sovjetunie

Lenin en zoete Hollandse meisjes - de geschiedenis van de USSR aan de hand van snoeppapiertjes - 1

Lenin en zoete Hollandse meisjes - de geschiedenis van de USSR aan de hand van snoeppapiertjes - 1

Het moet mogelijk zijn: een geschiedschrijving van de vooroorlogse Sovjetunie aan de hand van snoeppapiertjes. De collectivisatie van het platteland, de mechanisatie van de landbouw, de industrialisatie, de pioniertjes, de Komsomol, de politieke leiders, de buitenlandse betrekkingen – het komt allemaal voorbij op de wikkeltjes die menig kinderhand haastig zal hebben verwijderd.

Ik stuitte op een groot aantal snoeppapiertjes en maakte een selectie. Ik heb ze gegroepeerd rond een paar thema’s. Lastig was, dat jaartallen ontbraken, waardoor de chronologie niet altijd zal kloppen. In elk geval lijken me de eerste snoepjes hieronder de oudste. De papiertjes zijn kleine propaganda-postertjes, met een politieke en educatieve boodschap.   

Read More

Jessica Gorters documentaire Red Soul: hoe Stalin de Russische samenleving in tweeën splijt

--------------------

Elizaveta Delibasj. Haar beide ouders kregen de kogel.

-----------------

Twee zussen op leeftijd staan langs een zomers-stoffige weg in Severodvinsk, een stad aan de Noordelijke IJszee, niet ver van Archangelsk. Ze kijken naar het langsrijdende verkeer. Zo’n zeventig jaar geleden stonden ze op dezelfde plek en keken ze naar de gevangenen die hier elke dag langskwamen, op weg naar hun werk. De zussen hoopten een glimp op te vangen van hun moeder, van wie ze vermoedden dat die zich tussen de gevangenen bevond. Ze hebben haar daar nooit gezien. Hun moeder kwam uiteindelijk wel weer thuis, nadat ze onder Stalin tien jaar onschuldig achter prikkeldraad had doorgebracht.

Het zomerse tafereel in Severodvinsk is een scène uit Red Soul, de documentaire van Jessica Gorter die dit weekeinde op het IDFA in Amsterdam in première ging. Gorter maakte zes jaar geleden veel indruk met haar film 900 dagen, over het beleg van Leningrad. Ze won er in 2011 op IDFA de prijs mee voor de beste Nederlandse inzending.

Centraal in de film staat Stalin, of beter gezegd: het beeld dat Russen, jong en oud, vandaag de dag hebben van de man die in het Westen gezien wordt als één van de grootste schurken van de vorige eeuw. Hoe kan het dat Stalin in Rusland de afgelopen jaren zo’n enorme comeback heeft gemaakt en inmiddels door velen wordt gezien als de grootste held uit de geschiedenis van Rusland en de Sovjetunie? Nadat hij toch in de jaren tachtig, toen veel archieven opengingen en het land overspoeld werd met lang verzwegen feiten en details over de in zijn naam verrichte gruweldaden, voorgoed leek te zijn weggezet als schurk?

In haar zoektocht naar een antwoord volgt Gorter een eenvoudig procedé. Afwisselend laat ze, zonder commentaar te geven, verdedigers van Stalin en nabestaanden van slachtoffers aan het woord. Ze volgt de nabestaanden (zoals de twee zussen in Severodvinsk) naar de plekken waar familieleden gevangen zaten, zijn geëxecuteerd of begraven liggen. Dat levert indringende beelden op. Van de moeder bijvoorbeeld die beide ouders verloor en nu met haar dochter door het bos loopt waar gevangenen in massagraven belandden. Op de bomen zijn bordjes met foto’s en namen aangebracht, als wrang surrogaat voor een echt graf. Op de terugreis in de trein voeren ze een moeizaam gesprek met twee jonge coupé-genoten. De ontzetting is bij de moeder van het gezicht te scheppen, wanneer ze beseft zij haar beeld van Stalin nooit zal kunnen overbrengen op die twee intelligent ogende jongeren tegenover haar.
 


Die enorme kloof tussen voor- en tegenstanders, tussen bewieroking en afkeer, loopt als een rode draad door de film. De Stalin-aanhanger die het meest aan het woord komt, is een man van midden veertig die zijn zoon aan drugs ten onder heeft zien gaan. Hij legt de schuld daarvan niet bij zichzelf, maar bij de chaos die de ‘democratie’ na het uiteenvallen van de USSR over Rusland heeft uitgestort. Zijn oude vader haalt er een tweede, bij Russen ook vaak te horen thema bij: de teloorgang van en de heimwee naar het Sovjet-rijk. In mijn tijd kon je nog eens een beetje rondkijken in de wereld, legt hij uit: “Wij hadden de Baltische republieken.” Het zijn vooral die twee factoren – de chaos van de jaren negentig en de hang naar het geïmplodeerde rijk – die de populariteit van Stalin voeden.

En tussen dat alles door komt in Red Soul een historicus uit Sint-Petersburg aan het woord die tegen de stroom in zijn best blijft doen om de Stalin-terreur vast te leggen in documenten. Hij vormt het cement van de film en zijn werk zou het cement moeten zijn voor het ingewikkelde bouwwerk dat geschiedschrijving heet. Veel geld is er niet voor beschikbaar, getuige zijn nogal armzalige werkplek. Het is opvallend hoe de man zijn kalmte bewaard, wanneer hij tegenover nogal verhitte Stalin-adepten komt te staan. Wie weet lukt het vasthoudende historici zoals hij om de kloof in de Russische samenleving, waar het de recente geschiedenis betreft, enigszins te overbruggen. Red Soul – en dat is de belangrijkste verdienste van de film – laat messcherp zien dat de vooruitzichten daarop niet erg hoopgevend zijn.
 

‘Liefde is aardappelen’ – de kleine Sovjet-mens in een houten huis. Een adembenemende film van Aliona van der Horst.

----------------

Aliona met haar tante Liza

Aliona met haar tante Liza

Waar te beginnen, nadat je de film Liefde is aardappelen van Aliona van der Horst hebt gezien … Ga ernaartoe, neem iemand mee en drink na afloop een stevige borrel.

Van der Horst, een Amsterdamse met een Russische moeder en een Nederlandse vader, reist af naar het dorpje onder Moskou waar haar moeder samen met vijf zussen opgroeide. Er moet een erfenis worden verdeeld: geen geld of dure spullen, maar het oude, houten huis, waar Aliona’s grootmoeder haar zes dochters moest zien groot te brengen – onder Stalin, tijdens de oorlog en tijdens de zeer zware jaren daarna, met als extra kwelling een drinkende man die wat haar betreft wel had mogen doodvriezen.

Als er voor iemand in Rusland een standbeeld moet worden opgericht – de woorden zijn van Marius Broekmeyer – dan voor de Russische plattelandsvrouw in de jaren veertig en vijftig. Van der Horst heeft met Liefde is aardappelen – laat u niet misleiden door de wat frivole titel – een standbeeld opgericht.

Aliona's grootmoeder

Het begint luchtig genoeg. Aliona en een neef en nicht zijn tussen een hoop troep op zoek naar een papiertje. Je denkt: anders kan die erfenis niet geregeld worden. Maar nee, het is een bonnetje van het klooster. Dat moet gevonden worden, anders wordt er daar niet gebeden voor de zielerust van de net overleden tante Ljoeba – één van de zussen van Aliona’s moeder.

Maar dan gaat Aliona echt op zoek. Hoe was het leven van haar moeder en vijf tantes? Daar in dat huis waar zij nu een zesde deel van erft? In de jaren dertig, veertig, vijftig van de vorige eeuw, toen terreur, oorlog en honger een zwaar stempel drukten op ieder individu, tegen een achtergrond van oorverdovende propaganda over de richting stralende toekomst opmarcherende massa? En is er een antwoord op de vraag waarom Aliona’s moeder uit de Sovjetunie vertrok? Was het uit liefde? Was het een vlucht?

De zes zussen. Aliona's moeder Zoja in het midden.

Voorzichtig schrapend probeert Van der Horst een beeld te krijgen. Diep graven kan niet, er liggen, zo wordt al snel duidelijk, te veel beschadigde zielen onder de oppervlakte. Een belangrijke bron zijn brieven die Aliona’s moeder stuurde uit Nederland aan haar zus Ljoeba, en haar memoires. Over de tijd toen vrouwen in de graanvelden van honger stierven. Toen de mannen naar het front waren. Hoe hun moeder - vooral zij verdient het standbeeld - op de kolchoz door de brigadier naar het werk werd gestuurd, terwijl haar zoontje van zes maanden op sterven lag. Hoe hun moeder zelfmoord overwoog, want in het weeshuis zou er voor de kinderen tenminste te eten zijn. En overal en altijd weer die angst – arrestatie en kamp waren nooit ver weg.

De enige met wie Van der Horst nog kan praten, is tante Liza van 90. Die houdt voor de camera blijmoedig vol dat het leven normaal was, dat er eigenlijk niks ergs gebeurde en dat Stalin nou eenmaal al dat graan nodig had voor het leger. Een andere tante, aan de telefoon, weigert te praten. “Aliona, ga nou geen dingen uit me trekken. Je spreekt wel Russisch, maar je bent toch buitenlander. Iemand met een volle maag begrijpt de hongerige niet.” Zoals ook Aliona’s moeder Zoja schreef in een brief aan zus Ljoeba: “Onze kinderen, ze begrijpen niet wat wij hebben meegemaakt.”

Aliona graaft voorzichtig en liefdevol, bijna op de tast, in het besef dat ze, ondanks de familieband, een buitenstaander is. De angst die de generatie van haar moeder heeft beschadigd, kent ze (opgegroeid in Nederland) niet. Is in Rusland die angst doorgegeven? Ljoeba’s dochter Tanja (Aliona’s nicht): “Ik leef er nog elke dag mee. Het gevoel dat je in dit land niemand bent.” Aan het einde van de film streelt Tanja de buitenkant van het houten huis, in tranen.    

En Zoja, Aliona’s moeder? Zij was de jaren voor haar dood grotendeels verlamd en kon niet meer praten. Ze had vroeger een woede in zich die haar dochter af en toe over zich heen kreeg. Een oude buurvrouw vertelt dat Zoja altijd een aparte was. “Alsof ze uit een andere familie kwam. Zoja haatte haar vader, vanwege die drank. Voor hem is ze gevlucht. Wanneer ze op bezoek kwam, logeerde ze ook nooit meer in het huis.”

Aliona stuit op een doos met schoenen. En op nog een doos, en nóg een, en nóg een. Ze spreidt de schoenen uit op de vloer – een enorme hoeveelheid, versleten, afgetrapt, onbruikbaar. De zussen konden ze niet weggooien. Ze kónden het niet.          

 

De film is vanaf 12 oktober te zien in de bioscoop.

“Allang vinden ondeugende jochies geen patroonhulzen meer …” Brief uit 1967 van de jeugd van Pervomajsk in Oekraïne aan de jeugd van 2017.

-------------

----------------

NB. Ik werd er (gelukkig vrij snel) door Geert Groot Koerkamp op gewezen dat de stad in kwestie hier niet het Pervomajsk is dat zwaar is getroffen door de oorlog. Die stad ligt in de provincie Loegansk. De brief hieronder is geschreven door de Komsomol van Pervomajsk in de provincie Nikolajev, ook in Oekraïne. (Ik laat de brief staan – die blijft interessant genoeg – en ook de foto’s. Als een waarschuwing – vooral aan mezelf – dat een stad of dorp in de USSR met een naam als deze (Eerstemei) altijd wel ergens een naamgenoot had. En dat ik die prachtige atlas van de USSR uit 1983 hier niet voor niks heb liggen.)  

-------------

Het leek de Komsomol in het Oekraïense Pervomajsk in 1967 een prima idee om een bericht in te metselen gericht aan de lokale jeugd van 2017. De Sovjetunie bestond in 1967 vijftig jaar en wat zouden ze het in 2017, bij het honderdjarig bestaan, niet leuk vinden om iets te horen van hun voorgangers! Zou de gelukkige jeugd van 2017, levend in het communisme, het zich nog kunnen voorstellen? Een wereld waarin oorlog wordt gevoerd?

Ja, dat kan die jeugd van 2017 zich voorstellen, want in Pervomajsk ís het oorlog.  

Het is pijnlijke en bizarre leesstof. De bombast van het geloof der kameraden … Wie al van zijn geloof was gevallen, moet dit alles onverdraaglijk hol in de oren hebben geklonken. En de trouwe gelovigen … hoelang duurde het nog voordat zij hun idealen weggezet zagen bij het oud vuil? En dan die taal!   

Her en der in Sovjetunie zijn in 1967 vergelijke boodschappen ingemetseld. Verzamel ze, en je hebt een prima onderwerp voor een scriptie of een andersoortige verhandeling. De invalshoeken zijn legio.

----------

VERKLARING

Van de jongens en meisjes van de Komsomol-organisatie in de stad Pervomajsk in het jubileumjaar 1967 gericht aan de jeugd van 2017.

Aan de prachtige rivier Boeg staat een sprookjesachtige stad, daar ruisen machtige eiken hun lied in het jubileumpark van de 50ste Oktober, dat is aangelegd door onze handen. Komsomol-leden van 2017! Luister naar het bladergeruis, en het voert jullie terug naar de vorige eeuw en vertelt van de legende van de jeugdige stam van de jaren zestig.

Wij, de generatie van de Komsomol-leden uit de jaren zestig, konden ons geen leven voorstellen zonder strijd en scheppend werk in naam van de triomf van het communisme, dat voor jullie werkelijkheid is geworden.

Wij waren trots op onze streek met haar onafzienbare steppen, aren schietende akkers en steigers van nieuwbouwprojecten. We deden er alles aan om haar een prachtige toekomst te geven. Net als jullie, onze nakomelingen, stonden wij altijd vooraan, wij waren altijd daar waar het moeilijk was. Zoja … Matrosov … de Iskra-helden … Hun namen zijn onsterfelijk, zoals de Komsomol onsterfelijk is. De Maagdelijke gronden … de Ruimte – dat zijn de heroïsche etappes op de weg van onze tijdgenoten.

Poster uit 1962, voor het 14de Komsomol-congres

Vandaag, aan de vooravond van de viering van het 50-jarig bestaan van onze staat, reiken wij u in de 21ste eeuw onze kameraadschappelijke handen en delen u met trots mede: onze socialistische wedstrijd onder het devies “Jou, onze geliefde partij, bieden wij onze arbeid, onze harten!”, is uitstekend verlopen. 25 jeugdbrigades van de stedelijke Komsomol hebben gestreden voor de titel Brigade van 50-jarige Sovjet-macht.

Arbeidsters van de kledingfabriek, noeste werkers van de fabriek 25 Oktober, weten jullie datjuist jullie voorgangers van brigade 13 uit werkplaats 4 van de kledingfabriek onder leiding van Lidija Djatsjenko en Galina Gerasimenko van sector 9, genoemd naar Held van de Sovjetunie Parfenti Gretsjany, van de fabriek 25 Oktober, uitgeroepen zijn tot overwinnaars van de jubileumwedstrijd?  

Voor jullie is het geschiedenis: het devies “Alle 420 minuten voor de productie!” van de arbeidsters van de kledingfabriek, waarvan het collectief nu al vijf jaar het wisselvaandel in handen heeft van de stedelijke Komsomol; en ook de nieuw ontworpen dieselmotor van 600 pk, gebouwd door de Komsomol-leden van de fabriek 25 Oktober is een museumstuk geworden.

Postzegel uit 1967. 50 heroïsche jaren. USSR. Vriendschap der volkeren.

Zijn jullie bekend met de titel “Stootarbeider van de communistische arbeid”? Die werd in onze jaren toegekend aan de besten van de besten, en een op de drie Komsomol-leden van de industriële bedrijven van de stad heeft deze eretitel weten te verwerven.

Leeft bij jullie de herinnering nog aan Pavka Kortsjagin? Wij, erfgenamen van Kortsjagin,  hebben op waardige wijze aan onze Kortsjagin-arbeidsplicht voldaan door de aanleg van de autoweg Poltava-Kisjinjov onder onze hoede te nemen.

Bewaren jullie de Ereboeken met daarin de namen van de winnaars van de jubileumwedstrijd van jonge arbeiders: machinebediende Vera Bondar van de kledingfabriek, technicus Irina Katoela van de zuivelconservenfabriek, draaier Vladimir Golovan, arbeider Anatoli Sereda van de Suikerfabriek, laborante Galina Koezmenko van de Stadslevenmiddelenfabriek?

Wij hebben met ere het vaandel gedragen van de grote Lenin, de stichter van onze staat, in een estafette met onze vaders en grootvaders, hún vaandels, die zijn overladen met de roem van arbeid en strijd, en wij hopen dat ook de sporen van onze streekgenoten bewaard blijven in de goede zaken die nooit verouderen.

Pervomajsk, 2015.

Jullie zijn een generatie van gelukkige mensen: de lucht boven jullie is veilig, de oorlogen zijn voor allen die in 2017 leven geschiedenis geworden. Jullie hebben niet gescandeerd: “Schande aan de agressors van Israël!”, jullie hebben niet deel hoeven nemen aan protestbijeenkomsten tegen de misdadige oorlog in Vietnam, niet in kranten hoeven lezen over de provocaties tegen het revolutionaire Cuba. Hoe ver zijn die gebeurtenissen uit onze tijd van jullie verwijderd!”  

Allang vinden ondeugende jochies geen patroonhulzen meer, geen verroeste geweergrendels. Jullie staan slechts streng zwijgend, net als wij in 1967, bij de obelisken voor de gesneuvelden, net als vijftig jaar geleden bonst eerbiedig het hart, wanneer jullie de grond betreedt van de legendarische Krymka. 

Jonge stam van 2017! Wij zijn ervan overtuigd dat jullie het vertrouwen van jullie heldhaftige voorouders niet hebben beschaamd, dat jullie een waarlijk nieuwe wereld hebben geschapen.

Het gouden tarwe ruist op de eindeloze velden, het door jullie gebouwde Komsomolsk bloeit niet alleen op aarde, maar ook op Venus en Mars. (Wordt hier de stad Komsomolsk aan de Amoer bedoeld? En dacht men echt dat Venus en Mars inmiddels wel bewoond zouden zijn? – EH.)

Pervomajsk, 2015

Bewoners van de nieuwe wereld, die de tradities van de Grote Oktober  in ere houden, die het vaandel van de revolutie hoog houden, het vaandel van de grote Lenin; vandaag, aan de vooravond van de verjaardag van ons land, ontsteken wij nog een kleine ster, die helder zal schijnen in het sterrenbeeld van geweldige zaken van ons honderdjarig Moederland.    

Deze brief-verklaring gericht aan de 21ste eeuw, aangenomen op een jeugdbijeenkomst gewijd aan het 50-jarig jubileum van Oktober, is in opdracht de Komsomol-organisatie van de stad Pervomajsk ingemetseld door:

VLADIMIR GOLOVAN- beste draaier van het jubileumjaar
ANATOLI SEREDA – arbeider van de Suikerfabriek
GALINA KOEZMENKO – laborante van de Stadslevensmiddelenfabriek
TATJANA BOJKO – leerlinge van klas 10 van Middelbare School No. II

Dissidenten, zwarthandelaren en diplomaten – ze kwamen elkaar tegen in de Berjozka's, de valutawinkels van de USSR.

-------------------

Uit een Berjozka-catalogus


Zoals elk Sovjethotel met vooral buitenlandse gasten, had ook het Moskouse hotel Molodjoznaja- ik verbleef er vele malen – een winkel waar je uitsluitend kon betalen met Westerse valuta. In maart 1981 kocht een Zweedse toeriste er acht mooie Russische postzegels, twee Misjka’s (het symbool van de Olympische Spelen van 1980) en een mapje ansichtkaarten. Een bonnetje – zo bleek later uit een onderzoek van het Comité van Volkscontrole – kreeg ze niet. Toen ze de postzegels een dag later wilde ruilen, bleek de winkel de bewuste zegels helemaal niet in het assortiment te hebben. De verkoopster had ze zelf gekocht op het postkantoor even verderop en de valuta van de Zweedse in eigen zak gestoken.

Een Moskouse Berjozka gespecialiseerd in meubels

Valutawinkels had je in diverse soorten. Ze droegen de verzamelnaam Berjozka, wat berk betekent. Mijn aankopen bleven er meestal beperkt tot likeur van Bols (een fles advocaat deed het erg goed als je bij Russen op bezoek ging) of een boek. Voor dat laatste ging ik in Moskou naar de Berjozka aan de Oel. Kropotkinskaja, die gespecialiseerd was in literatuur. 

Sovjetburgers met valuta of ‘valutavervangers’ (cheques die een deel van je loon vormden wanneer je in het buitenland werkte) konden bij Berjozka’s ook terecht voor Amerikaanse jeans, Franse parfums, Italiaanse laarzen, Japanse stereo-apparatuur en Russische auto’s. Ook de eerste inleg voor een coöperatie-flat verliep vaak via een Berjozka. Ideologisch zat dat natuurlijk zo scheef als wat. Een maatschappij die zich voorstond op gelijkheid, creëerde ongelijkheid met valuta van de ideologisch vijand. Daarnaast leidden de eilandjes van luxe tot illegale praktijken van een veel grotere omvang dan die paar postzegeltjes in de Berjozka van hotel Molodjozjnaja. 

Historicus Anna Ivanova wijdde een dissertatie aan het fenomeen Berjozka. Onder de titel Магазины ‘Березка’: парадоксы потребления в позднем СССР (Berjozka-winkels: consumptieve paradoxen in de late USSR) verscheen een handelseditie, die – hoewel af en toe wel erg gedetailleerd – een helder beeld geeft van de valutawinkels die ruim 25 jaar een groeiend aantal Sovjetburgers bedienden.

De meeste Berjozka’s verkochten hun waar tegen cheques, de al genoemde valutavervangers. Die vormden een deel van het loon van bijvoorbeeld ambassadepersoneel, handelsvertegewoordigers en correspondenten). De cheques konden uiteraard niet in het buitenland worden uitgegeven, zodat de staat de zo gewenste harde valuta in eigen land hield. Westers geld kwam ook via andere kanalen bij Sovjetburgers. Een schrijver, bijvoorbeeld, kon geld ontvangen van een Westerse uitgeverij voor een vertaling. Dat had soms bizarre gevolgen. Het beroemde essay Haalt de Sovjetunie 1984? van dissident Andrej Amalrik werd voor het eerst gepubliceerd in Nederland. Amalrik ontving een honorarium, dat hij, via de staatsbank omgezet in cheques, kon besteden in winkels die eigenlijk voor brave Sovjet-onderdanen bestemd waren. De ideologie bleek ondergeschikt aan de economische belangen van de staat.

Een Berjozka-cheque van 3 roebel

Uitzending naar het buitenland was voor velen een droom, juist vanwege de mogelijkheid om na terugkeer in eigen land schaarse goederen te kopen. Opeens kreeg je de kans om je beter te kleden, om zonder onmogelijke wachttijden mooie meubels te kopen of zelfs – de hoofdprijs –  een auto. De cheques stonden niet op naam, en daardoor vloeiden ze makkelijk richting de omvangrijke schaduweconomie. Je kon ze met winst doorverkopen aan mensen met veel, al dan niet legaal verdiende roebels, die zo plots veel meer bestedingsmogelijkheden kregen. De legendarische popgroep Masjina Vremeni organiseerde onofficiële optredens (voor officiële kreeg ze geen toestemming), waarvoor de kaartjes niet goedkoop waren. Het verdiende geld werd besteed aan schaarse waar, aangeschaft via zwarthandelaren of met Berjozka-cheques. Prostituees met buitenlandse klanten deden bestellingen bij Berjozka-personeel en betaalden buiten de winkel om in harde valuta (Berjozka’s waar je met echt buitenlands geld betaalde, waren, in tegenstelling tot de cheques-Berjozka’s, vanaf 1969 verboden terrein.).

Moskouse Berjozka met elektronica

Berjozka-cheques waren handig als je snel bij de tandarts terecht wilde. Met cheques kon je ook regelen dat je in een bepaald ziekenhuis werd opgenomen. En op een heel ander niveau: in Charkov wist iedereen dat je voor Marlboro-sigaretten terecht kon in de toilet van restaurant Charkov. Zwarthandelaren kochten pakjes in een Berjozka en brachten die via de schoonmaakster van het toilet aan de man.

Dergelijke dealtjes vormden de smeerolie van een verder stroef functionerende economie. Erg streng werd er niet tegen opgetreden. Dat was ook lastig, omdat menig overheidsdienaar er zelf vrolijk aan meedeed. Zo hadden de Berjozka’s door de jaren heen onbedoeld een egaliserend effect gekregen. Van uitgezonden specialisten tot speculanten – er was een soort middenklasse ontstaan die via de valutawinkels de kans kreeg om een zekere welstand ten toon te spreiden.

Het was, enigszins paradoxaal, de grotere vrijheid ten tijde van de perestrojka die mede bijdroeg aan het einde van de valuta-cheques. Er kon nu veel feller dan voorheen worden gediscussieerd over dit scheve systeem, met z’n economische privileges en de bijbehorende zwarte markt. De tegenstanders wonnen het pleit en in 1988 werden de Berjozka’s gesloten waar met cheques kon worden betaald. De aankondiging daarvan was zo onverwacht, dat zich lange rijen vormden van mensen die nog snel hun cheques wilden besteden. De Berjozka’s waar met buitenlands geld kon worden betaald, gingen enkele jaren later ten onder, samen met de USSR.

Van kleurrijke foto’s in de USSR naar een minder kleurrijk leven in de VS – Martin Manhoff, ‘spion’ in Moskou, winkeluitbater in Kirkland.

------------------------


Was Martin Manhoff (1917-2005), die een grote hoeveelheid adembenemend film- en fotomateriaal naliet uit het Moskou van de jaren vijftig, een Amerikaanse spion? Of was hij niet meer dan een enthousiaste amateurfilmer en -fotograaf die op zijn ritjes door Moskou en zijn reizen buiten de hoofdstad graag zijn camera gebruikte?

De ontdekking van Manhoffs foto’s en films zorgden de afgelopen maanden voor veel enthousiasme.  Vooral de opnames die Manhoff maakte van de uitvaart van Stalin gingen de wereld rond. Dergelijk ‘informele’ beelden (gemaakt vanuit de toenmalige Amerikaanse ambassade, op een steenworp afstand van het Rode Plein) van de uitvaart van de dictator zijn uniek. (Zier hier.) 

--------------

Was Manhoff een spion? Zeker is in elk geval dat hij in februari 1952 op de Amerikaanse ambassade in Moskou aan de slag ging als militair attaché en op 1 juni 1954 het land verliet, een kleine twee maanden nadat hij door een Russische krant was beschuldigd van spionage tijdens een treinreis door Siberië. Het lijkt erop dat zijn vertrek verband hield met de uitzetting door de VS van drie Russische diplomaten in de eerste helft van 1954.

2-4.jpg

Manhoff had een korte opleiding gehad om gecodeerde berichten te kunnen versturen en na zijn terugkeer in de VS solliciteerde hij bij de CIA. Op een aantal van de nagelaten filmblikken staat ‘Confidential’ en ‘Top Secret’. Verder duidt de kwaliteit van de kleurenfilms en –foto’s op apparatuur die voor gewone burgers nog niet of nauwelijks beschikbaar was. Volgens historicus Douglas Smith, die zich over het archief van Manhoff heeft ontfermd, is dit alles geen sluitend bewijs. En bovendien, zegt hij: hoe waarschijnlijk is het dat Manhoff materiaal thuis had liggen dat werkelijk ‘Top Secret’ was? Uit brieven van Manhoffs vrouw Jan aan familie en vrienden in de VS blijkt in elk geval dat het jonge echtpaar ook ‘gewoon’ nieuwsgierig was.

Het leven van de Manhoffs lijkt na terugkeer in de VS niet erg gladjes te zijn verlopen. Het echtpaar opende in Kirkland, Washington, een interieurwinkel. Een groot succes werd dat niet en om rond te komen werkte Martin ook in de lijstenmakerij van zijn vader. Later nam hij een baan als taxateur. Het echtpaar bleef kinderloos. Na de dood van Martins echtgenote in 2014 werd de nalatenschap afgehandeld door een vriendin. Zij stuitte in het huis en de garage van de Manhoffs op een enorme hoeveelheid spullen, deels in hoge stapels dozen. Zij was het ook (en niet Martins vrouw, zoals eerder – ook door mij – gemeld) die met de foto’s en films aanklopte bij Douglas Smith. Die schatte het materiaal op juiste waarde.

--------------

Dit is de vijfde aflevering over de foto’s en films van Martin Manhoff, en ook de laatste, tenzij er plots nog zeer bijzondere beelden boven komen drijven. De eerste vier afleveringen vindt u hierhier, hier en hier. Meer informatie over het archief van Manhoff is te vinden op de site van Radio Free Europe. Op de informatie daar zijn de vier afleveringen op dit weblog gebaseerd.      

Manhoff de wacht aangezegd in prachtig Sovjet-proza – nieuwe beelden uit het archief van een Amerikaanse diplomaat in de USSR in de jaren vijftig

-------------------

Kiev

Kiev

Deel 3 over het archief van Martin Manhoff, de Amerikaanse militair attaché die in de jaren 1953-1954 in Moskou gestationeerd was en volop fotografeerde en filmde. In de vorige twee delen (hier en hier) kwam de uitvaart van Stalin voorbij en verder vooral beelden uit de hoofdstad. Al vrij snel na de dood van Stalin werd het voor diplomaten wat makkelijker om te reizen, en Manhoff maakte daar volop gebruik van. In deel 3 verlaten we Moskou en kijken we met hem mee in onder meer Siberië, Moermansk en Jalta. Ook komt een krantenartikel voorbij waarin Manhoff door oplettend spoorwegpersoneel ontmaskerd wordt als ‘spion’.  

In het filmpje hieronder maakt Manhoff een autoritje in de buurt van Moskou en reist hij met de trein door Siberië. Vermoedelijk is het slechts één autoritje, waarbij hij de afslag neemt (op 2.39) naar het Tsaritsyno park, dat er tegenwoordig een stuk mooier bij ligt. Op 1.42 passeert de auto een bord met reclame voor mayonaise. De beelden uit de trein (vanaf 5.10) – vooral landschappen – zijn minder boeiend. 


Het archief van Manhoff  wordt stukje bij beetje geopenbaard op de site van Radio Free Europe. Daar wordt ook geciteerd uit brieven van Manhoffs vrouw, die op de meeste reizen meeging. Erg lovend over wat ze onderweg in Siberië ziet, is ze niet. “There is no extra of anything. Living for the majority of the people we saw on this whole trip is their greatest problem. There wasn't the glimmer of civilization. There was no pride, no purpose.... They chew hunks of bread and fall dead asleep waiting. They are dirty and they stink. There is no running water, they can't keep sanitary.”

Hier een kleine selectie van de foto’s die bij Radio Free Europe in het derde deel worden getoond. (Waar de locatie niet staat vermeld, is deze onbekend.)

2-16.jpg
"A communal table", luidt het onderschrift. Mij lijkt het een geïmproviseerd marktje.

"A communal table", luidt het onderschrift. Mij lijkt het een geïmproviseerd marktje.

Jalta

Jalta

Jalta, een tankje met kvas.

Jalta, een tankje met kvas.

Moermansk

Moermansk

Peterhof

Peterhof

Jalta

Jalta

Op de site van Radio Free Europa staat een afbeelding die vergroot kan worden

Op de site van Radio Free Europa staat een afbeelding die vergroot kan worden


Een mooie bonus bij het derde deel is de brief van de hoofdconducteur van trein nummer 4 op de Transsiberische Spoorlijn, aan de krant Troed, gepubliceerd op 25 maart 1954, waarin Manhoff en zijn Amerikaanse metgezellen worden ontmaskerd als ‘spionnen’. Het is Sovjet-krantenproza van de bovenste plank, dat mij terugvoerde naar de tijd dat ik zelf menig Sovjet-krant doorspitte. De opening van elk artikel was altijd positief, vrolijk en optimistisch, tot aan het onvermijdelijke, simpele, maar licht onheilspellende woordje однако (echter) … Dan wist je: nu begint het artikel pas echt.

Als werknemers van de Transsiberische Spoorlijn zien wij dagelijks hoe de aanblik van ons Moederland in snel tempo verandert, schrijft hoodconducteur  G. Charin. We zien hoe het leven verandert in de meest verafgelegen uithoeken, die tot voor kort nog als wildernis werden beschouwd. We vervoeren arbeiders, ambtenaren, en jonge ingenieurs en artsen, die staan te trappelen om de door hen opgedane kennis in praktijd te brengen. Duizenden Komsomolleden die woeste gronden gaan ontginnen … De Transsiberische Spoorlijn wordt ook veel gebruikt door buitenlanders, aldus Charin. “Wij denken met veel warmte terug aan de talrijke delegaties uit het grootse China, uit het heroïsche Korea en het strijdende Viëtnam. […]  Onze vrienden kijken altijd enthousiast en met liefde naar de nieuwbouw, de fabrieken, kolchozvelden en sanatoria waarlangs de Transsiberië Express snelt.”

Oднако … Er zijn echter ook passagiers die met heel andere blikken rondkijken … Waarna Charin vertelt over een groepje Amerikanen met wel verdacht veel aandacht voor radiomasten, vliegvelden en brandstofopslagplaatsen … “Koortsachtig maakten zij allerlei aantekeningen in een bloknoot.” Een blaadje met aantekeningen werd later gevonden bij het schoonmaken van de coupé en toen er een docente Engels was gevonden die het kon vertalen, was slechts één conclusie mogelijk: “Waarachtig, het was een spionagedocument!” Dergelijke toeristen zouden niet in de Sovjetunie moeten worden toegelaten, meent Charin, en waren het diplomaten, dan dienden zij de deur gewezen te worden.

De redactie van Troed achterhaalde via reisbureau Intoerist de namen van de passagiers, die onder het artikel staan afgedrukt. (Via Intoerist? Via een andere organisatie, vermoed ik, al zal die zeer hechte banden met het reisbureau hebben onderhouden.) Wilde het reisgezelschap de aantekeningen graag terug hebben, dan konden deze worden opgehaald bij de redactie.

-------------------

Her en der is geschreven – ook door mij – dat Manhoff de Sovjetunie is uitgezet. Dat lijkt wat te dik aangezet. Wel zullen de Amerikanen het raadzaam hebben gevonden om hem elders te stationeren – misschien (ik ken de toenmalige – en huidige - diplomatieke mores niet) na een verzoek van Sovjetzijde.

(De lezer vergeve mij het uitstapje naar mijn Sovjet-krantenverleden. Zie de foto links, waarop ik, met woordenboek bij de hand, de Pravda of de Literatoernaja Gazeta lees, en u begrijpt waarom ik dit niet kon laten.)