sovjetunie

Manhoff meets Denejka – nieuwe beelden uit het foto- en filmarchief van een Amerikaanse diplomaat in het Moskou van de jaren 50.

-------------------

En hier is alweer deel twee over de foto’s en films van Martin Manhoff, de Amerikaanse diplomaat die in de jaren 1952-1954 in (vooral) Moskou zijn camera de vrije loop liet. De belangrijkste beelden uit Manhoffs archief – die van de uitvaart van Stalin – zaten in deel één (hier en hier), maar ook nu is er weer veel boeiends te zien.  

Mijn favoriete foto is dit keer die van de traditionele estafette door de straten van de hoofdstad, boven aan dit stukje. Ik schreef eerder over die stratenloop, waar gemengde teams aan meedoen. Rechts komt een loopsters aan, in het vak staat de loper klaar die het stokje gaat overnemen. Van eenzelfde moment maakte Aleksandr Denejka onderstaand schilderij, dat tot mijn – ik ben consequent – favoriete schilderijen uit de Sovjettijd behoort.

A. Dejneka: Estafette op Ringweg B (1947)

De estafette is ook te zien bij de filmbeelden hieronder. Ook hier geven loopsters (belangstellend gadegeslagen door twee geüniformeerde ordebewakers) hun stokje over aan lopers. Duidelijk is te zien dat je voor deze wedstrijd een behoorlijk niveau moest hebben – simpele liefhebbers verschenen hier niet aan de start.


Tot slot van deze aflevering nog een aantal foto’s.

Leeszaal. Locatie onbekend.

 

Hier deel drie.   

Het unieke kleurenfilmpje van majoor Manhoff: Stalins uitvaart in tien minuten. Plus prachtige foto’s uit zijn recent ontdekte archief.

--------------

Onlangs maakte ik al melding van een prachtige vondst: het film- en fotoarchief van majoor Martin Manhoff, die in de jaren 1952-1954 werkzaam was op de Amerikaanse ambassade in Moskou. Hij werd de Sovjetunie uitgezet op verdenking van spionage en nam zijn films en foto’s mee naar de Verenigde Staten. Daar lagen ze jarenlang op de planken, totdat de weduwe van Manhoff eens informeerde bij historicus Douglas Smith of al dat spul misschien nog enige waarde had.

Zou de weduwe Manhoff ooit hebben overwogen om alles weg te gooien? Dan zouden we de unieke, bewegende beelden van de uitvaart van Stalin nooit hebben gezien. Ik heb nog geen ander filmmateriaal van Manhoff gezien, en ook maar een bescheiden deel van zijn foto’s, maar die uitvaartbeelden behoren ongetwijfeld tot het belangrijkste wat er de afgelopen tientallen jaren aan bewegende beelden uit de Sovjetunie is opgedoken. Dergelijke niet-officiële opnamen (ook nog eens in kleur) zijn verder niet bekend.

Douglas Smith kondigde na de publicatie van de eerste paar foto’s aan dat hij bezig was om het archief te ordenen en op zoek was naar een goede manier om een en ander toegankelijk te maken. Kennelijk heeft hij nu in Radio Free Europe een partner gevonden. Op de site van het radiostation zijn nu, naast het filmpje van Stalins uitvaart, nog een aantal foto’s gepubliceerd. Binnenkort, zo wordt gemeld, volgen er meer. Van wat er nu al te zien is, heb ik een selectie gemaakt. Maar eerst hieronder die uitvaart van Stalin. Het zijn meer dan pakkende beelden, van begin tot het eind. Alleen al de vraag: wat moeten de mensen gevoeld en gedacht hebben die op het eind van het filmpje over het Manegeplein rennen, richting Rode Plein, duidelijk nadat de afzetting door politie en of militairen is opgeheven? (De opnames zijn gemaakt vanuit het gebouw waar toen de Amerikaanse ambassade zat. Vandaar die Amerikaanse vlag die af en toe door het beeld waait.)


Hieronder de foto's die ik selecteerde. Wanneer de festiviteiten op de eerste drie (op het Manegeplein) waren, weet ik niet. Ik vermoed een 1 mei-viering. (Eerder liet ik hier al andere foto's van Manhoff zien.)

Locatie onbekend (vermoedelijk een kleine markt aan een spoorlijn)

Locatie onbekend

Moermansk

Jalta

Jalta

Novinski boelvard, Moskou.

Locatie onbekend, vermoedelijk Novinski boelvard, Moskou.

Locatie onbekend, vermoedelijk Novinski boelvard, Moskou.

Novinski boelvard, Moskou.

Hoek Bolsjoj Devjatinski pereoelok - Novinski boelvard, Moskou.

Arbatskaja plein, Moskou 

Gorki straat

Pareltjes uit de jaren 70: James Last in de USSR (met een bijrol voor Mouth & MacNeal)

-----------------


Laat u niet afschrikken door de naam James Last – er zitten een paar pareltjes verborgen in onderstaand muzikaal verslag van zijn reis door de Sovjetunie in 1972.

Maar voor ik verderga, moet ik misschien eerst even uitleggen wie James Last was. Ik vlei mij namelijk met de gedachte dat ik dit blog niet alleen voor leeftijdgenoten schrijf, en de jongere lezers zullen geen idee hebben. James Last? Dat was een Duitse orkestleider die oneindig veel muziekstukken onderdompelde in een glad blazersarrangement en daarmee zelfs stevige rocksongs tandenloos wist te maken. Niet iedereen was daarvan gediend. Zo is er een sketch van Kees van Kooten en Wim de Bie, waarin laatstgenoemde zich ergert aan de achtergrondmuziek in het restaurant waar hij in alle rust wilde genieten van een glas melk en een vleeskroket. Wanneer de ober (Van Kooten) het vermoeden uit dat het muziek van James Last betreft, antwoordt De Bie getergd: “James Last? James Last? James Overlast zult u bedoelen!”
 

Afijn, James Last in de Sovjetunie. De eerste 25 minuten kunt u wel zo’n beetje overslaan – tenzij u graag wat oude straatbeelden van Kiev en Tbilisi ziet. Aardig is de Georgische bruiloft. Het bruidspaar krijgt van James zo maar even drie elpees cadeau! Met muziek van de maestro zelf, uiteraard (op 8.55). Vanaf 13.30 geven Last en zijn muzikanten in Kiev een paar straatconcerten. Aan de beelden is later studiomuziek toegevoegd en zo lijkt het alsof het daar ter plekke allemaal playback is. Last had wat dat betreft een bedenkelijke reputatie – maar op straat, daar in Kiev … ‘t zal toch niet?

Interessanter wordt het in Leningrad.

28.03 – James en het orkest gaan aan boord van het machtige zeilschip Sedov. De kapitein vertelt tussen neus en lippen door dat de Sedov van oorsprong een Duits schip is, gebouwd in Kiel en gedoopt als de Magdalene Vinnen. “Het voer aanvankelijk onder Duitse vlag, vanaf 1946 onder de Sovjetvlag”, zegt hij vriendelijk tegen zijn Duitse gast. Dat heb ik even opgezocht, en inderdaad: de Magdelene Vinnen belandde na de Tweede Wereldoorlog als herstelbetaling in Rusland en kreeg daar zijn huidige naam.  

Henri Cartier-Bresson - Leningrad, 1973

32.25 – En daar zijn we plots op een ander schip: de Avrora, waar James en zijn mannen getrakteerd worden op muziek van een marinierskapel. Echte blaasmuziek, ben ik geneigd te zeggen. Het is elk geval geen playback.

33.38 – Het is allemaal een opwarmertje voor wat er ’s avond gebeurt in concerthal Oktjabrski. Daar wordt het publiek platgespeeld met, jawel, How do you do van onze eigen Mouth & MacNeal.  

38.16 – Mooie festiviteiten op het Paleisplein ter ere van 1 mei of 9 mei. Die gigantische Lenin, die kende ik al van een zwart-witfoto van Henri Cartier-Bresson uit 1973. Hier zien we hem een jaar eerder, in kleur. Hij zal na de meidagen gedemonteerd zijn en bewaard in de opslag.

En dan gaan we naar Moskou, waar beelden van de metro begeleid worden door de klanken van – waarom ook niet – Kalinka, in de onmiskernbare Last-stijl (45.00). Vervolgens wordt ook concertzaal Rossija platgespeeld, waarna nog – ook weer prachtige beelden – een optreden volgt in het Leninstadion, voorafgaand aan de stadsderby Spartak – TsSKA (vanaf 51.10). Ik heb het even opgezocht; die wedstrijd eindigde in 1-0 voor Spartak. Aandoenlijk is de mededeling op het scorebord, waar de opstellingen worden getoond (52.12): цска – футболки красные (TsSKA in de rode shirts).   

Het beeldarchief van Martin Manhoff, de Amerikaanse diplomaat die stiekem de begrafenis van Stalin filmde

------------------


Zit je rustig een stukje te tikken over een Amerikaanse horeca-tycoon in Moskou aan het begin van de vorige eeuw, komen opeens deze foto’s op je scherm voorbij … Wie mijn liefde kent voor kleurenfoto’s uit de Sovjetunie van de jaren vijftig, zal begrijpen dat ik die Amerikaanse horeca-tycoon meteen naar de zijkant van mijn bureau heb verbannen.

Hij heeft tijdelijk plaats moeten maken voor een andere Amerikaan: majoor Martin Manhoff. Die was tussen 1952 en 1954 werkzaam op de Amerikaanse ambassade in Moskou, tot hij op beschuldiging van spionage het land moest verlaten. In die twee jaar reisde hij veel rond en legde van alles vast op foto en film. Het beeldmateriaal belandde in een kast bij hem thuis in Washington, waar het zestig jaar onaangeroerd bleef liggen.
 


Na de dood van Manhoff vroeg zijn weduwe aan historicus Douglas Smith (schrijver van onder meer een recente biografie van Raspoetin) om eens langs te komen. Had haar man misschien nog iets van historische waarde achtergelaten? … Smith trof duizenden kleurenfoto’s aan met straatbeelden uit onder meer Moskou, Leningrad en Moermansk en van plekken langs de Transsiberische Spoorlijn.

Tussen de pareltjes, schrijft Smith op zijn Facebookpagina, zitten bewegende beelden, zo’n vijftien minuten lang, van de begrafenis van Stalin, opgenomen vanuit een bovenraam van de vroegere Amerikaanse ambassade in Hotel National.  


Smith heeft dertien foto’s op Facebook gezet. De locaties en data staan er niet bij. Hij wil het archief digitaliseren en toegankelijk maken. Hij vraagt om de foto’s te delen en hoopt op commentaren en suggesties. Hij is bereikbaar via: info@douglassmith.info

Hoe Stalin verscheen aan de melkmeisjes in het veld

-------------------

Je kan je bij dit schilderij afvragen: waarom hebben die vrouwen op de voorgrond, tussen de koeien op de wei, een herenfiets aan de hand? - maar de centrale vraag is natuurlijk: wat doen Stalin en Vorosjilov daar? Het lijkt alsof beide heren achter de bossen zo maar plots, uit het niets, omhoog zijn gekomen, samen met een toren van het Kremlin. De twee melksters in het midden – de rest heeft nog niks in de gaten – staren naar de lucht en zijn duidelijk met stomheid geslagen.

We kennen de beide heren in deze pose natuurlijk van het schilderij ‘I.V. Stalin en K.Je. Vorosjilov in het Kremlin’ van hofschilder Aleksandr Gerasimov. Die schilderde het in 1938 naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van het Rode Leger. (Het heette aanvankelijk ‘Op de bres voor de vrede’, maar toen enkele jaren later die vrede niet helemaal goed beschermd bleek, werd de titel aangepast.)  


Van het schilderij met de melksters bestaat ook een ‘normale’ versie. Of beter gezegd: bestond. Gerasimov schilderde het in 1959 en gaf het de titel Kolchozkudde – zie hieronder. Zonder Stalin en Vorosjilov op de achtergrond gaat je blik al helemaal naar die herenfietsen. Zijn die melksters er net mee aan komen rijden om weer een volle emmer af te leveren bij de melkbussen? Met die lange rokken? Over die hobbelige wei? Ik geloof er niks van. 


Gerasimov overleed in 1963. In 1991 verkocht zijn familie het schilderij Kolchozkudde aan een buitenlandse koper. Het wisselde een aantal keren van eigenaar om tenslotte weer in Rusland te belanden. Daar bleek bij technisch onderzoek dat onder het weidetafereel een oudere afbeelding schuilging. De eigenaar (ik weet niet wie dat is, evenmin hoeveel hij voor Kolchozkudde betaald heeft) liet de bovenste verflaag verwijderen. En daar kwamen Stalin en Vorosjilov tevoorschijn.

Gerasimov (met pijp) en leden van de Kunstacademie

Gerasimov had zijn Kolchozkudde in 1959 over een kleinere variant van‘Stalin en Vorosjilov’ heen geschilderd. Ongewild illustreerde hij daarmee de politiek omwenteling die zich had voltrokken. Zo’n afbeelding van Stalin (of het in dit geval nu een voorstudie was of een kopie voor de verkoop), daar kon je na de in 1956 in gang gezette destalinisatie niet meer mee aankomen – en Gerasimov al helemaal niet. Als eerste voorzitter van de Kunstacademie was hij ooit een invloedrijk man, maar in 1959 was hij al volledig in ongenade geraakt.  

Vorig jaar werd in Moskou een tentoonstelling gehouden van het werk van Gerasimov. Daar waren Stalin, Vorosjilov en de melkmeisjes in weer een iets andere variant te zien. De nabestaanden van Gerasimov bleken een reep bewaard te hebben die de schilder ooit van het later overgeschilderde doek had afgesneden. Die werd er weer aan toegevoegd, er ging een nieuwe lijst omheen en zie …


Kolchozkudde werd, in zijn oorspronkelijke staat, in 2013 op een Londense veiling te koop aangeboden, met als richtprijs 80.000 – 120.000 pond. Het bleef onverkocht. Veilinggegevens van een latere datum ben ik niet tegengekomen. Zou het in de huidige staat meer waard zijn? Ik denk het wel.  

Wat dan nog rest is de vraag van die fietsen. Ach, het antwoord lijkt me uiteindelijk vrij simpel: die staan daar gewoon afgebeeld als bewijs van de toegenomen welvaart op het platteland. 

Kakzje-kakzje-kakzje, en een hurk-wc. Mijn herinneringen aan de gezondheidszorg in de Sovjetunie

-------------------

Gezondheidszorg ziekenhuis polikliniek Rusland Sovjetunie


Mijn ervaringen met de gezondheidszorg in de Sovjetunie zijn door de jaren heen bescheiden gebleven. In mijn hoedanigheid van reisleider kreeg ik weleens te maken met fysiek ongemak van mijn toeristen. Zo herinner ik me een oorontsteking van een Nederlander in Bratsk (of was het nou Irkoetsk?), een Amerikaan in Moskou wiens oren maar dicht bleven zitten na een vlucht, en een jongedame uit Canada, die in Leningrad met iets van hyperventilatie linea recta per ambulance werd afgevoerd naar het ziekenhuis. Ik zat naast haar in de ambulance en gaf haar mijn walkman met de verzamelde hoogtepunten uit het repertoire van Tom Petty & The Heartbreakers – ter kalmering. Het was een mooie rit, door een witte Leningradse zomernacht.

Voor buitenlandse toeristen waren artsen in allerlei specialisaties op afroep beschikbaar. Je hoefde maar licht ongerust de dezjoernaja (etagedame) deelgenoot te maken van je zorgen om het fysieke welzijn van iemand in kamer 32, en hup! Het was alsof er om de hoek van het hotel een legertje doktoren klaarstond voor elke buitenlander die ook maar iets mankeerde.

En allemaal gratis. Dat maakte nog de meeste indruk op de Amerikaan met z’n dichte oren. Met hem belandde ik bij een keel-, neus- en oorarts, waar hij zijn neus dicht moest knijpen en  hard ‘kakzje, kakzje, kakzje!’ moest zeggen. Na de reis kreeg ik nog een kaartje van hem, dat hij ondertekende met ‘kakzje, kakzje, kakzje!’  

Eén keer belandde ik in een polikliniek vanwege eigen lichamelijk ongemak, veroorzaakt door de hurk-wc’s op mijn studentenflat in Voronezj. Ik kwam weer eens overeind en toen knapte er iets in mijn knie. Ik ging naar de polikliniek, waar ik, toen ik aan de beurt was voor een röntgenfoto, wat moeizaam van mijn stoel afkwam. Of het misschien ietsje sneller kon, informeerde de verpleegkundige. Op de röntgenfoto bleek niets van schade, een paar maanden later, terug in Nederland, werd er een scheurtje in de meniscus geconstateerd.

Ik moest aan dit alles denken, toen ik het beeldverslag tegenkwam van blogger Sergej Dolja. Die raakte in Krasnodar zijn stem kwijt en ging op zoek naar een kno-arts. (In het Russisch is dat een оториноларинголог – wat ik niet meer ga onthouden.) Boven zijn verslag zette hij: Terug naar de USSR. En ik ging met hem mee, want ik werd onweerstaanbaar meegevoerd naar mijn eigen herinneringen aan de gezondheidszorg in de Sovjetunie.

Blogger Sergej Dolja bij de kno-arts in krasnodar

Blogger Sergej Dolja bij de kno-arts in krasnodar

(Voor meer foto's van Dolja's bezoek aan de arts klit u hier.) 

De olympische Bloed-in-het-waterwedstrijd. Hoe het Hongaarse waterpoloteam in 1956 afrekent met de Sovjetunie.

-------------------

Was het de meest beladen wedstrijd ooit in de geschiedenis van de Olympische Spelen? De waterpolowedstrijd die op 6 december 1956 om 15.25 uur begon in het Olympisch zwembad van Melbourne, tussen Hongarije en de Sovjetunie? Dat is natuurlijk moeilijk meetbaar, maar onwaarschijnlijk is het niet. “De Hongaren hadden geen tanks, ze hadden alleen een bal in het water. Ze maakten er een oorlog van.”

Bijna hadden de Hongaarse waterpoloërs, oppermachtig in de jaren vijftig, op de Spelen in Melbourne ontbroken. In 1952 hadden ze in Helsinki olympisch goud veroverd en het staat wel vast dat de titelverdediger in Melbourne opnieuw zal toeslaan. Maar op 4 november 1956, achttien dagen voor het begin van de Spelen, vallen tanks van het Warschaupact Hongarije binnen. Moskou wil een einde maken aan de democratische aspiraties van de Hongaren, die zich los aan het wringen zijn uit het keurslijf van het Kremlin, 

Terwijl de tanks Boedapest binnenrollen en er bij straatgevechten honderden doden vallen, zit het Hongaarse waterpoloteam geïsoleerd in een trainingskamp in de heuvels boven de stad. Ervin Zádor, de jonge ster van het team, glipt ’s nachts de stad in, loopt door de gehavende straten om zijn familie op te zoeken. “Het kan zijn dat ik voorlopig niet thuiskom”, zegt hij tegen zijn moeder. Zádor heeft zijn besluit dan al genomen: hij zal na de Spelen niet terugkeren.


Even is het onzeker of de waterpoloploeg wel kan afreizen naar Australië, maar met een bus wordt Tsjechoslowakije bereikt en vandaar reist de ploeg verder, verscheurd door angst en twijfel. In Melbourne begrijpen de sporters uit de kranten pas echt wat er in hun land allemaal gebeurd is. In het Olympisch dorp wordt een kleine protestactie gehouden: de communistische Hongaarse vlag wordt vervangen dooreen ‘schone’; zonder hamer en rode ster. Achter zo’n schone vlag lopen de Hongaren ook mee in de openingsceremonie.

Hongarije plaatst zich ondanks de bizarre ‘voorbereiding’ zonder problemen voor de halve finales van het waterpolotoernooi. De volgende tegenstander in het water: de Sovjetunie.

De ploegen kennen elkaar goed. In 1954 is er in Boedapest gezamenlijk getraind. De Russen maken opnames en proberen de speelwijze van de Hongaren te imiteren. Boris Markarov, lid van de Russische waterpoloploeg: “Zij waren de meesters. Wij konden veel van hen leren.”

Mocht dat tot enige warme gevoelens hebben geleid, dan is daar op 6 december 1956 niets meer van over. István Hevesi: “De schoften! Het vuur van binnen brandde zo fel.” Alex Tarics, in 1936 met Hongarije winnaar van Olympisch goud: “Ze hadden geen geweren, geen tanks, geen vliegtuigen; ze hadden alleen maar een bal. Van een gewone wedstrijd maakten ze een oorlog.“ Voor de Russen is het anders. Joeri Sljapin: "Voor ons was het een sportwedstrijd. Niemand zei: voor het vaderland, voor Stalin! We wilden gewoon winnen.”  

Hongarije kán die middag niet verliezen – en dat gebeurt ook niet. Het gaat er snoeihard aan toe en de Hongaren delen flink uit. Oud-speler Nick Martin denkt er nog altijd met een grijns aan terug: “Zoals de Russen zeggen: waterpolo is geen pingpong.” Hongarije neemt een 4-0 voorsprong. Zádor treitert zijn directe tegenstander Valentin Prokopov: “Je ben een looser, je moeder is een looser en nog veel meer. De wedstrijd is gepeeld en je bent een zielige looser.” Kort voor tijd, wanneer Zador even een andere kant opkijkt, haalt Prokopov uit. Het levert het beeld op, boven aan dit verhaal, dat de wereld rondgaat en de wedstrijd zijn bijnaam verschaft: de Bloed-in-het-waterwedstrijd.

Het zwemstadion, waar de sfeer toch al geladen was, ontploft. “Hongarije, Boedapest!” klinkt het massaal. De toeschouwers moeten worden tegengehouden en wanneer de ploegen naar de kleedkamer gaan (het duel wordt niet meer hervat), houdt politie beide teams gescheiden.

Deszö Gyarmati relativeert: “Het was allemaal niet zo verschrikkelijk als de pers het deed voorkomen. Dat de Russen barbaren waren en hun imago hadden bezoedeld. Ze waren barbaren op een andere manier, maar niet in deze wedstrijd.”  


Hongarije - zonder Zádor - wint de finale met 2-1 van Joegoslavië. De USSR klopt Duitsland en wint brons. Na afloop van het toernooi moet elke Hongaar voor zichzelf beslissen: gaat hij terug naar Hongarije? “We waren een team. De volgende dag waren we individuen”, aldus Zádor. Zijn ploeggenoten zeggen dat hij terug moet gaan naar Hongarije, waar hij de beste waterpoloër van de eeuw kan worden. Maar hij wil niet gemuilkorfd worden en vertrekt naar Amerika, waar hij zwemtrainer wordt, van onder anderen een heel jonge Mark Spitz. Hij heeft nooit meer waterpolo gespeeld.

Ervin Zádor

In 2002 ontmoeten alle acht nog in levende zijnde spelers van het gouden Hongaarse team elkaar in Boedapest. Vier van de overlevende Russische spelers zijn ook aanwezig. Het levert prachtige beelden op van mannen op leeftijd, die elkaar in het water van het beroemde Gellértbad een balletje toegooien. Van enige animositeit is geen sprake meer.” Zádor: “We hebben de Russen een pak slaag gegeven, wat altijd leuk is. Maar zij waren net zozeer slachtoffer van de omstandigheden als wij.”  

----------------------

(Bovenstaand verhaal is grotendeels gebaseerd op de documentaire Freedom's Fury uit 2006. De historische achtergrond van de waterpolowedstrijd krijgt daarin niet minder aandacht dan het waterpolo zelf.) 

(Hongarije heeft op de Spelen in Rio de Janeiro zijn eerste twee wedstrijden gelijkgespeeld. Rusland heeft zich niet voor het toernooi weten te plaatsen.)