Mijn literair verbond met criticus Andrej Nemzer – hoe nu verder? En Dina Roebina.

(Eerste publicatie: 29-3-2011)

Andrej Nemzer

Ik dacht dat ik een verbond had gesloten met literair criticus Andrej Nemzer. Hij zou mij wijzen op mooie boeken, ik zou ze lezen en er dan een stukje over schrijven.

Dankzij Andrej ontdekte ik de familiekronieken van Elena Katishonok, waar ik nu verder over zal zwijgen om mijn vaste lezers niet te vervelen. Het was een mooi begin van ons literair verbond en snel begon ik aan een volgend boek, aangeraden door Andrej: Ljogkaja Golova (Licht Hoofd) van Olga Slavnikova…

In Licht Hoofd maken we kennis met Maksim, directeur van een chocoladefabriek. Maksim heeft geen hoofd. Op een dag krijgt hij bezoek van twee leden van de geheime dienst die vragen of hij zich door het hoofd wil schieten.

Olga Slavnikova

Hoe het verder gaat met Maksim weet ik niet, want verder heb ik niet gelezen. Ik houd niet van boeken waarin dingen gebeuren die niet kunnen. Humor kan dan nog enige verlichting brengen, maar op humor heb ik Olga Slavnikova niet kunnen betrappen. Ik heb Olga met een zucht weggelegd, u kunt haar gratis komen afhalen.

 

Hoe moet het nu verder met het literair verbond tussen mij en Andrej Nemzer? Ik weet het niet. Ik vrees dat ik alles weer alleen moet gaan uitzoeken.

Inmiddels heb ik gelezen: Kresjtsjonnye Krestami van Edoeard Kotsjergin. Een boeiend boek! En – ik bedoel dat niet onvriendelijk – niet aangeraden door Andrej Nemzer. Voor me ligt nu Peresud van Aleksej Slapovski. Ook al niet op aanraden van Nemzer. Die raadde wel – het wordt nu verwarrend – een ander boek van Slapovski aan (Pochod na Kreml), wat ik recent heb aangeschaft. Maar omdat ik Peresud al minstens een jaar in huis had, vond ik dat ik eerst dat maar eens moest lezen. Het gaat over een buskaping en ik ben nog niet overtuigd.

Wel overtuigd ben ik door Dina Roebina, al heb ik van haar nog nooit iets gelezen. Afgelopen week zat ik in Amsterdam bij Stichting Perdu, in de oude keuken van het Binnengasthuis, temidden van vooral Russische dames ademloos naar haar te luisteren. Ze las voor uit eigen werk, vertelde over haar leven in Israël en beantwoordde vragen. Na anderhalve zin had ze al die dames, en mij, om haar vinger gewonden. Zoals ik al zei, van Roebina heb ik niets gelezen, maar daar komt binnenkort beslist verandering in! En alweer niet op aanraden van Andrej Nemzer…

Hier een ‘optreden’ van Dina Roebina. Ik vond haar in Amsterdam beter, misschien door de losse atmosfeer in die oude keuken. Ze had vooral succes met de fragmenten uit haar eigen werk, die in dit filmpje ontbreken. De anekdote vanaf 35.10 vertelde ze ook in Amsterdam: [Het filmpje doet het niet meer, u moet het doen met een foto]


Wintertijd - zomertijd in Rusland: zie de wijzers van de klok op het Kremlin

(Eerste publicatie: 27-3-2011)

Ik waag me niet aan uitspraken over zomer- en wintertijd. Wanneer de klok nu vooruit wordt gezet of terug. Bij mij thuis blijf ik gewoon van alle klokken af, zodat de wijzers een half jaar later vanzelf weer goed staan. Of fout, maar daar houd ik dan rekening mee.

In Rusland zijn ze van dat probleem af. De wintertijd is afgeschaft. Of de zomertijd. Hoe dan ook, afgelopen nacht gingen de wijzers van de klokken voor het laatst vooruit. Dat historische moment werd vastgelegd op het Rode Plein. Ik moet zeggen: dat heeft wel wat.


Her en der las ik over president Medvedev, die had uitgelegd waarom de klokken voortaan met rust zouden worden gelaten. Dat scheelt energiekosten en bespaart mens en dier een hoop stress, zo werd hij geciteerd. Alsof honden, paarden en beren klok kunnen kijken! Maar president Medvedev werd – erg flauw - niet helemaal volledig geciteerd. Hij sprak over stress bij de mensen en voegde daaraan toe: “Dan heb ik het nog niet over arme koeien en andere dieren, die het verzetten van de klok niet begrijpen en niet begrijpen waarom de melksters op een andere tijd komen.” Hier heeft Medvedev wel een punt, denk ik.

Ik kwam bij het Russische Journaal nog een andere zin tegen: “De treinen zijn speciaal harder gaan rijden om de zomertijd in te halen”. Ik heb dat zinnetje nu tien keer gelezen, ik weet niet zeker of ik het begrijp.

Dedovstsjina - geweld in het Russische leger. Vermoorde slachtoffers vertellen hun verhaal.

(Eerste publicatie: 24-3-2011)

Jevgeni SjamoechinIk ben zwaar mishandeld door mijn mededienstplichtige Revjakin. Hij bracht me slagen toe op m’n hoofd, hij luisterde niet naar mijn gesmeek om te stoppen, net zolang tot ik bewusteloos raakte. Op 19 mei 2008 overleed ik in het ziekenhuis aan mijn verwondingen, zonder bij bewustzijn te zijn gekomen.

Marat Gizatoellin: Na zeven maanden dienst werd mijn ouders meegedeeld dat ik uit het legeronderdeel was verdwenen, maar niemand kon de precieze datum van mijn ‘verdwijning’ noemen. Op 12 april 2006 kwam bij het militair kantoor de mededeling binnen dat ik de avond ervoor niet ver van het onderdeel was gevonden, hangend in een strop. Mijn ouders hebben de kist geopend die uit het onderdeel was gearriveerd en raakten in shock – ze zagen dat ik zwaar was mishandeld. Mijn jongste broer Vadim is na mijn dood op zijn 17de jaar in een paar dagen grijs geworden.

Jaarlijks komen honderden Russische soldaten om door geweld binnen het leger. Duizenden raken gewond. Concrete cijfers worden niet meer gegeven. Vanaf 2004 publiceerde het ministerie van Defensie op zijn site maandelijks een rapport over het aantal omgekomen militairen en ook over het aantal misdaden binnen het leger. In 2009 kwamen tot en met oktober 297 militairen om het leven, waarvan 149 door zelfmoord. Vanaf november werden geen nieuwe cijfers gegeven, in 2010 werd de pagina van de site verwijderd.

De meeste doden zijn het slachtoffer van dedovsjtsjina, een moeilijk te vertalen woord. Het is een soort permanente ontgroening met veel geweld. Er zijn filmpjes van te vinden, die u beter niet kunt bekijken. Ze zijn verschrikkelijk. Veel soldaten vluchten voor de vernedering en het geweld in zelfmoord.

De nabestaanden kunnen een beroep doen op het fonds Moederrecht. Dat helpt bij strafzaken tegen de daders en probeert schadevergoedingen te regelen. Een recent initiatief van het fonds heeft veel aandacht gekregen. Op de site odnoklasniki.ru (een mengeling van hyves en schoolbank) hebben een aantal vermoorde soldaten een account gekregen – met instemming van de nabestaanden. Daar vertellen ze in de ik-persoon wat hun is overkomen. Lezers kunnen reageren. “Zo blijven de jongens, die tussen hun 18de en 20ste zijn omgekomen, leven in de virtuele ruimte”, aldus het fonds.




Denis Galejev: 12 maart 2007 ben ik omgekomen. De militairen deelden mijn mama mee dat ik zelfmoord had gepleegd – me had opgehangen. Maar mama geloofde dat niet. Ik wilde officier worden. Toen ik thuis was bezorgd, bekeek ze mijn lichaam en zag ze een rafelige wond op mijn arm en schaafwonden op m’n lichaam. De zaak over mijn dood is meerdere malen gesloten en heropend.

Vorige week maakte de militair procureur-generaal Sergej Fridinski bekend dat het aantal misdaden met geweld in het leger in 2010 in vergelijking met 2009 met 18 procent is gestegen. De cijfers hebben niet alleen betrekking op de dedovshina, een term die Fridinski overigens niet gebruikt. Mensenrechtenorganisaties doen dat liever ook niet, de term werkt volgens hen versluierend. Het betreft hier niets minder dan harde criminaliteit in een omgeving waar de zwakkeren op geen enkele bescherming kunnen rekenen.

Fridinski doet een poging om het geweld te verklaren. Rusland kent een dienstplicht en de problemen van de maatschappij komen daardoor het leger binnen. Ook letten veel officieren niet op de discipline. Waarmee mij nog niet verklaard lijkt waarom de ene soldaat de andere doodslaat.

Denis Zjarikov: Onze commandant van het onderdeel, kolonel Stolba, die had gedronken, schoot me met een Kalasjnikov in m’n hals, in zijn werkkamer, waar een dienstgenoot bij was. Zo maar. Omdat ‘ie dronken was.

Aleksandr Listjev: 15 juni 2009 ben ik omgekomen. Mijn mama en vrouw zeiden ze dat ik zelfmoord had gepleegd - me had opgehangen. Maar dat geloofden ze niet. Mijn kameraden die zijn afgezwaaid, zwijgen. De forensisch deskundige die foto’s van mijn lichaam heeft bekeken, zei dat ik acht steekwonden had, toegebracht terwijl ik nog leefde. Maar hij weigerde een officiële verklaring te tekenen. God is zijn rechter. Het belangrijkste is dat mijn naasten weten dat ik geen zelfmoordenaar ben.

Om de accounts van de vermoorde soldaten op odnoklasniki te zien, moet u zich eerst aanmelden. Zonder aan te melden kunt u hier ook een selectie zien.

Opgravingen bij Novgorod - een taalkundige herinnering uit 2002.

(Eerste publicatie: 21-3-2011)

Het Russische alfabet heeft een letter die geen eigen klank vertegenwoordigt: het zogeheten zacht teken: Het wordt gebruikt om de klank van de letter ervoor te kleuren. Een ‘l’ of een ‘t’ gevolgd door een zacht teken klinkt anders dan een ‘l’ of een ‘t’ op zichzelf. De status van het zacht teken is dus bescheiden. Of je het nu weglaat of niet, het woord in kwestie blijft meestal wel te begrijpen.

De bescheiden status van het zacht teken leidt tot onzekerheid, ook bij Russen zelf. Schrijf je dit woord nu met een zacht teken of juist niet? En deze onzekerheid kan op de meest onverwachte momenten aan het licht komen.

Ik breng een weekje door met een groep scholieren op het Russische platteland. We werken als vrijwilligers mee aan opgravingen in de buurt van Novgorod. De jongens vermaken zich opperbest, vooral in de pauzes. Dan wordt de gitaar erbij gehaald en klinkt er menig lied van bedenkelijk niveau. Veel van het repertoire lijkt me van eigen makelij, van de Russische radio ken ik het in elk geval niet. Het geeft een aardig inkijkje in de belevingswereld van de Russische adolescent, die zo te horen weinig afwijkt van die van hun leeftijdgenoten elders. Eén nummer trekt in het bijzonder mijn aandacht. Het mannelijk geslachtsdeel komt er prominent in naar voren, en ook een lelietje-van-dalen (landysj – zonder zacht teken!) heeft een opmerkelijke rol. Onbedoeld krijgt de tekst een extra komisch tintje door de lijzige zangtoon. Het is heet in de buurt van Novgorod en de jongens zijn doodop van het graven.

Mijn verzoek om de tekst op papier te zetten wordt met enige schroom ingewilligd. Vieze woorden zingen is één ding, vieze woorden opschrijven is toch iets anders. Ik krijg het lied aangereikt door Koebik (Kubus), samen met zijn broer de gangmaker van de groep. Op schrift boet de tekst niets aan zeggingskracht in en een taalkundig enthousiasme maakt zich van me meester. Ik kan weer een aantal kleurrijke Russische uitdrukkingen aan mijn verzameling toevoegen! In mijn enthousiasme laat ik de tekst zien aan de leraar van de jongens. “Wie heeft dat geschreven?”, vraagt hij. “Koebik”, zeg ik zonder aarzelen. De leraar fronst zijn wenkbrauwen en opeens voel ik me een verrader. Koebik wordt erbij geroepen. “Heb jij dit geschreven?”, vraagt de leraar dreigend. Koebik kan het niet ontkennen. Ik weet niet waar ik moet kijken. Dan buigt de leraar zich voorover en bast tegen Koebik: “Ga je schamen! Landysj, met een zacht teken!…”

Op mijn laatste dag bij de opgravingen vond ik een bronzen driehoekje van een sierraad uit de elfde eeuw. Ik mocht het niet houden.

Everybody loves Raymond. Twitter - waarom ik niet meer zonder kan.

(Eerste publicatie: 18-3-2011)

In mijn omgeving wordt meestal meewarig gereageerd wanneer ik vertel dat ik ‘op Twitter zit’. Wanneer ik dan ook nog vertel dat ik erg enthousiast ben over Twitter, dan mengt die meewarigheid zich met ongeloof en wordt er naar me gekeken als naar een afvallige.

Ik kan niet meer zonder!

Via Twitter zijn dagelijks een boel aardige, slimme mensen voor mij aan het werk. Op allerlei manieren zijn zij verbonden met Rusland. Ze houden hun oren en ogen wijd open en melden me wat ze zoal tegenkomen. Correspondent Miriam Elder, bijvoorbeeld. Via Twitter wees ze mij vanmorgen op dit filmpje:




Dit had ik niet willen missen. Bedankt Miriam, bedankt Twitter.

Twitter wordt nog leuker zodra er sprake is van wederkerigheid. Als ook jij je oren en ogen openhoudt en anderen laat delen in wat je zoal tegenkomt. Zo kon ik míjn volgers (ik heb er al 51!) dinsdag via Twitter melden dat Estelle Gullit – en dat wil je toch weten - waarschijnlijk in Moskou gaat wonen. Dat las ik in een Russische sportkrant en dat geef je dan even door.

U leest dit nu hier voor het eerst? Een paar uur geleden stond het al op Twitter! Bij @Rusverafnabij. (Miriam Elder: @MiriamElder).

De familiekroniek van Elena Katishonok - deel 2.

(Eerste publicatie: 16-3-2011)

Elena Katishonok, woonachtig in Boston, schreef een prachtige Russische familie-kroniek in twee delen. Over deel één (Zhili-byli starik so staroechoi - Er leefden eens een oude man en een oude vrouw) schreef ik onlangs al een stukje. Aan het einde van het boek nam ik afscheid van de kleine Lelka en dacht: zij wordt vast de hoofdpersoon van deel 2. Maar in dat tweede deel (Protiv tsjasovoi strelki – Tegen de wijzers van de klok in) staat het leven centraal van Lelka’s grootmoeder, Irina.

Irina is de oudste dochter van de ‘oude man en de oude vrouw’ uit deel 1. En zo leven we, vanuit een ander perspectief, nogmaals mee met de familie van Oud-Gelovigen in Riga en maken we opnieuw een tocht door de twintigste eeuw, die voor Russische families (en voor Russische vrouwen in het bijzonder) weinig goeds bracht.

Irina’s man Kolja, lid van een communistische cel, wordt door een vrouw in de straat verraden en door de Duitsers in een nabijgelegen concentratiekamp vermoord. Irina wordt met haar twee kinderen geëvacueerd naar de Povolzje, waar ze zich maar net staande weet te houden temidden van de honger. Honger? Een Wolgaduitse vertelt over de echte hongersnood in het gebied, na de graanrekwisities door de communisten. “Besessen, - ze waren allemaal besessen: de hongerigen en de verzadigden. De onzen van de honger, en die anderen? Van boosaardigheid, maar ook besessen. Anders kon zoiets toch niet gebeuren?.. ”

Terug in Riga ontmoet Irina een vrouw die gezien heeft hoe Kolja met andere gevangenen door de straten richting concentratiekamp werd geschopt “Door de Duitsers? Nee, door mensen van ons”. Menig Let ontpopte zich tot trouwe helper van de bezetter, soms zo fanatiek dat die bezetter er zelf van stond te kijken. De vrouw vertelt hoe Kolja haar vroeg om een groet over te brengen aan Irina en hoe hij daarbij had geglimlacht. En Irina bedenkt: “Eén buurvrouw had haar Kolja’s glimlach overgebracht, een ander had ervoor gezorgd dat hij nooit meer zou glimlachen.” Had ze de verraadster wel eens aangesproken? Nee, zegt Irina, tot onbegrip van haar kinderen. “Ik ben opgehouden haar te groeten.”

Na zulke regels zou je willen dat Irina dan toch tenminste binnen de muren van haar eigen woning enige rust zou vinden. Maar het beperkte aantal vierkante meters en een vijandige inwonende schoondochter maken ook dat ‘kleine’ leven regelmatig tot een beproeving. Vooral kleindochter Lelka zorgt voor troost, maar – het gaat te ver om hier alle details te vertellen - die wordt na intriges van Irina’s eigen dochter (Lelka’s moeder) onttrokken aan grootmoeders gezag. Een aantal jaren later meldt Lelka zich weer bij grootmoeder Irina met de mededeling: “Ik kom weer bij jou wonen”. Haar stiefvader heeft losse handjes.

Op de laatste pagina’s werd mijn vermoeden bewaarheid: Lelka is Elena Katishonok. Of laat ik het voorzichtiger zeggen: Elena heeft Irina goed gekend. Heeft Elena alles uit beide delen van de kroniek gehoord van eigen verwanten en vooral van Irina? Of heeft ze verhalen uit meerdere families samengesmeed tot één verhaal? Ik zou het haar graag eens vragen.

(Een Nederlandse vertaling? Dat zal er wel niet van komen, ik ben nog niet eens een Engelse of Duitse tegengekomen. Een Russisch fragment uit deel 1 kunt u hier vinden. Daar staat trouwens dat alle personages ontsproten zijn aan de verbeelding van de auteur. Die waarschuwing ontbreekt in mijn boekversie).

Update: Inmiddels ontmoette ik Elena Katishonok in Amsterdam. Een verslagje daarvan vindt u hier

 

Bloemen voor FC Twente - FC Zenit, van de vrouwen en kinderen van Sint-Petersburg.

(Eerste publicatie: 9-3-2011)

Een mooie traditie, kom daar eens om in ons kille Westen. Op de dag dat FC Zenit een uitwedstrijd speelt, komen de vrouwen en de kinderen van Sint-Petersburg naar het Huis van Zenit aan de Nevski Prospekt en leggen bloemen neer in het kozijn. Meestal een uurtje voor de wedstrijd, al luistert dat niet zo nauw.

Waarom daar geen mannen bij zijn, weet ik niet. Dat is zo gegroeid. Misschien omdat zij op dat tijdstip al voor de tv behoren te zitten? Hoe dan ook, mannen zijn hier niet gewenst, ze brengen maar ongeluk.

Niet dat de bloemen geluk moeten brengen. Er wordt hier geen offer gebracht om de goden gunstig te stemmen. De simpele ceremonie is bedoeld als teken van solidariteit. De vrouwen en kinderen van Sint-Petersburg tonen hun verbondenheid met hun club, met de spelers in het Neva-blauw. Zoals afgelopen weekeinde, toen deze foto werd genomen, kort voor de met 1-0 gewonnen wedstrijd om de Supercup tegen TsSKA Moskou.

Ook morgen zullen er weer bloemen gelegd worden, vroeg in de avond, rond een uur of zes lokale tijd. In het verre Enschede treden onze jongens een uurtje later aan tegen FC Twente. Onze jongens, daar in het verre Nederland, weten het, van die bloemen. Kijk naar hun blik wanneer ze in de Grolsch Veste het veld betreden en weet: ze doen het voor de vrouwen en kinderen van Sint-Petersburg.

(Het kan trouwens ook zijn dat de foto boven een paar weken eerder is genomen, op 27 januari, de dag waarop in 1943 een einde kwam aan de Duitse belegering van Leningrad. En dat die bloemen eigenlijk bij dat eenvoudige gedenkteken – links op de foto - worden gelegd. Ik haal de laatste tijd wel eens wat dingen door elkaar.)

Bloemen voor Stalin en Sasja loopt naar Moskou

(Eerste publicatie: 8-3-2011)

Afgelopen zaterdag was het 58 jaar geleden dat Stalin overleed. In Moskou vereerde een vrij grote groep eencelligen zijn graf met een bezoek. Deze vrij duistere lieden konden rustig hun gang gaan, de lokale autoriteiten hadden – heel voorkomend - het Rode Plein zolang afgesloten voor het overige publiek.

En gisteren kwam ik dit liedje tegen van een groep met de wat lastig uit te spreken naam Nesjtsjastny sloetsjaj:

br />


Sjla Sasja po sjasse (Sasja liep over de verkeersweg). Het gaat over het meisje Sasja, dat op weg is naar Moskou. Ze loopt over de provinciale wegen en van wat ze daar ziet, word je niet vrolijk. Ingestorte huizen en kapotte tractors, alsof de oorlog nog maar net is afgelopen. Walmende schoorstenen, kazernes en aftandse mijnen in afgelegen streken waar eens in de drie dagen nog eens een busje voorbijkomt. Sasja is niet zo maar op weg naar Moskou, ze heeft verzoeken bij zich van haar familie voor vadertje tsaar en de bojaren in de regering.

“Niet huilen, mijn land
Blijf hopen, mijn volk
Ik geloof
Dat ze ooit aan zal komen.”

En dan zal de Tsaar wakker schrikken, de Machthebbers zullen zich verslikken en zij zullen het volk gewoon land en geld cadeau doen. En dan komt de zon van de Liefde op en iedereen zal lachen. “Want het kan toch niet zo zijn, dat Sasja voor niets over de weg is gelopen?”

Wranger is het nauwelijks onder woorden te brengen, de eeuwenoude Russische neiging om maar te hopen op de goede tsaar in het verre Moskou. Die hoop kan bij sommigen zo onuitroeibaar zijn, dat ze naar Moskou komen met bloemen voor zo’n tsaar die al jaren geleden is overleden. Niks geen kapotte tractors, meneer, en de treinen reden op tijd! En hij wist wel raad met lui die het waagden om dit soort verontrustende liedjes te schrijven.

Beelden teruggevonden van jonge Franz! Ook met Schubert.

(Eerste publicatie: 6-3-2011)

Er zijn unieke beelden opgedoken van toen poes Franz nog jong was!

Eerst nog even de oude Franz. Ik liet hem al eerder zien (hier), maar tegen een tweede vertoning zal niemand bezwaar maken. Bovendien, er zijn sindsdien ook lezers en lezeressen bijgekomen die Franz nog helemaal niet kennen. Mag ik u (opnieuw) voorstellen, Franz!




“Het leven van Franz op Schubert”, zo heet het filmpje. (In het Russische zeg je trouwens: het leven van Franz onder Schubert.) En laat ik nou plots, diep in de stoffige archieven van youtube, tegen het volgende filmpje oplopen: “Het leven van Franz op Schubert – 2. Prequel”. Blijken er opnamen te bestaan van Franz als kleuter!