Echt waar: Jacques Brel zat in 1965 met Galitsj en Okoedzajava bij Jevtoesjenko aan de keukentafel.

---------------


Ik probeer het me voor te stellen, maar dat lukt niet erg: Aleksandr Galitsj, Boelat Okoedzjava en Jacques Brel die, in het gezelschap van Jevgeni Jevtoesjenko, liedjes voor elkaar zingen. We schrijven oktober 1965 en Brel is in Moskou, de laatste stad die hij aandoet tijdens een tournee door de Sovjetunie. 

Brel treedt op in Leningrad, Bakoe, Jerewan, Tbilisi en Moskou. Van geen van zijn concerten heb ik opnames of zelfs maar foto’s kunnen vinden, wat bijzonder ergerlijk is. Want dat moet toch wat geweest zijn: de Belgische chansonnier, met zijn ongelooflijke présence, die zijn liederen de zalen injoeg, in een land waar zelfs vijftien jaar later Elton John nog het verzoek kreeg om bij zijn solo-concerten achter de vleugel niet al te wild te keer te gaan.

Er zijn wel een paar getuigenissen van de tournee, onder meer van de zanger zelf, zodat een (heel) bescheiden reconstructie toch mogelijk is.  

“Ze liggen niet wakker van het Franse chanson”, blikte Brel in een interview terug op zijn optreden in Bakoe. Tbilisi, dat was andere koek! “Over Tbilisi daarentegen raak ik niet uitgepraat. Georgiërs zijn mooie mensen. Ik was er helemaal niet op voorbereid om met zulke tegemoetkomende en tedere wezens te maken te krijgen. De Georgiërs mixen droom en realiteit tot een buitengewone cocktail. Die mensen worden niet opgejaagd door de tijd, zitten niet onder de knoet van het geld. Op zo’n cultuurschok zat ik al twintig jaar te wachten. Ik heb daar broers achtergelaten.”

Ook over de concerten in Moskou moet Brel tevreden zijn geweest, als we tenminste kunnen afgaan op de herinneringen van de in 1965 al bekende actrice Ljoedmila Goertsjenko en Jelena Kamboerova, die dan aan het begin van haar zangcarrière staat. Of beiden bij hetzelfde concert aanwezig waren (Brel gaf er in Moskou vijf), is lastig na te gaan, maar hun indrukken komen sterk overeen. Ondanks een wat knullige setting, met een vertaalsters die de liedjes inleidde (Goertsjenko: “Ze wierp Brel een betoverende glimlach toe, waarna ze luid stampend met haar hakken achter de coulissen verdween.”), weet Brel het publiek te pakken. “Na het derde, vierde lied heerste in de zaal ‘zijn atmosfeer’. Zijn persoonlijkheid heerste in het theater! Om bang van te worden … Hoe hij schreeuwde over de pijn in zijn ziel!” , schrijft Goertsjenko.

Ook Kamboerova, die “als door een wonder” (er was nauwelijks reclame gemaakt) bij het concert was beland, was na aanvankelijke verwondering snel om. “Ik begreep eerst niet wat er gaande was. Ik luisterde toen naar Edith Piaf, en dit was zo’n rare stem. Maar opeens, na het vijfde lied – toen was het gebeurd. Een pijl die mijn hart binnenvloog! Voor de rest van mijn leven.” Journalist/zanger Marc Robine schrijft in zijn boek Le roman de Jacques Brel dat de Belgische zanger bij zijn eerste concert in Moskou als toegift voor de tweede keer Amsterdam zong.  

Brel zal zich in Moskou verder niet verveeld hebben, als we mogen afgaan op twee andere herinneringen, die niet helemaal samenvallen, maar samen toch wel een zeer intrigerend tafereel oproepen. Dichter Jevgeni Jevtoesjenko nodigt Brel uit voor een avondje bij hem thuis in de keuken en vraagt ook Boelat Okoedzjava en Aleksandr Galitsj langs te komen. “Een fenomenaal drinker”, herinnert Brel zich over de gastheer. “Ik kan hem lekker raken, maar bij Jevtoesjenko vergeleken ben ik een drinkeboertje. Een alcoholische gehandicapte, zoiets.”

Galitsj

     Okoezhava

     Okoezhava

Uiteraard pakken de drie gasten een gitaar. In de herinnering van Jevtoesjenko zingen ze geen eigen repertoire. Galitsj zingt oude romances, Okoedzjava straatliedjes en Brel Vlaamse volksliedjes. Een medewerker van Radio Svoboda haalt later nog Galitsj aan, die gezegd zou hebben dat ook Vladimir Vysotksi bij dit gedenkwaardig samenzijn aanwezig was – maar laten we voorlopig alleen de minimumvariant voor waar aannemen. Brel, Galitsj en Okoedzajava – ik vind het al mooi genoeg.

Bijzonder ergerlijk, nogmaals, dat ik van Brels reis door de Sovjetunie zelfs geen foto heb kunnen vinden. Zijn grootste Russische fan kon me niet helpen, een mailtje aan het Brel-centrum in Brussel bleef vooralsnog onbeantwoord. Wel vond ik op de site van het Russische Staatsarchief van literatuur en kunst de vermelding van een programmaboekje van Brels tournee – maar geen afbeelding. (Update: Inmiddels ontving ik een mailtje van Editions Jacques Brel in Brussel; ook daar zijn geen beelden bekend van Brel in de USSR.)

Als mager goedmakertje hier Brels Amsterdam met Russische ondertitels.

---------------------

De herinneringen aan Brels bezoek aan Jevtoesjenko kwam ik tegen in het boek Aleksandr Galitsj. Polnaja Biografija, van Michail Aronov, waar ik vol verwachting aan begon. Uiteindelijk heeft het me zo’n twee maanden gekost om me door die gortdroge baksteen heen te worstelen. Nou ja, het heeft me in elk geval wel de weg gewezen naar Brel in de Sovjetunie.

Hoe twee Amsterdamse communisten best tevreden waren over de Russische mode van rond 1980. ‘Ze lopen er toch prima bij?’

------------

In 1981 maakte fotograaf Boris Savelev bovenstaande foto op het Rode Plein in Moskou. Ik werd getroffen door het beeld – het voerde me meteen terug naar 2012 en, linea recta, nog veel verder, naar 1979. 

In 1979 – ik was vierdejaars student Russisch en begreep natuurlijk al héél veel van Rusland -  maakte ik een simpele toeristenreis die me bracht naar onder meer Vladimir, Soezdal en Kalinin. In mijn gezelschap – het betrof een klassieke groepsreis – bevond zich onder meer een Amsterdams echtpaar, verwoede communisten, voor wie de Sovjetunie het beloofde land was. De ideale heilstaat was het misschien nog niet, maar daar werd hard aan gewerkt!

Ik zag dat anders.

Ik was al niet aan mijn studie begonnen uit enige sympathie met Lenin en de zijnen, en wat ik inmiddels over de USSR had gelezen en geleerd, had bepaald geen warme gevoelens bij me gewekt. Karel van het Reve, Vladimir Boekovski, Andrej Amalrik … mijn gedachten bewogen zich binnen andere kaders dan die van het wat oudere echtpaar uit Amsterdam. Confrontaties bleven niet uit.

Bijna schrik ik weer van de felheid waarmee ze reageerden op mijn blasfemische opmerkingen – over het gebrek aan godsdienstvrijheid bijvoorbeeld. Na een verhaal van onze Intouristgids over de onaantastbare status van kerk en gelovigen in de USSR, draaide de man van het echtpaar zich in de bus naar mij om en beet me toe: “Zie je nou wel!” Daar had ik niet van terug.  

Ik verkeerde nimmer in kringen van communisten en de (beperkte) omgang met het echtpaar was een openbaring. Ik liep aan tegen een rotsvaste overtuiging en een mij totaal onbekende bitterheid die diep zat. De weggemoffelde rol van het communistisch verzet in de oorlog, de status van bijna-landverraders in de jaren vijftig, de verderfelijke, onwrikbare macht van het Amerikaanse grootkapitaal … Het werd allemaal op het bordje gelegd van dat jonge studentje met z’n paar woordjes Russisch die het allemaal beter wist.

Ik ging maar niet te veel meer in discussie met de twee, maar ik bleef me verbazen. Over hun verontwaardiging, wanneer andere leden van het reisgezelschap kauwgum en souvenirtjes uitdeelden aan Russische kinderen. Dat was toch alsof je kraaltjes uitdeelde in een ontwikkelingsland?! En dan dat gezeur over de kleding van de Russen, waar ging dat nou eigenlijk over. Ze liepen er – ik zie de man van het echtpaar nóg met een bozige blik door de busruit zijn gelijk halen – toch prima bij?

Oordeelt u zelf aan de hand van bovenstaande foto – al stamt die van twee jaar na mijn reis. Dat de kledingindustrie de Russen en Russinnen niet zoveel keus bood, lijkt me in elk geval duidelijk. Dat zij, getuige de bloeiende zwarte markt, verlangden naar ook eens iets anders, kan ook niemand verbazen.     

In 2013 maakte ik onderstaande foto, op dezelfde plek als Savelev in 1981, al sta ik ten opzichte van hem bijna een kwartslag gedraaid. Het klinkt misschien een beetje sentimenteel, maar wat ben ik blij voor die Russinnen op mijn foto. Zoveel verschillen, zoveel individuen … Alleen dat rode laarsje al, helemaal rechts! Lekker anders.

Is dat belangrijk? Dat lijkt me wel, al is mijn mening door de ideologische kaders waarbinnen ik denk misschien gekleurd. Gelukkig hoef ik er hier achter mijn bureau niet over in discussie met het echtpaar uit Amsterdam.

------------------

Het toeval wil dat ik enkele dagen geleden in het Georgische Gori was, de geboorteplaats van Jozef Stalin. Daar trof ik in het aan hem gewijde museum rode klompjes aan uit Nederland, een geschenk voor Stalins 70ste verjaardag in 1949, afkomstig van de “C.P.N. De Waarheid, afd. Houtigehage – Boelenslaan”. Ik heb even opgezocht of dat misschien een afdeling was in Amsterdam … Helaas, Houtigehage ligt in Friesland.


Overigens, wanneer je het Stalinmuseum in Gori achter je laat en een meter of driehonderd rechtdoor loopt, kom je vanzelf op het plein waar cameraman Stan Storimans in 2008 door een Russische clusterbom om het leven kwam. 

Timothy Snyder geeft college: de rechte lijn van denker Ivan Ilin (1883-1954) naar Ruslands misdaden in Oekraïne.

--------------------

Het duurt een paar minuutjes voor hij op gang komt, maar dan heb je ook wat: een pakkend college van historicus Timothy Snyder,  een glashelder, beklemmend betoog over de invloed van de Russische denker Ivan Ilin (1883-1954) op de politiek van het Kremlin gedurende de afgelopen vijf jaar. "No matter what we are doing, we are innocent."  


Toevallig las ik zeer onlangs Snyders The Bloodlands. Ik dacht dat ik in grote lijnen wel wist wat zich zoal heeft afgespeeld in de jaren 1939-1935 in Polen, Wit-Rusland en Oekraïne ... Aanbevolen, met klem.

-------------

Zo heeft u voorlopig wat te doen. Zelf ben ik er even tussenuit - in Tbilisi en omstreken zoeken naar geïllustreerde Sovjet-uitgaven van Tsjechov uit de jaren vijftig. 

Sidney Jackon: Hoe een kleermaker uit de Bronx strandde in het Rusland van Nicolaas II en de grondlegger werd van de bokssport in de USSR - 2

-------------------


Sidney Jackson, leerling-kleermaker uit de Bronx en een van de beste Amerikaanse boksers in het vedergewicht, zit tijdens de Eerste Wereldoorlog klem in Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan (zie deel 1). Terwijl de wereld in brand staat, verdient hij, vergeten door de Amerikaanse diplomaten, een grijpstuiver op een kledingfabriek. Geld voor de thuisreis heeft hij niet.

Stilletjes wachten op betere tijden ligt niet in de aard van de vechtersbaas. In 1918 sluit hij zich aan bij de Internationale Brigade, die aan de zijde van het Rode Leger in Centraal Azië vecht in de burgeroorlog. Drie jaar, twee verwondingen en meerdere onderscheidingen later, keert Jackson terug naar Tasjkent, waar hij sportinstructeur wordt bij Vsevoboetsj, de organisatie die burgers militaire vaardigheden moet bijbrengen en die alle sportfaciliteiten van de stad in beheer heeft gekregen. De Fortuna Sportclub wordt zijn thuisbasis.

De vedergewicht ziet zijn kans schoon om zijn geliefde boksport – nauwelijks bekend in Oezbekistan -  te promoten. Met paardenleer en zeewier fabriceert hij handschoenen en boksballen en in een park maakt hij een boksring. De eerste boksclub in de jonge Sovjetunie is een feit.

Jackson doet ook zijn best om tennis, zwemmen, atletiek en voetbal van de grond te krijgen. In 1921 is hij een van de drijvende krachten achter de Centraal-Aziatische Olympiade, die onder meer tot doel heeft om ook de moslimvrouwen tot sport te bewegen. Dat is bepaald geen vanzelfsprekendheid in Tasjkent, en één van de activisten die in het oude stadsdeel vrouwen probeert te interesseren, brengt het er niet levend vanaf.

Tasjkent, jaren twintid. (Foto: Max Penson)

Dan komt de Amerikaanse diplomaat Howard Rand op bezoek. Hij heeft de uitreispapieren voor Sydney bij zich, maar die hoeft ze niet meer. Te lang heeft hij zich vergeten gevoeld. “Het is een grote eer om een Amerikaans staatsburger te zijn, het is nu een nog grotere eer om hier werkzaam te zijn”, vertelt hij Rand. In 1922 krijgt Sydney Jackson een Sovjetpaspoort.

Eind jaren twintig trouwt Jackson met Berta Braginskaja, net als hij van joodse komaf. Ze krijgen een zoon en een dochter. Voor de zekerheid (midden jaren twintig was de bokssport in de USSR enkele jaren verboden) besluit Jackson ook aan een ‘gewone’ carrière te werken en met enige moeite – hij heeft geen studiehoofd – schopt hij het tot leraar Engels.

Rifkat Azihanov - Jackson met zijn boksers

Rifkat Azihanov - Jackson met zijn boksers

De bloedige jaren dertig komt hij ongeschonden door – voor een buitenlander, met joodse wortels bovendien, bepaald geen vanzelfsprekendheid. Al die tijd, en ook na de Tweede Wereldoorlog, blijft hij nauw betrokken bij de bokssport, vooral als trainer. Het levert hem de titel Verdienstelijk Trainer van de USSR op, waarmee zijn bijdrage aan de bokssport wordt onderstreept. Meerdere keren wordt een Oezbeeks team met zijn leerlingen kampioen van de Sovjetunie. Jackson heeft onder meer de jonge Roefat Riskijev onder zijn hoede, die in 1974 wereldkampioen wordt in het middengewicht.

Jackson maakt dat niet meer mee. Hij overlijdt in 1966, kort voor zijn 80ste verjaardag. Amerika zag hij nooit meer terug, verschillende aanvragen voor een uitreisvisum werden door de Sovjetautoriteiten afgewezen. Wel krijgt hij in Tasjkent twee keer bezoek van zijn zus Rosa. Wanneer hij uiteindelijk wel toestemming krijgt voor een reis naar zijn geboorteland, is het te laat. Jackson is dan al te zeer verzwakt door maagkanker. Rosa komt in 1970 nog een keer naar Tasjkent en legt bloemen op zijn graf. Dat doen ook de boksers die meedoen aan het jaarlijkse bokstoernooi in de Oezbeekse hoofdstad dat zijn naam draagt: Sydney Jackson, kleermaker uit de Bronx, grondlegger van de bokssport in de Sovjetunie.

Deel 1.

(Dit artikel is grotendeels gebaseerd op: Jim Riordan: Sidney Jackson: An American in Russia’s Boxing Hall of Fame (Journal of Sport History, Vol 20, No 1.) 

Sidney Jackon: Hoe een kleermaker uit de Bronx strandde in het Rusland van Nicolaas II en de grondlegger werd van de bokssport in de USSR - 1

------------------

Waarom over het leven van Sidney Jackson nog geen film is gemaakt, is mij een raadsel. Een joodse vechtersbaas uit de Bronx strandt tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Rusland van Nicolaas II. Hij probeert via het zuiden naar Amerika terug te keren, maar komt niet verder dan Tasjkent. Daar groeit hij uit tot de grondlegger van de boksport in de Sovjetunie, het land dat hij niet meer kan verlaten. Zijn pupillen winnen olympische medailles. Nog ieder jaar leggen boksers bloemen op zijn graf in Tasjkent.

Onlangs schreef ik een stukje over fotograaf Max Penson, vooral bekend door zijn foto’s die hij tussen de twee wereldoorlogen maakte in Oezbekistan. Het bijschrift bij bovenstaande foto intrigeerde me: ‘Team of Uzbekistan boxers. Chief coach S. Jackson on the right.’  

Chiefcoach S. Jackson? Ik vermoedde dat we hier te maken hadden met een Amerikaan. Eerder had ik al gelezen (en geschreven) over Amerikaanse arbeiders en ingenieurs die honkbal in de jonge Sovjetunie introduceerden. Maar die werkten in de pas opgerichte autofabriek van Gorki (nu Nizjni Novgorod). Dit was Oezbekistan. En … boksen?

Sidney Louis Jackson bleek al snel niet de obscure figuur waar ik hem voor hield. Een jaarlijks bokstoernooi in Tasjkent draagt zijn naam, een museum aldaar heeft een aan hem gewijde afdeling en er zijn twee Russische boeken over hem geschreven. Dat verbaast me inmiddels niet meer, want zijn levensverhaal lijkt me vrij uniek.

Sydney Jackson, 1912.

Sidney lijkt in de New Yorkse Bronx op te groeien voor kleermaker. Hij vindt echter zijn weg omhoog als vedergewicht-bokser en maakt deel uit van het Amerikaanse team dat in de zomer van 1914 op tournee is in Groot Brittannië. Tijdens een gevecht in Glasgow breekt hij zijn duim. Vechten zit er voorlopig niet meer in en Jackson besluit met een boksmaatje om dan maar wat meer van Europa te gaan zien. Via Scandinavië reizen ze naar Rusland en via Archangelsk en Sint-Petersburg belanden de twee in augustus in Moskou. Daar lezen ze in een Engelstalige krant dat de Eerste Wereldoorlog is uitgebroken.

Sidney en zijn makker (vermoedelijk Frank Gill, Russische bronnen noemen ook Ernie Flynn) telegraferen naar het Amerikaanse consulaat in de toenmalige hoofdstad Sint-Petersburg om advies. Een week later krijgen ze per brief te horen dat de westelijke route huiswaarts is afgesloten. Probeer via Tasjkent de grens met Afghanistan over te komen, luidt het advies.

Na aankomst in Tasjkent is de eerste gang naar het postkantoor. Nog in Moskou hebben Jackson en Flynn een telegram naar huis gestuurd met het dringende verzoek: stuur geld! Flynn heeft geluk, voor hem is geld overgemaakt en hij kan zijn reis vervolgen. Voor Jackson ligt er niks. Pas twee jaar later ontvangt hij een brief (geen geld) van zijn alleenstaande moeder. Die bleek te zijn verhuisd van New York naar Californië.

Jackson zit vast in een Centraal-Aziatische uithoek, waar – wat hij uiteraard niet weet - de nabije toekomst burgeroorlog en inlijving bij de USSR brengt. De vedergewicht is platzak en heeft weinig keus: hij scharrelt zijn centjes weer bij elkaar als kleermaker. Boksen? Daar hebben ze in Tasjkent nog nooit van gehoord. 

Deel 2.

Gevonden onderwerpen - 7

Gratis af te halen via onderstaande links

-------------------

- In mei en juni 1974 was de Mona Lisa te bewonderen in Moskou. Het liep storm. Link (Russisch).
 

- Oud-voetbalinternational Demy de Zeeuw vertelt over zijn tijd bij Spartak Moskou en over zijn succesvol modebedrijf. Hij verdient daarmee inmiddels meer mee dan de 2 miljoen per jaar indertijd bij Spartak. Link (Russisch).

 

- Wie een paar decennia terug wil in de tijd en ondertussen ook nog een maaltijd wil nuttigen of een feestje vieren: bezoek het Moskouse museum-restaurant, waar je kan verpozen in – naar keuze – in een jaren 60-, 80- of 90-omgeving. Link (Russisch).
 

- De Zweedse topmanager Bo Andersson wordt weggestuurd bij autogigant AvtoVAZ. Hij weigerde zich neer te leggen bij het oude, vertrouwde ‘productie-model’, waarbij de auto’s die de fabriek verlaten niet meer zijn dan een bijproduct van de belangrijkste activiteit: toeëigening van middelen (zeg maar; diefstal) door toeleveringsbedrijven en andere structuren, die als parasieten aan het bedrijf geplakt zitten. Link (Russisch). 
 

- Het onderwerp is treurig, maar toch doet het me goed: jeugdige Moskovieten die, tegen de heersende teneur in, bezield bezig zijn om de duistere plekken uit de lokale geschiedenis voor de vergetelheid te behoeden. Meer uitleg over hun activiteiten vindt u hier: link (Russisch). 
  

- In december 1974 voer Stamislav Koerilov mee op een Sovjet-cruiseschip. Er werd in geen enkele haven aangelegd. Op 13 december sprong hij in de Stille Oceaan van boord. Doel: zwemmend de Filipijnen bereiken. Dat lukte, na drie dagen en twee nachten. Link (Russisch).

- Hoe ‘lees’je naar een Russische icoon? Mooi artikel over het perspectief, compositie, de achtergrond, de kleuren en meer. Link (Engels).
 

- En het afscheidsartikel van Rayond van den Boogaard als redacteur van de NRC. Hij legt een angstaanjagend en deprimerend verband tussen de Russische berichtgeving over de kernramp van Tsjernobyl enover  de MH17 en noemt zichzelf vervolgens een Russofoob. Ook ik ben een Russofoob.
Ik hoop dat het artikel voor niet-abonnees van de NRC zonder meer toegankelijk is. Link (Nederlands).

Kunt u zingen, lees dan mee! Hoe Russische liedjes worden verheven tot bijna ware poëzie.

------------------

Pavel Majkov leest Joeri Loza

Het begon een week of twee geleden en al snel liep het storm. Een groepje acteurs riep een YouTube-kanaal in het leven en plaatste daar filmpjes waarin zij teksten van populaire Russische liedjes declameren. Vol overgave geven zij wat in de meeste gevallen het banale niet overstijgt, een aureool van ware poëzie. Het resultaat – oordeelt u hieronder zelf – mag er zijn.

Kijkers werden uitgenodigd om zelf een bijdrage op te sturen, met liedjes naar keuze. Dat, zo bleek al snel, was niet aan dovemansoren gericht! Het kanaal (met de titel: We lezen liedjes) werd overstelpt met ingezonden werk. De vaak prachtige staaltjes volksvlijt geven blijk van veel gevoel voor hartstochtelijk drama en vooral ook humor.  

Voor wat meer uitleg van initiator Roman Michailovski kunt u hier terecht. Bij de filmpjes hieronder heb ik steeds ook het origineel gezet. Ik weet eigenlijk niet wat een leuker effect sorteert: eerst het origineel bekijken en daarna de gelezen versie, of andersom. Probeert u dat zelf even uit.     

De trouwe lezers van dit blog zouden dit laatste liedje moeten herkennen; ik schreef onlangs over de zanger, Joeri Loza, die met enkele opmerkingen over onder meer de Rolling Stones nogal wat over zich afriep.