tobol, omringen.    

Aleksej Ivanov (foto Yuliya Zaytseva -licensed under CC)

Aleksej Ivanov (foto Yuliya Zaytseva -licensed under CC)

Ivanov is een van de succesvolste en productiefste schrijvers van dit moment in Rusland. De Oeral is zijn hoofdonderwerp, maar voor Tobol. Mnogo Zvanych verplaatste hij de handeling verder naar het oosten. Dat was niet op eigen initiatief. Hij kreeg het verzoek om het scenario te schrijven voor een tv-serie over Semjon Remezov, een architect, cartograaf enkroniekschrijver uit Tobolsk. Hij aanvaardde de opdracht, omdat hij begreep dat er voor hemzelf en passant een boek uit zou rollen. Het eerste deel daarvan, Tobol. Mnogo Zvanych, zo’n zevenhonderd pagina’s dik, verscheen het afgelopen jaar.

Dat een scenario voor een tv-serie (een ‘gewone’ film zit ook in het vat) aan het boek ten grondslag ligt, is voortdurend merkbaar. De wisselingen van perspectief zijn bijna niet bij te houden en de verhaallijnen zijn talrijk. Dat kan een recept zijn voor een onnavolgbare warboel, maar niet bij Ivanov. Zijn beheersing van het plot is meesterlijk en regelmatig doet hij je naar adem happen. De wendingen zijn vaak meer dan verassend, maar blijven geloofwaardig.

Ivanov vindt dat de moderne Russische literatuur te veel op Moskou is gericht. Dat leidt volgens hem tot een culturele verarming. In Siberië heeft hij in elk geval een schatkamer aan volken, legendes en historische gebeurtenissen en personages tot zijn beschikking, waar hij vol overgave uit put. Zweedse krijgsgevangen, inheemse tajga-bewoners, sjamanen, kooplui uit Boechara, verbannen Oudgelovigen, orthodoxe missionarissen, bontjagers, Chinese afgezanten, burgers en buitenlui … Ivanov knoopt alles samen tot een prachtig epos. Daarbij heeft de lezer wel wat geduld nodig. Ivanov verliest zich af en toe, vooral in de eerste hoofdstukken, in etnische beschrijvingen, en ook zijn herhaald teruggrijpen op sagen en legendes (Vikingen en Skythen komen voorbij) komt de vaart niet ten goede. Ook het Russisch is niet eenvoudig. “Voor sommigen zal het boek ondoordringbaar zijn als de Siberische tajga. Maar  een beetje geduld, en dan opent het voor u zijn gulle hart”, zo las ik in een recensie.

Zelf heb ik weinig op met sagen, legenden en sprookjes. Inheemse volken met hun verering van goden, voorouders en voorwerpen, het boeit me doorgaans niet. Bij Ivanov boeit het me plots wel. De inheemse stammen die langs de Tobol en verder weg in de Tajga leven, zijn in Tobol. Mnogo Zvanych volwaardige deelnemers aan het verhaal. De confrontaties met de Russen en de islamitische kooplui uit Boechara verlopen meer dan eens gewelddadig, maar de vaak weerloze inheemse bevolking is bij Ivanov veel meer dan enkel slachtoffer. Hun door bijgeloof gestuurde handelingen zijn een belangrijk onderdeel van het plot en zijn soms levensgevaarlijk voor de Russen. 

Ivanov ziet architect Remezov als centrale figuur. Bij hem en zijn familie komen inderdaad veel verhaallijnen samen, maar voor mij is gouverneur Gagarin de boeiendste persoon. Hij torent schijnbaar boven alles en iedereen uit en houdt de boel in Tobol zo goed en zo kwaad als het gaat bijeen. Corruptie is daarbij het kernwoord. Met de komst van Gagarin – hij komt aangevaren over de Tobol – begrijpt iedereen die bij de pelshandel is betrokken dat er onzekere tijden aanbreken. Geen functionaris is meer zeker van zijn ‘warme’ plekje, geheime handelsroutes (om de douane heen) kunnen verraden worden. Iedereen weet zich schuldig.

Dat geldt ook voor Gagarin zelf, al is hij ervan overtuigd dat er zonder die corruptie weinig van de grond zou komen. Zijn streven naar persoonlijke verrijking ziet hij als een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van Siberië. “De schatkist is voor hem gewoon een bank die renteloze leningen verschaft”, zegt Ivanov in een interview. In het nog te verschijnen tweede deel, aldus Ivanov, moet Gagarin zich verdedigen tegenover Peter de Grote, die hem beschuldigt van diefstal. De gouverneur zegt dan: “Ik heb uit de put geschept die ik zelf heb uitgegraven.” Dat “scheppen uit de put” levert in elk een van de mooiste episodes op uit Ivanovs boek. Om de diefstal van bont te maskeren voor een erg actieve inspecteur, moet Gagarin de staatsvoorraad bontvellen ongemerkt zien aan te vullen. Het gebouw waar de voorraad ligt, is door de inspecteur op slot gedaan. Gagarin heeft het geluk dat even daarvoor een fanatieke groep gevangen Oudgelovigen een tunnel heeft gegraven en zo uit het gebouw heeft weten te ontsnappen. Via diezelfde tunnel, maar dan in omgekeerde richting, vult Gagarin de bontvoorraad aan. De diefstal is uitgewist, de boeken kloppen weer.

Het lijkt erop dat Gagarin zijn hand overspeelt door een slinkse deal te sluiten met een Chinese afgezant. Komt die deal uit, dan helpt geen enkele slimmigheid meer, dan gaat, op z’n minst figuurlijk, z’n kop eraf. De uitkomst zal te lezen zijn in het tweede deel, getiteld Tobol. Malo izbrannykh. (Tobol. Weinigen zijn uitverkoren). Het zal ook weer honderden pagina’s dik zijn. Kom maar op!

----------------

- De titels van de twee delen verwijzen naar Mattheüs 22:14: Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

- De drie illustraties hierboven zijn impressies van Sergej Alibekov voor de genoemde film.

- Over de cruciale rol van de bonthandel in Siberië in vroeger eeuwen schreef ik eerder een stukje.