Met de trein naar Leiden (2011) - met de tram door Leningrad (1973). Плывет моя сороковка по городу.

(Eerste publicatie: 13-7-2011)

Wij van het weblog Rusland veraf en nabij gaan even de batterijen opladen. De komende twee weken zijn wij een deel van de dag te vinden op de Leiden Summer School in Languages and Linguistics voor een Masterclass Active Russian. Geen idee hoe of wat, en met wie, maar kwaad kan het nooit.

Misschien dat er tussen de bedrijven door nog een enkel stukje op dit blog zal verschijnen, maar de kans daarop is niet groot. Eind van de maand pakken we de draad weer op.

Verveelt u zich tijdens deze blogstilte en houdt u van Sint-Petersburg, dan brengen onderstaande filmpjes mogelijk nog enige verstrooiing. Inhoudelijk niet echt boeiend, maar wel mooie zwart-wit beelden van Leningrad in 1973. De vrouwelijke trambestuurder is van de remise op het Vasili Eiland waar ik eerder een stukje over schreef. “Плывет моя сороковка по городу”.


Francis Spufford: Red plenty. Over hoop, desillusie en de planeconomie van de USSR.

(Eerste publicatie: 10-7-2011)

Voor me, opgedoken uit een stofmap, ligt een repetitie aardrijkskunde van mij uit de vijfde klas van de middelbare school. Bovenaan staat: januari 1974. De eerste vraag die ik moest beantwoorden, luidde: Wat versta je onder planeconomie in de USSR?

Wist ik veel dat ik die planeconomie nog heel vaak van dichtbij zou gaan meemaken? Dat ik de rijen zou zien, de slecht bevoorrade winkels, de fartsovsjtsjiki (zwarthandelaren), de betekenis van blat (connecties) en defitsit (schaars goed) zou gaan begrijpen? En ik kon in 1974 al helemaal niet vermoeden dat zo’n vraag ooit nog eens over het verleden zouden gaan. De planeconomie van de USSR kom je alleen nog tegen in boeken - en in de verhalen van  de wat oudere Ruslandganger.

Een boeiend boek over de planeconomie is Red plenty van de Engelsman Francis Spufford, waarvan onlangs een Nederlandse vertaling verscheen (De rode belofte). De ondertitel van de Engelse versie luidt: Inside the fifties’ Soviet dream. Dat is een beetje misleidend, het boek speelt zich voor een groot deel  af in de vroege jaren zestig.

Het is dan al duidelijk voor de beter geïnformeerden in de USSR (en in 1974 is het dat ook voor een middelbare scholier in Vlaardingen), dat de planeconomie tegen haar grenzen is opgelopen. De vijfjarenplannen, geschikt om een economie in ijltempo vanaf de grond op te bouwen, zijn niet wendbaar genoeg voor een volgend stadium. De groei hapert, stagnatie dreigt.

Spuffords Red plenty is een boeiende mengeling van feit en fictie. This is not a novel, it has too much to explain to be one of those, luidt de eerste zin. Tal van personages – historische en verzonnen - voert Spufford op, die elk een eigen rol spelen op het economisch toneel. De hoge ambtenaar van Gosplan, de fabrieksdirecteur, de tolkatsj (die voor fabrieken dingen ritselt buiten het plan om), hoge politici, partijfunctionarissen en vooral: enkele jonge, enthousiaste  economen die denken dat zij de economie kunnen hervormen. Zij vestigen hun hoop op de wiskundige modellen van Leonid Kantorovich (1912-1986, ook hij wordt opgevoerd). De planeconomie wordt geremd door bureaucratisch vastgestelde prijzen, computers moeten gaan zorgen voor reële prijzen.

 

De hervormers lopen tegen een muur op. Verhoogde voedselprijzen hebben in 1962 in Novotsjerkassk geleid tot bloedige rellen (Spufford beschrijft ze gedetailleerd), de politici zijn bang voor experimenten. Stabiliteit is het toverwoord. In een gesprek met politburo-lid Kosygin begrijpt een van de economen dat de ambitieuze plannen worden begraven. De hervormingen die er komen (de Kosygin-hervormingen van 1965) zijn kosmetisch. De economie hobbelt nog een tijdje door, de economen haken gedesillusioneerd af.

Spufford legt in zijn boek inderdaad veel uit. Zijn verhandelingen over de wiskundige modellen van Kantorovitsj heb ik bedachtzaam knikkend tot mij genomen. Soms is het wat geforceerd. Een van de economen gaat kennismaken met zijn aanstaande schoonouders op het platteland. Over de lege dorpswinkel zegt hij hun verbaasd: “I don’t see how it can possibly absorbe your income!” Zeer sterk zijn de hoofdstukken over de dagelijks gang van zaken op een fabriek, bij Gosplan en over de tolkatsj. Die zou je apart kunnen uitgeven onder de titel Planeconomie voor dummies. Opgemerkt zij nog (niet goed voor mijn beroepstrots): Stufford spreekt geen woord Russisch. En dan met zó’n boek komen…

Ik heb hier trouwens nog het antwoord dat ik in januari 1974 gaf op de vraag Wat versta je onder planeconomie in de USSR.:

Na de Russische Revolutie lag door ondoordachte handelingen van het nieuwe regime de industrie plat. M.b.v. gerichte 5-jarenplannen heeft men de Russische economie weer gezond kunnen maken. Men produceert dus niet zo maar, maar men krijgt regels van bovenaf opgelegd waaraan men zich dient te houden. De laatste jaren zijn deze planningen wat soepeler gemaakt (liberalisatie) omdat het allemaal té ingewikkeld werd en er moeilijkheden ontstonden.

Wat me hierbij vooral opvalt: geen enkele spelfout. Kom daar eens om, tegenwoordig.

Recensie van Red plenty hier en hier.
Hier een site gewijd aan Red plenty

De Russische dienstplicht roept – nu ook op tv. En: de tien populairste kwalen om uit het leger te blijven.

(Eerste publicatie: 8-7-2011)

Nog een week, dan is in Rusland de voorjaarsrecrutering weer voorbij. Tot 15 juli kunnen jongens die de dienstplichtige leeftijd hebben bereikt, een oproep verwachten van het lokale recruteringsbureau. Lang niet iedereen zit daar op te wachten.

De dienstplicht ontduiken is in Rusland bijna een nationale sport. Reden voor het leger om er een tv-spotje tegenaan te gooien. Daarin zien we een moeder, die op zelfverzekerde toon laat weten dat ze het toch echt zonder háár zoon zullen moeten doen. Het leger in? “Dan verliest hij een jaar! Wat koopt hij daarvoor? Hij is voor andere dingen geschapen.” Dan klinkt een gebiedende macho-stem: “Kruip onder je moeders rok vandaan. De verdediging van het vaderland is de plicht en taak van een burger van de Russische Federatie”. De laatste zin komt uit de Russische grondwet.


Over dit filmpje twee dingen. Ten eerste: die moeder is uitstekend gecast. Haar zoontje uit het leger houden, dat kan je haar wel toevertrouwen. Ze heeft – ze straalt het uit – een talent dat in het van smeergeld vergeven Rusland onbetaalbaar is: ze weet precies wanneer, aan wie en hoeveel. (Zo’n vier- à vijfduizend euro als je de juiste persoon binnen het leger rechtstreeks betaalt, zo’n duizend euro minder, als je van een welwillende arts een ‘bevrijdende’ diagnose koopt.)

Ten tweede: ik zou wel eens willen weten of zo filmpje effect heeft. In Nederland zou het vooral op de lachspieren werken, maar in Rusland? De gedachte dat je als echte vent gewoon het leger in moet, is wijdverspreid, de gedachte dat je het leger moet mijden als de pest, eveneens. Misschien worden er toch nog jongens (en ouders) door over de streep getrokken? Hieronder een boze reactie op het filmpje. Degene die dat op het net zette, gaat zeker het leger niet in:

“Dima ontwerpt computergames en verdient 60.000 roebel, betaalt belasting, helpt zijn moeder en gezin die hij als zijn vaderland beschouwt. Petka daarentegen voert in het leger geen flikker uit, maakt de plee schoon, oudere soldaten slaan ‘m met stokken voor z’n reet, gisteren hebben Kaukasiërs in zijn woning ingebroken, ze hebben z’n moeder en zus verkracht, maar Petka weet van niks, hij is zijn plicht voor het vaderland aan het vervullen.”

Ik kwam ook nog een lijstje tegen van de tien meest gebruikte diagnoses om de dienstplicht te ontlopen:

ruggegraatsverkromming
platvoete
osteochondrose
astma
maagzweer
alvleesklierontsteking
persoonlijkheidsstoornis
hoge bloeddruk
hartklachten
nierverzakking

Cursus Russisch, les 10: nogmaals vloeken en schelden. Чë там с деньгами?

(Eerste publicatie: 5-7-2011)

Cursisten! Het is alweer enige tijd geleden dat wij ons bogen over vloeken en schelden in het Russisch, en met de vakantie voor de deur (u gaat toch ook weer naar Rusland?) kan het helemaal geen kwaad om uw kennis weer eens op te frissen.

Ik heb daartoe gekozen voor een pittige dialoog tussen Dmitri Anatoljevitsj Medvedev en Vladimir Vladimirovitsj Poetin. Leer een paar van de zinnetjes uit uw hoofd en u vindt op de voetbaltribune onmiddellijk aansluiting bij uw omgeving.

Erg mooi vind ik de manier waarop het eenvoudige woordje что? (wat?) wordt omgezet in чë? (onvertaalbaar). Dat is geen vloek, maar beslist ook goed inzetbaar op de lange zij. (Achter de doelen kunt u beter nog even niet gaan staan, dat zijn de plekken voor de echt vergevorderden.)

Krijgsgevangenen in een Moskous stadion. USSR - West-Duitsland, 1955. Deel 2.

(Eerste publicatie: 28-06-2001)

Het was een vriendschappelijke wedstrijd, maar het is misschien wel het zwaarst beladen voetbalduel uit de geschiedenis: de Unie van Socialistische Sovjet Republieken tegen de Bondsrepubliek Duitsland, op 19 augustus 1955 in het Moskouse Dinamo Stadion.

De Tweede Wereldoorlog is nog maar tien jaar voorbij, beide landen hebben nog geen diplomatieke betrekkingen, nog altijd zitten zo’n tienduizend Duitse krijgsgevangenen vast in Rusland. Bij het Dinamo stadion is een filiaal ondergebracht van het Kriegsgefangenlager 27, dat zijn hoofdvestiging heeft in Krasnogorsk, ten noorden van Moskou.

De wedstrijd is een initiatief van de Russen. Een delegatie van Spartak Moskou, voor een aantal duels in West-Europa, had in mei 1955 een uitnodiging afgegeven bij de Duitse ambassade in Parijs.

Het is erg warm, die 21ste augustus. De sfeer in het uitverkochte stadion is vriendelijk, de Duitse spelers werpen bloemen het publiek in. West-Duitsland, dat een jaar eerder wereldkampioen was geworden, verliest met 3-2. Op de foto beneden zien we aanvoerder Fritz Walter (zelf krijgsgevangen geweest, maar al in 1945 teruggekeerd in Duitsland) en zijn Russische collega Igor Netto vaantjes uitwisselen. 

Uit Duitsland waren 1.500 supporters per trein naar Moskou gekomen. Zaten de krijgsgevangenen van het Dinamo-filiaal ook op de tribune? Ik kan het me niet voorstellen. Duitse krijgsgevangenen luisterden in elk geval wel mee naar het radioverslag, zoals ene Horst Schüler, in het dorpje Revda in de Oeral. Hij herinnert zich:

"Als die deutsche Nationalhymne erklang, haben viele erstmal Rotz und Wasser geheult. Nicht, dass Sie glauben, da wären irgendwelche nationalistischen Regungen hochgekommen. Nein, das war einfach die Heimat in Musikform. Und man darf ja nicht vergessen, dass die Kriegsgefangenen zehn und mehr Jahre in Haft gesessen hatten."

Dat West-Duitsland verloor, nou ja. "Das war nicht so wichtig. Uns galt das Spiel vor allem als Omen, als Vorzeichen. Man hatte so eine Ahnung, dass es nicht mehr lange dauern kann, bis wir nun endlich entlassen werden."

Enkele weken later brengt bondskanselier Adenauer een bezoek aan Moskou. De diplomatieke betrekkingen worden hersteld en nog voor het einde van het jaar zijn de laatste krijgsgevangenen terug in Duitsland.

Hier deel 1.

Krijgsgevangenen in een Moskous stadion. USSR – West-Duitsland, 1955. Deel 1.

(Eerste publicatie: 25-06-2011)

Bovenstaande foto is gemaakt op 11 oktober 1946. Duitse krijgsgevangenen hebben het veld van Dinamo Moskou sneeuwvrij gemaakt voor de wedstrijd tegen Dinamo Tbilisi. En je ziet ze denken: we zitten natuurlijk liever thuis in de Heimat, maar het had een stuk slechter gekund! We hebben a: de oorlog overleefd en b: een kamp boven de poolcirkel had ook gekund.

Het stadion van Dinamo was tijdens en na de oorlog een filiaal van het Kriegsgefangenenlager No.27 in Krasnogorsk, ten noorden van Moskou. Kamp 27 bestond negen jaar en kreeg in totaal zo’n 50.000 gevangenen binnen de poorten. Net als alle andere krijgsgevangenen in de USSR werden zij ingezet als arbeidskrachten in bijna alle onderdelen van de economie. (Door Duitsers gebouwde huizen, in Sint-Petersburg bijvoorbeeld, herken je nu nog meteen.)

Het kampfiliaal bij het Moskouse Dinamo Stadion telde zo’n driehonderd man. Ze moesten het stadion onderhouden en zullen daarnaast ook elders in de stad zijn ingezet. Het stadion diende ook als een van de verzamelpunten voor de tienduizenden gevangenen die op 17 juli 1944 door de stad moesten paraderen. Ze werden van her en der aangevoerd en na afloop weer op transport gezet naar de diverse kampen. Onderstaande foto is gemaakt door een toeschouwer, en daaronder staat een ‘officieel’ filmverslag. Let aan het slot op de tankwagens met water die, zeer symbolisch, de straten schoonspuiten. (De verzamelplaats aan het begin van het filmverslag is niet het Dinamo stadion, maar de Moskouse paardenrenbaan.)



Hier deel 2

Natalja Kljoetsjarjova – Het Gekkendorp. Weer een mooi boek over het Russische platteland.

(Eerste publicatie: 22-6-2011)


Alweer een mooi boek dat zich afspeelt op het Russisch platteland: Деревня Дураков/ Derevnja Doerakov – Het Gekkendorp van Natalja Kljoetsjarjova. En het begint nu toch wel op te vallen: bijna alle Russische fictie die ik de afgelopen – pak ‘m beet – twee jaar de moeite waard vond en iedereen aanbeveel, speelt zich af in een dorp. Hoe komt dat toch?

Verschijnen er in Rusland meer romans over dorpelingen dan over stedelingen? Ik geloof er niks van. Krijg ik toevallig meer dorpsliteratuur in handen? Zou kunnen. Of is het gewoon een kwestie van smaak? Mijn favoriete schrijvers uit de Sovjetunie (Vasili Sjoeksjin en Fazil Iskander) schreven ook al voornamelijk over dorpen en dorpjes, daar lijkt het dus wel een beetje op. Dat ik als stadsmens onbewust naar het onbedorven platteland haak. Wat voor het Russische platteland eigenlijk weer niet opgaat, want dat is nu juist behoorlijk bedorven, de afgelopen eeuw. 

Of vormt het Russische platteland zo’n diepe bron van inspiratie, liggen er zoveel thema’s, verhalen en personages voor het oprapen dat je als schrijver wel een hele grote kluns moet zijn wil je daar geen mooi boek van maken? Dat, en mijn eigen smaak, dat zal het wel zijn. 

In Derevnja Doerakov belandt de jonge historicus Mitja min of meer toevallig als onderwijzer in een dorpje dat – helaas een bekend fenomeen in Rusland – betere tijden heeft gekend. Het is zijn eerste baan en ook zijn eerste echte kennismaking met het platteland. De school wordt met sluiting bedreigt, buurvrouw Ljoebka drinkt zich dood en de oude Gavrilov geeft zijn dorpsgenoten aan in boze brieven aan de instanties. De tegenkrachten zijn de bejaarde Jefim en Serafima met hun prachtige tuin, priester Konstantin die de kerk probeert open te houden en de geestelijk gestoorden in het internaat een eind buiten het dorp. En daartussendoor lopen nog de leerlingen van Mitja, die hun weg nog moeten vinden. 

Mitja heeft zijn weg ook nog helemaal niet gevonden, maar beseft na een week opeens dat hij al een aantal dagen, opgeslokt door het schoolwerk en begaan met de dorpelingen, niet meer heeft nagedacht over een doel in het leven. Bij Jefim en Serafima vindt hij wijsheid, bij vader Konstantin, die zich ontfermt over het zoontje van Ljoebka, ziet hij praktisch mededogen. In het internaat, gerund door buitenlandse vrijwilligers en aan alle kanten tegengewerkt (het gaat uiteindelijk in vlammen op), krijgt hij een spiegel voorgehouden. 

Natalja Kloetsjarova

Natalja Kloetsjarova

Met zo’n geraamte kan een boek al snel vervallen in tegeltjeswijsheden. Kljoetsjarjova blijft daar verre van. Ze ontroert zonder sentimenteel te worden. Wat daarbij helpt, zijn de mooie zinnen die her en der oplichten. Puber Anzjelika is verliefd op Pasja, die haar natuurlijk niet ziet staan. “Haar hart ging zo tekeer, dat hoog in de lucht twee eksters uit de koers raakten, verontwaardigd krijsten en helemaal de andere kant op vlogen.” 

Het Gekkendorp telt maar 175 pagina’s. Mijn uitgave bevat ook nog een aantal journalistieke verhalen over het platteland rond Perm en Kostroma. Ook zeer de moeite waard, maar ik zie Kljoetsjarjova toch het liefst als schrijfster.

 

Emmer met Moeren: tram- en trolleybustaal van Sint-Petersburg

(Eerste publicatie: 20-6-2011)

Altijd al een ereronde willen maken? In Sint-Petersburg kan het, en het is niet duur. U gaat naar het noorden van de stad en neemt daar tram 22. Als u op het juiste moment overstapt op tram 17, maakt u in korte tijd een rondje over de Prospekt van Cultuur, de Prospekt van Onderricht, de Prospekt Friedrich Engels en de Prospekt Loenatsjarski. In omgekeerde richting kan ook. Vanwege de eerbiedwaardige straatnamen (Loenatsjarski was Volkscommissaris van Onderwijs), wordt deze tramroute in de volksmond ook wel de Ereronde genoemd.

Na de Ereronde kunt op de Prospekt Loenatsjarski tram 57 nemen. U rijdt dan op de Vuilnisexpress. Die dankt zijn naam aan het eindpunt op de Loenatsjarski Prospekt, dat, in schril contrast met de Ereronde, de Vuilnisbelt wordt genoemd.

Een uitgebreide lijst met tram- en trolleybustaal in Sint-Petersburg vindt u hier. Natuurlijk zijn er koosnaampjes voor diverse tramtypes, zoals het Amerikaantje, de Sprinkhaan en de Blend-a-med. Dan heb je nog de Spring-in-‘t-veld (Попрыгунчик, een wagon die om de haverklap uit de rails loopt), de Kopeke (de trams van lijn 1) en de Emmer met Moeren (Ведро с гайками, een wagon van het type LM-99, die erg veel lawaai maakt).

Nog eentje dan: het werkwoord кольцеваться. Dat doet een tram die op het eindpunt een draai maakt. Ook aardig: Попрошайка (Bedelares, oftewel: de conductrice). En dan natuurlijk ook: Попрошайкина печка: het kacheltje bij de stoel van de conductrice. En met zo veel taalkundig vermaak ben je voor je het weet bij de Finish, oftewel: bij het Finlandstation.

Overigens maken tram en trolley in Sint-Petersburg moeilijke tijden door. De lokale overheid, die de stad zo graag wil opstoten in de vaart der volkeren, vindt het maar lastig, al dat elektrisch aangestuurd spul. Vooral het aantal wagons en tramlijnen neemt af. Liefhebbers van de tram en beschermers van de oude stad strijden voor het behoud van de remise op het Vasili Eiland.

Die functioneert al enkele jaren niet meer als remise, maar herbergt nog wel een trammuseum. Drie van de zes hangars hebben de status van regionaal monument. Er is een aanvraag ingediend om het gehele complex de status van federaal monument te verschaffen. Het is de vraag of die status er komt en of dat dan nog op tijd is om de remise te redden. De slopers lopen zich warm, er moet een tv- en filmcentrum komen met een hotel, een businesscentrum en ander winstgevend goed. Ik ben er vaak langsgelopen, langs de remise. Volgende keer moet ik ook maar eens naar binnengaan. Zo lang het nog kan. Voor je het weet heb je dit voor je neus:

Over de strijd voor het behoud van de remise leest u hier meer (Engels).

Oleg Mitjajev - Zondag

(Eerste publicatie: 14-6-2011)




Он сойдeт на безлюдный перон,
Hа прощанье кивнув проводнице.
Оживятся вокзальные птицы,
По походке узнав - это он. Сколько раз через этот вокзал
Он опять к суете возвращался,
Сколько раз там же шумно прощался
И в вечерних огнях отбывал. Hо сегодня никто нас не ждeт,
В лужах лeд, и пока не светает,
И никто на планете не знает
Где он нынче гостит и живeт. В стылой бане затопим мы печь
И, болтая, налепим пельмени,
И Земля свою скорость изменит,
Hе давая собятиям течь. Из окна - лес, за лесом - поле, Падает снег на озeрную гладь, И еле слышен звон колоколен, И воскресенье, и благодать. И от белых берeзовых дров
Станет каменка жаром томиться,
И попробуй поверь, что не снится мне
Спокойная вязь его слов. Как же вышло, что не довелось,
Мы ни разу вот так не сидели,
И не пили, и песен не пели,
Hо сегодня всe вдруг удалось. И подойдут наши пельмени, Он всe расспросит - кто, да чего. А со двора стылая темень Будет глядеть в наше окно. И, прощаясь, он двери толкнeт,
Разомлевши от пара и водки,
И пойдeт потихонечку к лодке,
И домой между звeзд поплывeт. А я останусь стоять на ветру,
Босиком, в белоснежном исподнем,
Я поехал бы с ним хоть сегодня,
Hо, наверно, пока не могу. Вот и всe, а кому рассказать -
Как в психушке примерить рубашку.
Два стакана и дверь нараспашку
И опять воскресенья ждать. Из окна - лес, за лесом - поле, Падает снег на озeрную гладь, И еле слышен звон колоколен, И воскресенье, и благодать.