De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 2

Deel 2 van het foto-verslag van mijn treinreis langs de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral. Hier deel 1

De zomers in zuidelijk Siberië en Ruslands Verre Oosten zijn kort en heet en moeten haastig worden benut. Deze schaduwbokser staat in Chabarovsk aan de oever van de Amoer te midden van drie makkers en uitbundig flanerende stadgenoten.  
 

Fan van een echte bokser, op het station van Novaja Tsjara.
 

Hij was geboren in 1985, stond op het kruis dat tegen de deur van het trapportaal klaarstond. Nadat de kist op de vrachtwagen was geladen, liep de kleine stoet het dorpje uit, naar het kerkhof.
(In Nija, zie deel 1.) 

-------------------

"Waar zijn de Hollanders! Waar zijn de Hollanders!", klonken vrolijke vrouwenstemmen op het stationnetje van Fevralsk, waar onze trein twintig minuten zou stilstaan. Het was een begroeting die ik, onderweg van Tynda naar Novy Oergal, niet had verwacht.

Ze was ook niet voor mij bestemd, maar voor reisgenoot Edwin Trommelen. Die had twee jaar eerder, om materiaal te verzamelen voor zijn boek over de BAM, kort in Fevralsk verbleven en de lokale bevolking was hem nog niet vergeten. Dat hij zijn contacten had ingeseind over zijn nieuwe verblijf in Fevralsk - dit keer van twintig minuten - dat wist ik niet. Het vriendinnenclubje wilde best poseren. "Al je rijkdommen vooruit!" (Все достоинства вперед!), luidde het advies buiten beeld bij de bovenste foto. "Neem ons mee! We hebben het helemaal gehad hier!", riepen ze, en ze gierden het uit. Even later vertrok de trein uit Fevralsk, waar het inmiddels herfst is.     

-------------------

Onder andere vanwege de huisstijl ben ik een groot fan van de Russische Spoorwegen. Rood met grijs, dan denk je: zouden we dat nou wel doen? Nou, zeker wel! En geen conductrice die zich onder diensttijd zonder hoofddeksel buiten de trein waagt! Ik vermoed dat de dame hierboven (prachtig sjaaltje) op het station werkt, van Komsomolsk aan de Amoer in dit geval. Dat is het eindpunt van de BAM. De conductrice hieronder staat aan het beginpunt: Oest-Koet, 3097 kilometer terug. 

------------------

Komsomolsk aan de Amoer. Ik kwam hem de volgende dag tegen in de stromende regen in een parkje bij een fontein met een standbeeld waarvan het hoofd was afgebroken. Ik liet hem de foto zien. "Als je me je e-mailadres geeft, stuur ik hem op", zei ik. Hij wist z'n adres niet. "Dat heb ik een paar jaar geleden aangemaakt, maar ik gebruik dat helemaal niet." 
 

Bij Nizjneangarsk aan het Bajkalmeer. De man had net zijn bootje aangemeerd met een paar kisten verse omoel, of Bajkalhouting, zo u wilt. De jongen verveelde zich, ondanks die spinner, een ongeluk

Hier deel 3.

De BAM - een reis over een megalomane spoorlijn. Verslag in foto's - 1

In juli/augustus maakte ik een reis over de BAM, de Bajkal-Amoer Magistral, de megalomane spoorlijn die tussen 1974-1984 werd aangelegd, enkele honderden kilometers ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn. Hier deel 1 van een uitgebreid fotoverslag.  

Elke wagon van een langeafstandstrein in Rusland heeft er twee. Probeer je eens voor te stellen hoeveel conductrices dat zijn in totaal. (Ja, er zijn ook conducteurs.) Ze controleren je kaartje en paspoort, dan pas mag je aan boord. Daar geven ze je schoon beddengoed en zorgen ze voor permanent heet water. Dit was op het station van Novy Oergal. Zij zorgde voor de passagiers in de wagon naast de onze. Ik heb haar verder niet meer gezien.
    

Dit is natuurlijk met afstand mijn favoriete station aan de BAM, die ruim 3.000 kilometer telt. Dit is het beginpunt van de spoorlijn, maar los daarvan: het is het station van Oest-Koet (daar had u nog nooit van gehoord), en hoe noemen we dat? Lena. Je komt aan bij Oest-Koet, je moet eruit bij Oest-Koet, je denkt: mooi, alles volgens de dienstregeling, je zegt vriendelijk gedag tegen de conductrice (ja, er zijn ook conducteurs), je staat op het perron met al je bagage, in Oest-Koet denk je, en dan zie je staan op het stationsgebouw: LENA ...

Het station is genoemd naar de rivier Lena, die door Oest-Koet stroomt. Kijk, hier hebt u hem. Of haar: 

IMG_2051.jpg

Ik zag dit schip voorbijkomen (de V. Sjelkovnikov) en dacht: dat wil ik ook. Volgend jaar ga ik een reis maken, van zuid naar noord of van noord naar zuid, over de Lena. Of over de Jenisej. Of de Angara. De Amoer kan ook. De Ob hebben we ook nog.
 

Dit is een bushalte, maar niet zo maar een bushalte. Ik sta hier - in Nizjneangarsk - namelijk met mijn rug naar een vijfde van de wereldvoorraad aan zoetwater.  Dat heet allemaal bij elkaar het Bajkalmeer. Er staat daar, rechtsachter me, ook een soort stellage van rode letters: BAJKAL, met een hartje. Dat kan je dan fotograferen. Of je gaat ervoor staan of ernaast en je láát je fotograferen. Beide heb ik niet gedaan.  
 

In Zvjozdny, dat we bereikten over een onverharde weg in een busje met slechte vering, bezochten wij een alleraardigst BAM-museum. In Zvjozdny kwam in 1975 de eerste BAM-trein aan. Dat ging gepaard met nogal wat fanfare, die allang is verstomd. Net als veel andere BAM-nederzettingen, die vaak net zo jong zijn als de spoorlijn zelf, kampt Zvjozdny met een dalend inwoneraantal - en dat is te zien. Er is leegstand en er staan onafgebouwde flats. Het contrast met het goed onderhouden station is groot, maar dat valt onder de Spoorwegen, die duidelijk een economische staat binnen de staat vormen. Op de vraag of ze het niet pijnlijk vond, dat de overheid dorpen als Zvjozdny lijkt te zijn vergeten, na al die fanfare uit vroeger jaren, antwoordde onze gids met een hartgrondig 'ja, natuurlijk'. Ze gaat na de zomer pedagogie studeren in Irkoetsk, als ik het me goed herinner. Zal ze daarna nog terugkeren naar Zvjozdny?  
 

De demografische problemen van de uitgestrekte BAM-regio werden nog duidelijker zichtbaar, toen we verder waren gereden naar Nija. En ook daar weer dat rare contrast met het goed onderhouden station, waar overigens geen mens te zien was, want veel passagiersvervoer is er niet. Prettig om te zien was dan weer dat de school er goed onderhouden, bijna vrolijk, bij stond. Net als in Zvjozdny, trouwens.   

Als om de demografische problemen te illustreren, liep er net een begrafenisstoet door het dorp. Beelden daarvan volgen in een latere aflevering.
 

In Severobajkalsk stond ik heel erg vroeg op om de zonsopgang boven het Bajkalmeer te zien - en belandde midden in een tafereel dat niet zou misstaan in Arts en Auto. Door een van mijn reisgenoten liet ik mij vertellen dat we hier een Toyota Landcruiser op de foto hebben. Er stond, een stukje naar rechts, ook nog een Chinese Great Wall, wat ook een automerk is.
   

Ik kwam aanlopen en had hier nog maar net mijn eerste foto gemaakt, toen een mevrouw me vroeg: 'En wie bent ú?' (А вы кто?) Ik kan in Rusland soms razendsnel geïrriteerd raken, en dit was zo'n moment. 'А вы кто?', vroeg ik op mijn beurt. Dat was het einde van de conversatie en ik fotografeerde verder.  

We bevinden ons hier in Komsomolsk aan de Amoer, helemaal aan het eind van de BAM-spoorlijn, en deze scholieren vormen een erewacht bij het monument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik kan zulke vlechten en strikken (en dat matrozendingetje!) niet weerstaan, en in de wetenschap dat ze geen kant op kon, ging ik voor haar staan en zoemde in. Thuis zag ik pas dat ze op alle foto's die ik van haar had gemaakt, stoïcijns langs de camera kijkt. Groot gelijk.

Misschien dat deze scholiere stoïcijns langs dat oorlogsmonument keek, maar dat zal wel niet, want het was nogal groot. En waarom zou ze ook. Zij heeft geen vlechten, ook geen matrozendingetje, maar wel weer van die strikken. Die zag ik vorig jaar ook bij scholieren in Odessa op een vergelijkbare plaats. Werden die in de Sovjetunie ook al gedragen door zulke erewachten? 

De vrouw die me zo irriteerde met haar nurks klinkende vraag, hoorde overigens bij die scholieren. Ze keek steeds of alles wel goed zat; vlechten, strik en matrozendingetje. Misschien is ze lerares op hun school en was die vraag aan mij niet meer dan vriendelijke belangstelling. En zou ik langzamerhand weleens gewend mogen zijn aan dat compacte Russisch, dat vaak zo onvriendelijk klinkt, maar helemaal niet zo bedoeld hoeft te zijn.
 

Een buitenbeentje, deze foto, want ik maakte hem in Krasnojarsk, dat niet aan de BAM ligt. In de winkel kan je terecht voor ondergoed, panty's en sokken. En Jim Morrison kent geen grenzen.
 

Op het station van Ilanskaja. Ik beloof dat ik mijn serie fotoverslagen zal afronden met aanhangers van Navalny.

Hier deel 2.

Zenit-supporters eren de bemanning van de Koersk - vanavond spelen ze tegen FC Utrecht, van de man die de onderzeeër uit de Barentszee lichtte

--------------

Hoe sommige dingen soms samenkomen …

Frans van Seumeren is eigenaar van FC Utrecht. Als directeur van bergingsbedrijf Mammoet was hij ten zeerste betrokken bij de lichting van de onderzeeër Koersk, die op 12 augustus 2000 verging in de Barentszee. Afgelopen zondag, 13 augustus, brachten supporters van FC Zenit een eerbetoon aan de bemanning van de Koersk. Vanavond speelt FC Zenit uit tegen FC Utrecht.

Veel Russische spandoeken zullen er vanavond in stadion Galgenwaard niet te zien zijn. Dit ongetwijfeld in tegenstelling tot volgende week, bij de return in Sint-Petersburg. De supporters van FC Zenit hebben een reputatie hoog te houden wat betreft kleurrijke en soms indringende spandoeken en gezangen. Afgelopen zondag deden zij die reputatie alle eer aan.


Op 12 augustus 2000 verging de onderzeeër Koersk. Alle 118 opvarenden kwamen om het leven. Vooral de naam van Dmitri Kolesnikov werd bekend, dankzij een briefje dat hij schreef, dat na de lichting van de Koersk en bij de berging van de lichamen werd gevonden. “Olga, ik hou van je, wees niet al te verdrietig”, zo richtte hij zich tot zijn vrouw.

Kapitein Kolesnikov en de brief die hij schreef

Afgelopen zondag, op 13 augustus dus, tijdens de thuiswedstrijd tegen Achmat Grozny, ontrolden Zenit-supporters een spandoek met daarop een deel van de overige tekst: “Het is hier donker om te schrijven, maar ik probeer het op de tast. Er lijkt geen kans meer te zijn, een procent of 10-20. We hopen dat iemand dit ooit zal lezen. Hier is een lijst van de bemanning van de compartimenten, die zich bevinden in het 9de en die eruit proberen te komen. Groeten aan iedereen. Wanhoop niet. Kolesnikov.”

De supporters zongen Там, за туманами van Любэ. Dat lied bestond al toen de ramp met de Koersk zich voltrok. Het is opgedragen aan alle Russische zeelui. Het is op het filmpje hier niet goed te horen. Het origineel volgt eronder.


Het origineel:


Joeri Sjevtsjoek schreef over de Koersk en kapitein Kolesnikov een lied:

”Кто о смерти, скажет нам пару честных слов, 
Жаль, нет черных ящиков у павших моряков 
Карандаш ломается, холодно, темно 
Капитан Колесников пишет нам письмо 
Карандаш ломается, холодно, темно 
Капитан Колесников пишет нам письмо 
Нас осталось несколько на холодном дне, 
Три отсека взорваны, да три еще в огне, 
Знаю, нет спасения, но если веришь ты 
Ты найдешь письмо мое на своей груди, 
Чтоб взлететь на небеса выпал этот акт, 
До свиданья милая мы приняли парад 
Помнишь нашу лестницу солнце, эскимо 
Капитан Колесников пишет ее письмо 
Курск могилой рваною дернулся за взрыв 
На прощанье разрубил канаты рваных жил 
Над водою пасмурно чайки, корабли 
На земле подлодка спит, но так далеко до земли 
Позже о случившемся долго будут врать 
Расскажет ли комиссия как трудно умирать 
Кто из нас ровесники, кто герой, кто чмо, 
Капитан Колесников пишет нам письмо” 
Ю.Ю. Шевчук (ДДТ)

Ik ben een cocker-spaniel in Chabarovsk en jaag op duiven.

----------------

Ik ben een cocker-spaniel in Chabarovsk. Daar, op het Leninplein, midden in het centrum, jaag ik graag op duiven. Ik vang er nooit eentje, want ik kan er geen hout van.

Nee, dan mijn baasje. Die rijdt op skates en loopt drie op vier.

Er zijn bij ons in Chabarovsk veel toeristen uit China en Japan. Die voeren graag duiven.

Heeft zich rond zo’n Chinees een wolk van duiven verzameld, dan zet mijn baasje even flink aan en snelt eropaf. Op haar skates. Die beesten schrikken zich helemaal te pletter - en die Chinees meestal ook. Wanneer mijn baasje uit de wolk tevoorschijn komt, heeft ze drie van de vier keer een duif in haar hand.

Dan roept ze mij! Ik blaf en spring, want ik denk – elke keer weer! – die is voor mij! Maar nee hoor. Ze gooit hem in de lucht en dan vliegt ie weg. Vlak voor m’n neus.

Soms gaat er weleens wat mis met zo’n duif. Dat er een vleugel kapotgaat of zo. Dan legt mijn baasje hem in een hoge bloempot bij de fontein, tussen de viooltjes. Daar kan ik niet bij. Af en toe gaat ze even kijken of de duif er nog ligt en of de vleugel nog steeds kapot is.

We hebben samen veel plezier. Wat ik alleen niet leuk vind, is dat mijn baasje mij af en toe de fontein induwt. Er liep iemand rond met een fototoestel – duidelijk geen Chinees – maar daar zal die dan wel weer net geen foto van hebben.   

Severodvinsk: wanneer een klooster omsingeld wordt door atoomonderzeeërs

-------------


Kerken die volledig zijn ingesloten door een duikbotenfabriek, daar zijn er niet veel van. In Severodvinsk, in het hoge noorden van Europees Rusland, aan de kust van de Witte Zee, staat er eentje: de Nikolaaskathedraal. Bezoeken is lastig, de fabriek in kwestie bouwt atoomonderzeeërs. 

De kathedraal met eigen ogen aanschouwen, zelfs op ruime afstand, was voor buitenlanders tot vrij recent onmogelijk. Severodvinsk was jarenlang verboden gebied voor niet-ingezetenen – vanwege die duikbotenfabriek natuurlijk. Ik belandde in de stad met mijn medecursisten van het Nederlands Instituut te Sint-Petersburg. Met een busje maakten we een dagtrip vanuit Archangelsk. Onderweg naar de Witte Zee reden we minutenlang langs het uitgestrekte fabriekscomplex. Tussen de kranen, hallen en werkplaatsen door doken af en toe de koepels op van een kerk. Op de terugweg kwamen we er weer langs en toen drong het pas tot me door: is dat niet raar, zo’n kerk, helemaal omsingeld door fabrieksgebouwen? Nog net kon ik deze foto maken: 

--------------

De Nikolaaskathedraal is een restant van wat eens een fraai klooster was, op een steenworp afstand van de zee. Het werd gesticht rond het begin van de vijftiende eeuw, de kathedraal stamt uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het complex telde onder meer een geestelijke opleiding, een bibliotheek en een kvasbrouwerij. Na de Revolutie van 1917 braken er heel andere tijden aan. Het klooster werd een kolonie voor jeugdige delinquenten. Al het personeel werd geworven onder gevangenen die eerder in Archangelsk hun straf hadden uitgezeten. “Het is daarom niet verbazingwekkend dat het klooster intensief werd leeggeroofd”, meldt een korte geschiedschrijving. In 1923 verhuisde de kolonie naar Archangelsk.

De houten toren op zijn originele plek ...

... en dezelfde toren in Kolomenskoje

Twee en een half jaar later werd het klooster betrokken door een heuse boerencommune, genaamd De Vonk, die uitgroeide tot 22 families. De kelder van de kathedraal deed dienst als veestal. Een brand in de klokkentoren, die door de toch nog enigszins gelovige communeleden werd gezien als een straf van God, leidde tot een uittocht. De houten omheining van het klooster was toen al verwijderd. Hetzelfde lot wachtte de toren boven de poort, maar die werd netjes uit elkaar gehaald en weer opgebouwd in het museum Kolomenskoje bij Moskou, waar hij nog steeds te bewonderen is. Het is het enige houten overblijfsel van het klooster aan de Witte Zee.

Toen werd besloten om op de plek van het klooster een scheepswerf te bouwen. De eerste bouwvakkers arriveerden in juni 1936. De oude gebouwen gingen nu dienst doen als woonruimte en boden verder onderdak aan een postkantoor, het Komsomol-comité en de afdeling Personeelszaken. Het begin van de bouw wordt gezien als het begin van Severodvinsk. Twee jaar later werd de bouwnederzetting officieel een stad, die tot 1957 de naam Molotov zou dragen.

In 1938 kreeg de beruchte NKVD de leiding over de bouw. Het werd nu een werkkamp (het Jagrinlag), dat aan het eind van 1939 32.408 gevangenen telde. Na de dood van Stalin kwamen velen van hen weer vrij, al duurde het nog tot 1961 dat het kamp werd gesloten. De gebouwen waren toen al overgedragen aan militairen. Aangenomen werd dat in het voormalige klooster zelf geen gevangen waren ondergebracht, maar in 2009 werden in benedenruimtes van de Nikolaaskathedraal opschriften op de muren ontdekt, die erop wijzen dat hier ooit isoleercellen waren.


Na het einde van de Sovjetunie keerde gaandeweg het geestelijk leven terug op de plek van het oude klooster. In 1998 werd bij de muur van de kathedraal een gebedsdienst gehouden. Sinds 2003 zijn er ook diensten ín het gebouw. De scheepswerf (Севмаш/Sevmasj geheten) besloot in 2004 om alle nog bestaande gebouwen van het oude kloosters weer ter beschikking te stellen aan de kerk en zegde toe te zullen bijdragen aan de herstelwerkzaamheden. Mede daardoor zijn de koepels van de Nicolaaskathedraal nu weer van verre te zien. De kathedraal zelf doet dienst als fabriekskerk. Elke donderdag is er tijdens de lunchpauze een gebedsdienst. De  werknemers kunnen daarvoor op het uitgestrekte terrein van de werf gebruikmaken van een bus. Er zijn inmiddels ook ‘gewone’ diensten op zaterdagen, zondagen en religieuze feestdagen.

De Nicolaaskathedraal excuseert zich op de eigen site: zomaar een bezoekje brengen of er een dienst bijwonen, gaat niet lukken. Voor diensten op belangrijke hoogtijdagen kan men zich van tevoren opgeven via telefoonnummer +7-921-07-57-487. Informatie over de diensten is te vinden in de fabriekskrant Het Schip (elke dinsdag als bijlage bij de Noordelijke Arbeider) en op de site van de kerk.

Bron (Russisch).

Het rijk van de megalomane BAM. Edwin Trommelen over de menselijke maat langs die andere Trans-Siberische spoorlijn.

-------------

Mijn lijstje is bescheiden:

- De plaquette die ondersteboven hangt, bij een van de tunnels bij Severobajkalsk
- De zandduinen van Tsjara
- De Man met de hamer, het monument in Tynda voor de bruggenbouwers van de BAM
- De Japanse huizen aan de Sjtjsjeglova Pereöelok in Komsomolsk aan de Amoer.

Dat zijn de dingen die ik tijdens mijn komende treinreis door Siberië, over de Bajkal Amoer Magistral, in elk geval wil zien. En verder vind ik – drie weken lang kind in een Russische snoepwinkel – alles goed. Ik ga het perron betreden van het station in Oest-Koet aan de Lena, Nija bekijken (“Ik zag Georgië aan de BAM”), wakker worden met de taiga die voorbijschuift en de man weer horen die met zijn hamer (niet die van het monument in Tynda) op de wielen van de trein klopt. Ik vind alles goed.

Het bescheiden lijstje stelde ik op tijdens het lezen van het boek Het rijk van de BAM. Mijn reis met die andere Trans-Siberië Express, geschreven door Edwin Trommelen. Net als ik heeft Edwin nog een tik meegekregen van de Sovjetunie. Niet zo’n stevige tik als ik (hij is een slag jonger), maar toch – stevig genoeg om gefascineerd te zijn door dat enorme land dat ooit voor de eeuwigheid was bedacht, maar plots – geenszins spoorloos (onbedoelde woordspeling) – was verdwenen.

De BAM (3.097 km aan rails door nauwelijks bewoond gebied, 1.600 bruggen) was en is een raadselachtig, bijna bizar project. Waarom werd dit spoor, een paar honderd kilometer ten noorden van de Transsiberische Spoorlijn, nou eigenlijk aangelegd? Een duidelijk antwoord is er niet. De economische waarde is bescheiden, de militaire eveneens. Als staalkaart van arbeiderssolidariteit (alle Sovjetrepublieken bouwden mee) speelde de spoorlijn zeker een propagandistische rol, maar met het uiteenvallen van de USSR – twee jaar na de oplevering van de BAM – bleek die solidariteit toch vooral hol. De steden en dorpen aan het spoor hebben hun geplande aantal inwoners nooit gehaald, sterker nog, de leegloop is aanzienlijk. Trommelen ging vooral op zoek naar de achterblijvers, de BAM-veteranen die in hun jeugdig enthousiasme de grote stap naar Siberië maakten, gelokt door romantiek en hoge lonen, omspoeld door ronkende leuzen over een lichtende toekomst. Hoe vergaat het hun, nu het grote bouwproject dat hun leven ooit kleur gaf, zijn glans heeft verloren? 

Het vergaat hun goed. De trots op hún BAM overheerst, vooral bij de veteranen die als eersten in de wildernis arriveerden en onder zware omstandigheden de grond bouwrijp moesten maken, voordat de wat minder geharde pioniers, veelal jongeren geworven door de Komsomol, aan de slag gingen – overigens ook nog in moeilijke omstandigheden. Ze zijn gehecht geraakt aan hun streek en willen niet meer terug naar het dichter bevolkte Europese deel van Rusland. Ze hebben een eigen wereld gecreëerd. “Ik heb aan de BAM voornamelijk onafhankelijke, trotse mensen ontmoet”, schrijft Trommelen.

De gesprekken met de Bammers, die in hun vriendelijk enthousiasme nauwelijks zijn te stuiten (een geïnteresseerde buitenlander, wat wil je als trotse Rus nog meer!), worden afgewisseld met korte historische verhalen. Over de eerste pogingen om de spoorlijn te bouwen, bijvoorbeeld, nog onder Stalin, met ruime inzet van dwangarbeiders. De details over de bouw in de jaren zeventig zijn af en toe onvoorstelbaar. Zo was men al een eind gevorderd met de aanleg van de ruim 15 km lange Severomoejski tunnel, terwijl het onderzoek naar de geografische en hydrografische gesteldheid van de bodem in het zeer aardbevingsgevoelige gebied, ook nog eens ruim voorzien van permafrost, nog gaande was …

Joeri Titov - Nieuwe weg (jaren 70)

En steeds zijn daar weer de bewoners van de dorpen en steden langs de BAM. Vriendelijk, behulpzaam en zelfbewust. “Teruggetrokken – gelukkig in hun uithoek, in de eindeloze natuur.” Niet de delfstoffen die mede dankzij de BAM gedolven hadden moeten worden, maar deze Bammers vormen de echte rijkdom van Siberië, concludeert Trommelen aan het einde van zijn reis. De intrigerende, voor Rusland zo typerende mengeling van het grote, soms megalomane en niet altijd even goed doordachte aan de ene kant, en het kleine, menselijke aan de andere, komt in Trommelens boek treffend naar voren.  

En hier nog een leuk BAM-lied:


Mijn vertrek is eind volgende week – als ik mijn visum dan tenminste heb! Het wordt een kleine groepsreis, onder leiding van … Edwin Trommelen. Die overigens voor komend jaar een Siberische winterreis in gedachten heeft. Iets op en over het ijs van het Bajkalmeer. Ik weet nog niet of ik meega.

“Allang vinden ondeugende jochies geen patroonhulzen meer …” Brief uit 1967 van de jeugd van Pervomajsk in Oekraïne aan de jeugd van 2017.

-------------

----------------

NB. Ik werd er (gelukkig vrij snel) door Geert Groot Koerkamp op gewezen dat de stad in kwestie hier niet het Pervomajsk is dat zwaar is getroffen door de oorlog. Die stad ligt in de provincie Loegansk. De brief hieronder is geschreven door de Komsomol van Pervomajsk in de provincie Nikolajev, ook in Oekraïne. (Ik laat de brief staan – die blijft interessant genoeg – en ook de foto’s. Als een waarschuwing – vooral aan mezelf – dat een stad of dorp in de USSR met een naam als deze (Eerstemei) altijd wel ergens een naamgenoot had. En dat ik die prachtige atlas van de USSR uit 1983 hier niet voor niks heb liggen.)  

-------------

Het leek de Komsomol in het Oekraïense Pervomajsk in 1967 een prima idee om een bericht in te metselen gericht aan de lokale jeugd van 2017. De Sovjetunie bestond in 1967 vijftig jaar en wat zouden ze het in 2017, bij het honderdjarig bestaan, niet leuk vinden om iets te horen van hun voorgangers! Zou de gelukkige jeugd van 2017, levend in het communisme, het zich nog kunnen voorstellen? Een wereld waarin oorlog wordt gevoerd?

Ja, dat kan die jeugd van 2017 zich voorstellen, want in Pervomajsk ís het oorlog.  

Het is pijnlijke en bizarre leesstof. De bombast van het geloof der kameraden … Wie al van zijn geloof was gevallen, moet dit alles onverdraaglijk hol in de oren hebben geklonken. En de trouwe gelovigen … hoelang duurde het nog voordat zij hun idealen weggezet zagen bij het oud vuil? En dan die taal!   

Her en der in Sovjetunie zijn in 1967 vergelijke boodschappen ingemetseld. Verzamel ze, en je hebt een prima onderwerp voor een scriptie of een andersoortige verhandeling. De invalshoeken zijn legio.

----------

VERKLARING

Van de jongens en meisjes van de Komsomol-organisatie in de stad Pervomajsk in het jubileumjaar 1967 gericht aan de jeugd van 2017.

Aan de prachtige rivier Boeg staat een sprookjesachtige stad, daar ruisen machtige eiken hun lied in het jubileumpark van de 50ste Oktober, dat is aangelegd door onze handen. Komsomol-leden van 2017! Luister naar het bladergeruis, en het voert jullie terug naar de vorige eeuw en vertelt van de legende van de jeugdige stam van de jaren zestig.

Wij, de generatie van de Komsomol-leden uit de jaren zestig, konden ons geen leven voorstellen zonder strijd en scheppend werk in naam van de triomf van het communisme, dat voor jullie werkelijkheid is geworden.

Wij waren trots op onze streek met haar onafzienbare steppen, aren schietende akkers en steigers van nieuwbouwprojecten. We deden er alles aan om haar een prachtige toekomst te geven. Net als jullie, onze nakomelingen, stonden wij altijd vooraan, wij waren altijd daar waar het moeilijk was. Zoja … Matrosov … de Iskra-helden … Hun namen zijn onsterfelijk, zoals de Komsomol onsterfelijk is. De Maagdelijke gronden … de Ruimte – dat zijn de heroïsche etappes op de weg van onze tijdgenoten.

Poster uit 1962, voor het 14de Komsomol-congres

Vandaag, aan de vooravond van de viering van het 50-jarig bestaan van onze staat, reiken wij u in de 21ste eeuw onze kameraadschappelijke handen en delen u met trots mede: onze socialistische wedstrijd onder het devies “Jou, onze geliefde partij, bieden wij onze arbeid, onze harten!”, is uitstekend verlopen. 25 jeugdbrigades van de stedelijke Komsomol hebben gestreden voor de titel Brigade van 50-jarige Sovjet-macht.

Arbeidsters van de kledingfabriek, noeste werkers van de fabriek 25 Oktober, weten jullie datjuist jullie voorgangers van brigade 13 uit werkplaats 4 van de kledingfabriek onder leiding van Lidija Djatsjenko en Galina Gerasimenko van sector 9, genoemd naar Held van de Sovjetunie Parfenti Gretsjany, van de fabriek 25 Oktober, uitgeroepen zijn tot overwinnaars van de jubileumwedstrijd?  

Voor jullie is het geschiedenis: het devies “Alle 420 minuten voor de productie!” van de arbeidsters van de kledingfabriek, waarvan het collectief nu al vijf jaar het wisselvaandel in handen heeft van de stedelijke Komsomol; en ook de nieuw ontworpen dieselmotor van 600 pk, gebouwd door de Komsomol-leden van de fabriek 25 Oktober is een museumstuk geworden.

Postzegel uit 1967. 50 heroïsche jaren. USSR. Vriendschap der volkeren.

Zijn jullie bekend met de titel “Stootarbeider van de communistische arbeid”? Die werd in onze jaren toegekend aan de besten van de besten, en een op de drie Komsomol-leden van de industriële bedrijven van de stad heeft deze eretitel weten te verwerven.

Leeft bij jullie de herinnering nog aan Pavka Kortsjagin? Wij, erfgenamen van Kortsjagin,  hebben op waardige wijze aan onze Kortsjagin-arbeidsplicht voldaan door de aanleg van de autoweg Poltava-Kisjinjov onder onze hoede te nemen.

Bewaren jullie de Ereboeken met daarin de namen van de winnaars van de jubileumwedstrijd van jonge arbeiders: machinebediende Vera Bondar van de kledingfabriek, technicus Irina Katoela van de zuivelconservenfabriek, draaier Vladimir Golovan, arbeider Anatoli Sereda van de Suikerfabriek, laborante Galina Koezmenko van de Stadslevenmiddelenfabriek?

Wij hebben met ere het vaandel gedragen van de grote Lenin, de stichter van onze staat, in een estafette met onze vaders en grootvaders, hún vaandels, die zijn overladen met de roem van arbeid en strijd, en wij hopen dat ook de sporen van onze streekgenoten bewaard blijven in de goede zaken die nooit verouderen.

Pervomajsk, 2015.

Jullie zijn een generatie van gelukkige mensen: de lucht boven jullie is veilig, de oorlogen zijn voor allen die in 2017 leven geschiedenis geworden. Jullie hebben niet gescandeerd: “Schande aan de agressors van Israël!”, jullie hebben niet deel hoeven nemen aan protestbijeenkomsten tegen de misdadige oorlog in Vietnam, niet in kranten hoeven lezen over de provocaties tegen het revolutionaire Cuba. Hoe ver zijn die gebeurtenissen uit onze tijd van jullie verwijderd!”  

Allang vinden ondeugende jochies geen patroonhulzen meer, geen verroeste geweergrendels. Jullie staan slechts streng zwijgend, net als wij in 1967, bij de obelisken voor de gesneuvelden, net als vijftig jaar geleden bonst eerbiedig het hart, wanneer jullie de grond betreedt van de legendarische Krymka. 

Jonge stam van 2017! Wij zijn ervan overtuigd dat jullie het vertrouwen van jullie heldhaftige voorouders niet hebben beschaamd, dat jullie een waarlijk nieuwe wereld hebben geschapen.

Het gouden tarwe ruist op de eindeloze velden, het door jullie gebouwde Komsomolsk bloeit niet alleen op aarde, maar ook op Venus en Mars. (Wordt hier de stad Komsomolsk aan de Amoer bedoeld? En dacht men echt dat Venus en Mars inmiddels wel bewoond zouden zijn? – EH.)

Pervomajsk, 2015

Bewoners van de nieuwe wereld, die de tradities van de Grote Oktober  in ere houden, die het vaandel van de revolutie hoog houden, het vaandel van de grote Lenin; vandaag, aan de vooravond van de verjaardag van ons land, ontsteken wij nog een kleine ster, die helder zal schijnen in het sterrenbeeld van geweldige zaken van ons honderdjarig Moederland.    

Deze brief-verklaring gericht aan de 21ste eeuw, aangenomen op een jeugdbijeenkomst gewijd aan het 50-jarig jubileum van Oktober, is in opdracht de Komsomol-organisatie van de stad Pervomajsk ingemetseld door:

VLADIMIR GOLOVAN- beste draaier van het jubileumjaar
ANATOLI SEREDA – arbeider van de Suikerfabriek
GALINA KOEZMENKO – laborante van de Stadslevensmiddelenfabriek
TATJANA BOJKO – leerlinge van klas 10 van Middelbare School No. II